V ogelbescherming: niet voor de poes Actief verdediger van bedreigde soorten Jaap Deelders creatieve kijk op vogelwereld ZATERDAG 12 APRIL 1986 1 De tijd dat vogels hier te lande volop werden geschoten om te dienen als gerecht of als verfraaiing van dameshoeden ligt weliswaar bijna een eeuw achter ons, voor de Vogelbescherming is er nog altijd volop werk aan de winkel. Tal van vogelsoorten worden met uitroeien bedreigd door het verdwijnen of aantasten van voedselgebieden en broedplaatsen. Om meer interesse en begrip voor vogels te wekken heeft de Vogelbescherming het jaar 1986 uitgeroepen tot Vogelkijkjaar. Via tal van activiteiten hoopt de vereniging op die wijze meer steun voor haar werk te krijgen. Onder verantwoordelijkheid van de Internationale Raad voor de Vogelbescherming: is onlangs een boekje verschenen over bedreigde en karakteristieke vogels in Nederland. In het boekje zijn onder meer lijsten opgenomen van met uitroeiing bedreigde, dan wel speciaal gevaar lopende vogelsoorten in ons land. De Vogelbescherming Nederland zal de gegevens in het boekje als uitgangspunt nemen voor het ontwikkelen van beleidsplannen in de komende jaren. Hieronder enkele van de genoemde lijsten. Tot de soorten vogels die binnen korte tijd als broedvogel uit ons land dreigen te verdwijnen omdat hun broedareaal aanzienlijk is afgenomen, behoren het woudaapje, de ooievaar, de zomertaling, de grauwe kiekendief, de korhoen, de kwartelkoning, de kemphaan, de zwarte stern, de kerkuil, de nachtzwaluw, de grote karekiet, de grauwe klauwier en de ortolaan. Vogelsoorten waarvan de Nederlandse broedpopulatie in Europees verband van grote betekenis is en waarvoor Nederland bij uitstek internationale verantwoordelijkheid draagt voor behoud van de desbetreffende populatie zijn: aalscholver, purperreiger, lepelaar, blauwe kiekendief, grutto en de blauwborst. De volgende vogelsoorten verdienen ook extra bescherming omdat ze slechts in kleine aantallen in Nederland broeden en dat doen in voor ons land karakteristieke (leefgebieden zoals kwelders, veenmoerassen, vochtige hooilanden en heiden: geoorde fuut, kwak, krooneend, porseleinhoen, duinpieper en klapekster. 'Grauwe kleren, goede dichte war me schoenen en een lapje oliedoek om daarop te kunnen zitten of knie len zonder last van den vochtigen bodem te krijgen'. Die adviezen ver schafte natuurliefhebber Jac. P. SThijsse in 1903 in zijn boek 'Het Vo geljaar' aan mensen die er op uit wilden trekken om naar vogels te I kijken. De adviezen hebben in 1986 - het jaar dat door de Nederlandse Vereniging tot I Bescherming van Vogels (kortweg Vo- gelbescherming) is uitgeroepen tot Vo gelkijkjaar - nog niets aan geldings- kracht ingeboet. Steeds meer Nederlan ders zijn in de loop der jaren, voorzien van verrekijker, telescoop en vogelgids, de natuur in getrokken om naar vogels te kijken. Volgens een ruwe schatting besteedt tegenwoordig één op de duizend Neder landers een gedeelte van z'n vrije tijd aan die hobby, een aantal dat de Vogel bescherming graag wil opschroeven. "Een vergrote interesse voor vogels be tekent een grotere druk op politici om meer aandacht te geven aan de bescher- ming van vogels en hun milieu", zegt Ni- I co de Haan, beleidsmedewerker bij de 1 Vogelbescherming. Deze particuliere natuurbescher mingsorganisatie zet zich al sinds 1899 in voor het welzijn van de in het wild' I levende vogels. "Vogels waren rond de eeuwwisseling vogelvrij", zegt Nico de Haan. "Een opgezet vogeltje op de hoed, J dat was in die tijd voor dames je-van-het. I Vooral sterntjes moesten het destijds 2_ ontgelden. De vereniging is opgericht door een aantal dames die dit alles te gek vonden, misschien hadden ze gewe tenswroeging. Als lid verplichtte je je om geen vogeltjes meer te eten want de ts gedachte dat vogels bestemd waren voor it' de consumptie was toentertijd nog heel •e| normaal". g i Vogelwet n Eén van de eerste zaken waarnaar de r vereniging streefde was het realiseren g van wetsbescherming. De in 1912 van kracht geworden vogelwet betekende 'k een grote stap vooiwaarts. "De meeste n| vogels mochten nadien niet meer zo- j j maar worden geschoten, gevangen en j/ opgegeten. Later is men zich ook gaan [S bekommeren om andersoortige bescher mingsmaatregelen, bijvoorbeeld beveili ging bij gevaarlijke obstakels. Veel vo gels vlogen in het verleden te pletter te gen vuurtorens die de dieren met hun lichtstralen totaal verblindden. Om de meeste vuurtorens zijn tegenwoordig rekken geplaatst met meer verlichting in de naaste omgeving om verblinding te voorkomen". De Vogelbescherming telt inmiddels ongeveer 50.000 leden en is uitgegroeid tot een brede natuurbeschermingsorga nisatie die zich vooral bezighoudt met de instandhouding van gebieden die van belang zijn voor de overleving van vo gels. De Haan: "We willen veel preven tiever gaan werken: duidelijk maken wat er nu moet gebeuren om onheil voor de vogels in de toekomst te voorkomen. We willen niet afwachten en over vijf jaar constateren dat een bepaalde vogel soort is verdwenen". Om hun doelstellingen te kunnen rea liseren houden de medewerkers van de Vogelbescherming allerlei ontwikkelin gen in de gaten, zoals de opkomst van het surfen. "Nu er dank zij goed afslui tende pakken ook in het najaar en in de winter kan worden gesurft gebeurt het wel dat gebieden waar het in die perio den vroeger stil was nu ook worden be zocht door surfers. Voor vogels geen goede zaak. Eén surfer kan in het najaar meer schade berokkenen dan honderd surfers in datzelfde gebied op een zo merse dag omdat de vogels zich dan in andere contreien terugtrekken. Zoiets moet je als organisatie signaleren en daarover afspraken proberen te maken". "Wij hebben ook afspraken gemaakt met de burger- en militaire luchtvaart. Dat heeft ertoe geleid dat er kaarten zijn ontworpen met gebieden waar men niet beneden de 300 meter mag vliegen. Dit om verstoringen te voorkomen. Door in formatie en uitleg te geven over de be langrijkheid van rust- en broedplaatsen kweek je vaak veel begrip". Beschoten Speciale aandacht besteedt de vereni ging aan de bescherming van roofvogels waarvan de nesten door jagers nogal eens worden beschoten. De Haan: "Zoiets nemen we op met de georgani seerde jagers. Heeft dat geen effect, dan kunnen we aan de overheid vragen geen jachtvergunningen meer te geven of een bepaald gebied besmet te verklaren voor de jacht. Ook storten we ons wel in pro cedures bij de Raad van State. Om iets voor elkaar te krijgen begin je altijd met overleg, lukt het niet op die manier dan ga je steeds een stap verder". Het geven van voorlichting en het en Vogels kijken en houtsnijwerken maken zijn twee hobby's van Noordwijker Jaap Deelder die hij op perfecte wijze heeft gecombineerd. Het merendeel van de houten werkstukken van de 34-jarige Noordwijker betreffen namelijk nabootsingen van vogels. De werkstukken mogen zonder schroom het etiket 'kunst' worden opgeplakt, want ze verraden naast een grote kennis van vogels een creatief vakmanschap in het bewerken en snijden van hout. Deelder is dan ook de eer te beurt gevallen zijn collectie te tonen op de grote landelijke expositie 'Kijk op Vogels' die de Vogelbescherming in Slot Zeist heeft georganiseerd (nog te bezichtigen tot 20 april). Volgende maand mag hij zijn kunstwerken zelfs exposeren op een internationale tentoonstelling in Beusichem. Deelder, in het dagelijks leven onderwijzer aan de school van de dr. mr. Willem van den Berghstichting, zegt al van jongsaf aan met houtbewerken bezig te zijn. Boswachter Opgegroeid in de natuur - zijn vader was boswachter bij Staatsbosbeheer - was er altijd volop hout voorradig en werd de interesse voor vogels als vanzelfsprekend bij hem gewekt. "Ik heb vanaf m'n zesde jaar met hout geklungeld, veel getimmerd. Ik wilde vroeger ook eigenlijk timmerman worden. Op een gegeven moment wilde ik iets maken uit een klomp hout. Ik heb toen een silhouetje op een plank getekend en ben daarna met een Jaap Deelder met zijn dochtertje Merel: altijd met hout geklungeld. figuurzaag aan de slag gegaan. Omdat het niet onaardig uitpakte en er vanuit m'n omgeving stimulerende reacties kwamen, ben ik doorgegaan. Zeg maar dat ik vanaf m'n zeventiende jaar echt dingen ben gaan uitsnijden waarbij de vormgeving in de loop der jaren steeds verfijnder is geworden. Ik werk heel gedetailleerd, anderen werken meestal abstracter, doen meer alleen de hoofdvormen". De Noordwijker heeft zich de handvaardigheden met hamer, beitel, zaag en guts ("daar lepel je het hout mee weg") zelf moeten bijbrengen. "Houtsnijden is een vrij onbekende bezigheid in Nederland, er bestaat geen opleiding voor. Ik heb het mezelf allemaal moeten leren. Er zijn in Nederland ook maar weinigen die zich met houtsnijden bezighouden, degenen die het doen combineren het vaak met beeldhouwen". Door het geven van een cursus houtsnijden bij de stichting Join (een stichting die creatieve cursussen voor volwassenen organiseert) levert Deelder een bescheiden bijdrage aan de popularisering van zijn hobby. "Zelf iets ontwerpen, zelf een idee Eén van Deelders werkstukken, die deren. aandragen, dat is voor de cursisten altijd het moeilijkste. Bovendien willen de meesten te snel een mooi vogeltje maken. Ik probeer ze ervan te doordringen dat ze met heel eenvoudige vormen moeten beginnen, hét hoeft niet direct realistisch te zijn". Jaap Deelder maakt zelf gemiddeld vijf werkstukken per jaar. Vooreen werkstuk moet hij 75 tot 100 uur uittrekken. "Ik heb zo langzamerhand het gevoel met houtsnijden een professioneel niveau te hebben bereikt. Je speelt natuurlijk wel eens met de gedachte dat het fijn zou zijn de expositie in Zeist zijn te beuxm- (foto pr) om full-time kunstenaar te zijn, om van je hobby je beroep te maken. Maar anderzijds is het zaak met beide benen op de grond te blijven staan. Als er dwang ontstaat bij het maken en verkopen van kunstwerken, dan gaat het misschien allemaal veel moeizamer". Contacten Dat de werkstukken van de Noordwijker de aandacht beginnen te trekken blijkt niet alleen uit de invitaties voor de tentoonstellingen in Zeist en Beusichem, maar ook uit de mogelijke deelname aan een internationale expositie in de Amerikaanse staat Wisconsin. Deelder: "Door de tentoonstelling in Zeist zijn er bepaalde contacten ontstaan. Er zijn nu dia's van mijn werken naar de Verenigde Staten opgestuurd, een jury daar zal erover oordelen. In de VS zijn houtsnijwerken veel populairder dan in Nederland, veel mensen doen daar ook aan houtbewerken waarbij het de gewoonte is om de houtsnijwerken te beschilderen. Bij ons komt dat al gauw kitscherig over, hoewel het buiten kijf is dat het vaak om knappe werkstukken gaat". Zelf gebruikt Deelder per se geen verf of lak, hij beperkt zich tot het pure hout. "De meeste houtsoorten zijn goed te gebruiken, het hangt natuurlijk ook van je techniek af. Naaldhout is lastig, dat splijt snel, maar alle loofboomsoorten zijn prima te gebruiken. Harde soorten lenen zich goed voor detailwerk, zachtere soorten zijn meer geschikt voor abstract werk. Veel mensen denken: hoe harder het hout, hoe lastiger het snijden. Dat is dus niet waar. Bij zacht hout is het gevaar van afbrokkelen vrij groot, dan moetje met heel scherp materiaal werken". Vrede mee Jaap Deelder bekent moeite te hebben om afstand te doen van zijn in de loop der jaren vervaardigde werkstukken. "Ik wil wel verkopen, maar eigenlijk liever niet. De werkstukken die nu op de tentoonstelling in Zeist staan kosten tussen de 500 en 2000 gulden. Dat zijn prijzen waarvan ik denk: als mensen dat ervoor over hebben dan heb ik er vrede mee ze kwijt te raken". "Overigens, als ik ervan zou moeten leven met mijn gezin, dan zou ik hogere prijzen moeten vragen. Het fijne van de huidige situatie is toch dat ik eventueel kan verkopen maar dat het niet hoeft en dat ik bovendien een leuke collectie kan opbouwen waar ik besteen beetje trots op mag zijn". door BertPaauw r "We willen niet afwachten en over vijfjaar constateren dat een bepaalde vogelsoort is verdwenen thousiast maken van mensen voor vo gels behoren als vanzelfsprekend tot de activiteiten van de Vogelbescherming, immers naarmate de steun en interesse voor het werk van de vereniging toe neemt kan men zich krachtiger manifes teren. Mede daarom is 1986 uitgeroepen tot Vogelkijkjaar en zijn er tal van activi teiten opgezet. Eén daarvan is de eind vorig jaar begonnen televisiecursus 'Vo gels kijken: een sport', om de vijf weken op zaterdagavond door de KRO op het scherm gebracht. Nico de Haan: "Veel Nederlanders voelen sympathie voor vogels. Dat merk je aan het voederen in de winter en aan de nestkasten die in veel tuinen hangen. Daar springen we op in, we willen vogels kijken laten ervaren als hobby en sport". In de tv-uitzendingen komen diverse aspecten aan bod: voedsel, hoe komen vogels de winter door, nachtvogels en dergelijke. In het cursuspakket zit onder meer een zakboekje waarin men hon derd soorten vogels kan noteren, een se rie raamstickers van gemakkelijk her kenbare vogelsoorten en een fraai uitge voerd cursusboek waarin de beginnende vogelkijker allerlei adviezen aantreft. Daarnaast kunnen de ongeveer 13.000 cursisten zich wenden tot vogelgidsen in hun omgeving, die op gezette tijden praktijklessen geven in de vorm van wandelingen naar interessante vogel kijkplaatsen. Expositie Ook wordt in het kader van het Vogel kijkjaar deze maand in Slot Zeist een kunstexpositie georganiseerd en wordt in het najaar een landelijke Vogelkijk dag op poten gezet waarvan de precieze opzet nog niet bekend is. In elk geval is het de bedoeling om zoveel mogelijk mensen te stimuleren om die dag onder leiding van een gids op pad te gaan voor het bekijken van vogels. De gidsen zullen worden gerecruteerd uit de vele lokale vogelwerkgroepen die volgens Nico de Haan van groot belang zijn voor het werk van de Vogelbescher ming. "Dank zij de kennis en activiteiten van de werkgroepen krijgen we een schat aan gegevens binnen waardoor we bijvoorbeeld in actie kunnen komen als er in een bepaald gebied iets op stapel staat. Dank zij hun informatie weten we veel over broedplaatsen, kunnen we aantallen van vogelsoorten schatten en hebben we inzicht over groei of afkal ving van vogelsoorten". De Vogelbescherming beperkt zich in haar interesse en bemoeienis overigens niet tot Nederland. De Haan: "Je kunt bepaalde zaken voor de vogels regelen en veiligstellen in Nederland, maar veel vogels brengen de andere helft van het jaar elders door, meestal in Afrika. Nou, in Afrika en de zuidelijke Europese lan den gebeuren nog gekke dingen. De plassen langs de Afrikaanse kust zijn voor de vogels zeer belangrijk, maar als een gebied in Afrika door de overheid niet als een toeristische attractiemoge lijkheid wordt beschouwt laat men het soms zomaar vernielen". "En in Italië en Malta worden nog veel vogels neergeschoten voor de consump tie. Vooral lijsters, maar ook een zeldza me vogelsoort als de visarend waarvan er nog maar een paar honderd in Noord- Europa broeden. In Malta worden toch nog jaarlijks zo'n dertig visarenden neer geschoten". Steun "In feite gebeurt in die landen wat er bij ons rond de eeuwwisseling gebeurde. Nu gaan wij niet met opgeheven vinger tekeer tegen de mensen en autoriteiten daar, maar steunen de Italiaanse en Mal tezer vogelbescherming met geld en ad viezen. Dat werkt goed. Op Malta is in middels een vogelwet aangenomen, al trekken de mensen zich er in de praktijk nog niet veel van aan. Gelukkig begint het toch wel een beetje door te dringen dat vogels tijdens hun trek allerlei tank stations nodig hebben om uit te rusten en aan te sterken. Haal je zo'n station weg, dan krijg je brokken". Ondanks hoopgevende ontwikkelin gen blijft er nog veel werk aan de winkel voor de Vogelbescherming, vandaar dat de instelling van het Vogelkijkjaar niet zomaar als een ludieke bezigheid moet worden beschouwd. Nico de Haan: "Het Vogelkijkjaar is niet alleen bedoeld om te laten zien hoe aardig vogels zijn of om mensen te vermaken, maar ook om de Vogelbescherming te versterken, om de vereniging meer armslag te geven zodat er nog beter kan worden opgekomen voor de bescherming van vogels. Wij willen onze taak als advocaat van de wil de vogels graag zo goed mogelijk uitvoe ren".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 23