'Er valt veel te regelen' ae eerste de Paus blijft joden stigmatiseren Selma Mantel, een Leidse carrièrevrouw terug naar af Bezoek aan Romeinse synagoge roept gemengde reacties op ZATERDAG 29 MAART 1986 EXTRA PAGINA 31 Het uitzendbureau Luba waarmee Selma Mantel in 1968 thuis op een zolderkamer in Leiden begon, groeide in tien jaar uit tot een keten van dertien bureaus in de regio. Een geslaagde carrièrevrouw, is de logische reaktie van een buitenstaander. Waarom dan toch een flinke stap terug, en directeur-eigenaar worden van een klein uitzendbureau zónder filialen? Het succesverhaal van een vrouw die met niets begon, veel bereikte, dat vervolgens weer uit handen gaf en nu heel tevreden kleinschalig werkt. Een carrièrevrouw wil ze zichzelf niet direct noemen, al kan ze wel be grijpen dat anderen haar zo zien. Niet ten onrechte, want de 40-jarige Selma Mantel heeft het gemaakt in het uitzendwereldje. Als directeur eigenaar van één van de eerste bu reaus in Nederland aan de Kore- vaarstraat in Leiden (De Koning) staat een zeer groot deel van haar leven in het teken van het uitzenden en werven van arbeidskrachten. Het bureautje op de zolderkamer liep op een bepaald moment zo goed dat uit breiding niet kon uitblijven. Voor Selma Mantel ging het allemaal te snel. De lei ding van het bedrijf droeg ze over aan haar man - tot dan toe werktuigbouw kundige - en zelf werd ze directeur van De Koning, waar ze ooit zelf als uitzend kracht was begonnen. De stap van het grote bedrijf naar het kleine uitzendbu reau is haar niet zwaar gevallen. Achter haar bureau in het gezellige, modern in gerichte pandje vertelt Selma Mantel door Joan van Ee Visitekaartje "Het is eigenlijk een hele log geweest. Mijn man en ik hadden ieder onze eigen taak, maar op een heel breed terrein. Ik bestuurde de bureaus van bo venaf en miste op den duur de voeling met de markt en de mensen. Op een ge geven moment was ik in feite alleen nog maar bezig met management en wilde ik terug naar de mensen. Nu zijn we eigen lijk concurrenten van elkaar", lacht ze. Selma Mantel voldoet aan alle eisen die aan een carrièrevrouw kunnen wor den gesteld. Ze beschikt over een gezon de dosis zelfvertrouwen en ziet er ver zorgd en representatief uit. Aan deze ei genschappen hecht ze veel waarde. Voor sommige mensen misschien verschrik kelijk vermoeiend, maar Selma Mantel zegt 'het' van nature te hebben. "Ik ben altijd zo kritisch mogelijk en ben van mening dat je iets uitstraalt als je op de tails let. Echt hoor, het zit 'm in kleine dingen. De mensen waarderen het wan neer ze persoonlijk worden benaderd. En je bent toch het visitekaartje, dat heeft dan niets te maken met het feit dat ik vrouw ben, hoor. Het is waar dat uit zendbureaus in aanvang zijn opgezet door vrouwen, maar ik zie niet in dat het nu iets typisch vrouwelijks is. Mijn vrouw zijn heeft niets te maken met mijn werk, zeker niet in nadelige zin, het heeft nooit problemen opgeleverd. Inte gendeel, je komt als vrouw makkelijker ergens binnen. Daar staat tegenover dat je goed moet laten zien wat je kunt, an ders loopje het risico niet serieus te wor den genomen", aldus de directeur. Na haar schoolopleiding ging Selma Mantel naar een uitzendbureau om erva ring op te doen in verschillende functies. Bij uitzendbureau De Koning kon ze di rect aan de slag als bibliothecaresse. Ze had totaal geen ervaring, maar dat was toen geen probleem. Het enthousiasme dat van haar af straalde en de wil om te werken was voldoende om voor een baan in aanmerking te komen. r Selma Mantel (40): "Goed laten zien wat je kunt, anders loop je het risico niet serieus te worden genomen" "Tegenwoordig gaat dat niet meer zo ge makkelijk", vertelt Selma. De mensen komen nu in feite bij ons solliciteren. Wij zijn gespecialiseerd in administratief personeel. Het bureau staat bekend als een bureau dat kwaliteitsmensen uit zendt. Ik zeg liever nee dan dat ik ie mand naar een bedrijf stuur en ik niet zeker weet of dat goed zal gaan". Op de vraag of dan voor veel mensen de drempel naar het uitzendbureau niet te hoog is, reageert ze in eerste instantie een beetje verbaasd. "Misschien wel ja", antwoordt ze nadenkend, "maar daar proberen we dan natuurlijk wel wat aan te doen. In de advertenties staat duide lijk aangegeven dat we ook mensen no dig hebben voor eenvoudig administra tief werk, maar op de een of andere ma nier zijn die niet te vinden". Kleine uitzendbureaus zijn schaars in Nederland. In de afgelopen jaren is een groot gedeelte van de zelfstandige bu reaus samengebundeld tot een paar gro te met filialen in het hele land. Uitzend bureau De Koning is een van de oudste in Nederland en heeft een goede naam in Leiden en omgeving. Ruim dertig pro cent van de ingeschreven mensen bij het bureau is ouder dan dertig jaar en be schikt veelal over een aantal jaren werkervaring. 65-plussers hebben bij De Koning kans op een administratief baan tje of als portier, voor schoolverlaters is het wat moeilijker, tenzij ze administra tieve ervaring hebben. Volgens Selma sluit de vraag niet aan bij het aanbod.- "Uitzendbureaus zijn de graadmeters van de arbeidsmarkt. Als het slecht gaat, gaan de uitzendkrachten er het eerste uit", legt ze uit. "Ik moet de laatste tijd veel bedrijven teleurstellen, omdat de juiste mensen niet te vinden zijn. De be hoefte aan mensen is blijkbaar niet vol doende bekend. Iedereen blijft maar stu deren terwijl er genoeg leuke baantjes zijn. We moeten af van het beeld dat we alleen kunnen zorgen voor twee weken werk. Vooral werklozen zijn happig op vast werk, maar ze vergeten dat je via een tijdelijke baan ook aan vast werk kunt komen". Contacten haar drijfveer is geweest. "Ik was het uit zendwereldje in gerold en wilde hierin eigenlijk wel verder. Het reilen en zeilen van zo'n organisatie interesseerde me. en toen ik een baantje kon krijgen bij een studenten-uitzendbureau heb ik die kans met beide handen aangegrepen. Daar heb ik twee jaar met veel plezier gewerkt. Op een gegeven moment was ik heel zelfstandig bezig met het werven van mensen en de juiste personen in de juiste banen plaatsen. Alle facetten van het uitzendwezen hebben in die twee jaar de revue gepasseerd. In die tyd heb ik dan ook een aantal contacten gelegd die ik later weer kon gebruiken toen ik met m'n eigen bureau begon", aldus Sel- Het beeld van de carrièrevrouw die to taal geen obstakels op haar weg heeft ge vonden wordt doorbroken door de be ginperiode van haar uitzendcarrière. Al le begin is moeilijk, maar als je met hele maal niets moet beginnen valt het zeker niet mee. Bij uitzendbureau Luba, op de zolder kamer bij Selma Mantel, stond aanvan kelijk zelfs geen typemachine. Haar va der stond garant, zodat ze bij een bank een startkapitaal kon krijgen. De eerste werkbriefjes kreeg ze op de pof van de drukker onder het mom van: "Als je la ter veel geld hebt verdient, betaal je het maar een keer terug". Een typemachine is zo geleend, maar dan de juiste mensen nog. Geen probleem voor de enthousiaste en ondernemende Selma. Door haar werk bij het inmiddels ter ziele gegane studenten-uitzendbureau, was het niet moeilijk contact op te nemen met de voormalige opdrachtgevers van dat bu reau. Het vertrouwen van deze mensen moest nog wel worden gewonnen. Na de soms minder goede ervaringen met het studenten-uitzendbureau stonden de be drijven over het algemeen zeer wantrou wend tegenover nieuwe initiatieven in de toen nog niet zo bekende uitzend- branche. Selma Mantel: "Ik moester wel wat voor doen hoor. Dat andere bureau was nog maar net verdwenen of daar kwam ik vrolijk aanstappen. Het is lo gisch dat ze dan niet direct vertrouwen in je hebben. Bovendien was ik nog erg jong en was het fenomeen uitzendbu reau ook nog niet zo bekend". Risico Aan doorzettingsvermogen ontbrak het haar niet. De eerste jaren bezocht ze studentenhuizen en zelfs communes om aan mensen te komen. Haar geleende ty pemachine nam ze mee, zodat werk briefjes ter plekke konden worden inge vuld. De eerste wervingsactie van Selma Mantel was niet zonder risico. "Een be drijf uit Amsterdam verhuisde naar Nieuw-Vennep en ik nam aan dat niet alle Amsterdammers mee wilden. Toen dat zo bleek te zijn, heb ik dat bedrijf toegezegd dat ik voor de volgende dag tien mensen zou hebben die aan de slag konden gaan. Ik heb de hele dag rondge rend en uiteindelijk is het me gelukt. Binnen een jaar leverde ik tachtig werkers in de dag- en de nachtploeg", herinnert ze zich. Het aantal opdrachtgevers groeide en de zolderkamer werd te klein. Aan het einde van de week stonden de mensen in de rij op de trap, in de gang en zelfs buiten op de stoep om hun geld te halen. Het 'uitzendbureau aan huis' moest ver huizen. Selma Mantel had voor de nieu we huisvesting van haar bureau een aan tal punten opgesteld waaraan het pand moest voldoen: ze wilde een pand in het centrum en het moest er gezellig uitzien, zodat de mensen snel naar binnen lopen. De doortastendheid van de 'uitzend- vrouw' in hart en nieren viel niet bij ie dereen in de smaak. "Om aan een geschikt pand voor m'n bureau te komen heb ik bij alle midden standers een briefje in de bus gedaan met de vraag of zij hun pand niet wilden verlaten. Behoorlijk brutaal ja", herin nert ze zich. "Een handelaar in tweede hands .boeken vond mijn handelwijze zeer ongepast en heeft me bijna de straat op gesmeten. Maar ik heb wel een pand gevonden op deze manier", vertelt ze triomfantelijk. Terug naar af Wat hierna gebeurde is inmiddels wel duidelijk: de opdrachten bleven binnen stromen en uitbreiding werd noodzake lijk. In verschillende plaatsen in de regio werden filialen geopend. De grote orga nisatie benauwde Selma op den duur en haar man nam het hele bedrijf over. Ze keerde met rasse schreden terug naar het 'oude vertrouwde' winkeltje in de Korevaarstraat met het plan wat meer tijd vrij te maken voor haar gezin. "Thuis praten we niet over uitzendbu reaus". vertelt de directeur én moeder van twee kinderen, "ik heb ook niet het idee dat ik als moeder tekortgeschoten ben". En gedecideerd voegt ze er aan toe. "De kinderen zijn juist heel zelfstan dig, dat waren ze waarschijnlijk toch wel geworden hoor. Ze zijn nooit een pro bleem geweest, ook vroeger niet. Als je eenmaal voor een carrière kiest, valt er een heleboel te regelen". Al bijna 38 jaar bestaat Israël niet voor het Vaticaan. De rooms-katholieke kerk onderhoudt als staatkundige eenheid geen diplomatieke banden met Jeruzalem en is zulks ook niet van plan te doen. Erger nog: paus Johannes Paulus II reciteerde de afgelopen maanden bij verschillende gelegenheden teksten uit het nieuwe testament die de joden verantwoordelijk stellen voor de dood van Jezus. Dat kwam hem op felle kritiek te staan. door Taco Slagter Voor het oprakelen van dit klassieke thema waarop feitelijk het anti-semitis- me stoelt, wil de paus met een soort boe tedoening zijn misstappen goedmaken door op zondag 13 april de hoofdsynago ge in Rome te bezoeken. Is dit een door braak in diens ultra-conservatieve op vattingen ten aanzien van het jodendom en de existentie van Israël, of een door de curie ingefluisterd goed gekozen mo ment om het gedeukte imago van de plaatsvervanger van Christus wat op te poetsen? In Israël is op de aangekondigde visite van de paus aan het joodse gebedshuis met gemengde gevoelens gereageerd. Of zoals de kerkhistoricus prof. David Flus- ser uit Jeruzalem het uitdrukt: „Het Va ticaan wil met het bezoek proberen de recente uitspraken van de paus in balans te brengen. Maar wij joden zijn zo ge wend aan allerlei vormen van haat tegen ons, dat we al snel blij zijn met zo'n ge baar". De Israëliër prof. Zvi Werblowsky, een leidende figuur op het gebied van de joods-christelijke dialoog, meent dat de pauselijke demonstratie in de synagoge slechts is bedacht ten faveure van het Vaticaan. Volgens deze hoogleraar heeft de exegese van de paus over de 'moord op Jezus' de 18.000 zielen tellende jood se gemeenschap van Rome nog niet zo bitter gestemd sinds de RK kerk in de jaren dertig het Concordaat met de Ita liaanse fascistenleider Mussolini aan ging. De schok onder de Romeinse joden is niet zo verbazingwekkend als het lijkt. Om echter te kunnen oordelen over het beleid van de RK kerk ten aanzien van de joden en Israël moet een onderscheid worden gemaakt tussen de politiek van het Vaticaan en het doen en laten van individuele rooms-katholieken en aan verwante organisaties. De toenadering tot joodse gelovigen hebben in het parti culiere vlak sedert het Tweede Vaticaan se Concilie (1962-1965) tot een opmerke lijk goede verstandhouding met roomse christenen geleid. Rome is daarin echter op essentiële punten niet gevolgd. De Poolse paus, daarin gesteund door de voorstanders van de harde lijn binnen de curie, houdt nog steeds vast aan ab jecte theologische opvattingen met be trekking tot de joden en hun nationaal tehuis. De predikingen van de paus staan in feite haaks op de encycliek „Nostra Aea- te' (In onze Tijd). Deze op het Tweede Vaticaans Concilie voorbereide kerkelij ke uitspraak, onder de bezielende lei ding van de legendarische paus Johan nes XXIII, verwerpt het anti-semitisme en de eeuwen beleden redenering dat de joden als groep verantwoordelijk zijn te houden voor de dood van Christus. Ker kelijke documenten in deze kwestie die onder verantwoordelijkheid van het hui dige hoofd van de RK kerk tot stand zijn gekomen, tonen echter aan dat er met de Pool een andere wind waait op het St. Pietersplein te Rome. En die veranderde richting heeft sterk te maken met de nog steeds halsstarrige weigering van het Vaticaan Israels bestaansrecht te aan vaarden. Vorig jaar verspreidde de Heili ge Stoel een notitie waarin het oude standpunt werd herhaald dat erkenning niet mogelijk is, omdat vanwege het Is- raëlisch-Arabisch conflict de grenzen van de joodse staat nog niet vaststaan. Het is niet zo zeer een religieus pro bleem, maar een kwestie van beginselen ten aanzien van internationale wetten, aldus het Vaticaan. Dat is echter een drogreden. Er bestaat wel degelijk een nog nim mer herroepen theologisch dogma dat de joden weliswaar een band hebben met het land van Israël, maar er geen recht aan kunnen ontlenen. Dit conve nant huldigt de stelling dat de joden van hun land werden verdreven, omdat ze Jezus niet als de messias wilden aan vaarden. Terugkeer naar Israël zou in die visie pas mogelijk zijn geweest als het joodse volk zich alsnog bereid had verklaard Jezus als de ware 'Verlosser' aan te nemen. Want, zo vervolgt de Vati caanse zienswijze, het verbond dat het oude volk van Israël met God had geslo ten, maakte met de komst van Christus plaats voor een nieuw verdrag waarmee de uitverkoren status ophield te bestaan. Alleen de paus van Rome heeft de macht die uitleg van het nieuwe testa ment ongedaan te maken. De encycliek Nostra Aetate was een begin daartoe, maar het door ultra-orthodoxen gedomi neerde Vaticaan heeft het sedertdien la- Vastgeroest De Israëlische hoogleraar Zvi Wer blowsky heeft een verklaring voor het gedrag van de huidige prelaat. „Ik geloof niet dat de paus de pretentie heeft de kerkelijke uitspraak met betrekking tot het anti-semitisme te willen herroepen, maar diens bedenkelijke uitspraken zijn meer een weerspiegeling van de vastge roeste katholieke geloofsbeleving van een Pool". En wie de onlangs door de VPRO uit gezonden negen uur durende documen taire 'Shoa' heeft uitgezeten, begrijpt wat Werblowsky bedoelt. Polen was de bakermat, en'is dat tot op zekere hoogte nog, van het door het christendom inge geven anti-semitisme. Het Poolse dorp Auschwitz herinnert daar pijnlijk aan. Zo de paus ooit zou willen breken met die traditie, dan is het komende bezoek aan een synagoge in Rome niet voldoen de. De steeds weer oplaaiende, op be paalde bijbelteksten gebaseerde anti- joodse tendentie in de wereld is erbij ge baat als de paus, voordat hy de drempel van die synagoge overschrijdt, in een verklaring onomwonden het anti-semi tisme en de religieuze varianten daarop in al hun vormen afwijst. Beter zou de paus er echter aan doen na de dienst in de synagoge zijn chauf feur op te dragen naar het dichtstbijzijn de kantoor van de Israëlische lucht vaartmaatschappij El-Al te rijden om er een retourtje Tel Aviv te kopen. Dan kan hij kort daarop het beton van het vlieg veld Ben Goerion kussen en persoonlijk de diplomatieke afgezant van het Vati caan in Israël installeren. L Paus Johannes Paul us II tijdens de jaarlijkse traditionele voetwassing t verband houdend met het Laatste Avondmaal) in de Lateraanse kerk te Rome, afgelopen donderdag. af.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 31