Een oase van rust
en geweldloosheid
In Botswana loopt men elkaar niet zo gauw voor de voeten
ZATERDAG 29 MAART 1986
EXTRA
PAGINA 27
Victoria Falls is een sjiek vakantie
dorp bij de gelijknamige waterval
len. Vijf exclusieve hotels, een casi
no, een Wimpy, een namaak 'echt'
Afrikaans dorp en supermarkten,
waarin Zimbabwe z'n beste beentje
voorzet. Een beetje Zwitserland in
Afrika.
Een van de verhalen van de schrijver Jules Verne speelt zich
af in het Britse protectoraat Beetsjoeanaland. Een groep
landmeters zou aan de hand van de meridiaan opnieuw de
juiste lengtemaat moeten vaststellen. Ze hadden daarvoor
een groot, kaal en plat stuk land op het zuidelijk halfrond
nodig. Ter vergelijking zou die meting ook op het noordelijk
halfrond worden uitgevoerd. Dat verhaal speelde in 1855;
het gerommel van de Krimoorlog was op de achtergrond
hoorbaar. Nu, meer dan honderd jaar later, is Botswana nog
steeds een leeg land.
In een gebied zo groot als Frankrijk en België samen wonen
één miljoen mensen. Ondanks de voortdurende dreiging van
het buurland Zuid-Afrika is het leven er nog vredig. Misdaad
is er een zeldzaamheid, de politie is nog ongewapend. Maar
ook in Botswana dringt de beschaving op; nu al schitteren
langs de wegen de lege blikjes in de zon. Ariejan Korteweg
reisde er doorheen en doet in bijgaand artikel verslag van
zijn bevindingen.
door Ariejan Korteweg
Zonsondergang boven de Zambezi.
Per trein vanuit het zuiden - Bulawayo
- of het noorden - Lusaka - zijn de Vic
Falls eenvoudig te bereiken. Hoe afgele
gen de streek eigenlijk is, blijkt als je in
westelijke richting wilt vertrekken, naar
Botswana. We staan al uren langs de weg
naar Kazangula, een kaarsrechte strook
asfalt. Een onverwachte regenbui heeft
vingerdikke zwarte miljoenpoten te
voorschijn gelokt. Geef je ze een tikje,
dan rollen ze zich tot een spiraal ineen.
Rare zwarte kevers kruipen door het
zand. Soms zakken ze door de poten en
bonken met hun achterlijf op de grond.
Het geluid is op meters afstand te horen.
Er is alle tijd om de wonderen van de
natuur te bestuderen, want in drie uur
zijn er slechts twee auto's gepasseerd,
beide afgeladen.
Wegkaart
Even verderop huist onder een boom
een grote familie: oma, vader, moeder en
kinderen, veertig in getal. Wat heeft zo'n
familie in vredesnaam hier langs de weg
te zoeken? Ze drentelen wat rond, en het
bange vermoeden groeit dat ze ook op
weg zijn naar Botswana. En zij waren
hier eerst. Dan kunnen we het wel verge
ten voor vandaag.
Liften doe je hier niet met je duim,
maar door een arm gestrekt naar bene
den te bewegen, ongeveer zoals bij ons
een agent een auto aanhoudt. Het werkt,
want de derde auto van de dag die de
hoek om zwaait, komt tot stilstand. Een
grote vrachtwagen, met een lading ce
ment op weg naar Namibië. Alle proble
men worden op slag opgelost. De hele
familie klimt op de lading en wij mogen
in de cabine. Als we op verzoek van de
chauffeur over het kleine, vlakke Neder
land vertellen kijkt hij ongelovig. Neder
land klein? Zelf heeft hij vele jaren op
een zware DAF-truck gereden en daar
het idee aan overgehouden van een
groot land in Europa. Goede wagen trou
wens, heel wat beter dan de 38-tonner
die hij nu heeft, waarbij je als chauffeur
recht boven de hitte van de motor zit.
Een olifant die zich langs de weg door
I het struikgewas dringt, doet hem vragen
naar de wilde dieren in ons land. Zijn er
olifanten, leeuwen, nijlpaarden, zebra's?
Als we moeten bekennen dat we zelfs
geen apen hebben, zwijgt hij ontsteld.
De hazen en ooievaars die we na lang
nadenken in de strijd werpen, weigert
hij serieus te nemen.
In zijn gezelschap rijden we Botswana
binnen, de douane-beambte geeft ons
een Shell-wegenkaart. Misschien zou je
in dit verband van een wegkaart moeten
spreken. Een asfaltweg van ruim dui
zend kilometer loopt van noord naar
zuid door het oosten van Botswana, een
Kasane naar Lobatse. Een paar van de
belangrijkste dorpen en industrieën zijn
j met die weg verbonden. En verder:
I woestijnwegen, bospaden, karresporen,
modderbaden. Dat is het wegennet van
j dit land, zo groot als Frankrijk en België
samen.
Speerpunt
Kazangula is een vierlandenpunt. Hier
j grenst Botswana niet alleen aan Zim
babwe, maar ook - via een pontveer over
de Zambezi - aan Zambia en aan de Ca-
privi strook. Dat laatste is een wormvor
mig aanhangsel van Namibië, ooit door
de Duitsers aangekocht toen Namibië
nog Zuid-West-Afrika heette en de Duit
sers hier nog grootkoloniale verwachtin
gen koesterden. Nu is het een speerpunt
j van Zuid-Afrika in het hart van het con-
I tinent. In Kazangula is aan de Botswaan-
I se kant een legerpost en een klein vluch-
I telingenkamp. De boom die daarbij staat
zorgt voor de enige schaduw in de wijde
omtrek.
Uit het niets komt een jongetje aange-
fietst. Hij heeft koele blikjes fris op de
bagagedrager. Blik! In heel Zimbabwe is
geen blik te bekennen; alle bier en fris
drank wordt in flessen verkocht.
Botswana is blikland. Meisjes paraderen
I met een colablikje op het hoofd, muren
i van hutten worden om de status te ver-
j hogen met lege blikken versierd en jon
getjes bouwen van ijzerdraad autootjes
met blikken wielen en reserveband. Blik
dat niet op deze of andere manieren
wordt hergebruikt, gaat zonder blikken
I of blozen leeg over de schouder. De ber
men van de wegen glinsteren in de zon
van het blik.
Milieuhygiëne is hier nog een wezens-
I vreemd begrip. Wat wil je ook, de één
j miljoen Batswana (één Motswana, twee
I Batswana; de taal is Setswana) lopen el-
j kaar niet snel voor de voeten. De over-
j heid probeert er wel wat aan te doen. De
j radio zendt spotjes uit waarin wordt uit
gelegd hoe het land schoon moet wor-
den gehouden en een domme August
I steeds juist het tegenovergestelde doet.
j Het is voorlopig voor dovemansoren.
Hoewel: ik zag een keer hoe een meisje,
dat achteloos een blikje uit het raam van
een bus gooide, door een agent tot de
orde werd geroepen. Ze had dan ook bij
na zijn hoofd getroffen.
In de strijd tegen rondslingerend afval
i is ook de techniek betrokken. Sinds kort
I is alle blikwaar voorzien van een inge
nieus systeem, waarbij het lipje na ope-
I ning aan het blik blijft vastzitten en de
I losse lipjes dus niet meer rondslingeren.
Nu gaan blik en lipje gezamenlijk over
de schouder.
Opgewekt
En er wordt wat gedronken in dit land,
dat blijkt al snel. Meer nog dan het war
me, droge klimaat alleen al rechtvaar
digt. Zie je een paar hutten, dan is een
'bottle store' nooit ver uit de buurt. Een
rechthoekig stenen gebouwtje waar be
halve bier, fris en chebuki - het inlandse
gerstenat dat weiriig alcohol bevat maar
in literpakken wordt verkocht - ook een
ruime collectie buitenlands gedistilleerd
in voorraad is. De Batswana zijn een op
gewekt volk, dat liever aan de pleziertjes
van vandaag dan aan de zorgen van mor
gen denkt. Vooral op pay day, de derde
donderdag van de maand als iedereen
z'n loon krijgt, hebben de bottle stores
I een flinke omzet. Dan zie je dè mannen
j op klaarlichte dag hun blaas lozen, en
reken maar dat je daarvoor bij deze hitte
flink wat vocht in je lijf moet hebben.
De vijfhonderd kilometer lange weg
die van Kazangula naar Francistown
leidt, trekt een kaarsrechte streep door
het vlakke landschap van Oost-Botswa-
na. Het land lijkt met reuzenhand ge
maakt: kaarsrechte wegen, uitgestrekte
vlakten, reusachtige insecten en slakken
met de omvang van een voet, baobab-
bomen groot genoeg om er een gevange
nis in te vestigen, zoals de Britten dat in
Kasane hebben gedaan. De hutten van
dö dorpen strekken zich eindeloos ver
uit. De langs de weg grazende koeien en
geiten houden de chauffeur van ons bus
je alert. Zij zijn, met de drank, veroorza
kers van de meeste verkeersongelukken
in het land. De veestapel is, samen met
diamant, de voornaamste bron van in
komsten. Vlees wordt onder andere naar
de EG geëxporteerd en de blikjes cor-
nedbeef vormen één van de weinige pro-
dukten van eigen bodem in de winkels.
Botswana telt drie miljoen koeien, drie
_voor iedere inwoner, en die mogen het
gehele land als voederbak beschouwen.
Na driehonderd kilometer doemt als
een luchtspiegeling Nata op, een dorp
dat de verlatenheid van dit land nog be
nadrukt; twee benzinestations, een paar
kralen met hutten, een bar en een bottle
store annex eethuis. Veel mannen heb
ben net als onze chauffeur cowboylaar
zen aan de voeten en een Stenton op het
hoofd. Een oude man met ontbloot bo
venlijf is dronken, hij sleept een runder-
kop aan de horens achter zich aan en
krijgt van een dikkerd in Hawaii-blouse
een restantje bier. In de bottle store heb
ben de mannen hem op het heetst van de
dag al goed zitten. Als ik een Camel wil
opsteken, verzekert er één dat dit hier
helemaal misplaatst is. 'Je zou Cow
moeten roken', vindt hij.
Boomtown
Tegen het eind van de middag berei
ken we Francistown, met 60.000 inwo
ners de tweede stad van het land. Een
boomtown, die haar naam dankt aan de
Engelsman Francis die er in de vorige
eeuw goud vond. Dat was aanleiding
voor een goudkoorts die bij gebrek aan
succes even snel wegebde als hij was ge
komen. Nu is daar niet meer van over
dan een verouderd bedrijfje in de heu
vels, waar eerder verwerkte grond op
nieuw wordt gezeefd. Tien jaar geleden
was er in Francistown nog geen asfalt te
bekennen. Nu zijn er ordelijke straten
met trottoirs. De winkels van Francis
town zijn verbazend goed gesorteerd. In
het hele land is geen naaldboom te vin
den, maar de Spar heeft een uitgebreid
westers assortiment: jenever (Bols),
shag (Drum), Wasaknackebröd, muesli-
koeken, en nog zo het een en ander dat
ik hier aan de rand van de woestijn in
geen honderd jaar had verwacht. Alle
produkten komen uit Zuid-Afrika, waar
aan Botswana economisch met handen
en voeten is gebonden. Lucifers dragen
dus het opschrift 'Vuurhoutjes' en pin
dakaas heet 'Grondboonljiebotter',
Merkwaardig toch dat de Zuidafrikanen
zo'n onschuldig klinkende taal spreken.
Botswana is de vriend van links en
rechts. Zuid-Afrika is de voornaamste
handelspartner, zowat alle landen van
West-Europa sturen ontwikkelingswer
kers, het Amerikaanse Peace Corps is
vertegenwoordigd, en de Volksrepu
bliek China stuurt elke drie jaar een
nieuwe lading artsen die overigens geen
Engels, laat staan Setswana spreken.
Het is een beetje de Calimero van Afri
ka; ingeklemd tussen grote buurlanden
als Zuid-Afrika en Zimbabwe laat men
zich de rol van underdog graag aanleu
nen. Botswana neemt stelling tegen de
apartheidspolitiek, maar hoedt zich er
voor al te fel uit te halen tegen de mach
tige zuiderbuur.
Geweldloos
Die onschuld is meer dan een rol. Dat
zie je bijvoorbeeld bij de bank in Fran
cistown. Geen bewakingsbeambten bij
de ingang, geen tralies voor de loketten.
Stapels bankbiljetten liggen open en
bloot op de bureaus, alsof hier de hele
dag Monopoly wordt gespeeld. Flinke
stapels, want de grootste coupure is
twintig pula, nog geen dertig gulden.
Diefstal en geweld zijn hier nog uitzon
deringen. Geweldloosheid is in de tradi
tie van de stammen die Botswana bevol
ken geworteld. Ontstond er binnen een
stam onenigheid, dan trok een van beide
partijen weg en vestigde zich elders. En
dit vreedzame land wordt door Zuid-
Afrika als een bedreiging gezien. Laten
ze het niet in hun hoofd halen er ooit
binnen te vallen!.
De vreedzaamheid spreekt ook uit
hun wijze van begroeten. De Batswana
zijn wat verlegen, ze zullen je niet snel
als eerste groeten. Maar wens je hen een
Dumela mma, dumela rra (goedendag
mevrouw, goedendag meneer), dan la
chen ze je toe en barsten los in een lange
en helaas onverstaanbare heilwens. Bij
het handen schudden leggen ze de lin
kerhand achter de rechter elleboog om
hun vriendschappelijke bedoelingen te
tonen.
Er is politie in Botswana, dat zeker,
maar die is gewapend met niet meer dan
een set handboeien. Alsof het de ge
woonte is dat een overtreder van de wet
hier zelf zijn fout inziet en uit eigen be
weging zijn handen laat binden. Even
buiten Maun krijgen we een proeve van
de werkzaamheden van deze agenten.
Drie dagen lang worden alle
passerende auto's gecontroleerd op de
deugdelijkheid van toeter en rich
tingaanwijzers. Wat moet je hier met
richtingaanwijzers als er amper een zij
weg is om in te slaan en amper auto's om
in te halen?
Onbegaanbaar
Iedere reiziger naar Botswana komt
onvermijdelijk ooit in Maun terecht. Het
is een groot dorp, vijfhonderd kilometer
ten noordwesten van Francistown, zoals
in dit land alles vijfhonderd kilometer
van elkaar af schijnt te liggen. Maun, dat
is de andere kant van de Kalahari-woes-
tijn. Het ligt 350 dagen per jaar te bran
den in de zon, maar als wij erheen gaan
is de toegangsweg bijna onbegaanbaar
door overvloedige regenval. Een uitge
strekt, chaotisch dorp, dat bij nadere be
schouwing een chaotische verzameling
van ordelijke kleine dorpen blijkt te zijn.
Maun is vele jaren een toevluchtsoord
voor stammen geweest die elk hun eigen
samenleving hebben gevormd. Je ziet er
ook de trotse Herrero-vrouwen, nako
melingen van een stam die door de Duit
sers uit Namibië is'verjaagd. Hun kleuri
ge dracht hebben ze desondanks ont
leend aan de vrouwen van de Duitse ko
lonialisten. Verschillende lagen bonte
rokken over elkaar, een tweepuntige
muts op het hoofd. Hun mannen onder
scheiden zich in niets van de Batswana,
maar de zoontjes zijn naakt, op een kra-
lengordel na. Dit is het Afrika van de
missiekalender. En toch: als je een eind
je langs de rivier loopt passeer je behal
ve karkassen van koeien op zeker mo
ment ook een gemetselde waterput
waarop geschreven staat: 'I am punk' en
daaronder 'I smoke ganja in Maun'.
Maun is de poort tot de Okavango-del-
Een mokoro.
Mafiken
ta, de grootste trekpleister van het land.
Tot nu toe vormen grote besnorde Zuid
afrikanen .met kniekousen en korte
broek het leeuwedeel van de toeristen.
Van hun eigen Paul Krugerpark wordt
beweerd dat de giraffen er in het gelid
lopen en de leeuwen opzitten en pootjes
geven; in Botswana hoor je nog dage
lijks verhalen over slachtoffers van nijl
paarden (vaak), leeuwen (zelden) en kro
kodillen (die desnoods met een enkel
lichaamsdeel genoegen nemen). De Oka-
vango is een watergebied zo groot als
Nederland. Je kunt een eind de delta in
vliegen met een eenmotorig vliegtuigje.
Dan huur je een inlandse gids die je met
zijn mokoro (een uitgeholde boomstam)
meeneemt de delta in en over alle kennis
beschikt om je daar te redden. Het draai
en en sjekkies is vermoedelijk de enige
handvaardigheid die ik beter beheers
dan hij.
Bedwelmend
Zo'n tocht van een paar dagen door de
delta is een bedwelmende ervaring. In-
sekten zoemen om je hoofd, de zon
neemt z'n kans waar om je gaar te sto
ven, waterlelies klotsen tegen de onder
kant van het bootje en dienen als lan
dingsbaan voor vogels. Een wesp in een
leeg colablikje klinkt als een telefoontje
van het andere eind van de wereld. Een
rietstengel die in je gezicht zwiept voor
komt dat de sluimering al te lang kan
duren. Het is een Biesbosch zonder ein
de, elk moment verwacht je het dak van
een grote boerderij boven het riet uit te
zien. Maar dan zijn er weer palmbomen
en zebra's om je terug in de werkelijk
heid te voeren.
Zeventien procent vap Botswana is
wildpark. De parken Chobe en Moremi
zijn het rijkst aan variëteit en sluiten di
rect aan op het Okavango-gebied. Grote
kudden zebra's draven hier een eind met
de auto mee. Een troep African wild
dogs, die onder een boom liggen te luie
ren na de vermoeienissen van de jacht, is
haast te sloom om de auto te laten passe
ren. Kudden van honderden olifanten
blokkeren soms de doorgang. Ze gene
zen me van het idee dat de olifant een
goedmoedige dikzak is. Want als de auto
naar hun oordeel te opdringerig wordt,
geven ze eerst blijk van hun ongenoegen
en zetten dan luid trompetterend en met
de oren klapperend de achtervolging in.
's Nachts, terwijl de maan op zijn rug
ligt, hoor je er de leeuwen brullen en de
hyena's schaterlachen. Frederick Cour-
teny Selous, een beroemde Britse jager
uit de vorige eeuw, noemde Chobe het
mooiste gebied waar hij ooit een voet
had gezet. Nog steeds kun je er angst in
al zijn schakeringen doormaken: het
hart raakt z'n gevoel voor ritme kwijt en
verplaatst zich naar de keel, de knieën
worden van rubber en de haren op de
rug gaan overeind staan, te beginnen bo
ven het stuitje. Alleen met behulp van
veel wijn uit Zuid-Afrika slagen we er in
de slaap te vatten.
Gescheiden
Openbaar vervoer is schaars in
Botswana. Vanuit Johannesburg rijdt
dagelijks een trein van de Zimbabwe
Railways door Botswana naar Bula
wayo. De coupe's stammen uit de tijd
van 'Britannia rules the rails'. Naast de
zware houten betimmeringen, de was-
bakjes en de ramen met een verstrengel
de dubbele 'R' erin gegraveerd, hebben
deze treinen nog een bijzonderheid: on
getrouwde mannen en vrouwen reizen
in gescheiden coupés.
Dat houdt verband met de omgangs
vormen, die vrijer zijn dan bij ons. Een
van de grote problemen waarmee het
onderwijs hier kampt is dat meisjes vaak
vroegtijdig van de middelbare school
moeten omdat ze zwanger zijn. Een
vriend die les geeft in Francistown, be
sloot dat seksuele voorlichting wense
lijk zou zijn. Na de feitelijkheden over de
menselijke voortplanting te hebben uit
gelegd, was er gelegenheid tot het stel
len van vragen. Is het waar dat jongens
de hele maand september ongesteld
zijn?, was de eerste vraag. En de tweede:
Hoe komt het dat er soms kinderen wor
den geboren die half mens, half geit
zijn? Toen hij nadien in de lerarenkamer
vertelde wat hij in zijn les had meege
maakt, werd er eerst gelachen. "Half
mens, half geit, dat is onzin", vond een
collega. "Maar half mens, half slang, dat
heb ik met eigen ogen gezien".
En zo gebeuren er in Botswana nog
dagelijks wonderen. Bijvoorbeeld na
een regenbui, als hele delen van die kale
Kalahari als bij toverslag in bloei schie
ten en gezang 111 in vervulling gaat:
"Want bloeien zal zij als een roos". Re
gen is hier een mirakel. Als het in Gabo
rone voor het eerst in vijf jaar regent,
brengt de Daily News op de voorpagina
een foto van een auto die door een plas
rijdt: Pula! Dat is Setswana voor regen
en bovendien zowel een heilwens als de
naam van de munteenheid.
De zon schijnt de hele dag ongenadig.
Het kleurengeweld waarmee hij achter
de horizon verdwijnt, verraadt de tegen
zin.'En als het laatste rood nog zichtbaar
is, staat in Serowe de disco van het bri
gadehotel al op volle sterkte. De vrou
wen heupwiegen overtuigend en de
mannen kijken hun ogen uit. Nog een
uur later valt een stevige jonge vrouw in
korte broek me om de nek en roept:
"Hello daddy, how are you". Even later
stoot ze een volle fles ketchup van tafel
en maakt zich giechelend uit de voeten.
Drama's
Serowe, de stad van de koningen. Een
dorp met nog geen 40.000 inwoners,
maar in oppervlakte groter dan Leiden.
De grote hutten liggen ver uit elkaar,
hebben versierde lemen muren en wor
den omgeven door de eeuwig groene
struiken die koopman Hendrik Preto-
rius er in 1923 invoerde. De geiten du
wen met hun kop de vuilnisbakken om
ver om van het papier te kunnen snoe
pen en vermalen ook met plezier een
stukje blik, mits niet te groot, maar de
giftige bladeren van de struiken laten ze
met rust.
Serowe is de hoofdplaats van de Bang-
wato, de grootste stam van het land. Hier
verving het verlichte stamhoofd Khama
in de negentiende eeuw de stamwetten
ten dele door christelijke leefregels, van
hieruit voerde hij met vooruitziende blik
een strijd tegen de alcohol van de kolo
nisten. Hier ook maakte zijn zoon Tshe-
kedi wat er te maken viel van het Britse
protectoraat. Hier voltrokken zich de
drama's die bij een vorstenhuis passen:
Seretse, de gedoodverfde opvolger van
het stamhoofd trouwde tegen de zin van
zijn stam met een Engelse vrouw en ver
keerde jaren in ballingschap. Na de on
afhankelijkheid zou hij de eerste geko
zen president van het land worden. Hier
zette de uitgeweken Zuidafrikaan Pa
trick van Rensburg de eerste brigades
op, pogingen om van Botswana een land
te maken dat zichzelf op alle gebied zou
kunnen bedruipen. En in Serowe woont
nog steeds de eveneens uit Zuid-Afrika
gevluchte schrijfster Bessie Head, die
het leven in Botswana, en vooral in Sero
we, in romans en verhalen heeft vastge
legd en voor de buitenstaander begrijpe
lijker heeft gemaakt.
Overlevering
Botswana heeft zoals de meeste Afri
kaanse landen een traditie van monde
linge overlevering; avond aan avond
rond het kampvuur gezeten dragen de
ouderen de verhalen van de stam aan de
jongeren over. In Serowe is sinds enkele
maanden een museum, een voorzichtige
poging om het verleden tastbaar te ma
ken. In een sterk naar motteballen rui
kende kist wordt het staatsie-uniform van
Khama bewaard. Aan de muur hangt
een medaille die hij van koningin Victo
ria kreeg bij zijn bezoek aan Engeland
om de zelfstandigheid van Botswana te
bepleiten. De Britten toonden zich toen
zeer onder de indruk van het zelfbewus
te en menslievende stamhoofd. Hij werd
in de kranten vergeleken met de grote
staatslieden van zijn tijd. Het huis waar
in de Khama's tot 1959 woonden ver
keert in een bouwvallige staat, maar
moet in de toekomst het museum gaan
huisvesten.
Het meenemen van lifters kan hier een
lucratieve bezigheid zijn. Je betaalt als
lifter meestal hetzelfde tarief als voor de
bus. Als je met z'n negenen achterop een
bakkie zit samengeperst, dan doet de be
stuurder goede zaken. Van Serowe tot
Gaborone zit ik aangeklemd tegen een
ouder man die op zijn revers een medail
le heeft: een zilverkleurige ster op groen
fluweel. Het is een onderscheidingste
ken van één van de vele sektes van het
land. Tegenover ons twee jongens van
amper vijftien jaar die met hun koffer
tjes op weg zijn naar Zuid-Afrika. Ze wil
len hun geluk gaan beproeven in de mij
nen. Want al weten ze dat het leven daar
hard is, ze kunnen er een loon verdienen
dat ze in hun eigen land nooit zullen krij
gen.
Gedenkteken
Gaborone is een ruime stad met dure
hotels en een begin van hoogbouw. De
Beers, het hoofdkwartier van de dia
mantindustrie, is er het meest in het oog
springende bouwwerk. Vorig jaar zijn
met veel tam tam de eerste en voorlopig
enige stoplichten van het land in wer
king gesteld. Zo te zien meer uit status-
overwegingen dan uit noodzaak. In de
buurt van het Oasis-motel staat een to
taal uitgebrande auto langs de weg. Die
behoorde toe aan een ANC-er en werd
door de geheime dienst van Zuid-Afrika
tot ontploffing gebracht. De overheid
van Botswana laat het wrak als een ge
denkteken staan.
Onze laatste avond brengen we door in
een discotheek met fitness-centrum, rol-
schaatsbaan en zwembad onder handbe
reik. 'Every woman needs a man' is een
tophit hier, maar dat gaat voor Botswana
niet op. De vrouwen zijn* zelfstandig,
trouwen vaak pas als ze al meerdere kin
deren hebben en zorgen voor het eten en
de opvoeding. De mannen flierefluiten
er wat omheen. 'Every woman needs a
man'. Stroboscooplicht waaiert vanaf
het plafond, neon graffiti blikkert van de
muren. Het blacklight kleurt de tonic
paars en maakt van de fantastisch dan
sende zwarten in hun witte kleren figu
ren uit een science fiction-film. Botswa
na leeft, in meerdere eeuwen tegelijk.