Een oase van rust en geweldloosheid In Botswana loopt men elkaar niet zo gauw voor de voeten ZATERDAG 29 MAART 1986 EXTRA PAGINA 27 Victoria Falls is een sjiek vakantie dorp bij de gelijknamige waterval len. Vijf exclusieve hotels, een casi no, een Wimpy, een namaak 'echt' Afrikaans dorp en supermarkten, waarin Zimbabwe z'n beste beentje voorzet. Een beetje Zwitserland in Afrika. Een van de verhalen van de schrijver Jules Verne speelt zich af in het Britse protectoraat Beetsjoeanaland. Een groep landmeters zou aan de hand van de meridiaan opnieuw de juiste lengtemaat moeten vaststellen. Ze hadden daarvoor een groot, kaal en plat stuk land op het zuidelijk halfrond nodig. Ter vergelijking zou die meting ook op het noordelijk halfrond worden uitgevoerd. Dat verhaal speelde in 1855; het gerommel van de Krimoorlog was op de achtergrond hoorbaar. Nu, meer dan honderd jaar later, is Botswana nog steeds een leeg land. In een gebied zo groot als Frankrijk en België samen wonen één miljoen mensen. Ondanks de voortdurende dreiging van het buurland Zuid-Afrika is het leven er nog vredig. Misdaad is er een zeldzaamheid, de politie is nog ongewapend. Maar ook in Botswana dringt de beschaving op; nu al schitteren langs de wegen de lege blikjes in de zon. Ariejan Korteweg reisde er doorheen en doet in bijgaand artikel verslag van zijn bevindingen. door Ariejan Korteweg Zonsondergang boven de Zambezi. Per trein vanuit het zuiden - Bulawayo - of het noorden - Lusaka - zijn de Vic Falls eenvoudig te bereiken. Hoe afgele gen de streek eigenlijk is, blijkt als je in westelijke richting wilt vertrekken, naar Botswana. We staan al uren langs de weg naar Kazangula, een kaarsrechte strook asfalt. Een onverwachte regenbui heeft vingerdikke zwarte miljoenpoten te voorschijn gelokt. Geef je ze een tikje, dan rollen ze zich tot een spiraal ineen. Rare zwarte kevers kruipen door het zand. Soms zakken ze door de poten en bonken met hun achterlijf op de grond. Het geluid is op meters afstand te horen. Er is alle tijd om de wonderen van de natuur te bestuderen, want in drie uur zijn er slechts twee auto's gepasseerd, beide afgeladen. Wegkaart Even verderop huist onder een boom een grote familie: oma, vader, moeder en kinderen, veertig in getal. Wat heeft zo'n familie in vredesnaam hier langs de weg te zoeken? Ze drentelen wat rond, en het bange vermoeden groeit dat ze ook op weg zijn naar Botswana. En zij waren hier eerst. Dan kunnen we het wel verge ten voor vandaag. Liften doe je hier niet met je duim, maar door een arm gestrekt naar bene den te bewegen, ongeveer zoals bij ons een agent een auto aanhoudt. Het werkt, want de derde auto van de dag die de hoek om zwaait, komt tot stilstand. Een grote vrachtwagen, met een lading ce ment op weg naar Namibië. Alle proble men worden op slag opgelost. De hele familie klimt op de lading en wij mogen in de cabine. Als we op verzoek van de chauffeur over het kleine, vlakke Neder land vertellen kijkt hij ongelovig. Neder land klein? Zelf heeft hij vele jaren op een zware DAF-truck gereden en daar het idee aan overgehouden van een groot land in Europa. Goede wagen trou wens, heel wat beter dan de 38-tonner die hij nu heeft, waarbij je als chauffeur recht boven de hitte van de motor zit. Een olifant die zich langs de weg door I het struikgewas dringt, doet hem vragen naar de wilde dieren in ons land. Zijn er olifanten, leeuwen, nijlpaarden, zebra's? Als we moeten bekennen dat we zelfs geen apen hebben, zwijgt hij ontsteld. De hazen en ooievaars die we na lang nadenken in de strijd werpen, weigert hij serieus te nemen. In zijn gezelschap rijden we Botswana binnen, de douane-beambte geeft ons een Shell-wegenkaart. Misschien zou je in dit verband van een wegkaart moeten spreken. Een asfaltweg van ruim dui zend kilometer loopt van noord naar zuid door het oosten van Botswana, een Kasane naar Lobatse. Een paar van de belangrijkste dorpen en industrieën zijn j met die weg verbonden. En verder: I woestijnwegen, bospaden, karresporen, modderbaden. Dat is het wegennet van j dit land, zo groot als Frankrijk en België samen. Speerpunt Kazangula is een vierlandenpunt. Hier j grenst Botswana niet alleen aan Zim babwe, maar ook - via een pontveer over de Zambezi - aan Zambia en aan de Ca- privi strook. Dat laatste is een wormvor mig aanhangsel van Namibië, ooit door de Duitsers aangekocht toen Namibië nog Zuid-West-Afrika heette en de Duit sers hier nog grootkoloniale verwachtin gen koesterden. Nu is het een speerpunt j van Zuid-Afrika in het hart van het con- I tinent. In Kazangula is aan de Botswaan- I se kant een legerpost en een klein vluch- I telingenkamp. De boom die daarbij staat zorgt voor de enige schaduw in de wijde omtrek. Uit het niets komt een jongetje aange- fietst. Hij heeft koele blikjes fris op de bagagedrager. Blik! In heel Zimbabwe is geen blik te bekennen; alle bier en fris drank wordt in flessen verkocht. Botswana is blikland. Meisjes paraderen I met een colablikje op het hoofd, muren i van hutten worden om de status te ver- j hogen met lege blikken versierd en jon getjes bouwen van ijzerdraad autootjes met blikken wielen en reserveband. Blik dat niet op deze of andere manieren wordt hergebruikt, gaat zonder blikken I of blozen leeg over de schouder. De ber men van de wegen glinsteren in de zon van het blik. Milieuhygiëne is hier nog een wezens- I vreemd begrip. Wat wil je ook, de één j miljoen Batswana (één Motswana, twee I Batswana; de taal is Setswana) lopen el- j kaar niet snel voor de voeten. De over- j heid probeert er wel wat aan te doen. De j radio zendt spotjes uit waarin wordt uit gelegd hoe het land schoon moet wor- den gehouden en een domme August I steeds juist het tegenovergestelde doet. j Het is voorlopig voor dovemansoren. Hoewel: ik zag een keer hoe een meisje, dat achteloos een blikje uit het raam van een bus gooide, door een agent tot de orde werd geroepen. Ze had dan ook bij na zijn hoofd getroffen. In de strijd tegen rondslingerend afval i is ook de techniek betrokken. Sinds kort I is alle blikwaar voorzien van een inge nieus systeem, waarbij het lipje na ope- I ning aan het blik blijft vastzitten en de I losse lipjes dus niet meer rondslingeren. Nu gaan blik en lipje gezamenlijk over de schouder. Opgewekt En er wordt wat gedronken in dit land, dat blijkt al snel. Meer nog dan het war me, droge klimaat alleen al rechtvaar digt. Zie je een paar hutten, dan is een 'bottle store' nooit ver uit de buurt. Een rechthoekig stenen gebouwtje waar be halve bier, fris en chebuki - het inlandse gerstenat dat weiriig alcohol bevat maar in literpakken wordt verkocht - ook een ruime collectie buitenlands gedistilleerd in voorraad is. De Batswana zijn een op gewekt volk, dat liever aan de pleziertjes van vandaag dan aan de zorgen van mor gen denkt. Vooral op pay day, de derde donderdag van de maand als iedereen z'n loon krijgt, hebben de bottle stores I een flinke omzet. Dan zie je dè mannen j op klaarlichte dag hun blaas lozen, en reken maar dat je daarvoor bij deze hitte flink wat vocht in je lijf moet hebben. De vijfhonderd kilometer lange weg die van Kazangula naar Francistown leidt, trekt een kaarsrechte streep door het vlakke landschap van Oost-Botswa- na. Het land lijkt met reuzenhand ge maakt: kaarsrechte wegen, uitgestrekte vlakten, reusachtige insecten en slakken met de omvang van een voet, baobab- bomen groot genoeg om er een gevange nis in te vestigen, zoals de Britten dat in Kasane hebben gedaan. De hutten van dö dorpen strekken zich eindeloos ver uit. De langs de weg grazende koeien en geiten houden de chauffeur van ons bus je alert. Zij zijn, met de drank, veroorza kers van de meeste verkeersongelukken in het land. De veestapel is, samen met diamant, de voornaamste bron van in komsten. Vlees wordt onder andere naar de EG geëxporteerd en de blikjes cor- nedbeef vormen één van de weinige pro- dukten van eigen bodem in de winkels. Botswana telt drie miljoen koeien, drie _voor iedere inwoner, en die mogen het gehele land als voederbak beschouwen. Na driehonderd kilometer doemt als een luchtspiegeling Nata op, een dorp dat de verlatenheid van dit land nog be nadrukt; twee benzinestations, een paar kralen met hutten, een bar en een bottle store annex eethuis. Veel mannen heb ben net als onze chauffeur cowboylaar zen aan de voeten en een Stenton op het hoofd. Een oude man met ontbloot bo venlijf is dronken, hij sleept een runder- kop aan de horens achter zich aan en krijgt van een dikkerd in Hawaii-blouse een restantje bier. In de bottle store heb ben de mannen hem op het heetst van de dag al goed zitten. Als ik een Camel wil opsteken, verzekert er één dat dit hier helemaal misplaatst is. 'Je zou Cow moeten roken', vindt hij. Boomtown Tegen het eind van de middag berei ken we Francistown, met 60.000 inwo ners de tweede stad van het land. Een boomtown, die haar naam dankt aan de Engelsman Francis die er in de vorige eeuw goud vond. Dat was aanleiding voor een goudkoorts die bij gebrek aan succes even snel wegebde als hij was ge komen. Nu is daar niet meer van over dan een verouderd bedrijfje in de heu vels, waar eerder verwerkte grond op nieuw wordt gezeefd. Tien jaar geleden was er in Francistown nog geen asfalt te bekennen. Nu zijn er ordelijke straten met trottoirs. De winkels van Francis town zijn verbazend goed gesorteerd. In het hele land is geen naaldboom te vin den, maar de Spar heeft een uitgebreid westers assortiment: jenever (Bols), shag (Drum), Wasaknackebröd, muesli- koeken, en nog zo het een en ander dat ik hier aan de rand van de woestijn in geen honderd jaar had verwacht. Alle produkten komen uit Zuid-Afrika, waar aan Botswana economisch met handen en voeten is gebonden. Lucifers dragen dus het opschrift 'Vuurhoutjes' en pin dakaas heet 'Grondboonljiebotter', Merkwaardig toch dat de Zuidafrikanen zo'n onschuldig klinkende taal spreken. Botswana is de vriend van links en rechts. Zuid-Afrika is de voornaamste handelspartner, zowat alle landen van West-Europa sturen ontwikkelingswer kers, het Amerikaanse Peace Corps is vertegenwoordigd, en de Volksrepu bliek China stuurt elke drie jaar een nieuwe lading artsen die overigens geen Engels, laat staan Setswana spreken. Het is een beetje de Calimero van Afri ka; ingeklemd tussen grote buurlanden als Zuid-Afrika en Zimbabwe laat men zich de rol van underdog graag aanleu nen. Botswana neemt stelling tegen de apartheidspolitiek, maar hoedt zich er voor al te fel uit te halen tegen de mach tige zuiderbuur. Geweldloos Die onschuld is meer dan een rol. Dat zie je bijvoorbeeld bij de bank in Fran cistown. Geen bewakingsbeambten bij de ingang, geen tralies voor de loketten. Stapels bankbiljetten liggen open en bloot op de bureaus, alsof hier de hele dag Monopoly wordt gespeeld. Flinke stapels, want de grootste coupure is twintig pula, nog geen dertig gulden. Diefstal en geweld zijn hier nog uitzon deringen. Geweldloosheid is in de tradi tie van de stammen die Botswana bevol ken geworteld. Ontstond er binnen een stam onenigheid, dan trok een van beide partijen weg en vestigde zich elders. En dit vreedzame land wordt door Zuid- Afrika als een bedreiging gezien. Laten ze het niet in hun hoofd halen er ooit binnen te vallen!. De vreedzaamheid spreekt ook uit hun wijze van begroeten. De Batswana zijn wat verlegen, ze zullen je niet snel als eerste groeten. Maar wens je hen een Dumela mma, dumela rra (goedendag mevrouw, goedendag meneer), dan la chen ze je toe en barsten los in een lange en helaas onverstaanbare heilwens. Bij het handen schudden leggen ze de lin kerhand achter de rechter elleboog om hun vriendschappelijke bedoelingen te tonen. Er is politie in Botswana, dat zeker, maar die is gewapend met niet meer dan een set handboeien. Alsof het de ge woonte is dat een overtreder van de wet hier zelf zijn fout inziet en uit eigen be weging zijn handen laat binden. Even buiten Maun krijgen we een proeve van de werkzaamheden van deze agenten. Drie dagen lang worden alle passerende auto's gecontroleerd op de deugdelijkheid van toeter en rich tingaanwijzers. Wat moet je hier met richtingaanwijzers als er amper een zij weg is om in te slaan en amper auto's om in te halen? Onbegaanbaar Iedere reiziger naar Botswana komt onvermijdelijk ooit in Maun terecht. Het is een groot dorp, vijfhonderd kilometer ten noordwesten van Francistown, zoals in dit land alles vijfhonderd kilometer van elkaar af schijnt te liggen. Maun, dat is de andere kant van de Kalahari-woes- tijn. Het ligt 350 dagen per jaar te bran den in de zon, maar als wij erheen gaan is de toegangsweg bijna onbegaanbaar door overvloedige regenval. Een uitge strekt, chaotisch dorp, dat bij nadere be schouwing een chaotische verzameling van ordelijke kleine dorpen blijkt te zijn. Maun is vele jaren een toevluchtsoord voor stammen geweest die elk hun eigen samenleving hebben gevormd. Je ziet er ook de trotse Herrero-vrouwen, nako melingen van een stam die door de Duit sers uit Namibië is'verjaagd. Hun kleuri ge dracht hebben ze desondanks ont leend aan de vrouwen van de Duitse ko lonialisten. Verschillende lagen bonte rokken over elkaar, een tweepuntige muts op het hoofd. Hun mannen onder scheiden zich in niets van de Batswana, maar de zoontjes zijn naakt, op een kra- lengordel na. Dit is het Afrika van de missiekalender. En toch: als je een eind je langs de rivier loopt passeer je behal ve karkassen van koeien op zeker mo ment ook een gemetselde waterput waarop geschreven staat: 'I am punk' en daaronder 'I smoke ganja in Maun'. Maun is de poort tot de Okavango-del- Een mokoro. Mafiken ta, de grootste trekpleister van het land. Tot nu toe vormen grote besnorde Zuid afrikanen .met kniekousen en korte broek het leeuwedeel van de toeristen. Van hun eigen Paul Krugerpark wordt beweerd dat de giraffen er in het gelid lopen en de leeuwen opzitten en pootjes geven; in Botswana hoor je nog dage lijks verhalen over slachtoffers van nijl paarden (vaak), leeuwen (zelden) en kro kodillen (die desnoods met een enkel lichaamsdeel genoegen nemen). De Oka- vango is een watergebied zo groot als Nederland. Je kunt een eind de delta in vliegen met een eenmotorig vliegtuigje. Dan huur je een inlandse gids die je met zijn mokoro (een uitgeholde boomstam) meeneemt de delta in en over alle kennis beschikt om je daar te redden. Het draai en en sjekkies is vermoedelijk de enige handvaardigheid die ik beter beheers dan hij. Bedwelmend Zo'n tocht van een paar dagen door de delta is een bedwelmende ervaring. In- sekten zoemen om je hoofd, de zon neemt z'n kans waar om je gaar te sto ven, waterlelies klotsen tegen de onder kant van het bootje en dienen als lan dingsbaan voor vogels. Een wesp in een leeg colablikje klinkt als een telefoontje van het andere eind van de wereld. Een rietstengel die in je gezicht zwiept voor komt dat de sluimering al te lang kan duren. Het is een Biesbosch zonder ein de, elk moment verwacht je het dak van een grote boerderij boven het riet uit te zien. Maar dan zijn er weer palmbomen en zebra's om je terug in de werkelijk heid te voeren. Zeventien procent vap Botswana is wildpark. De parken Chobe en Moremi zijn het rijkst aan variëteit en sluiten di rect aan op het Okavango-gebied. Grote kudden zebra's draven hier een eind met de auto mee. Een troep African wild dogs, die onder een boom liggen te luie ren na de vermoeienissen van de jacht, is haast te sloom om de auto te laten passe ren. Kudden van honderden olifanten blokkeren soms de doorgang. Ze gene zen me van het idee dat de olifant een goedmoedige dikzak is. Want als de auto naar hun oordeel te opdringerig wordt, geven ze eerst blijk van hun ongenoegen en zetten dan luid trompetterend en met de oren klapperend de achtervolging in. 's Nachts, terwijl de maan op zijn rug ligt, hoor je er de leeuwen brullen en de hyena's schaterlachen. Frederick Cour- teny Selous, een beroemde Britse jager uit de vorige eeuw, noemde Chobe het mooiste gebied waar hij ooit een voet had gezet. Nog steeds kun je er angst in al zijn schakeringen doormaken: het hart raakt z'n gevoel voor ritme kwijt en verplaatst zich naar de keel, de knieën worden van rubber en de haren op de rug gaan overeind staan, te beginnen bo ven het stuitje. Alleen met behulp van veel wijn uit Zuid-Afrika slagen we er in de slaap te vatten. Gescheiden Openbaar vervoer is schaars in Botswana. Vanuit Johannesburg rijdt dagelijks een trein van de Zimbabwe Railways door Botswana naar Bula wayo. De coupe's stammen uit de tijd van 'Britannia rules the rails'. Naast de zware houten betimmeringen, de was- bakjes en de ramen met een verstrengel de dubbele 'R' erin gegraveerd, hebben deze treinen nog een bijzonderheid: on getrouwde mannen en vrouwen reizen in gescheiden coupés. Dat houdt verband met de omgangs vormen, die vrijer zijn dan bij ons. Een van de grote problemen waarmee het onderwijs hier kampt is dat meisjes vaak vroegtijdig van de middelbare school moeten omdat ze zwanger zijn. Een vriend die les geeft in Francistown, be sloot dat seksuele voorlichting wense lijk zou zijn. Na de feitelijkheden over de menselijke voortplanting te hebben uit gelegd, was er gelegenheid tot het stel len van vragen. Is het waar dat jongens de hele maand september ongesteld zijn?, was de eerste vraag. En de tweede: Hoe komt het dat er soms kinderen wor den geboren die half mens, half geit zijn? Toen hij nadien in de lerarenkamer vertelde wat hij in zijn les had meege maakt, werd er eerst gelachen. "Half mens, half geit, dat is onzin", vond een collega. "Maar half mens, half slang, dat heb ik met eigen ogen gezien". En zo gebeuren er in Botswana nog dagelijks wonderen. Bijvoorbeeld na een regenbui, als hele delen van die kale Kalahari als bij toverslag in bloei schie ten en gezang 111 in vervulling gaat: "Want bloeien zal zij als een roos". Re gen is hier een mirakel. Als het in Gabo rone voor het eerst in vijf jaar regent, brengt de Daily News op de voorpagina een foto van een auto die door een plas rijdt: Pula! Dat is Setswana voor regen en bovendien zowel een heilwens als de naam van de munteenheid. De zon schijnt de hele dag ongenadig. Het kleurengeweld waarmee hij achter de horizon verdwijnt, verraadt de tegen zin.'En als het laatste rood nog zichtbaar is, staat in Serowe de disco van het bri gadehotel al op volle sterkte. De vrou wen heupwiegen overtuigend en de mannen kijken hun ogen uit. Nog een uur later valt een stevige jonge vrouw in korte broek me om de nek en roept: "Hello daddy, how are you". Even later stoot ze een volle fles ketchup van tafel en maakt zich giechelend uit de voeten. Drama's Serowe, de stad van de koningen. Een dorp met nog geen 40.000 inwoners, maar in oppervlakte groter dan Leiden. De grote hutten liggen ver uit elkaar, hebben versierde lemen muren en wor den omgeven door de eeuwig groene struiken die koopman Hendrik Preto- rius er in 1923 invoerde. De geiten du wen met hun kop de vuilnisbakken om ver om van het papier te kunnen snoe pen en vermalen ook met plezier een stukje blik, mits niet te groot, maar de giftige bladeren van de struiken laten ze met rust. Serowe is de hoofdplaats van de Bang- wato, de grootste stam van het land. Hier verving het verlichte stamhoofd Khama in de negentiende eeuw de stamwetten ten dele door christelijke leefregels, van hieruit voerde hij met vooruitziende blik een strijd tegen de alcohol van de kolo nisten. Hier ook maakte zijn zoon Tshe- kedi wat er te maken viel van het Britse protectoraat. Hier voltrokken zich de drama's die bij een vorstenhuis passen: Seretse, de gedoodverfde opvolger van het stamhoofd trouwde tegen de zin van zijn stam met een Engelse vrouw en ver keerde jaren in ballingschap. Na de on afhankelijkheid zou hij de eerste geko zen president van het land worden. Hier zette de uitgeweken Zuidafrikaan Pa trick van Rensburg de eerste brigades op, pogingen om van Botswana een land te maken dat zichzelf op alle gebied zou kunnen bedruipen. En in Serowe woont nog steeds de eveneens uit Zuid-Afrika gevluchte schrijfster Bessie Head, die het leven in Botswana, en vooral in Sero we, in romans en verhalen heeft vastge legd en voor de buitenstaander begrijpe lijker heeft gemaakt. Overlevering Botswana heeft zoals de meeste Afri kaanse landen een traditie van monde linge overlevering; avond aan avond rond het kampvuur gezeten dragen de ouderen de verhalen van de stam aan de jongeren over. In Serowe is sinds enkele maanden een museum, een voorzichtige poging om het verleden tastbaar te ma ken. In een sterk naar motteballen rui kende kist wordt het staatsie-uniform van Khama bewaard. Aan de muur hangt een medaille die hij van koningin Victo ria kreeg bij zijn bezoek aan Engeland om de zelfstandigheid van Botswana te bepleiten. De Britten toonden zich toen zeer onder de indruk van het zelfbewus te en menslievende stamhoofd. Hij werd in de kranten vergeleken met de grote staatslieden van zijn tijd. Het huis waar in de Khama's tot 1959 woonden ver keert in een bouwvallige staat, maar moet in de toekomst het museum gaan huisvesten. Het meenemen van lifters kan hier een lucratieve bezigheid zijn. Je betaalt als lifter meestal hetzelfde tarief als voor de bus. Als je met z'n negenen achterop een bakkie zit samengeperst, dan doet de be stuurder goede zaken. Van Serowe tot Gaborone zit ik aangeklemd tegen een ouder man die op zijn revers een medail le heeft: een zilverkleurige ster op groen fluweel. Het is een onderscheidingste ken van één van de vele sektes van het land. Tegenover ons twee jongens van amper vijftien jaar die met hun koffer tjes op weg zijn naar Zuid-Afrika. Ze wil len hun geluk gaan beproeven in de mij nen. Want al weten ze dat het leven daar hard is, ze kunnen er een loon verdienen dat ze in hun eigen land nooit zullen krij gen. Gedenkteken Gaborone is een ruime stad met dure hotels en een begin van hoogbouw. De Beers, het hoofdkwartier van de dia mantindustrie, is er het meest in het oog springende bouwwerk. Vorig jaar zijn met veel tam tam de eerste en voorlopig enige stoplichten van het land in wer king gesteld. Zo te zien meer uit status- overwegingen dan uit noodzaak. In de buurt van het Oasis-motel staat een to taal uitgebrande auto langs de weg. Die behoorde toe aan een ANC-er en werd door de geheime dienst van Zuid-Afrika tot ontploffing gebracht. De overheid van Botswana laat het wrak als een ge denkteken staan. Onze laatste avond brengen we door in een discotheek met fitness-centrum, rol- schaatsbaan en zwembad onder handbe reik. 'Every woman needs a man' is een tophit hier, maar dat gaat voor Botswana niet op. De vrouwen zijn* zelfstandig, trouwen vaak pas als ze al meerdere kin deren hebben en zorgen voor het eten en de opvoeding. De mannen flierefluiten er wat omheen. 'Every woman needs a man'. Stroboscooplicht waaiert vanaf het plafond, neon graffiti blikkert van de muren. Het blacklight kleurt de tonic paars en maakt van de fantastisch dan sende zwarten in hun witte kleren figu ren uit een science fiction-film. Botswa na leeft, in meerdere eeuwen tegelijk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 27