OEKEN
Uitstekend debuut
van Wanda Reisel
DE
KEER
De liefde voor een contrabas
Hannes
Meinkema
gerijpt
Dubbele thriller in De Rooie Haan
Joke van Leeuwen weer spits en fantasierijk in 'Deesje'
Patrick Süskind's monoloog van een musicus
'Het Parfum' was niet het debuut
van Patrick Süskind. Voordat hij
deze bestseller schreef, verscheen
'De contrabas', een toneelstuk dat
zich als een kort verhaal laat lezen
aangezien het een monoloog is.
Aan het woord is een contrabas-
sist, vlak voor het optreden. Hij zit
in zijn goed gëisoleerde woning en
spuit zijn grieven, af en toe onder
breekt hij zichzelf om een slok bier
te nemen.
Aanvankelijk probeert hij zijn
werk nog op te hemelen: "Iedere
musicus zal graag bevestigen dat
een orkest met het grootste gemak
zonder dirigent kan, maar niet zon
der contrabas".
Waarna hij stelt dat een orkest
pas daar begint waar er een bas bij
is. En: "Waar ik naar toe wil, is de
constatering dat de contrabas ver
en veruit het belangrijkste orkest-
instrument is. Je zou het niet zeg
gen, maar de bas en de bas alleen is
de muzikale grondpijler waarop de
rest van het orkest rust, dirigent in
cluis".
Schone schijn. In wezen houdt
de musicus er hele andere opinies
op na over de contrabas, het groot
ste van de vrouwelijke instrumen
ten. Nooit zal er eens iemand onder
de toeschouwers zeggen: aha, de
contrabas. De bassist is veroor
deeld tot een leven op de achterste
rij. Hij mag meedoen, maar telt niet
mee.
Op bladzijde 34 blaast de musi
cus dan ook al een andere partij.
Over zijn contrabas zegt hij: "Hij
ziet er uit als een vet oud wijf. Heu
pen veel te laag, taille totaal mis
lukt, te hoog doorlopend en niet
smal genoeg; en dan die iele, han
gende rachitische schouderpartij -
om krankzinnig van te worden".
En altijd dringt dat ding zich op
de voorgrond, gaat de bassist ver
der. Als je met een vrouw alleen
wilt zijn, staat hij erbij en kijkt er
naar. "Komt het tot intimiteiten -
hy ziet alles. Je hebt altijd het ge
voel dat hij zich vrolijk maakt, hij
maakt het vrijen belachelijk".
Al in geen twee jaar heeft de bas
sist meer een vrouw gehad. Nu zou
daar verandering in kunnen ko
men, want hij is verliefd. Maar of
zij hem wil? Zij is zangeres en moet
ook diezelfde avond optreden. De
bassist overweegt om op bruuske
wijze de aandacht te trekken: vlak
voor het concert begint, wil hij een
schreeuw geven, zodat iedereen
hem ziet en zij misschien zal den
ken....
Het zal wel niks worden, want als
één duidelijk wordt, dan is het wel
dat de contrabassist maar één lief
de kent: zijn bas. Zij het dat het een
haat-liefde-verhouding is, want de
bas is tegelijkertijd vriend en vy-
and. Een metgezel in elk geval, die
soms vermanend moet worden toe
gesproken: "...Kristeneziele kijk
toch uit! Altijd voor je voeten, die
lulhannes!"
Zijn er overeenkomsten tussen
het debuut van Süskind en zijn
tweede boek, 'Het Parfum'? Ogen
schijnlijk niet. Beide boeken spe
len zich in geheel andere werelden
af. En je kunt het verdorven genie
met de perfecte neus uit 'Het Par
fum' ook moeilijk vergelijken met
de contrabassist die noch verdor
ven, noch een genie is.
Toch is er één overeenkomst:
beide personages zijn éénlingen.
Nu kun je natuurlijk zeggen dat de
halve wereldliteratuur gaat over: ik
tegen de rest van de wereld, maar
Süskind maakt zeer nadrukkelijk
gebruik van deze thematiek.
Achterop 'De contrabas' vertelt
de auteur dat hij zelf nooit bas
heeft gespeeld. Wel piano. Maar:
"Aangezien een van mijn vader
geërfde te korte pink en een van
mijn moeder geërfde te lange wijs-,
middel- en ringvinger me vooral
beperkten tot spelbegeleiding met
akkoorden, zag ik bewogen af van
een solistische carrière". Süskind
ging geschiedenis studeren, een
studie die hy in 1974 met zeer goed
gevolg afsloot. "Sindsdien ben ik
werkzaam als auteur van kort on
gepubliceerd proza en lange draai
boeken die niet werden verfilmd".
Ongepubliceerd proza - daar zou
terecht verandering in komen.
WIM BRANDS
Patrick Süskind.
Een meisje gaat op zoek naar de
minnares van haar overleden va
der. Dat is in kort bestek de inhoud
van 'Jacobi's tocht', een van de
twee novellen in het gelijknamige
debuut van Wanda Reisel.
De stad waar het meisje vandaan
komt, wordt door Reisel kortweg
A. genoemd; het plaatsje $aar de
ex-geliefde van haar vader woont
B.
A en B. Het doet me denken aan
een meetkunde-opgave. Trek tus
sen twee punten een rechte lijn.
Geen omhaal, recht op het doel af.
Of: wie A zegt, moet ook B zeggen.
Ik kom hier op, omdat het een
dergelijk soort 'strakheid' is, die
het taalgebruik van Reisel ken
merkt. Ze schrijft uiterst korte zin
nen, net alsof ze bij zichzelf heeft
gedacht: hoe langer de zin, hoe
meer kans op lelijke stijlfouten. Ik
noem het altijd maar marconisten-
proza. Het is een manier van schrij
ven die zich misschien uitermate
goed leent voor de journalistiek,
maar die mij als het om literatuur
gaat meteen uiterst argwanend
maakt.
Ik heb de laatste tijd wat te veel
debuten gelezen, die in die stijl zijn
geschreven. Dat was bijna altijd
een hoogst vermoeiende aangele
genheid. Maar het is gek: bij het le
zen van Wanda Reisels boek heb ik
me er niet eenmaal aan gestoord.
Haar korte zinnen geven juist een
eigenaardige spankracht aan haar
relaas. Om een oud cliché van stal
te halen: vorm en inhoud zijn hier
een goed huwelijk aangegaan.
Ik zal het verhaal op zich niet tot
in de finesses gaan navertellen.
Daarvoor is het te kort. Laat ik een
tipje van de sluier oplichten.
Elena Jacobi is er na de dood van
haar vader achtergekomen dat hij
een buitenechtelijke verhouding
heeft gehad. Het is iets dat ze maar
moeilijk kan verwerken, te meer
omdat ze zelf altijd heel open tegen
hem is geweest. Alsof die openheid
nog niet genoeg was, liet hij haar
soms ook nog eens psychologische
testen maken.
Ze rijdt in haar auto naar het
dorpje B., 'een respectabel dorp
met een bekakte naklank'. Daar
woont de tandartsvrouw die de
minnares van haar pa is geweest.
Een adres weet ze echter niet.
'De dorpelingen zijn niet erg gul
met informatie. Het wil met haar
naspeuringen in het begin dan ook
niet erg vlotten. Ze moet overnach
ten in een pension, dat luistert naar
de naam 'Stanka'. De eigenaresse
is een Hongaarse, die wel weg weet
met de wodka. Ze ontmoet er in de
lounge een violiste, op wie ze ver
liefd wordt. Een violiste met groe
ne ogen.
Groene ogen, waarom moet dat
erbij? Is dat zo belangrijk in deze
novelle? Ja, dat is het. Door de
kleur van die ogen slaat de wraak
zucht van het meisje om in liefde of
- om het iets af te zwakken - begrip.
Opeens wordt de buitenechtelijke
escapade van haar vader begrijpe
lijker voor haar. Door één enkel
bijvoeglijk naamwoord, dat bij eer
ste lezing onbelangrijk lijkt, blijft
Wanda Reisels novelle niet alleen
maar een spannend verhaal, maar
wordt ze ook nog eens literatuur.
In 'Hartstocht', de tweede novel
le in dit debuut, is het niet zozeer
de plot die mij heeft verrast, alswel
de manier waarop Reisel door mid
del van één rake observatie de
'couleur locale' van een Portugees
eiland weet op te roepen. Halver
wege deze novelle schrijft zij:
"Vlak voor etenstijd was het dorp
uitgestorven. Een vrouw liep nog
snel met wat tomaten in haar
schort over straat."
Ik weet niet hoe het u vergaat als
u dit leest, maar ik waan mij on
middellijk in zo'n aflopend, wit en
blauw geschilderd, straatje, waar
poezen hun gouden ogen voor je
onthullen, waar men zelfs in de
vriendelijkste gesprekken nog op
ruzietoon met elkaar lijkt te praten
en waar je voor het eerst hoort dat
de kalme hoefslag van een ezeltje
verdacht veel lijkt op het geluid
dat vrijkomt als je met een lepeltje
een kop koffie met slagroom om
roert.
Maar genoeg gemijmerd. Even
iets over de inhoud van de novelle.
Zita Gomez, dochter van een
Hongaarse moeder en een Mexi
caanse vader, raakt in een café in
gesprek met een vrouw en een
man. Ze voelt zich enorm tot het
stel aangetrokken. Ze blijken hier
op vakantie te zijn. Ze wonen op
'Het Eiland van het Heilig Hart', er
gens voor de kust van Portugal.
Wanda Reisel
Daar bezitten ze een groot huis.
Villa Nova geheten. Zita Gomez
krijgt een uitnodiging om te ko
men logeren. Die neemt ze aan.
De man en de vrouw zijn aanvan
kelijk dol op Zita. Er ontwikkelt
zich tussen de drie mensen een
verhouding, waarin alleen de
vrouw ronduit voor haar gevoelens
ten opzichte van het meisje durft
uit te komen. De man speelt het
spel veel stiekemer en geraffineer
der. Zo staat hij 'per ongeluk' net
naakt in de badkamer als het meis
je zich daar wil gaan verfrissen.
's Avonds, als ze op het balkon
een luchtje schept, ziet Zita dat de
man zit te schrijven. Hij schrikt en
schermt het schrift waarin hij zijn
notities maakt af met zijn hand. Hij
blijkt een dagboek bij te houden,
net als zij. Dat maakt hem opeens
een stuk sympathieker.
Als het echtpaar voor zaken en
kele dagen op reis moet, krijgt Zita
gelegenheid om een blik in het
dagboek van de man te werpen.
Tot haar grote verbazing treft ze in
het dagboek opmerkingen aan, die
in het geheel niet stroken met de
aardige manier waarop de man
haar behandelt. Dat leidt uiteinde
lijk tot een breuk tussen het meisje
en het duo.
Net als in 'Jacobi's tocht' speelt
hier het 'tweede leven' dat mensen
er op nahouden een grote rol. Bei
de hoofdpersonen van Reisel zijn
er als een detective op uit om dat
boven te krijgen. Als ze daar een
maal in zijn geslaagd, volgt de af
schuw. Het is als met een mooie
steen die al lang op een zelfde
plaats in de tuin ligt. Van buiten
ziet hij er glad uit, vertrouwd, maar
keer je hem om dan komen de pis
sebedden er onder uit gekropen.
Debuten. Ik heb er opeens weer
vertrouwen in gekregen. Kunnen
de Grote Drie uit onze literatuur
dan eindelijk met pensioen?
CEES VAN HOORE
Wanda Reisel, Jacobi's tocht, uit
geverij Querido, Amsterdam.
1986. ƒ24,50.
De neiging om "vrouwenboeken"
in éen bespreking onder te bren
gen heb ik hier met genoegen
weerstaan. "Mannen mogen hun
zaad storten en in glimmende au
to's rondrijden", zegt Adriaan van
Dis de feministes voor. Hannes
Meinkema, vrouwelijk voorvecht
ster, zal dat uit het hart
gegrepen zijn. Haar nieuwe, alweer
vijfde bundel verhalen 'Één keer
over' is in al zijn milde humor dan
ook een verrassing. Nog steeds
worden vrouwen en meisjes lastig
gevallen door verkeerde gepukkel-
de mannen, tobben meisjes en
vrouwen met hun moeder en lijden
allen aan de traditionele rolverde
ling.
Maar Meinkema weet al dat leed
deze keer te verzoeten door charge
ring, overdrijving: "Ook goeiemor-
gen. Hij moet gewacht hebben tot
hy me de zoldertrap af hoorde ko
men, de klootzak. Of hy heeft me
horen hoesten, dat kan ook. Z'n ti
ming is weer perfect. Bijna elke
morgen is 't raak: ik open de trap
deur en daar wandelt vadertjelief
naakt en wel voor me langs naar de
badkamer, met dat ding van 'm
pats in m'n slaapogen". (De vrese
lijke mavo-leerlinge in 'Hong
kong').
Het mooie 'Jaïrus dochter' met
de schuldige moeder die zo moei
lijk contact krijgt met haar doch
tertje, tot de laatste een ongeluk
krijgt, in coma raakt -i en als het
weer bijkomt, elk vroeger contact
met haar omgeving is kwijtge
raakt. Een verhaal dat grenst aan
Jasmijn-verdriet. Of 'Onderweg',
waarin een al even ongehoorzame
dochter op trektocht door Amerika
haar moeder een brief schrijft over
haar dwaze, Europese reacties op
een onbekende cultuur.
Of 'Morsstraat', een lullige her
ontmoeting met de Franse min
naar van voorheen. Veel overge
voelige vrouwennarigheid, maar
superbe verteld en met onderhuid
se humor overgedragen. Een ver
haal als 'Afscheid', waarin de ik-fi-
guur onbehouwen haar onbegrip
ten opzichte van haar moeder èn
haar eenzaamheid toont, is een van
de beste korte verhalen die ik de
laatste jaren gelezen heb. Déze
Meinkema is, uiteindelijk, de waar
gemaakte belofte.
Hans Dorrestij n
Daar tegenover dan het leed in
'De donkere kamer van Dorrestijn'
van cabaretier en liedjesschrijver
Hans Dorrestijn, aan wiens droef
heid men evenmin hoeft te twijfe
len. Ook deze auteur maakt kracht
dadig gebruik van de overdrijving,
maar veel minder subtiel, langdra-
diger en daardoor minder geslaagd
dan Meinkema.
Dorrestijn (of zijn personages)
wil vooral niet lastig gevallen wor
den door de gehate medemens. Ko
misch en loodzwaar tegelijk wordt
dit uitgewerkt in 'De donkere ka
mer', waarin hoofdfiguur Rotke in
tomeloze onmin raakt met de op
dringerige kunstfotograaf Van Es
sen: "Overal waar fotografen ver-
Hannes Meinkema.
schijnen, verwoesten aardbevin
gen het land, slaan vloedgolven
over dijken, scheuren steden in
stukken, storten autobussen vol
schoolkinderen in het ravijn, lan
den verkeersvlieg
volle krottenwijl
chauffeurs bij kettingbotsingen
om in de vlammen van hun bran
dende wrak".
Humor met de botte bijl. Daar is
niets tegen - Bomans was er een
meester in, je kon erom lachen -
ook omdat men bij die auteur diep
naar waarachtig verdriet, dat wel
degelijk schuilging achter zijn ver
halen. moest zoeken.
Bij Dorrestijn echter ligt de doffe
ellende er duimendik bovenop,
met een vette plof humor opge
diend. Combinaties van leut en
leed die de schaarse gevoelens van
verfijning verstikken. Datzelfde
geldt voor 'Het imperium van de
hulpconciërge' en 'Overige Be
stemmingen': veel te uitvoerige
vertellingen van narigheid en be
roerd mensdom. In het begin wel
grappige, maar halverwege al
stomvervelende fantasieën. Dor-
restijns liedjes zijn leuker.
Debuut
"Roman" is wel een heel fors
woord voor het nog geen 100 blad
zijden tellende debuut 'Etoile du
Nord' van Liesbeth Vroege, een
van de eerste vrouwelijke auteurs
in het vooijaar. Uiterijk een fraai
boekje, dit "levensverhaal van
Martha, een vrouw van veertig, die
met de fameuze 'Etoile du Nord',
de Amsterdam-Parijs expres, naar
de lichtstad is 'gevlucht'
Het drama dat de lezer wordt
ontvouwd is, ondanks weloverwo
gen kunstgrepen als flashbacks,
heel eenvoudig en genietbaar. Mar
tha, de hoofdpersoon, verblijft een
aantal maanden in Parijs om te stu
deren, terwijl haar geliefde Stef.
kunstschilder, voor zaken in Ame
rika verblijft. Een ideale gelegen
heid om zichzelf en een tragisch
verleden onder de loep te nemen.
Voormalig echtgenoot Rob, zo
blijkt, is van Martha gescheiden en
vervolgens aan kanker overleden,
in ziin laatste dagen bijgestaan
door zijn nieuwe vriendin Hedda
die "kinderloos als ze was geble
ven, zich blakend van energie in
het huishouden van iemand anders
stortte"
In Parijs probeert Martha in het
reine te komen met het verleden,
haar schuldbesef te verwerken en
tot acceptatie van zichzelf te ko
men. Een afrekening, als zo vaak in
de literatuur, met het verleden:
"Wat haar met Rob altijd al had
dwarsgezeten: de nietsontziende
moraal van het fatsoen. Rob en zij.
een gelukkig stel met een prettig
leven dat twintig jaar lang verkeer
de in de veronderstelling dat er
voor hen geen leven zonder de an
der zou zijn. Hij voelde zich be
dreigd door haar escapades en
hield het zwaard van Damocles, de
afwijzing, zijn afkeuring, boven
haar hoofd. Maar zy hield zich niet
aan de regels en weigerde keer op
keer iedere vorm van hypocrisie.
Na haar vertrek had hij met zijn'
laatste adem het draadje doorge
knipt".
Zo raakt Martha vry, vrij om op
te gaan in een nieuwe liefde, vrij
van de rancuneuze claim die de ou
de liefde haar oplegde - een vrij
heid die veroverd moet worden
Dat lukt niet zomaar: eerst moet
Martha in discussie met de "intri
gerende Michèle", haar alter ego.
"die Martha door haar eigen le
vensverhaal een duidelijke spiegel
voorhoudt". Een kortstondige ver
houding met Xavier die, burger
lijk, droomt van vastigheid en kin
dertal, levert de uiteindelijke over
tuiging en acceptatie van de eigen
levensdrang.
'Etoile du Nord' is, gezien de tra
gische thematiek, een te summier
en daardoor oppervlakkig debuut.
De geschetste personages, met na
me Rob en Stef - de oude en de
nieuwe liefde - zijn absoluut "flat
characters", zo plat als een dubbel
tje. De structuur van de roman is
zinvol, maar erg gekunsteld, de fi
losofieën zijn oppervlakkig. De
toon is stijf: geen lezer zal tot tra
nen worden geroerd.
Pas als de schrijfster begeesterd
raakt door de omgeving: fraaie, ge
voelige impressies van Parijs, van
het buitenhuisje in Normandiè, is
er sprake van trefzekerheid, gevoe
ligheid en talent. Alleen die ruim-
tebeschrijvingen, gevoegd by een
vloeiende, makkelijke schrijfstijl,
zorgen ervoor dat dit debuut niet
volstrekt is mislukt
De intrige zelf is onbelangrijk, of
wordt te vlak verhaald: Martha
hoeft zich niet te rechtvaardigen -
öf moet dit doen in een werkelijke,
volledige, aangrijpende roman.
Een tussenweg is er niet, en in dat
opzicht schiet 'Etoile du Nord', hoe
dapper ook, tekort.
ROB VOOREN
Hans Dorrestijn, uitg. Contact J
Etoile du Nord, Liesbeth Vroege,
uitg. De Prom.
'De Rooie Haan', het politiek zater
dagmiddagcafé van de VARA-ra-
dio dat zoveel primeurs in zijn uit
zendingen stopt, diende bij Ian
H. Coolen als decor van een
moordverhaal. Een topman van de
Partij van de Arbeid wordt vergif
tigd vlak voor hij in De Rooie Haan
een discussie met de partijvoorzit
ter zou aangaan.
Een Hilversums rechercheduo
moet in het overtollig licht van een
grote golf publiciteit de zaak tot
een oplossing brengen. Het blijkt
roeren in een helse ketel. Vlak voor
de verkiezingen zijn in de partij
door persoonlijke ambities de
spanningen hoog opgelopen.
Ian Coolen heeft geen beroerde
thriller geschreven. Hij maakte
heel handig gebruik van de ver
houdingen in de vaderlandse poli
tiek. Men vindt in zyn verhaal een
beetje bruin-cafégemoedelijkheid,
wat romantiek en een niet te verge
ten een flinke hoeveelheid span
ning. Desondanks graaft het ver
haal niet diep genoeg om echt te
boeien.
Maar het is en blijft een leuk
spelletje om achter de gefingeerde
namen bekende persoonlijkheden
te zoeken en te vinden. Natuurlijk
is ook hier weer 'elke gelijkenis
met bestaande personen louter toe
val', maar niemand die het boekje
leest zal dat geloven. Lubbers, Den
Uyl, Van Dam en anderen zyn ook
echt. Waarom die anderen dan
niet?
Een dubbele thriller derhalve.
Wie vermoordde Wim Keizer? En:
wie is wie? Persoonlijk vind ik dat
laatste het leukste.
Onderzeeërs
Een marineman tikte mij jaren
geleden fel op de vingers toen ik
het lef had een onderzeeër voor een
duikboot uit te schelden. Zo'n
schip duikt niet, hij zakt. Een gro
tere misser was volgens hem haast
niet denkbaar.
Het is voor deze voormalige ma
rine-officier niet te hopen dat hij de
onlangs verschenen Nederlandse
vertaling van Tom Clancv's 'De
'Ik wou het zeggen'.
'Ik heb geprobeerd om het te zeg
gen'.
'Maar ik heb het niet gezegd'.
Dat is in drie korte zinnen het
probleem van Deesje, hoofdper
soon uit het gelijknamige boek
van Joke van Leeuwen.Deesje is
een in zichzelf gekeerd dromer-
tje. Zo'n meisje dat van alles
denkt, maar er moeite mee heeft
om het anderen duidelijk te ma
ken. Met allerlei misverstanden
Wanneer haar vader op een dag
besluit dat het goed is als Deesje
een tijdje bij haar halftante gaat
wonen, slaat het meisje de schrik
om het hart. Wat moet ze bij een
familie die ze niet kent? Laten ze
haar liever met rust laten op haar
kamertje met haar 'Wieweetwat-
waarboek' en haar dingenschrift.
Rust echter is het meisje niet
gegund. Eenmaal op weg naar
haar tante komt Deesje in de
meest vreemde situaties terecht,
juist omdat ze zo'n moeite heeft
zich te uiten. Dus laat Deesje al
les maar over zich heenkomen.
De talloze misverstanden rond
haar persoon, de opstelwedstrijd
voor de televisie, haar optreden
op straat als 'Naturelle Gazeuse',
de onverwachte kennismaking
met haar halfnichtje. Achteraf is
het meisje er niet rouwig dat het
allemaal zo roerig is verlopen.
Boeken van Joke van Leeu
wen zyn altijd een genot om te
lezen en te bekijken. Zy is een
begenadigd teken- en schrijfta
lent dat ook op gebied van caba
ret aan de weg timmert. Haar
spitsvondige geest maakt ook dit
nieuwe boek weer tot een uniek
geheel. De fantasieën in 'Deesje'
liggen heel dicht bij de denkwe
reld van een kind. Zowel verhaal
als illustraties roept een scala
van stemmingen op, variërend
van vrolijkheid tot ontroering.
Heel knap.
Enige struikelblok om 'Deesje'
aan te schaffen is wellicht de
prijs: bijna dertig gulden. Niet
bepaald goedkoop voor een
jeugdboek. Maar de inhoud en
vormgeving zijn zo ryk, dat het
die drie tientjes ten volle waard
is. Voor iedereen vanaf 9 jaar.
Beginnende lezers
Met 'Een Hollandse Chinees'
richt zij zich op zesjarigen die net
hebben leren lezen. Daarvoor is
enige moed nodig, want schrij
ven voor beginnende lezers valt
niet mee. De auteur moet zich
flink beperken in woordkeus en
zinsbouw, waardoor het moeilijk
wordt om toch nog een onder
houdend verhaal te brengen.
Els de Groen is daar redelijk in
geslaagd. Ze vertelt over de klei
ne Koen, een ziekelijk jongetje
dat zich voortdurend op z'n kop
laat zitten. De gebeurtenissen
Een aantal tekeningen uit 'Het Boek van Saar', geschreven en getekend door Annemie Heymans.
spelen zich voornamelijk af bin
nen de beperkte ervaringswereld
van een vijfjarig kind: thuis, op
straat en op school. Om het ge
heel wat aan elkaar te knopen
loopt de ziekte van Koen (aller
gie voor melk) als een rode draad
door het verhaal.
Geen opzienbarend verhaal.
Wat woordkeus betreft (heel be
langrijk voor beginnende lezers)
houdt Els de Groen zich aan de
regels: ze gebruikt hoofdzakelijk
woorden van een- of twee letter
grepen. Soms hanteert ze een be
paalde beeldspraak die voor een
zesjarige lezer te hoog gegrepen
is ("De kring kinderen knapte als
een ballon"). Moeilijke woorden
worden niet altijd uitgelegd of
duidelijk gemaakt in de con-
tekst.
Waarschijnlijk om het verhaal
voor kinderen nog herkenbaar
der te maken (het 'dat heb ik
ook!'-effect) doet ze het voorko
men alsof Koen problemen heeft
met het zeggen van een goede 'r'.
Niets op tegen, het uitspreken
van een 'r' kan inderdaad voor
sommige kinderen problema
tisch zyn. Helaas vergeet de
schrijfster af en toe Koens handi
cap. Slordig.
Fantasievoller vind ik 'Het
boek van Saar', geschreven en
getekend door Annemie Hey
mans. Het is een soort stripboek
voor kleuters, maar de tekst is zo
geschreven en gedrukt dat het
tevens een prima leesboek vormt
voor kinderen vanaf 6 jaar. Anne
mie Heymans speelt een spel
met woord en beeld. Ze is erin
geslaagd met vrijwel louter één
lettergrepige woorden een origi
neel, fantasievol boekje te ma
ken. Daarbij is ze uitgegaan van
de woorden die kinderen in de
eerste klas leren lezen. Een aan
rader.
MARGOT KLOMPMAKER
Deesje, Joke van Leeuwen, uitg.
Querido. f28.50;
Een Hollandse Chinees, Els de
Groen, ill. Anneke Hohmann, uitg.
Van Goor, f 17,50,
Het boek van Saar, Annemie Hey
mans, uitg. Querido.
jacht op de Red October' in handen
krijgt. Hij zou zich blauw ergeren.
In de eerste de beste zin wordt al
gesproken van een duikbootbasis.
En de vertaler blijft hardnekkig
met 'duikboten' bezig.
Toch zou ik die oud-marineman
aanraden over zijn ergernis heen te
stappen. Clancy's boek is het
waard. Het mag dan wat onwaar
schijnlijk zijn dat commandant
Marko Ramius in het strenge Rus
sische regime de kans krijgt een
haatdragend korps officieren om
zich heen te verzamelen, waarmee
hy tijdens de eerste vaart van een
nieuw type kernonderzeeboot de
overstap naar het Westen wil wa
gen, maar dat wil ik in dit geval een
'dichterlijke vrijheid' noemen die
ik de schrijver graag toesta.
Temeer omd^t hij die vlucht van
de 'Red October', de jacht die de
Russen op hem ontketenen en de
operatie, die de Amerikanen op
touw zetten om de 'buit* binnen te
halen tot een fascinerend verhaal
heeft kunnen smeden.
Jammer alleen, dat hij te vaak in
dringend moet etaleren hoeveel hij
wel van de zeevaart in het alge
meen en onderzeeërs in het bijzon
der afweet. Zoveel, dat het af en toe
voor gewone mensen niet is te vol
gen. Maar als men die detaillerin
gen dan maar overslaat, blijft er
een beklemmende thriller over.
Vooral omdat die zich grotendeels
afspeelt in de voor leken benau
wende ruimten van de onderzeebo
ten, waar bepaalde mensen zich
echter wonder boven wonder toch
goed thuisvoelen.
KOOS POST
'Moord in De Rooie Haan' door Ian
H.Coolen. De Fontein, prijs 22,50.
'De jacht op de Red October* door
Tom Clancy. Bruna en Zoon, prijs
ADVERTENTIE
BOEKHANDEL
LEIDEN LEIDERDORP
OEGSTGEEST KATWIJK
VOORSCHOTEN
Alle op deze pagina besproken
boeken zl|n bij ona dlrekt lever
baar, óf vla onze TERMINAL te
bestellen en den binnen drie da-
pen verkrijgbaar.