Schijf van vijf inblik Medicijnen maken operatie Ziekte van Parkinson overbodig Menu van huisdieren is drastisch veranderd ZATERDAG 22 MAART 1986 EXTRA PAGINA 31 De poes gaf je vroeger alleen maar een schoteltje melk en soms een restje vlees. Buitenshuis moest Moortje het verder zelf maar uitzoeken. Muizen en vogels genoeg. En de hond at doorgaans uit de pot mee: aardappelen, groente, jus en vlees of een ferme prak stamppot en zo nu en dan een kluif van de slager. Katten en honden die op die manier aan de kost komen, vormen langzamerhand een uitzondering. De laatste 25 jaar is, onder aanvoering van grote Amerikaanse multinationals, het menu van onze aaibare huisdieren drastisch veranderd. Ongeveer vijftig procent van de vaderlandse honden en katten eet fabrieksvoedsel, dat op jaarbasis al een omzet van een half miljard gulden vertegenwoordigt. Voeg daar nog eens de handel in riemen, manden, vlooienband- jes en dat soort zaken aan toe, dan spreek je over een business met een waarde van meer dan een miljard gulden per jaar. Geen wonder dus dat er op deze markt, die nog flink groeit ook, een bikkelharde concurrentie slag gaande is, waarbij twee gro te Amerikaanse concerns (Qua ker Oats en Effem/Mars) toon aangevend zijn. Wat er uit hun fabrieken allemaal aan meer en minder bekende soorten, vor men en merken dierenvoeding komt, is bijna teveel om op te noemen. Is dat dierenvoer, uit blik of droog, nou wel zo gezond voor de hond en de poes? Kun je je huisvriend niet beter vers vlees of verse vis geven in plaats van die hapklare brokken? „Nee", zegt de dierenarts drs. Ronald Plekkringa, in dienst van Quaker Oats in Dordrecht, fa brikant van onder meer Tom Poes, Cat ty, Miauw, Felix, Katmenu, Bonzo, Flora en Pluto. „De industrie levert produkten waar echt alles in zit wat een poes of hond nodig heeft. Ik heb zelf geen huis dieren, maar als ik een kat of een hond zou hebben, zou ik hem geheel op een commercieel produkt zetten en niet zelf gaan rommelen met hart, pens, vis of al lerlei preparaten. Verse vis moet bij voorbeeld altijd gekookt worden. En al leen vlees is niet voldoende. Bovendien zitten er vaak bacteriën in". „Wie zelf een menu samenstelt loopt het grote gevaar zijn huisdier te weinig vitamines, jodium, kalk of fosfor te ge ven. Het vergt echt heel veel kennis om een goed uitgebalanceerd dierenmenu samen te stellen. De meeste mensen die het zelf doen, zijn aan het knoeien met een hoofdletter k". Drs. Plekkringa realiseert zich dat zijn verhaal op z'n minst enigszins commer cieel aandoet. „Toch is het waar wat ik zeg. Er zijn nog altijd een heleboel men sen die zweren bij vers spul voor hun dier. Die mensen willen eenvoudigweg niet geloven dat de brokjes van de in dustrie een complete, volwaardige maal tijd zijn. Die mensen verwijzen naar hun eigen gezonde eetgewoonten. Naar de schijf van vijf bijvoorbeeld. Maar het bij zondere van industrieel dierenvoedsel is juist, dat de fabrieken de schijf van vijf in hun produkten verwerken". Riskant De beweringen van de Quaker Oats- woordvoerder Plekkringa zullen later in grote lijnen worden bevestigd door de dierenarts dr. P. Bijker, onderzoeker van de vakgroep voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong van de Diergenees kundige Faculteit van de Rijksuniversi teit in Utrecht. Wat zit er nou allemaal in die enorme reeks blikjes, pakken en zak ken dierenvoer? Klopt het dat er vlees r Ongeveer vijftig procent van de vaderlandse honden en katten eet fabriekvoedsel door Henk Kuipers van kangoeroes, mustangs en walvissen in verwerkt wordt? Drs. Plekkringa: „De bedrijfspolitiek van Quaker Oats is om zulk vlees niet te verwerken. En ik weet wel zeker dat ook de concurrentie het niet gebruikt. Veel te riskant. Dat zou binnen de kortste ke ren uitlekken. Onze fabrieken in Etten- Leur en IJmuiden staan open voor ex cursies. Iedereen kan zien wat we in on ze blikken en droog voer stoppen. Voor kattenvoer gebruiken we verschrikke lijk veel doorgedraaide vis, dus vis die niet verkocht is. Daar worden granen en andere plantaardige produkten aan toe gevoegd". „Verder gebruiken we vleesresten met een hoog eiwitgehalte, zoals hart, long, pens, milt, slokdarm en kip. De mensen schrikken wel eens als ze zien wat er al lemaal in gaat, maar dan verwijs ik graag naar wat er in sommige samengestelde vleesprodukten voor menselijke con sumptie zit. Dat verschilt niet zoveel. Verder doen we er, afhankelijk van wat er al in de grondstoffen zit, een vitamine mix doorheen. Voedingstechnisch ge zien is het eerste klas wat de industrie maakt. Met enige aanpassing zou het zelfs uitstekend geschikt zijn voor men selijke consumptie. Hier en daar schij nen er zelfs mensen te zijn die dieren voedsel uit blik eten. Ikzelf doe dat ook wel eens, maar niet vanwege de armoe. Ik proef regelmatig kleine stukjes om te kijken of de kwaliteit constant is. Een hond of een kat kan nu eenmaal "niét praten, dus proeven we zelf ook wel Omdat, zoals gezegd, de markt voor dierenvoedsel commercieel gezien erg interessant is en omdat de concurrentie hard is, wordt er - niet alleen volgens drs. Plekkringa - voortdurend gewerkt aan verbetering van de produkten, waar bij uiteraard de kosten scherp in het oog worden gehouden. Want de blikjes en de brokken moeten wel betaalbaar blijven. Erg belangrijk voor de industrie is de mate waarin hond of kat, maar ook baas je of vrouwtje, het voedsel accepteert. Vandaar dat ook Quaker Oats in een hondenkennel en in een cattery proeven doet, waarbij nauwkeurig wordt geno teerd hoeveel en hoe snel er van een be paald produkt wordt gegeten. Anderzijds wordt ook rekening gehou den met de acceptatie van de honden- of kattenliefhebber en dan hebben we het over de prijs van het produkt en het aan zien. Het diefenvoer moet er doorgaans smakelijk uitzien. Vandaar dat er nog steeds - en geheel onnodig - kleurstof fen in worden verwerkt. Toezicht Merkwaardig genoeg houdt de Keu ringsdienst van Waren geen direct toe zicht op wat de industrie aan dierenvoer produceert. „Het is voor onze dienst een grijs gebied, er wordt geen gericht on derzoek naar gedaan", zegt de heer Jeu- ring van de Keuringsdienst van Waren in Groningen. „Alleen als er klachten zijn, wordt er een onderzoek ingesteld. Verder houdt t>ij mijn weten de Algeme ne Inspectie Dienst van het ministerie van landbouw toezicht. Maar echt wette lijk geregeld door middel van een Hon den- en Kattenvoerbesluit is deze sector nog niet. Kennelijk heeft de controle op menselijk voedsel voorrang". Quaker Oats-woordvoerder Plekkrin ga zegt dat de industrie zich aan de Ame rikaanse NRD- en NRC-kwaliteitsnor- men houdt. „Die normen worden trou wens in heel West-Europa gehanteerd. Verder komt inderdaad de Algemene In spectie Dienst zo nu en dan onze fabrie ken bezoeken. Als je claimt dat je een volledig produkt maakt, een dagrant soen dus waar alles inzit, dan moet je voldoen aan de verordening van het Pro- duktschap voor Veevoeder. Dus kun je beslist niet zeggen dat onze produkten niet aan controle onderhevig zijn. Overi gens zit er een nieuwe Warenwet aan te komen en daarin zal ook iets worden ge zegd over honden- en kattenvoer, wat nu inderdaad nog een beetje een grijs ge bied is voor de Keuringsdienst van Wa ren", aldus drs. Plekkringa. Ongeveer de helft van de anderhalf miljoen Nederlandse honden en de 1,55 miljoen Nederlandse katten eet fa- brieksvoer. De andere helft krijgt vers voer, tafelafval of een combinatie daar van: Sommige bedrijven hebben zich ge specialiseerd in de produktie van „waar devolle toevoegingen" aan het dagelijk se dierenmenu. „Hoe goed die produk ten op zichzelf ook zijn, in het onoor deelkundige gebruik ervan schuilt een gevaar", zegt de heer Plekkringa. „Je hebt bijvoorbeeld mineralenmengsels. Eén schepje daarvan is uitstekend voor de hond. Maar veel mensen willen hun hond eens extra verwennen en doen dan twee schepjes van dat spul door het voer. Fout! Een teveel aan mineralen kan bijvoorbeeld voor opgroeiende hon den rampzalig zijn. Er kan onherstelbare schade aan het skelet door ontstaan. De dierenarts Hazewinkel is onlangs aan de Rijksuniversiteit in Utrecht gepromo veerd op een onderzoek naar op groeien de Deense doggen die teveel mineralen- mengsel kregen. Dat onderzoek beves tigt mijn verhaal volkomen". Ook het toedienen van een paar extra vitamientjes is, zegt drs. Plekkringa, lang niet altijd gezond voor hond of poes. „Een overdosis vitamine D bij voorbeeld is voor honden en katten ge woon heel slecht". Dierenvoer uit de fabriek mag dan doorgaans prima spul zijn, heel vaak zit er kleurstof in en dat is niet gezond. „Ie dere fabrikant doet het er door", zegt de heer Plekkringa. „Het zit ook, zoals u weet, in een heleboel produkten voor menselijke consumptie. Waarom moet dat? Die vraag kun je inderdaad stellen". Kritiek "Het zal een hond of kat werkelijk worst zijn of zijn eten er zo raar bruin of iets minder bruin uitziet. Als het maar lekker ruikt en smaakt. Nee, die kleur stoffen zitten er alleen door ten gerieve van het baasje en het. vrouwtje. Want als die vinden dat het voer er lelijk uitziet, kopen ze iets van de concurrentie dat er door het gebruik van kleurstoffen wel vrolijk uitziet en dan gaan wij geheid op de fles. Vijfhonderd man de WW in. Dat kunnen we niet maken. De kleurstoffen kunnen er best uit, maar dan moet ieder een het doen". Dr. P. Bijker heeft uit hoofde van zijn functie veel te maken met dierenvoe ding en voedsel van dierlijke oorsprong. „Een jaar of tien geleden hebben we kr tiek gehad op de fabrikanten van dieren voer. Wat er toen op hun blikken stond bleek er niet altijd in te zitten. Die situa tie is sindsdien verbeterd. Op dit ment kun je zeggen dat de kwaliteit het industriële voedsel over het alge meen goed is. Dat geldt zowel voor gedroogde voer, het blikvoer en het se voer. Alleen wordt er nog steeds c dreven in de reclame. Er wordt op de meest gunstige manier geadverteerd en daardoor lijkt het wel eens dat er alleen maar prachtig biefstukvlees wordt ver werkt. Maar zo is het natuurlijk niet". „Verder valt er ook nog wel iets af te dingen op de consistentie van bepaalde soorten voer. Een hond of een kat die alleen blikvoer krijgt, hoeft zijn gebit niet meer te gebruiken en dat is natuur lijk slecht. Verder worden de blikken verhit, waardoor er in sommige gevallen waardevolle bestanddelen uit het voer verdwijnen". Dat vers vlees of verse vis niet per se heilig is, beaamt dr. Bijker. „Verse pro dukten bevatten soms schadelijke stof fen. Neem bijvoorbeeld varkensvlees. Dat moet je in verse toestand nooit aan je poes of je hond geven. Want er kan een virus in zitten dat de Ziekte van Au- jeszky veroorzaakt, ook wel pseudo- hondsdolheid genoemd. Die ziekte is do delijk. Er wordt wel eens gedacht dat diepgevroren vlees wel veilig is, maar dat is niet waar. Bacteriën overleven dat invriezen zonder meer". In samenwerking met een fabrikant van dierenvoedsel zoekt de vakgroep van dr. Bijker op dit moment naar een manier om slachtafval nog beter te ge bruiken als grondstof voor dierenvoer. „Het moet een produkt worden dat bui ten de koelkast houdbaar is, dat gezond is en dat vrij is van ziektekiemen. Dat zou een goed alternatief kunnen worden voor blik- of droogvoer. Je zou bijvoor beeld met melkzuurbacteriën kunnen gaan werken, die ook in yoghurt zitten verende werking heb** ben. Bovendien zijn die bacteriën goed voor het maag-darmkanaal van hond enr kat". Kleurstoffen Ook dr. Bijker vindt dat er eigenlijk geen kleurstoffen toegevoegd zouden. 1 moeten worden aan dierenvoer. „Maar op zichzelf is het wel acceptabel dat het gebeurt". Dat het gebruik van kleurstof fen niet per se nodig is om commerciële successen te boeken bewijzen de beken de Pittah-hondenbrokken van Koop- mans Koninklijke Meelfabrieken te Leeuwarden. „Quaker Oats en Effem zijn multinationals met een heel ander beleid dan de puur Nederlandse bedrij ven", zegt de heer R. Toxopeus, salesma nager afdeling diervoeding bij Koop- mans. „Dus houden wij het gewoon sim pel. Vijftien jaar geleden zijn we met Pit- tah begonnen, waarin geen kleurstof is verwerkt. Dat is een groot succes gewor den. Wij zijn de grootste producent in Nederland van droog hondenvoer. Er zijn er trouwens veel meer die geen kleurstof gebruiken. Wist u trouwens dat er 215 merken droog hondenvoer in Nederland verkrijgbaar zijn? De meeste zijn afkomstig van kleine, lokale bedrijf jes, maar het geeft toch wel aan dat het een commercieel interessante markt is". Jaarlijks, zegt de heer Toxopeus, groeit de omzet in dierenvoer met onge veer tien procent. Vandaar dat er een he vige concurrentie is. Tien procent meer omzet betekent vijftig miljoen gulden extra handel. Die groei, denken ze bij Quaker Oats, zit 'm onder meer in de toe neming van het aantal huisdieren. „De maatschappij wordt steeds harder, de eenzaamheid wordt groter, dus is er steeds meer behoefte aan huisdieren". Maar nog meer wordt de omzetstijging veroorzaakt door het feit dat steeds meer eigenaren van honden en katten „door de bocht" gaan en produkten van de in dustrie kopen. Dat produkten als Tom Poes, Kittekat, Hols Donatin of Pittah goed voor poes en hond zijn, bevestigt uiteraard ook Koopmans-woordvoerder Toxopeus. „De richtlijnen voor diervoe ding zijn vaak nog scherper dan die voor menselijk voedsel, hoe gek dat ook klinkt. De grote fabrikanten passen er wel voor op om rommel te leveren". Voorzichtig De kleurstofloze honden- en katten- broKjes van Koopmans zijn uitsluitend in winkels voor dierenbenodigdheden verkrijgbaar en niet in de supermarkt. Hoe komt dat? Uit het antwoord van de heer Toxopeus blijkt duidelijk hoe de commerciële kaarten in Nederland ge schud zijn. „Quaker Oats en Effem verkopen vooral via de levensmiddelenbranche, terwijl wij via dierenspeciaalzaken onze klanten bereiken. Als wij met Pittah ook de supermarkten in zouden gaan - en daar moet je dan een nogal dure recla mecampagne tegenaan gooien - en we zouden succes boeken, dan zouden die twee multinationals hard terugslaan. Het is $en kwestie van voorzichtig ope- Een half jaar geleden ongeveer heeft Koopmans een aardig gat in de groei markt van dierenvoer ontdekt. „Dat zijn onze Cheweez", zegt de heer Toxopeus. „een geprepareerd stuk runderhuid waar honden heel graag op kauwen. Dat is erg goed voor hun gebit. Het is werkelijk een rage. Gewoon te gek zoals dat loopt. Een miljoenenbusiness, inder daad. Maar zet dat laatste er maar liever niet bij". Terug naar het begin, naar de hond van vroeger die met de pot mee at. Nog altijd zijn er hondenliefhebbers die zwe- ren bij dit systeem en die met trots laten zien hoe gezond Fikkie erbij loopt. „In sommige gevallen zal dat best klop pen", zegt dr. Bijker, „maar meestal zijn tafelresten geen goed hondenvoedsel. U moet niet vergeten dat de honden vroe ger veel meer buiten waren, flink kon den rennen en ravotten. Die deden het wel goed op zo'n toch vaak vette mense lijke prak. Tegenwoordig zitten veel honden veel te veel thuis, vaak zelfs in flats. Ze krijgen onvoldoende beweging. Bovendien zijn ze vaak minder sterk dan de bastaards die je vroeger meer had omdat de honden meer buiten waren. Dan is er ook nog de centrale verwar ming die de hond geen goed doet". „Gemiddeld kun je zeggen dat de hui dige hond een beetje een kasplantje is, die daarom gediend is met een uitgeba lanceerd menu. Dus kies ik in het alge meen toch voor fabrieksvoer, zeker als je bedenkt dat honden en katten vleeseters zyn". Waarom stappen steeds meer mensen over op blik of pak? „Dat komt door de prijs en door het gemak", zegt dr. Byker. „Ook denk ik dat steeds meer mensen het snijden van hart, lever of pens vies vinden. Orgaanvlees vinden ze eng en zelf eten ze het ook niet. Dan is het heel wat gemakkelijker om een blik open te trekken". De ontwikkelingen van de bio-chemie hebben zeker waar het de Ziekte van Parkinson betreft geleid tot steeds min- dèr operaties. Een aantal jaren geleden was de gemiddelde levensduur van een patiënt met de Ziekte van Parkinson nog negen jaar. Met de toepassing van de huidige medicijnen heeft iedere Par- kinson-patiënt eenzelfde levensver wachting als iedere andere leeftijdge noot. „Tien jaar geleden verrichtte ik nog gemiddeld twee operaties in de week. Nu zal dat er op zijn hoogst een per maand zijn". Dr. J. van Manen, eiste in de jaren zestig nog de belangstelling van de medische wereld op, door zijn aandeel in de ontwikkeling van zogehe ten stereotaktische operatietechnieken. „Die operatietechniek is nu ten dele ach terhaald door de fantastische ontwikke lingen op het gebied van de medicijnen en daar ben ik geweldig blij om. Van het begin af heb ik, noem het maar ethische twijfels gehad over die operaties. De her senen zijn een uiterst gecompliceerd or gaan, waar we nog maar een geringe kennis van hebben. Niet dat die opera ties niet effectief zouden zijn, maar met zo'n operatie, hoe gedetailleerd en verfijnd ook, vernietig je wel een stukje van de hersenen, waarbij we nooit weten of we alle consequenties hiervan wel on derkennen". Onlangs kreeg de Amsterdamse neu roloog en deskundige op het gebied van de Ziekte van Parkinson de Stichting Helffer-Kootkar Prijs uitgereikt. Niet al leen vanwege zijn^ bijdrage in de chirur gische en medicamenteuze behandeling van die Ziekte van Parkinson, maar ook vanwege zijn zorg voor en begeleiding van de patiënten. Zo is hij onder meer medisch adviseur van de Parkinson Pa tiënten Vereniging. Nederland kent cir ca 25.000 patiënten met de Ziekte van Parkinson. Voor de buitenwereld mani festeert die ziekte zich vooral door het ongecontroleerd schudden met handen en andere ledematen, de zogeheten tre mor. Voor de patiënten komen daar stijf heid, traagheid en evenwichtstoornissen bij. Het is een ziekte die vooral voor komt bij mensen van 50 jaar en ouder. In die leeftijdscategorie is het de meest voorkomende chronische ziekte van het zenuwstelsel. De ziekte is genoemd naar de medicus James Parkinson, die in 1817 de eerste was die een duidelijk ziek tebeeld beschreef. Statistisch openbaart die ziekte zich vooral tussen het 40e en 65e jaar. En in 70 procent van de geval len is een tremor het eerste symptoom. Over de oorzaak van de ziekte is nog al tijd weinig bekend. Maar de kennis over en de behandeling van de ziekte heeft zich de laatste dertig jaar bijna explosief uitgebreid. Heel simpel uitgelegd ópen- baart de ziekte zich door een storing in het overbrengen van impulsen tussen de verschillende zenuwcellen die betrok ken zyn bij de besturing van de bewe gingsmechanismen. Aan het begin van de jaren vijftig ontwikkelde men op ba sis van de inmiddels verworven kennis een chirurgische ingreep in de hersenen, waarbij een miniem klein deel van een bepaald hersenweefsel vernietigd werd. Daarmee werd de tremor, het beven van bijvoorbeeld de arm, teniet gedaan. Maar het gevolg was ook een ietwat ver minderde fijne motoriek in diezelfde arm. „Inmiddels zijn de geneesmiddelen zoveel beter geworden, datje in het alge meen wel kunt zeggen dat er veel min der geopereerd behoeft te worden. Neem bijvoorbeeld ook een maagzweer. Ook daar slaagt men erin om met medi cijnen de meeste operaties te voorko- „Die ontwikkeling van de medicijnen is van groot belang. Daarom kan ik me eerlijk gezegd ook niet zo druk maken over die protesten fegen het doen van proeven met dieren. Tenminste niet voor deze doeleinden. Je kunt geen me dicijn goed ontwikkelen als je ook niet uitgebreid testen doet met toepassingen op dieren". „Vroeger was het overigens niet moge lijk om de Ziekte van Parkinson op die ren over te brengen. Dat is pas ontdekt toen men een soort namaakmorfine als drugs begon te maken. Die synthetische stof gaf bij veel van de gebruikers ver schijnselen, die ondanks hun jeugdige leeftijd toch als een afgeleide van de Ziekte van Parkinson gezien moest wor den. Dat was de stof MPTP. Vreselijk ge vaarlijk dus. En een enkele verslaafde is daaraan al overleden. Maar het middel bleek wel toepasbaar op een aantal proefdieren, waarop men daarna dus heel doeltreffend het mechanisme van de ziekte kon bestuderen". Hij heeft aan de bakermat gestaan van de operatietechniek, die nu goeddeels achterhaald blijkt door de ontwikkelin gen in de farmaceutische wereld. Toch geen wrok? Een verbaasde blik. „Wrok? Waarom? Niet alleen dat ik zelf altijd mijn ethische twijfels heb gehad over die chirurgische ingrepen, maar ik heb de wetenschap dat die operaties veel hebben bijgedragen tot de huidige kennis van de ziekte. En dus' ook tot de ontwikkelingen die daar gemaakt zijn. Maar vooral, het gaat toch ook om de pa tiënt. En met name het medicijn L-dopa is van grote invloed geweest bij de be heersing van de ziekte. Gevolgd door vanaf 1975 de dopamine agonisten". En de toekomst? „Wie zal het zeggen. Een belangrijke volgende stap kan mor gen al komen, maar ook nog wel 20 jaar op zich laten wachten. Er wordt ontzet tend veel aan gedaan. „Die ontwikkeling op het gebied van de medicijnen heeft tot gevolg dat de patiënt veel langer zelf standig kan blijven wonen. Dikwijls met wat aanpassingen in zijn of haar huis (daarover geeft bijvoorbeeld ook de pa tiëntenvereniging veel voorlichting en adviezen). Dr. Van Manen: „Ideaal is de situatie als de huisarts de patiënt begeleidt na dat door de specialist een grondige diag nose gemaakt is. Probleem is natuurlijk dat een huisarts gemiddeld hooguit een Dr. J. van Manen - operatietechniek achterhaald. paar patiënten in zijn praktijk heeft met de ziekte van Parkinson. En de tijd moet hebben zich in die ziekte te verdiepen. Maar het grote voordeel voor de patiënt is dat men niet de gang hoeft te maken naar het ziekenhuis. Dat blijft toch een vreemde omgeving voor de meeste men sen. De huisarts kan de patiënt in diens eigen omgeving meemaken en zien hoe er in de huiselijke kring gereageerd wordt op het ziektebeeld." „Met de taak van de huisarts onderstreept hy ook het belang van de patiëntenvereni ging Papaver. „Gelukkig is de Ziekte van Parkinson een ziekte die bij buitenstaanders niet op wezenlijke weerstand stuit Toch voe len veel mensen die de ziekte hebben dikwyls de behoefte om zich te verstop pen, te isoleren. Ik zeg niet dat accepta tie van de ziekte door de patiënt het ziek* teproces afremt, maar het verlicht wel de dragelijkheid ervan voor de patiënt": Dr. Van Manen: „Vanuit die patiënten vereniging wordt nu toegewerkt naar een soort van clustering (samenvoeging, red.) van dezelfde categorie patiënten in verpleeghuizen. Ik zal niet zeggen dat er een verpleeghuis moet komen om alle Parkinson-patiénten in te huisvesten, maar anderzijds werkt het natuurlyk veel gerichter voor het verplegend per soneel en de artsen als er sprake is van een cluster, een groep patiënten met de zelfde ziekte. Dan valt er ook veel effi ciënter te verzorgen". Parkinson Patiënten Vereniging, Postbus 49, 3980 LA Bunnik. HUUB KLOMPENHOUWER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 31