Schijf van vijf inblik
Medicijnen maken operatie Ziekte van Parkinson overbodig
Menu van huisdieren is drastisch veranderd
ZATERDAG 22 MAART 1986
EXTRA
PAGINA 31
De poes gaf je vroeger
alleen maar een schoteltje
melk en soms een restje
vlees. Buitenshuis moest
Moortje het verder zelf
maar uitzoeken. Muizen
en vogels genoeg. En de
hond at doorgaans uit de
pot mee: aardappelen,
groente, jus en vlees of
een ferme prak stamppot
en zo nu en dan een kluif
van de slager.
Katten en honden die op
die manier aan de kost
komen, vormen
langzamerhand een
uitzondering. De laatste
25 jaar is, onder
aanvoering van grote
Amerikaanse
multinationals, het menu
van onze aaibare
huisdieren drastisch
veranderd. Ongeveer
vijftig procent van de
vaderlandse honden en
katten eet
fabrieksvoedsel, dat op
jaarbasis al een omzet van
een half miljard gulden
vertegenwoordigt.
Voeg daar nog eens de handel in
riemen, manden, vlooienband-
jes en dat soort zaken aan toe,
dan spreek je over een business
met een waarde van meer dan
een miljard gulden per jaar.
Geen wonder dus dat er op deze
markt, die nog flink groeit ook,
een bikkelharde concurrentie
slag gaande is, waarbij twee gro
te Amerikaanse concerns (Qua
ker Oats en Effem/Mars) toon
aangevend zijn. Wat er uit hun
fabrieken allemaal aan meer en
minder bekende soorten, vor
men en merken dierenvoeding
komt, is bijna teveel om op te
noemen.
Is dat dierenvoer, uit blik of droog,
nou wel zo gezond voor de hond en de
poes? Kun je je huisvriend niet beter
vers vlees of verse vis geven in plaats
van die hapklare brokken? „Nee", zegt
de dierenarts drs. Ronald Plekkringa, in
dienst van Quaker Oats in Dordrecht, fa
brikant van onder meer Tom Poes, Cat
ty, Miauw, Felix, Katmenu, Bonzo, Flora
en Pluto. „De industrie levert produkten
waar echt alles in zit wat een poes of
hond nodig heeft. Ik heb zelf geen huis
dieren, maar als ik een kat of een hond
zou hebben, zou ik hem geheel op een
commercieel produkt zetten en niet zelf
gaan rommelen met hart, pens, vis of al
lerlei preparaten. Verse vis moet bij
voorbeeld altijd gekookt worden. En al
leen vlees is niet voldoende. Bovendien
zitten er vaak bacteriën in".
„Wie zelf een menu samenstelt loopt
het grote gevaar zijn huisdier te weinig
vitamines, jodium, kalk of fosfor te ge
ven. Het vergt echt heel veel kennis om
een goed uitgebalanceerd dierenmenu
samen te stellen. De meeste mensen die
het zelf doen, zijn aan het knoeien met
een hoofdletter k".
Drs. Plekkringa realiseert zich dat zijn
verhaal op z'n minst enigszins commer
cieel aandoet. „Toch is het waar wat ik
zeg. Er zijn nog altijd een heleboel men
sen die zweren bij vers spul voor hun
dier. Die mensen willen eenvoudigweg
niet geloven dat de brokjes van de in
dustrie een complete, volwaardige maal
tijd zijn. Die mensen verwijzen naar hun
eigen gezonde eetgewoonten. Naar de
schijf van vijf bijvoorbeeld. Maar het bij
zondere van industrieel dierenvoedsel is
juist, dat de fabrieken de schijf van vijf
in hun produkten verwerken".
Riskant
De beweringen van de Quaker Oats-
woordvoerder Plekkringa zullen later in
grote lijnen worden bevestigd door de
dierenarts dr. P. Bijker, onderzoeker van
de vakgroep voedingsmiddelen van
dierlijke oorsprong van de Diergenees
kundige Faculteit van de Rijksuniversi
teit in Utrecht. Wat zit er nou allemaal in
die enorme reeks blikjes, pakken en zak
ken dierenvoer? Klopt het dat er vlees
r Ongeveer vijftig procent van de vaderlandse honden en katten eet fabriekvoedsel
door Henk Kuipers
van kangoeroes, mustangs en walvissen
in verwerkt wordt?
Drs. Plekkringa: „De bedrijfspolitiek
van Quaker Oats is om zulk vlees niet te
verwerken. En ik weet wel zeker dat ook
de concurrentie het niet gebruikt. Veel
te riskant. Dat zou binnen de kortste ke
ren uitlekken. Onze fabrieken in Etten-
Leur en IJmuiden staan open voor ex
cursies. Iedereen kan zien wat we in on
ze blikken en droog voer stoppen. Voor
kattenvoer gebruiken we verschrikke
lijk veel doorgedraaide vis, dus vis die
niet verkocht is. Daar worden granen en
andere plantaardige produkten aan toe
gevoegd".
„Verder gebruiken we vleesresten met
een hoog eiwitgehalte, zoals hart, long,
pens, milt, slokdarm en kip. De mensen
schrikken wel eens als ze zien wat er al
lemaal in gaat, maar dan verwijs ik graag
naar wat er in sommige samengestelde
vleesprodukten voor menselijke con
sumptie zit. Dat verschilt niet zoveel.
Verder doen we er, afhankelijk van wat
er al in de grondstoffen zit, een vitamine
mix doorheen. Voedingstechnisch ge
zien is het eerste klas wat de industrie
maakt. Met enige aanpassing zou het
zelfs uitstekend geschikt zijn voor men
selijke consumptie. Hier en daar schij
nen er zelfs mensen te zijn die dieren
voedsel uit blik eten. Ikzelf doe dat ook
wel eens, maar niet vanwege de armoe.
Ik proef regelmatig kleine stukjes om te
kijken of de kwaliteit constant is. Een
hond of een kat kan nu eenmaal "niét
praten, dus proeven we zelf ook wel
Omdat, zoals gezegd, de markt voor
dierenvoedsel commercieel gezien erg
interessant is en omdat de concurrentie
hard is, wordt er - niet alleen volgens
drs. Plekkringa - voortdurend gewerkt
aan verbetering van de produkten, waar
bij uiteraard de kosten scherp in het oog
worden gehouden. Want de blikjes en de
brokken moeten wel betaalbaar blijven.
Erg belangrijk voor de industrie is de
mate waarin hond of kat, maar ook baas
je of vrouwtje, het voedsel accepteert.
Vandaar dat ook Quaker Oats in een
hondenkennel en in een cattery proeven
doet, waarbij nauwkeurig wordt geno
teerd hoeveel en hoe snel er van een be
paald produkt wordt gegeten.
Anderzijds wordt ook rekening gehou
den met de acceptatie van de honden- of
kattenliefhebber en dan hebben we het
over de prijs van het produkt en het aan
zien. Het diefenvoer moet er doorgaans
smakelijk uitzien. Vandaar dat er nog
steeds - en geheel onnodig - kleurstof
fen in worden verwerkt.
Toezicht
Merkwaardig genoeg houdt de Keu
ringsdienst van Waren geen direct toe
zicht op wat de industrie aan dierenvoer
produceert. „Het is voor onze dienst een
grijs gebied, er wordt geen gericht on
derzoek naar gedaan", zegt de heer Jeu-
ring van de Keuringsdienst van Waren
in Groningen. „Alleen als er klachten
zijn, wordt er een onderzoek ingesteld.
Verder houdt t>ij mijn weten de Algeme
ne Inspectie Dienst van het ministerie
van landbouw toezicht. Maar echt wette
lijk geregeld door middel van een Hon
den- en Kattenvoerbesluit is deze sector
nog niet. Kennelijk heeft de controle op
menselijk voedsel voorrang".
Quaker Oats-woordvoerder Plekkrin
ga zegt dat de industrie zich aan de Ame
rikaanse NRD- en NRC-kwaliteitsnor-
men houdt. „Die normen worden trou
wens in heel West-Europa gehanteerd.
Verder komt inderdaad de Algemene In
spectie Dienst zo nu en dan onze fabrie
ken bezoeken. Als je claimt dat je een
volledig produkt maakt, een dagrant
soen dus waar alles inzit, dan moet je
voldoen aan de verordening van het Pro-
duktschap voor Veevoeder. Dus kun je
beslist niet zeggen dat onze produkten
niet aan controle onderhevig zijn. Overi
gens zit er een nieuwe Warenwet aan te
komen en daarin zal ook iets worden ge
zegd over honden- en kattenvoer, wat nu
inderdaad nog een beetje een grijs ge
bied is voor de Keuringsdienst van Wa
ren", aldus drs. Plekkringa.
Ongeveer de helft van de anderhalf
miljoen Nederlandse honden en de 1,55
miljoen Nederlandse katten eet fa-
brieksvoer. De andere helft krijgt vers
voer, tafelafval of een combinatie daar
van: Sommige bedrijven hebben zich ge
specialiseerd in de produktie van „waar
devolle toevoegingen" aan het dagelijk
se dierenmenu. „Hoe goed die produk
ten op zichzelf ook zijn, in het onoor
deelkundige gebruik ervan schuilt een
gevaar", zegt de heer Plekkringa. „Je
hebt bijvoorbeeld mineralenmengsels.
Eén schepje daarvan is uitstekend voor
de hond. Maar veel mensen willen hun
hond eens extra verwennen en doen dan
twee schepjes van dat spul door het
voer. Fout! Een teveel aan mineralen
kan bijvoorbeeld voor opgroeiende hon
den rampzalig zijn. Er kan onherstelbare
schade aan het skelet door ontstaan. De
dierenarts Hazewinkel is onlangs aan de
Rijksuniversiteit in Utrecht gepromo
veerd op een onderzoek naar op groeien
de Deense doggen die teveel mineralen-
mengsel kregen. Dat onderzoek beves
tigt mijn verhaal volkomen".
Ook het toedienen van een paar extra
vitamientjes is, zegt drs. Plekkringa,
lang niet altijd gezond voor hond of
poes. „Een overdosis vitamine D bij
voorbeeld is voor honden en katten ge
woon heel slecht".
Dierenvoer uit de fabriek mag dan
doorgaans prima spul zijn, heel vaak zit
er kleurstof in en dat is niet gezond. „Ie
dere fabrikant doet het er door", zegt de
heer Plekkringa. „Het zit ook, zoals u
weet, in een heleboel produkten voor
menselijke consumptie. Waarom moet
dat? Die vraag kun je inderdaad stellen".
Kritiek
"Het zal een hond of kat werkelijk
worst zijn of zijn eten er zo raar bruin of
iets minder bruin uitziet. Als het maar
lekker ruikt en smaakt. Nee, die kleur
stoffen zitten er alleen door ten gerieve
van het baasje en het. vrouwtje. Want als
die vinden dat het voer er lelijk uitziet,
kopen ze iets van de concurrentie dat er
door het gebruik van kleurstoffen wel
vrolijk uitziet en dan gaan wij geheid op
de fles. Vijfhonderd man de WW in. Dat
kunnen we niet maken. De kleurstoffen
kunnen er best uit, maar dan moet ieder
een het doen".
Dr. P. Bijker heeft uit hoofde van zijn
functie veel te maken met dierenvoe
ding en voedsel van dierlijke oorsprong.
„Een jaar of tien geleden hebben we kr
tiek gehad op de fabrikanten van dieren
voer. Wat er toen op hun blikken stond
bleek er niet altijd in te zitten. Die situa
tie is sindsdien verbeterd. Op dit
ment kun je zeggen dat de kwaliteit
het industriële voedsel over het alge
meen goed is. Dat geldt zowel voor
gedroogde voer, het blikvoer en het
se voer. Alleen wordt er nog steeds c
dreven in de reclame. Er wordt op de
meest gunstige manier geadverteerd en
daardoor lijkt het wel eens dat er alleen
maar prachtig biefstukvlees wordt ver
werkt. Maar zo is het natuurlijk niet".
„Verder valt er ook nog wel iets af te
dingen op de consistentie van bepaalde
soorten voer. Een hond of een kat die
alleen blikvoer krijgt, hoeft zijn gebit
niet meer te gebruiken en dat is natuur
lijk slecht. Verder worden de blikken
verhit, waardoor er in sommige gevallen
waardevolle bestanddelen uit het voer
verdwijnen".
Dat vers vlees of verse vis niet per se
heilig is, beaamt dr. Bijker. „Verse pro
dukten bevatten soms schadelijke stof
fen. Neem bijvoorbeeld varkensvlees.
Dat moet je in verse toestand nooit aan
je poes of je hond geven. Want er kan
een virus in zitten dat de Ziekte van Au-
jeszky veroorzaakt, ook wel pseudo-
hondsdolheid genoemd. Die ziekte is do
delijk. Er wordt wel eens gedacht dat
diepgevroren vlees wel veilig is, maar
dat is niet waar. Bacteriën overleven dat
invriezen zonder meer".
In samenwerking met een fabrikant
van dierenvoedsel zoekt de vakgroep
van dr. Bijker op dit moment naar een
manier om slachtafval nog beter te ge
bruiken als grondstof voor dierenvoer.
„Het moet een produkt worden dat bui
ten de koelkast houdbaar is, dat gezond
is en dat vrij is van ziektekiemen. Dat
zou een goed alternatief kunnen worden
voor blik- of droogvoer. Je zou bijvoor
beeld met melkzuurbacteriën kunnen
gaan werken, die ook in yoghurt zitten
verende werking heb**
ben. Bovendien zijn die bacteriën goed
voor het maag-darmkanaal van hond enr
kat".
Kleurstoffen
Ook dr. Bijker vindt dat er eigenlijk
geen kleurstoffen toegevoegd zouden. 1
moeten worden aan dierenvoer. „Maar
op zichzelf is het wel acceptabel dat het
gebeurt". Dat het gebruik van kleurstof
fen niet per se nodig is om commerciële
successen te boeken bewijzen de beken
de Pittah-hondenbrokken van Koop-
mans Koninklijke Meelfabrieken te
Leeuwarden. „Quaker Oats en Effem
zijn multinationals met een heel ander
beleid dan de puur Nederlandse bedrij
ven", zegt de heer R. Toxopeus, salesma
nager afdeling diervoeding bij Koop-
mans. „Dus houden wij het gewoon sim
pel. Vijftien jaar geleden zijn we met Pit-
tah begonnen, waarin geen kleurstof is
verwerkt. Dat is een groot succes gewor
den. Wij zijn de grootste producent in
Nederland van droog hondenvoer. Er
zijn er trouwens veel meer die geen
kleurstof gebruiken. Wist u trouwens
dat er 215 merken droog hondenvoer in
Nederland verkrijgbaar zijn? De meeste
zijn afkomstig van kleine, lokale bedrijf
jes, maar het geeft toch wel aan dat het
een commercieel interessante markt is".
Jaarlijks, zegt de heer Toxopeus,
groeit de omzet in dierenvoer met onge
veer tien procent. Vandaar dat er een he
vige concurrentie is. Tien procent meer
omzet betekent vijftig miljoen gulden
extra handel. Die groei, denken ze bij
Quaker Oats, zit 'm onder meer in de toe
neming van het aantal huisdieren. „De
maatschappij wordt steeds harder, de
eenzaamheid wordt groter, dus is er
steeds meer behoefte aan huisdieren".
Maar nog meer wordt de omzetstijging
veroorzaakt door het feit dat steeds meer
eigenaren van honden en katten „door
de bocht" gaan en produkten van de in
dustrie kopen. Dat produkten als Tom
Poes, Kittekat, Hols Donatin of Pittah
goed voor poes en hond zijn, bevestigt
uiteraard ook Koopmans-woordvoerder
Toxopeus. „De richtlijnen voor diervoe
ding zijn vaak nog scherper dan die voor
menselijk voedsel, hoe gek dat ook
klinkt. De grote fabrikanten passen er
wel voor op om rommel te leveren".
Voorzichtig
De kleurstofloze honden- en katten-
broKjes van Koopmans zijn uitsluitend
in winkels voor dierenbenodigdheden
verkrijgbaar en niet in de supermarkt.
Hoe komt dat? Uit het antwoord van de
heer Toxopeus blijkt duidelijk hoe de
commerciële kaarten in Nederland ge
schud zijn.
„Quaker Oats en Effem verkopen
vooral via de levensmiddelenbranche,
terwijl wij via dierenspeciaalzaken onze
klanten bereiken. Als wij met Pittah ook
de supermarkten in zouden gaan - en
daar moet je dan een nogal dure recla
mecampagne tegenaan gooien - en we
zouden succes boeken, dan zouden die
twee multinationals hard terugslaan.
Het is $en kwestie van voorzichtig ope-
Een half jaar geleden ongeveer heeft
Koopmans een aardig gat in de groei
markt van dierenvoer ontdekt. „Dat zijn
onze Cheweez", zegt de heer Toxopeus.
„een geprepareerd stuk runderhuid
waar honden heel graag op kauwen. Dat
is erg goed voor hun gebit. Het is
werkelijk een rage. Gewoon te gek zoals
dat loopt. Een miljoenenbusiness, inder
daad. Maar zet dat laatste er maar liever
niet bij".
Terug naar het begin, naar de hond
van vroeger die met de pot mee at. Nog
altijd zijn er hondenliefhebbers die zwe-
ren bij dit systeem en die met trots laten
zien hoe gezond Fikkie erbij loopt. „In
sommige gevallen zal dat best klop
pen", zegt dr. Bijker, „maar meestal zijn
tafelresten geen goed hondenvoedsel. U
moet niet vergeten dat de honden vroe
ger veel meer buiten waren, flink kon
den rennen en ravotten. Die deden het
wel goed op zo'n toch vaak vette mense
lijke prak. Tegenwoordig zitten veel
honden veel te veel thuis, vaak zelfs in
flats. Ze krijgen onvoldoende beweging.
Bovendien zijn ze vaak minder sterk dan
de bastaards die je vroeger meer had
omdat de honden meer buiten waren.
Dan is er ook nog de centrale verwar
ming die de hond geen goed doet".
„Gemiddeld kun je zeggen dat de hui
dige hond een beetje een kasplantje is,
die daarom gediend is met een uitgeba
lanceerd menu. Dus kies ik in het alge
meen toch voor fabrieksvoer, zeker als je
bedenkt dat honden en katten vleeseters
zyn".
Waarom stappen steeds meer mensen
over op blik of pak? „Dat komt door de
prijs en door het gemak", zegt dr. Byker.
„Ook denk ik dat steeds meer mensen
het snijden van hart, lever of pens vies
vinden. Orgaanvlees vinden ze eng en
zelf eten ze het ook niet. Dan is het heel
wat gemakkelijker om een blik open te
trekken".
De ontwikkelingen van de bio-chemie
hebben zeker waar het de Ziekte van
Parkinson betreft geleid tot steeds min-
dèr operaties. Een aantal jaren geleden
was de gemiddelde levensduur van een
patiënt met de Ziekte van Parkinson
nog negen jaar. Met de toepassing van
de huidige medicijnen heeft iedere Par-
kinson-patiënt eenzelfde levensver
wachting als iedere andere leeftijdge
noot. „Tien jaar geleden verrichtte ik
nog gemiddeld twee operaties in de
week. Nu zal dat er op zijn hoogst een
per maand zijn". Dr. J. van Manen, eiste
in de jaren zestig nog de belangstelling
van de medische wereld op, door zijn
aandeel in de ontwikkeling van zogehe
ten stereotaktische operatietechnieken.
„Die operatietechniek is nu ten dele ach
terhaald door de fantastische ontwikke
lingen op het gebied van de medicijnen
en daar ben ik geweldig blij om. Van het
begin af heb ik, noem het maar ethische
twijfels gehad over die operaties. De her
senen zijn een uiterst gecompliceerd or
gaan, waar we nog maar een geringe
kennis van hebben. Niet dat die opera
ties niet effectief zouden zijn, maar met
zo'n operatie, hoe gedetailleerd en
verfijnd ook, vernietig je wel een stukje
van de hersenen, waarbij we nooit weten
of we alle consequenties hiervan wel on
derkennen".
Onlangs kreeg de Amsterdamse neu
roloog en deskundige op het gebied van
de Ziekte van Parkinson de Stichting
Helffer-Kootkar Prijs uitgereikt. Niet al
leen vanwege zijn^ bijdrage in de chirur
gische en medicamenteuze behandeling
van die Ziekte van Parkinson, maar ook
vanwege zijn zorg voor en begeleiding
van de patiënten. Zo is hij onder meer
medisch adviseur van de Parkinson Pa
tiënten Vereniging. Nederland kent cir
ca 25.000 patiënten met de Ziekte van
Parkinson. Voor de buitenwereld mani
festeert die ziekte zich vooral door het
ongecontroleerd schudden met handen
en andere ledematen, de zogeheten tre
mor. Voor de patiënten komen daar stijf
heid, traagheid en evenwichtstoornissen
bij. Het is een ziekte die vooral voor
komt bij mensen van 50 jaar en ouder. In
die leeftijdscategorie is het de meest
voorkomende chronische ziekte van het
zenuwstelsel. De ziekte is genoemd naar
de medicus James Parkinson, die in
1817 de eerste was die een duidelijk ziek
tebeeld beschreef. Statistisch openbaart
die ziekte zich vooral tussen het 40e en
65e jaar. En in 70 procent van de geval
len is een tremor het eerste symptoom.
Over de oorzaak van de ziekte is nog al
tijd weinig bekend. Maar de kennis over
en de behandeling van de ziekte heeft
zich de laatste dertig jaar bijna explosief
uitgebreid. Heel simpel uitgelegd ópen-
baart de ziekte zich door een storing in
het overbrengen van impulsen tussen de
verschillende zenuwcellen die betrok
ken zyn bij de besturing van de bewe
gingsmechanismen. Aan het begin van
de jaren vijftig ontwikkelde men op ba
sis van de inmiddels verworven kennis
een chirurgische ingreep in de hersenen,
waarbij een miniem klein deel van een
bepaald hersenweefsel vernietigd werd.
Daarmee werd de tremor, het beven van
bijvoorbeeld de arm, teniet gedaan.
Maar het gevolg was ook een ietwat ver
minderde fijne motoriek in diezelfde
arm. „Inmiddels zijn de geneesmiddelen
zoveel beter geworden, datje in het alge
meen wel kunt zeggen dat er veel min
der geopereerd behoeft te worden.
Neem bijvoorbeeld ook een maagzweer.
Ook daar slaagt men erin om met medi
cijnen de meeste operaties te voorko-
„Die ontwikkeling van de medicijnen
is van groot belang. Daarom kan ik me
eerlijk gezegd ook niet zo druk maken
over die protesten fegen het doen van
proeven met dieren. Tenminste niet
voor deze doeleinden. Je kunt geen me
dicijn goed ontwikkelen als je ook niet
uitgebreid testen doet met toepassingen
op dieren".
„Vroeger was het overigens niet moge
lijk om de Ziekte van Parkinson op die
ren over te brengen. Dat is pas ontdekt
toen men een soort namaakmorfine als
drugs begon te maken. Die synthetische
stof gaf bij veel van de gebruikers ver
schijnselen, die ondanks hun jeugdige
leeftijd toch als een afgeleide van de
Ziekte van Parkinson gezien moest wor
den. Dat was de stof MPTP. Vreselijk ge
vaarlijk dus. En een enkele verslaafde is
daaraan al overleden. Maar het middel
bleek wel toepasbaar op een aantal
proefdieren, waarop men daarna dus
heel doeltreffend het mechanisme van
de ziekte kon bestuderen".
Hij heeft aan de bakermat gestaan van
de operatietechniek, die nu goeddeels
achterhaald blijkt door de ontwikkelin
gen in de farmaceutische wereld.
Toch geen wrok? Een verbaasde blik.
„Wrok? Waarom? Niet alleen dat ik zelf
altijd mijn ethische twijfels heb gehad
over die chirurgische ingrepen, maar ik
heb de wetenschap dat die operaties
veel hebben bijgedragen tot de huidige
kennis van de ziekte. En dus' ook tot de
ontwikkelingen die daar gemaakt zijn.
Maar vooral, het gaat toch ook om de pa
tiënt. En met name het medicijn L-dopa
is van grote invloed geweest bij de be
heersing van de ziekte. Gevolgd door
vanaf 1975 de dopamine agonisten".
En de toekomst? „Wie zal het zeggen.
Een belangrijke volgende stap kan mor
gen al komen, maar ook nog wel 20 jaar
op zich laten wachten. Er wordt ontzet
tend veel aan gedaan. „Die ontwikkeling
op het gebied van de medicijnen heeft
tot gevolg dat de patiënt veel langer zelf
standig kan blijven wonen. Dikwijls met
wat aanpassingen in zijn of haar huis
(daarover geeft bijvoorbeeld ook de pa
tiëntenvereniging veel voorlichting en
adviezen).
Dr. Van Manen: „Ideaal is de situatie
als de huisarts de patiënt begeleidt na
dat door de specialist een grondige diag
nose gemaakt is. Probleem is natuurlijk
dat een huisarts gemiddeld hooguit een
Dr. J. van Manen - operatietechniek
achterhaald.
paar patiënten in zijn praktijk heeft met
de ziekte van Parkinson. En de tijd moet
hebben zich in die ziekte te verdiepen.
Maar het grote voordeel voor de patiënt
is dat men niet de gang hoeft te maken
naar het ziekenhuis. Dat blijft toch een
vreemde omgeving voor de meeste men
sen. De huisarts kan de patiënt in diens
eigen omgeving meemaken en zien hoe
er in de huiselijke kring gereageerd
wordt op het ziektebeeld." „Met de
taak van de huisarts onderstreept hy
ook het belang van de patiëntenvereni
ging Papaver.
„Gelukkig is de Ziekte van Parkinson
een ziekte die bij buitenstaanders niet
op wezenlijke weerstand stuit Toch voe
len veel mensen die de ziekte hebben
dikwyls de behoefte om zich te verstop
pen, te isoleren. Ik zeg niet dat accepta
tie van de ziekte door de patiënt het ziek*
teproces afremt, maar het verlicht wel
de dragelijkheid ervan voor de patiënt":
Dr. Van Manen: „Vanuit die patiënten
vereniging wordt nu toegewerkt naar
een soort van clustering (samenvoeging,
red.) van dezelfde categorie patiënten in
verpleeghuizen. Ik zal niet zeggen dat er
een verpleeghuis moet komen om alle
Parkinson-patiénten in te huisvesten,
maar anderzijds werkt het natuurlyk
veel gerichter voor het verplegend per
soneel en de artsen als er sprake is van
een cluster, een groep patiënten met de
zelfde ziekte. Dan valt er ook veel effi
ciënter te verzorgen".
Parkinson Patiënten Vereniging, Postbus 49,
3980 LA Bunnik.
HUUB KLOMPENHOUWER