Chinees leren? Net doen of je zingt
Leidse universiteit kan
toeloop niet verwelken
ZATERDAG 22 MAART 1986
EXTRA
PAGINA 29
Nederlanders mogen dan bekend staan als de Chinezen van Europa, tot voor kort
hadden we niet veel meer raakvlakken met dat omvangrijke volk dan de
spreekwoordelijke koopmansgeest. Daar lijkt verandering in te komen. Waar
Peking tijdens Mao's culturele revolutie de externe betrekkingen streng filterde
krachtens een strak doorgevoerde isolementspolitiek, daar kan communistisch
China thans als vakantiebestemming in het reisprogramma van menig
touroperator worden aangetroffen. En hand in hand met die ontwikkeling groeit
hier te lande de behoefte om kennis te nemen van de cultuur en de taal. Zozeer
zelfs, dat het Sinologisch Instituut van de Leidse universiteit de hoeveelheid
studie-aanmeldingen op zeker ogenblik niet meer kon verwerken en moest
vluchten in een numerus fixus. Bij de stichting Teleac werd gedurende tal van
jaren hardop de vraag gesteld of het wel zin had een serie lessen over China en de
taal van dat land op radiomicrofoon en tv-camera los te laten. In werkelijkheid
gaat het zo goed met de gecombineerde radio- en televisiecursus 'Ni Hao', dat
binnen de educatieve omroep nu wordt gesproken over een onvervalste topper.
„Er nemen 11.000 mensen aan deel, we verbazen ons dagelijks over dat
wonderbaarlijke aantal".
De trouwe tv-kijker weet sinds een week
of zeven dat de visuele begeleiding van
de Teleac-cursus Chinese cultuur en taal
meer inhoudt dan een dorre opsomming
van woordjes, die pas na veel oefening
vonder haperingen aan de westerse
mond willen ontsnappen.
Bovenal gunt de 13-delige program
maserie 'Nf Hao' een ieder die daar prijs
op stelt een bescheiden inkijk in de Chi
nese samenleving waan'an geheel naar
's lands wijs zoveel verborgen bleef ach
ter de kilometerslange Chinese Muur.
Onder meer werd al uitleg gegeven over
het hedendaagse schoolsysteem in com
munistisch China, dat de leerlingen
thans méér schijnt te bieden dan de les
sen die ten tijde van de culturele revolu
tie dwingend werden voorgeschreven.
Of zoals één van de vele, op locatie geïn
terviewden het in les 6 uitdrukte: op een
Engelse les wordt niet langer volstaan
met het opdreunen van Mao's leuzen in
Engelse vertaling.
Onderwijs derhalve tegen een docu
mentair decor. Bewust is gekozen voor
die aanpak. „Om ook de matig geïnteres
seerde leek te bereiken. Om ook die dui
delijk te maken hoe boeiend de cultuur
en taal van China wel is".
De toelichting wordt verstrekt door
Els Grirfioen, met VARA-omroepster
Astrid Joosten de presentatrice van de
tv-cursus en in het dagelijks leven einde-
jaars studente sinologie in Leiden. De
formule blijkt aan te slaan: niet alleen
voor de 11.000 kopers van het cursus
pakket klinkt 'Nï Hao' inmiddels net zo
vertrouwd als 'hoe maakt u het'. De kijk
cijfers duiden op een veelvoudig aantal
volgers van deze programmareeks. De
NOS meet per uitzending een kijkdicht
heid van 150.000; de waarderingscijfers
schommelen tussen de 75 en 85.
„Dat is erg hoog, temeer omdat we op
niet al te gunstige tijdstippen uitzen
den", zegt Teleac-woordvoerder M. van
Heijst. „Maar we hebben dan ook alles in
het werk gesteld om een programma
pakket samen te stellen dat voor veel
mensen aantrekkelijk is", stelt presenta
trice Griffioen. „Op grond van de reac
ties die we hebben gekregen, kan de
groep geïnteresseerden in deze gecom
bineerde cultuur- en taalcursus in vier
groepen worden uitgesplitst. Er is een
percentage dat zich uitsluitend verdiept
in de Chinese cultuur. Dan is er een deel
dat zich zowel op de cultuur als op de
taal werpt. Weer een andere groep wil
alleen de taal leren, tenvijl er ook veel
mensen zijn die onze uitzendingen zien
als een serie documentaires over China".
Topper
Als medewerker van de afdeling on
derzoek en coördinatie van Teleac-pro-
jecten dweept C. Sonnemans met 'Nï
Hao'. Amper zeven weken na de eerste
aflevering van de cursus durft hij die nu
al te betitelen als een onvervalste topper.
„Bij ons komen onvoorstelbaar veel
brieven en telefoontjes binnen." Ik heb
zelfs een man van 85 aan de lijn gehad,
die heeft zich opgegeven. De motieven
door Saskia Stoelinga en Gerard van Putten
om de cursus te volgen blijken van uit
eenlopende aard. De een blijkt gefixeerd
op de taal, de ander vindt het een intel
lectuele uitdaging".
Maar Els Griffioen heeft ook een brief
gelezen van iemand, wiens hobby het
maken van vliegers is. In China is het
fabriceren van papieren bogen een cul
tuur op zich. Stapels boeken zijn er in
dat land verschenen over dat onder
werp. De man is heilig van plan enkele
van die standaardwerken aan te schaf
fen, zodra hij de Chinese karakters kan
ontcijferen. Want perfectionist als hij bij
het botvieren van z'n liefhebberij is, is
hem er alles aan gelegen om minimaal
een handvol Chinese wijsheden over
vliegers en draken in de Nederlandse
praktijk te brengen. Het 'gezicht van Nï
Hao' schermt ook met schriftelijke reac
ties uit Australië, Indonesië en Japan.
„Van mensen die bijvoorbeeld een arti
kel over onze cursus hadden gelezen in
i editie van de NRC".
„Maar", benadrukt Teleac-medewer-
ker Sonnemans, „de meest herkenbare
groep cursisten wordt toch wel gevormd
door de mensen die van Chinese af
komst zijn. Door de Wongs, de Tans en
noem maar op, door de afstammelingen
van Chinezen die ooit naar Indonesië en
Suriname zijn getrokken en die nu wat
meer willen weten over de taal en cul
tuur van het land van de stamvader. On
ze verwachtingen zijn verre overtroffen
door de hoeveelheid aanmeldingen. Elf
duizend mensen hebben zich laten in
schrijven. Even ter vergelijking: aan de
cursus Engels voor gevorderden hebben
5600 personen deelgenomen. Aan de
cursus Russisch evenveel mensen. Re
kening houdend met een vermenigvul
digingsfactor van 1,2, omdat we uit erva
ring weten dat er dikwijls meer leden
van een gezin aan een cursus meedoen,
zijn er 15.000 mensen die althans probe
ren enigszins vertrouwd te raken met de
Chinese cultuur en taal. Een wonder
baarlijk aantal, waarover wij ons nog da
gelijks verbazen".
Wat niet vreemd is, want gedurende
tal van jaren hebben met name de leden
van Teleacs programmaraad hardop hun
twijfel uitgesproken over de zin om voor
radio en televisie onderwijs in Chinese
taal en cultuur te geven. Sonnemans:
„In feite leeft de cursus al sinds 1965.
Twee jaar na de oprichting van de stich
ting kwam de vroegere tv-regisseur Erik
de Vries als lid van de programmaraad al
met het idee een dergelijke cursus te be
ginnen. Maar pas in 1975 lag er een op
papier uitgewerkt voorstel op tafel. De
andere leden van de programmaraad za
gen het plan van De Vries niet zitten. Ze
hebben de cursus steeds tegengehou
den, volgens hen lagen er andere priori
teiten. En ook nadat het voorstel was in
gediend, konden de dames en heren zich
niet voorstellen dat er belangstelling zou
bestaan voor een cursus Chinees".
De resultaten van een in 1978 gehou
den onderzoek onder het publiek gaven
de leden van de programmaraad alle
aanleiding om hun meningen by te stel
len. De peiling wees destijds uit dat er
een doelgroep van minimaal 6000 perso
nen bestond. Al met al heeft het nog tot
1982 geduurd, voordat werd begonnen
met de voorbereiding van de cursus zo
als die nu op radio (in totaal 26 afleverin
gen) en televisie wordt uitgezonden.
Sonnemans: „Het geheel is opgezet in
nauwe samenwerking met Harry Floor
van de Vriendschapsvereniging Neder-
land-China en met het Sinologisch Insti
tuut van de Leidse universiteit".
Floor tekende voor het culturele as
pect van de cursus. Van zijn hand ver
scheen het lesboek waarin de geschiede
nis, de cultuur en de hedendaagse maat
schappij van China worden behandeld.
Han Yunhong, sedert 1968 als docent
Chinees verbonden aan het Sinologisch
Instituut in Leiden en bij de regelmatige
volgers van 'Nï Hao' inmiddels bekend
als de man die zo fraai de Chinese karak
ters weet te penselen, schreef het taal
boek. „Teleac heeft my een jaar of drie
geleden gevraagd het taaionderdeel te
verzorgen, maar ik heb besloten om dat
niet alleen te doen. Ik heb de heer Hu
Sho-si aangezocht als medeschrijver. Ik
vind namelijk datje een klankbord moet
hebben. Natuurlijk kun je jezelf wel in
een of andere kamer opsluiten en dan
zo'n boek samenstellen. Maar met de
echo's van iemand anders kom je dik
wijls tot een beter resultaat. In dit geval
is dat overigens pas na vier keer her
schrijven tot stand gekomen".
Han en zijn studente Griffioen („mijn
kennis van het Chinees heb ik van me
neer Han") hebben alle 13 afleveringen
vooraf bekeken op inhoud en op eigen
presentatie. Ze zijn tevreden met het
produkt, zoals dat de kijkers nu weke
lijks wordt aangeboden. „Zouden we dat
niet zijn geweest, we hadden onze naam
er niet eens aan gegeven", verklaart Els
Griffioen zelfverzekerd. „Maar in de per
soon van meneer Han kon worden be
schikt over de beste kalligraaf van Chi
nese karakters, die er in heel Europa
rondloopt. Dan moet het wel goed
Misverstand
Niettemin wilde het in de voorberei
dingsperiode nog wel eens botsen tus
sen de mediaspecialisten en de taaldes
kundigen. Vergadering volgde op verga
dering, waar ieder z'n eigen stellingen
betrok. „Communicatiestoornissen,
misverstanden, ze zijn er geweest", ver
telt Han. „Wij dachten vooral aan de in
houd van de lessen, de mediamensen za
gen vooral het plaatje voor zich". Grif
fioen: „Uiteindelijk hebben we volledig
vertrouwd op de mediavisie van Ad
Krechting, als regisseur had hy uiteinde
lijk ook al ervaring opgedaan by de
Spaanse cursus 'Por Favor'. En het moet
gezegd: het is een zorgvuldig uitgewerkt
project geworden waaruit veel voorbe
reiding en teamwork spreekt. Eenmaal
bezig met de opnamen van de uitzendin
gen werden de cameramensen en de re
gisseur op een gegeven moment zo en
thousiast, dat ze in het Chinees begon
nen mee te tellen".
Het staat vast dat ook de leden van de
Chinese ambassade in Den Haag gere
geld kijken naar de tv-cursus. Op hun
voorspraak immers vertrekt Els Grif
fioen in gezelschap van Han „en nog eni
ge delegatieleden die zich verdienstelijk
hebben gemaakt voor het Chinees" op 4
april naar China. In een vroeger stadium
heeft datzelfde ambassadepersoneel alle
medewerking verleend om de tv-ploeg
in staat te stellen op de locaties Shang
hai en Hangzhou te filmen. „Er is voor 40
uur film geschoten", zegt het tweetal,
„daarvan is 6 uur gebruikt voor uitzen
ding".
Ezelsbrug
De beelden van het Chinese leven van
alledag illustreren het lesmateriaal dat
op basis van 340 karakters de cursist een
woordenschat van ruim 800 garandeert.
Onderwezen wordt het Putonghua, het
Mandarijn oftewel het Algemeen Be
schaafd Chinees. Om de Nederlandse
cursisten de voor hen vreemde klanken
van het Chinees bij te brengen, wordt
het Pinyin als ezelsbrug gebruikt. Het is
één van de vele transcriptiesystemen die
zijn uitgedacht om Chinese klanken in
Romeins alfabet te kunnen weergeven.
Els Griffioen: „Meer dan een eenvoudi
ge conversatie kun je met behulp van
800 woorden niet voeren. Maar dat hoeft
ook niet per se. Als de mensen maar be
grip krijgen van de Chinese taal. En we
hebben geprobeerd dat te bereiken door
het zo eenvoudig mogelijk te houden".
Opgegroeid in Hongkong weet Han
Yunhong uit ervaring dat het Chinees
50.000 karakters kent. Maar een middel
baar scholier kent er hooguit 3000, ie
mand met een universitaire opleiding
niet meer dan het dubbele. „Nieuwe
woorden worden gevormd met behulp
van bestaande karakters, samengesteld
uit verschillende plaatjes zeg maar. Een
leuk vdorbeeld: het begrip computer
wordt gekarakteriseerd als elektroni
sche hersenen. Chinees is voor een Ne
derlander een moeilijke taal, zoals het
Nederlands voor een Chinees een moei
lijke taal is. In 1968 ben ik naar Neder
land gekomen omdat ik hier een baan
kon krygen by het Sinologisch Insti
tuut. Aanvankelijk bediende ik me van
het Engels, iedereen vond dat prima.
Maar als je ergens langer bent, gaat men
toch van je verwachten datje de taal van
het land gaat spreken. Welnu, ik heb Ne
derlands leren spreken. Dus is het voor
een Nederlander die Chinees wil leren
spreken ook mogelyk om die taal onder
de knie te krygen. Wie mijn moedertaal
leert moet maar denken dat-ie zingt. Chi
nees is een toontaal, het is opmerkelijk
dat vooral de mensen met een muzikale
aanleg het zich makkelijk aanleren. En
karakters in het hoofd opnemen is ook
niet onmogelijk. De meeste mensen we
ten na enige oefening toch ook welke be
tekenissen verkeersborden hebben"...
Op de vraag of Nederlanders ooit in staat
zijn om Chinees te leren, zegt de decaan
van de Letterenfaculteit, professor W.L.
Idema, gekscherend: "Als één miljard
Chinezen het spreken, kan het niet
moeilijk wezen".
"Oh, wat flauw", roep hy er direct
achteraan, "want het is juist erg lastig.
En het kost veel tijd om het onder de
knie te krijgen. Je moet het ook leuk
blijven vinden, wanneer dit lang duurt.
Daarbij komt nog eens dat je je moet
openstellen voor een manier van denken
en leven, die heel anders is dan in onze
maatschappij. Voldoende afgeschrikt?"
Aan professor E. Zürcher, de directeur
van het Sinologisch Instituut in Leiden,
leggen we de vraag voor in hoeverre het
steeds opduikende verhaal dat de stu
dent die in Nederland Chinees leert zich
in China niet verstaanbaar zou. kunnen
maken, waar is. Hij blijkt dit gerucht nu
ook wel eens te willen ontzenuwen,
want het is volgens hem absoluut niet
"Aan de Leidse universiteit leert de
student het Pekingdialect. Deze taal
wordt op alle scholen in China onderwe
zen; ook in Taiwan. In Zuid-Oost China
bestaan er inderdaad een aantal dialec
ten, waarvan het Kantonees de grootste
reikwijdte heeft. Dit is voornamelijk een
handelstaal. Het lot wil nu dat de meeste
Chinezen die naar Nederland zijn geko
men deze taal spreken. Ja, wat zeggen de
buitenstaanders dan als zo'n student bij
de Chinees gaat eten en zich verstaan
baar wil maken: ha, hij kan er niets van".
"Let wel, het betreft hier alleen een
spreektaalbarrière. De schrijftaal is
overal gelijk. Op universiteiten, in be
drijven en in de wetenschap wordt ge
woon 'Peking' gesproken".
Zwerm
De decaan, die toevallig ook hoogle
raar is in de Chinese taal- en letterkunde,
kijkt zorgelijk als we het hebben over de
belangstelling voor de Chinese taal en
cultuur. De plotselinge groei in deze stu
dierichting is niet te verwerken. In sep
tember zouden zo'n 170 studenten in spe
aan de Leidse universiteit Chinees wil
len studeren. "Dat kan niet", zegt hij re
soluut, "hoe jammer ik het ook vind.
"Om allerlei redenen kunnen er niet
meer dan 90 belangstellenden worden
toegelaten".
Terwijl de Westerse talen met een te
rugloop te maken hebben, moeten de
vakgroepen Chinees en Japans voor het
eerst in de geschiedenis een toelatings
beperking aanvragen om de kwaliteit
van het onderwijs te waarborgen. De
hoogleraar-directeur Zürcher wil er
geen doekjes om winden, maar het heeft
de laatste jaren al genoeg moeite gekost
om de studie in vier jaar te proppen.
"Die twee-fasen-structuur is bij ons hard
aangekomen. Een adempauze is noodza
kelijk. Het kan zo niet langer, want ver
geet niet dat wy ook een dienstverlenen
de functie hebben. De zwerm belang
stellenden wordt elk jaar groter. Onze bi
bliotheek alleen al heeft een zeer grote
aantrekkingskracht op buitenlandse we
tenschappers".
Knelpunten
Leiden is de enige universiteit in Ne
derland, waar men zich kan bekwamen
in de sinologie. Het grootste probleem
voor de vakgroep op dit moment zijn
niet de financiën, zoals haast gebruike
lijk is bij de universiteit. Dit keer liggen
de knelpunten die een numerus fixus
aannemelijk moeten maken op het vlak
van ruimtegebrek en het ontbreken van
gekwalificeerd personeel.
Om by het laatste te beginnen. Gekwa
lificeerd personeel is volgens decaan
Idema moeilijk te krijgen. Chinezen met
een academische opleiding en een goede
onderwijservaring om de studenten de
taal te leren ('native speakers') zijn in
ons land met een lampje te zoeken. Ver
der is niet iedere afgestudeerde in staat
om als docent te fungeren. Tot zijn grote
spijt moet Idema ook bekennen dat het
bedrijfsleven betere salarissen biedt, zo
dat de keus tussen universiteit of een
werkkring daarbuiten door eventuele
sollicitanten snel is gemaakt.
Er hangt een gewijde sfeer in het, zon
der twijfel, mooiste gebouw van de Leid
se universiteit. De doorzichtige koepel
in de centrale hal laat de zonnestralen op
de hoofden van de bezoekers vallen. Aan
de tafels, die bezaaid liggen met 'onlees
bare' boeken, wordt koffie gedronken en
beschaafd geconverseerd. Dit gebouw
aan de Arsenaalstraat is het onderko
men van de vakgroepen talen en cultu
ren van China, Japan, Korea, Zuid- en
Centraal-Azië, Oud- en Middeliraans. Je
treft in dit bolwerk van wijsheid en cul
tuur net zoveel Aziatische als Westerse
gezichten.
Een groep studenten die de Chinese
karakters aan het bestuderen is, zit weg
gestopt in een klein zijkamertje. Idema
zei het al. Sinologie kampt met een
ruimtegebrek. Niet alleen de studenten
zijn daarvan de dupe, maar ook voor het
personeel zijn nauwelijks meer kamers
en de bibliotheek is veel te klein gewor
den. Hij schat dat binnen een jaar de
knelpunten zijn verholpen. "We moeten
even de tyd hebben om de organisatie
aan te passen. Voor het studiejaar '87/'88
zou de toelatingsbeperking dan weer
kunnen worden opgeheven".
Lovende verhalen
Idema, die zelf de Chinese belletrie on
der de aandacht van de Nederlanders
heeft gebracht, heeft geen exacte aan
wijzingen voor de toeloop. Hy noemt zo
wat mogelijke oorzaken. "Er is lange tyd
geroepen dat het in dit vak zo slecht ge
steld was met de werkgelegenheid. Nu
bijna geen enkele studierichting meer
zicht heeft op een schitterende baan,
kiezen mensen weer voor hun interes
ses". De lovende verhalen over zowel
China als Japan in kranten en tijdschrif
ten en de toenemende (handelscontac
ten tussen Nederland en Azië wekken
volgens Idema ook de belangstelling op.
"Iemand met een vooruitziende blik zou
Professor E. Zürcher (links) en dr. E. Vermeer van het Sinologisch Insti
tuut in Leiden. "De zwerm belangstellenden wordt elk jaar groter".
(foto Fred Rohde)
in deze ontwikkeling werkgelegenheid
kunnen zien. Geen gekke gedachte ove
rigens", merkt de decaan ook zelf op.
Echt slecht is het trouwens nooit ge
steld met de afgestudeerden. Idema
schat dat 75 procent binnen afzienbare
tyd aan de slag was. De overheid, met
name de ministeries van binnenlandse-,
buitenlandse- en economische zaken, en
het bedrijfsleven zyn de belangrijkste
werkgevers.
Dr. E.B. Vermeer, die zich bezighoudt
met de moderne geschiedenis en de
maatschappelijke ontwikkelingen in het
huidige China, is ervan overtuigd dat de
'managementvariant' aan die goede ar
beidsmarkt heeft bijgedragen. Om de
toekomst voor een student in de sinolo
gie zo aantrekkelijk mogelyk te maken
is in 1980 met deze afstudeerrichting be
gonnen. Na twee jaar kiest de helft van
de studenten voor deze mogelijkheid.
Het programma met veel praktijkgerich
te vakken wordt verzorgd door de juridi
sche faculteit, de interfaculteit bedrijfs
kunde en de vakgroep Chinese taal en
cultuur.
Op tijd
Die goede arbeidsmarkt is mede
reden voor de decaan om de numerus
fixus niet te lang te laten duren. "Kijk
naar de grote culturele uitstraling en de
geweldige invloed van Japan op ontwik
kelingen in de wereld. Datzelfde gaat
voor China gelden. Geen land heeft op
zo'n grote schaal zo'n spectaculair beleid
ingeslagen om daarna te kiezen voor iets
heel anders. En houdt in de gaten dat
een kwart van de wereldbevolking in dat
land leeft. Het lijkt my daarom van het
grootste belang, dat wy op tyd de des
kundigheid in huis hebben om een be
middelende functie te kunnen vervul
len", aldus de decaan die terloops nog
even wijst op de tegenwoordige gastvrij
heid van China en de grote belangstel
ling voor de reizen naar dit land; een
land dat nog maar een paar jaar geleden
geen prijs stelde op toeristen die op zoek
wilden gaan naar sporen van het verle
den. Zürcher merkt nog op dat met meer
studenten het bestand van afgestudeer
den er alleen maar beter op wordt
"Veel meer dan in een gewone studie
richting krygen de studenten hier nog
het gevoel een ontdekkingsreiziger te
zijn". Vermeer noemt het leren van de
taal en de cultuur de pijlers voor een re
delijk fundament. "Wy kunnen onze sa
menleving pas begrijpen als we ook met
andere vormen kennismaken".
Dit betekent dat de studenten een
strak studieprogramma moeten volgen.
Vermeer heeft het over een schools rit
me en waarschuwt ervoor dat je er bui
ten de studie nauwelijks nog iets by
kunt doen. "Een zware studie waarbij de
helft van de studenten voortijdig afvalt".
Obstakels
Het eerste obstakel zyn de karakters.
Die moeten er gewoon worden inge
stampt. Per week leer je er zo'n 40. Per
jaar 1000. Zürcher: "De Amerikanen
hebben allerlei methoden geprobeerd.
Het grote succes bleef echter uit. Wat
blijkt namelijk? Het visuele geheugen,
dat je zo nodig hebt voor het opslaan van
de karakters, is het meest ontwikkeld by
kinderen. Op je achttiende is dat al aar
dig aan het verkalken. Op je veertigste
hoef je er dus eigenlijk niet meer aan te
beginnen", aldus deze opwekkende me
dedeling van Zürcher, die ook hoogle
raar is in de levensbeschouwelijke as
pecten van China.
Het tweede obstakel is het klassieke
Chinees. Naast het moderne Chinees
heeft men deze taal, die pas in de jaren
twintig in onbruik is geraakt, nodig om
enige diepgang in de studie te krijgen.
Veel belangrijke boeken zijn in het ldas-
siek Chinees geschreven en ook in het
modern Chinees worden nog veel van
die oude uitdrukkingen gebezigd.
En als je dan weet dat in China deze
maand het werk is afgerond aan het
grootste woordenboek van de Chinese
taal dat ooit is samengesteld, vallen deze
eisen nog wel mee. Het woordenboek
bestaat maar liefst uit acht delen, bevat
56.000 trefwoorden en twintig miljoen
karakters. Behalve de betekenissen
geeft liet woordenboek ook de uitspra
ken en de verschillende vormen van de
Chinese karakters uit verschillende tij
den.
De geschiedenis en de cultuur vormen
het derde struikelblok. Volgens Ver
meer weet de gemiddelde student daar
van niets af. "De vooropleiding is op dit
punt zeer gebrekkig". Voordat de mees
ten voor een jaar afreizen naar de univer
siteit van Peking om het geleerde in de
praktijk te brengen moet er dus heel wat
kennis worden vergaard.
"Dit betekent ook", zegt Zürcher,
dat docenten op de hoogte moeten blij
ven van alle ontwikelingen. Tenminste,
wil de Leidse universiteit die voortrek
kersrol wat betreft het Chinees blijven
vervullen. Er moet meer tijd en ruimte
komen om onderzoek te doen", consta
teert hy onomwonden, "want anders
kunnen we de Chinezen met goed fat
soen niet meer ontvangen".
De gezichtsbepalende personen van de cursus Chinees, v.l.n.r. tolk Shi Huiye, lerares Els Griffioen, presentra-
trice Astrid Joosten en kalligraaf Han Yunhong. (foto Teieao