Chinees leren? Net doen of je zingt Leidse universiteit kan toeloop niet verwelken ZATERDAG 22 MAART 1986 EXTRA PAGINA 29 Nederlanders mogen dan bekend staan als de Chinezen van Europa, tot voor kort hadden we niet veel meer raakvlakken met dat omvangrijke volk dan de spreekwoordelijke koopmansgeest. Daar lijkt verandering in te komen. Waar Peking tijdens Mao's culturele revolutie de externe betrekkingen streng filterde krachtens een strak doorgevoerde isolementspolitiek, daar kan communistisch China thans als vakantiebestemming in het reisprogramma van menig touroperator worden aangetroffen. En hand in hand met die ontwikkeling groeit hier te lande de behoefte om kennis te nemen van de cultuur en de taal. Zozeer zelfs, dat het Sinologisch Instituut van de Leidse universiteit de hoeveelheid studie-aanmeldingen op zeker ogenblik niet meer kon verwerken en moest vluchten in een numerus fixus. Bij de stichting Teleac werd gedurende tal van jaren hardop de vraag gesteld of het wel zin had een serie lessen over China en de taal van dat land op radiomicrofoon en tv-camera los te laten. In werkelijkheid gaat het zo goed met de gecombineerde radio- en televisiecursus 'Ni Hao', dat binnen de educatieve omroep nu wordt gesproken over een onvervalste topper. „Er nemen 11.000 mensen aan deel, we verbazen ons dagelijks over dat wonderbaarlijke aantal". De trouwe tv-kijker weet sinds een week of zeven dat de visuele begeleiding van de Teleac-cursus Chinese cultuur en taal meer inhoudt dan een dorre opsomming van woordjes, die pas na veel oefening vonder haperingen aan de westerse mond willen ontsnappen. Bovenal gunt de 13-delige program maserie 'Nf Hao' een ieder die daar prijs op stelt een bescheiden inkijk in de Chi nese samenleving waan'an geheel naar 's lands wijs zoveel verborgen bleef ach ter de kilometerslange Chinese Muur. Onder meer werd al uitleg gegeven over het hedendaagse schoolsysteem in com munistisch China, dat de leerlingen thans méér schijnt te bieden dan de les sen die ten tijde van de culturele revolu tie dwingend werden voorgeschreven. Of zoals één van de vele, op locatie geïn terviewden het in les 6 uitdrukte: op een Engelse les wordt niet langer volstaan met het opdreunen van Mao's leuzen in Engelse vertaling. Onderwijs derhalve tegen een docu mentair decor. Bewust is gekozen voor die aanpak. „Om ook de matig geïnteres seerde leek te bereiken. Om ook die dui delijk te maken hoe boeiend de cultuur en taal van China wel is". De toelichting wordt verstrekt door Els Grirfioen, met VARA-omroepster Astrid Joosten de presentatrice van de tv-cursus en in het dagelijks leven einde- jaars studente sinologie in Leiden. De formule blijkt aan te slaan: niet alleen voor de 11.000 kopers van het cursus pakket klinkt 'Nï Hao' inmiddels net zo vertrouwd als 'hoe maakt u het'. De kijk cijfers duiden op een veelvoudig aantal volgers van deze programmareeks. De NOS meet per uitzending een kijkdicht heid van 150.000; de waarderingscijfers schommelen tussen de 75 en 85. „Dat is erg hoog, temeer omdat we op niet al te gunstige tijdstippen uitzen den", zegt Teleac-woordvoerder M. van Heijst. „Maar we hebben dan ook alles in het werk gesteld om een programma pakket samen te stellen dat voor veel mensen aantrekkelijk is", stelt presenta trice Griffioen. „Op grond van de reac ties die we hebben gekregen, kan de groep geïnteresseerden in deze gecom bineerde cultuur- en taalcursus in vier groepen worden uitgesplitst. Er is een percentage dat zich uitsluitend verdiept in de Chinese cultuur. Dan is er een deel dat zich zowel op de cultuur als op de taal werpt. Weer een andere groep wil alleen de taal leren, tenvijl er ook veel mensen zijn die onze uitzendingen zien als een serie documentaires over China". Topper Als medewerker van de afdeling on derzoek en coördinatie van Teleac-pro- jecten dweept C. Sonnemans met 'Nï Hao'. Amper zeven weken na de eerste aflevering van de cursus durft hij die nu al te betitelen als een onvervalste topper. „Bij ons komen onvoorstelbaar veel brieven en telefoontjes binnen." Ik heb zelfs een man van 85 aan de lijn gehad, die heeft zich opgegeven. De motieven door Saskia Stoelinga en Gerard van Putten om de cursus te volgen blijken van uit eenlopende aard. De een blijkt gefixeerd op de taal, de ander vindt het een intel lectuele uitdaging". Maar Els Griffioen heeft ook een brief gelezen van iemand, wiens hobby het maken van vliegers is. In China is het fabriceren van papieren bogen een cul tuur op zich. Stapels boeken zijn er in dat land verschenen over dat onder werp. De man is heilig van plan enkele van die standaardwerken aan te schaf fen, zodra hij de Chinese karakters kan ontcijferen. Want perfectionist als hij bij het botvieren van z'n liefhebberij is, is hem er alles aan gelegen om minimaal een handvol Chinese wijsheden over vliegers en draken in de Nederlandse praktijk te brengen. Het 'gezicht van Nï Hao' schermt ook met schriftelijke reac ties uit Australië, Indonesië en Japan. „Van mensen die bijvoorbeeld een arti kel over onze cursus hadden gelezen in i editie van de NRC". „Maar", benadrukt Teleac-medewer- ker Sonnemans, „de meest herkenbare groep cursisten wordt toch wel gevormd door de mensen die van Chinese af komst zijn. Door de Wongs, de Tans en noem maar op, door de afstammelingen van Chinezen die ooit naar Indonesië en Suriname zijn getrokken en die nu wat meer willen weten over de taal en cul tuur van het land van de stamvader. On ze verwachtingen zijn verre overtroffen door de hoeveelheid aanmeldingen. Elf duizend mensen hebben zich laten in schrijven. Even ter vergelijking: aan de cursus Engels voor gevorderden hebben 5600 personen deelgenomen. Aan de cursus Russisch evenveel mensen. Re kening houdend met een vermenigvul digingsfactor van 1,2, omdat we uit erva ring weten dat er dikwijls meer leden van een gezin aan een cursus meedoen, zijn er 15.000 mensen die althans probe ren enigszins vertrouwd te raken met de Chinese cultuur en taal. Een wonder baarlijk aantal, waarover wij ons nog da gelijks verbazen". Wat niet vreemd is, want gedurende tal van jaren hebben met name de leden van Teleacs programmaraad hardop hun twijfel uitgesproken over de zin om voor radio en televisie onderwijs in Chinese taal en cultuur te geven. Sonnemans: „In feite leeft de cursus al sinds 1965. Twee jaar na de oprichting van de stich ting kwam de vroegere tv-regisseur Erik de Vries als lid van de programmaraad al met het idee een dergelijke cursus te be ginnen. Maar pas in 1975 lag er een op papier uitgewerkt voorstel op tafel. De andere leden van de programmaraad za gen het plan van De Vries niet zitten. Ze hebben de cursus steeds tegengehou den, volgens hen lagen er andere priori teiten. En ook nadat het voorstel was in gediend, konden de dames en heren zich niet voorstellen dat er belangstelling zou bestaan voor een cursus Chinees". De resultaten van een in 1978 gehou den onderzoek onder het publiek gaven de leden van de programmaraad alle aanleiding om hun meningen by te stel len. De peiling wees destijds uit dat er een doelgroep van minimaal 6000 perso nen bestond. Al met al heeft het nog tot 1982 geduurd, voordat werd begonnen met de voorbereiding van de cursus zo als die nu op radio (in totaal 26 afleverin gen) en televisie wordt uitgezonden. Sonnemans: „Het geheel is opgezet in nauwe samenwerking met Harry Floor van de Vriendschapsvereniging Neder- land-China en met het Sinologisch Insti tuut van de Leidse universiteit". Floor tekende voor het culturele as pect van de cursus. Van zijn hand ver scheen het lesboek waarin de geschiede nis, de cultuur en de hedendaagse maat schappij van China worden behandeld. Han Yunhong, sedert 1968 als docent Chinees verbonden aan het Sinologisch Instituut in Leiden en bij de regelmatige volgers van 'Nï Hao' inmiddels bekend als de man die zo fraai de Chinese karak ters weet te penselen, schreef het taal boek. „Teleac heeft my een jaar of drie geleden gevraagd het taaionderdeel te verzorgen, maar ik heb besloten om dat niet alleen te doen. Ik heb de heer Hu Sho-si aangezocht als medeschrijver. Ik vind namelijk datje een klankbord moet hebben. Natuurlijk kun je jezelf wel in een of andere kamer opsluiten en dan zo'n boek samenstellen. Maar met de echo's van iemand anders kom je dik wijls tot een beter resultaat. In dit geval is dat overigens pas na vier keer her schrijven tot stand gekomen". Han en zijn studente Griffioen („mijn kennis van het Chinees heb ik van me neer Han") hebben alle 13 afleveringen vooraf bekeken op inhoud en op eigen presentatie. Ze zijn tevreden met het produkt, zoals dat de kijkers nu weke lijks wordt aangeboden. „Zouden we dat niet zijn geweest, we hadden onze naam er niet eens aan gegeven", verklaart Els Griffioen zelfverzekerd. „Maar in de per soon van meneer Han kon worden be schikt over de beste kalligraaf van Chi nese karakters, die er in heel Europa rondloopt. Dan moet het wel goed Misverstand Niettemin wilde het in de voorberei dingsperiode nog wel eens botsen tus sen de mediaspecialisten en de taaldes kundigen. Vergadering volgde op verga dering, waar ieder z'n eigen stellingen betrok. „Communicatiestoornissen, misverstanden, ze zijn er geweest", ver telt Han. „Wij dachten vooral aan de in houd van de lessen, de mediamensen za gen vooral het plaatje voor zich". Grif fioen: „Uiteindelijk hebben we volledig vertrouwd op de mediavisie van Ad Krechting, als regisseur had hy uiteinde lijk ook al ervaring opgedaan by de Spaanse cursus 'Por Favor'. En het moet gezegd: het is een zorgvuldig uitgewerkt project geworden waaruit veel voorbe reiding en teamwork spreekt. Eenmaal bezig met de opnamen van de uitzendin gen werden de cameramensen en de re gisseur op een gegeven moment zo en thousiast, dat ze in het Chinees begon nen mee te tellen". Het staat vast dat ook de leden van de Chinese ambassade in Den Haag gere geld kijken naar de tv-cursus. Op hun voorspraak immers vertrekt Els Grif fioen in gezelschap van Han „en nog eni ge delegatieleden die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor het Chinees" op 4 april naar China. In een vroeger stadium heeft datzelfde ambassadepersoneel alle medewerking verleend om de tv-ploeg in staat te stellen op de locaties Shang hai en Hangzhou te filmen. „Er is voor 40 uur film geschoten", zegt het tweetal, „daarvan is 6 uur gebruikt voor uitzen ding". Ezelsbrug De beelden van het Chinese leven van alledag illustreren het lesmateriaal dat op basis van 340 karakters de cursist een woordenschat van ruim 800 garandeert. Onderwezen wordt het Putonghua, het Mandarijn oftewel het Algemeen Be schaafd Chinees. Om de Nederlandse cursisten de voor hen vreemde klanken van het Chinees bij te brengen, wordt het Pinyin als ezelsbrug gebruikt. Het is één van de vele transcriptiesystemen die zijn uitgedacht om Chinese klanken in Romeins alfabet te kunnen weergeven. Els Griffioen: „Meer dan een eenvoudi ge conversatie kun je met behulp van 800 woorden niet voeren. Maar dat hoeft ook niet per se. Als de mensen maar be grip krijgen van de Chinese taal. En we hebben geprobeerd dat te bereiken door het zo eenvoudig mogelijk te houden". Opgegroeid in Hongkong weet Han Yunhong uit ervaring dat het Chinees 50.000 karakters kent. Maar een middel baar scholier kent er hooguit 3000, ie mand met een universitaire opleiding niet meer dan het dubbele. „Nieuwe woorden worden gevormd met behulp van bestaande karakters, samengesteld uit verschillende plaatjes zeg maar. Een leuk vdorbeeld: het begrip computer wordt gekarakteriseerd als elektroni sche hersenen. Chinees is voor een Ne derlander een moeilijke taal, zoals het Nederlands voor een Chinees een moei lijke taal is. In 1968 ben ik naar Neder land gekomen omdat ik hier een baan kon krygen by het Sinologisch Insti tuut. Aanvankelijk bediende ik me van het Engels, iedereen vond dat prima. Maar als je ergens langer bent, gaat men toch van je verwachten datje de taal van het land gaat spreken. Welnu, ik heb Ne derlands leren spreken. Dus is het voor een Nederlander die Chinees wil leren spreken ook mogelyk om die taal onder de knie te krygen. Wie mijn moedertaal leert moet maar denken dat-ie zingt. Chi nees is een toontaal, het is opmerkelijk dat vooral de mensen met een muzikale aanleg het zich makkelijk aanleren. En karakters in het hoofd opnemen is ook niet onmogelijk. De meeste mensen we ten na enige oefening toch ook welke be tekenissen verkeersborden hebben"... Op de vraag of Nederlanders ooit in staat zijn om Chinees te leren, zegt de decaan van de Letterenfaculteit, professor W.L. Idema, gekscherend: "Als één miljard Chinezen het spreken, kan het niet moeilijk wezen". "Oh, wat flauw", roep hy er direct achteraan, "want het is juist erg lastig. En het kost veel tijd om het onder de knie te krijgen. Je moet het ook leuk blijven vinden, wanneer dit lang duurt. Daarbij komt nog eens dat je je moet openstellen voor een manier van denken en leven, die heel anders is dan in onze maatschappij. Voldoende afgeschrikt?" Aan professor E. Zürcher, de directeur van het Sinologisch Instituut in Leiden, leggen we de vraag voor in hoeverre het steeds opduikende verhaal dat de stu dent die in Nederland Chinees leert zich in China niet verstaanbaar zou. kunnen maken, waar is. Hij blijkt dit gerucht nu ook wel eens te willen ontzenuwen, want het is volgens hem absoluut niet "Aan de Leidse universiteit leert de student het Pekingdialect. Deze taal wordt op alle scholen in China onderwe zen; ook in Taiwan. In Zuid-Oost China bestaan er inderdaad een aantal dialec ten, waarvan het Kantonees de grootste reikwijdte heeft. Dit is voornamelijk een handelstaal. Het lot wil nu dat de meeste Chinezen die naar Nederland zijn geko men deze taal spreken. Ja, wat zeggen de buitenstaanders dan als zo'n student bij de Chinees gaat eten en zich verstaan baar wil maken: ha, hij kan er niets van". "Let wel, het betreft hier alleen een spreektaalbarrière. De schrijftaal is overal gelijk. Op universiteiten, in be drijven en in de wetenschap wordt ge woon 'Peking' gesproken". Zwerm De decaan, die toevallig ook hoogle raar is in de Chinese taal- en letterkunde, kijkt zorgelijk als we het hebben over de belangstelling voor de Chinese taal en cultuur. De plotselinge groei in deze stu dierichting is niet te verwerken. In sep tember zouden zo'n 170 studenten in spe aan de Leidse universiteit Chinees wil len studeren. "Dat kan niet", zegt hij re soluut, "hoe jammer ik het ook vind. "Om allerlei redenen kunnen er niet meer dan 90 belangstellenden worden toegelaten". Terwijl de Westerse talen met een te rugloop te maken hebben, moeten de vakgroepen Chinees en Japans voor het eerst in de geschiedenis een toelatings beperking aanvragen om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen. De hoogleraar-directeur Zürcher wil er geen doekjes om winden, maar het heeft de laatste jaren al genoeg moeite gekost om de studie in vier jaar te proppen. "Die twee-fasen-structuur is bij ons hard aangekomen. Een adempauze is noodza kelijk. Het kan zo niet langer, want ver geet niet dat wy ook een dienstverlenen de functie hebben. De zwerm belang stellenden wordt elk jaar groter. Onze bi bliotheek alleen al heeft een zeer grote aantrekkingskracht op buitenlandse we tenschappers". Knelpunten Leiden is de enige universiteit in Ne derland, waar men zich kan bekwamen in de sinologie. Het grootste probleem voor de vakgroep op dit moment zijn niet de financiën, zoals haast gebruike lijk is bij de universiteit. Dit keer liggen de knelpunten die een numerus fixus aannemelijk moeten maken op het vlak van ruimtegebrek en het ontbreken van gekwalificeerd personeel. Om by het laatste te beginnen. Gekwa lificeerd personeel is volgens decaan Idema moeilijk te krijgen. Chinezen met een academische opleiding en een goede onderwijservaring om de studenten de taal te leren ('native speakers') zijn in ons land met een lampje te zoeken. Ver der is niet iedere afgestudeerde in staat om als docent te fungeren. Tot zijn grote spijt moet Idema ook bekennen dat het bedrijfsleven betere salarissen biedt, zo dat de keus tussen universiteit of een werkkring daarbuiten door eventuele sollicitanten snel is gemaakt. Er hangt een gewijde sfeer in het, zon der twijfel, mooiste gebouw van de Leid se universiteit. De doorzichtige koepel in de centrale hal laat de zonnestralen op de hoofden van de bezoekers vallen. Aan de tafels, die bezaaid liggen met 'onlees bare' boeken, wordt koffie gedronken en beschaafd geconverseerd. Dit gebouw aan de Arsenaalstraat is het onderko men van de vakgroepen talen en cultu ren van China, Japan, Korea, Zuid- en Centraal-Azië, Oud- en Middeliraans. Je treft in dit bolwerk van wijsheid en cul tuur net zoveel Aziatische als Westerse gezichten. Een groep studenten die de Chinese karakters aan het bestuderen is, zit weg gestopt in een klein zijkamertje. Idema zei het al. Sinologie kampt met een ruimtegebrek. Niet alleen de studenten zijn daarvan de dupe, maar ook voor het personeel zijn nauwelijks meer kamers en de bibliotheek is veel te klein gewor den. Hij schat dat binnen een jaar de knelpunten zijn verholpen. "We moeten even de tyd hebben om de organisatie aan te passen. Voor het studiejaar '87/'88 zou de toelatingsbeperking dan weer kunnen worden opgeheven". Lovende verhalen Idema, die zelf de Chinese belletrie on der de aandacht van de Nederlanders heeft gebracht, heeft geen exacte aan wijzingen voor de toeloop. Hy noemt zo wat mogelijke oorzaken. "Er is lange tyd geroepen dat het in dit vak zo slecht ge steld was met de werkgelegenheid. Nu bijna geen enkele studierichting meer zicht heeft op een schitterende baan, kiezen mensen weer voor hun interes ses". De lovende verhalen over zowel China als Japan in kranten en tijdschrif ten en de toenemende (handelscontac ten tussen Nederland en Azië wekken volgens Idema ook de belangstelling op. "Iemand met een vooruitziende blik zou Professor E. Zürcher (links) en dr. E. Vermeer van het Sinologisch Insti tuut in Leiden. "De zwerm belangstellenden wordt elk jaar groter". (foto Fred Rohde) in deze ontwikkeling werkgelegenheid kunnen zien. Geen gekke gedachte ove rigens", merkt de decaan ook zelf op. Echt slecht is het trouwens nooit ge steld met de afgestudeerden. Idema schat dat 75 procent binnen afzienbare tyd aan de slag was. De overheid, met name de ministeries van binnenlandse-, buitenlandse- en economische zaken, en het bedrijfsleven zyn de belangrijkste werkgevers. Dr. E.B. Vermeer, die zich bezighoudt met de moderne geschiedenis en de maatschappelijke ontwikkelingen in het huidige China, is ervan overtuigd dat de 'managementvariant' aan die goede ar beidsmarkt heeft bijgedragen. Om de toekomst voor een student in de sinolo gie zo aantrekkelijk mogelyk te maken is in 1980 met deze afstudeerrichting be gonnen. Na twee jaar kiest de helft van de studenten voor deze mogelijkheid. Het programma met veel praktijkgerich te vakken wordt verzorgd door de juridi sche faculteit, de interfaculteit bedrijfs kunde en de vakgroep Chinese taal en cultuur. Op tijd Die goede arbeidsmarkt is mede reden voor de decaan om de numerus fixus niet te lang te laten duren. "Kijk naar de grote culturele uitstraling en de geweldige invloed van Japan op ontwik kelingen in de wereld. Datzelfde gaat voor China gelden. Geen land heeft op zo'n grote schaal zo'n spectaculair beleid ingeslagen om daarna te kiezen voor iets heel anders. En houdt in de gaten dat een kwart van de wereldbevolking in dat land leeft. Het lijkt my daarom van het grootste belang, dat wy op tyd de des kundigheid in huis hebben om een be middelende functie te kunnen vervul len", aldus de decaan die terloops nog even wijst op de tegenwoordige gastvrij heid van China en de grote belangstel ling voor de reizen naar dit land; een land dat nog maar een paar jaar geleden geen prijs stelde op toeristen die op zoek wilden gaan naar sporen van het verle den. Zürcher merkt nog op dat met meer studenten het bestand van afgestudeer den er alleen maar beter op wordt "Veel meer dan in een gewone studie richting krygen de studenten hier nog het gevoel een ontdekkingsreiziger te zijn". Vermeer noemt het leren van de taal en de cultuur de pijlers voor een re delijk fundament. "Wy kunnen onze sa menleving pas begrijpen als we ook met andere vormen kennismaken". Dit betekent dat de studenten een strak studieprogramma moeten volgen. Vermeer heeft het over een schools rit me en waarschuwt ervoor dat je er bui ten de studie nauwelijks nog iets by kunt doen. "Een zware studie waarbij de helft van de studenten voortijdig afvalt". Obstakels Het eerste obstakel zyn de karakters. Die moeten er gewoon worden inge stampt. Per week leer je er zo'n 40. Per jaar 1000. Zürcher: "De Amerikanen hebben allerlei methoden geprobeerd. Het grote succes bleef echter uit. Wat blijkt namelijk? Het visuele geheugen, dat je zo nodig hebt voor het opslaan van de karakters, is het meest ontwikkeld by kinderen. Op je achttiende is dat al aar dig aan het verkalken. Op je veertigste hoef je er dus eigenlijk niet meer aan te beginnen", aldus deze opwekkende me dedeling van Zürcher, die ook hoogle raar is in de levensbeschouwelijke as pecten van China. Het tweede obstakel is het klassieke Chinees. Naast het moderne Chinees heeft men deze taal, die pas in de jaren twintig in onbruik is geraakt, nodig om enige diepgang in de studie te krijgen. Veel belangrijke boeken zijn in het ldas- siek Chinees geschreven en ook in het modern Chinees worden nog veel van die oude uitdrukkingen gebezigd. En als je dan weet dat in China deze maand het werk is afgerond aan het grootste woordenboek van de Chinese taal dat ooit is samengesteld, vallen deze eisen nog wel mee. Het woordenboek bestaat maar liefst uit acht delen, bevat 56.000 trefwoorden en twintig miljoen karakters. Behalve de betekenissen geeft liet woordenboek ook de uitspra ken en de verschillende vormen van de Chinese karakters uit verschillende tij den. De geschiedenis en de cultuur vormen het derde struikelblok. Volgens Ver meer weet de gemiddelde student daar van niets af. "De vooropleiding is op dit punt zeer gebrekkig". Voordat de mees ten voor een jaar afreizen naar de univer siteit van Peking om het geleerde in de praktijk te brengen moet er dus heel wat kennis worden vergaard. "Dit betekent ook", zegt Zürcher, dat docenten op de hoogte moeten blij ven van alle ontwikelingen. Tenminste, wil de Leidse universiteit die voortrek kersrol wat betreft het Chinees blijven vervullen. Er moet meer tijd en ruimte komen om onderzoek te doen", consta teert hy onomwonden, "want anders kunnen we de Chinezen met goed fat soen niet meer ontvangen". De gezichtsbepalende personen van de cursus Chinees, v.l.n.r. tolk Shi Huiye, lerares Els Griffioen, presentra- trice Astrid Joosten en kalligraaf Han Yunhong. (foto Teieao

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 29