Jeuk of niet, het pruikje blijft zitten Markt bungalowparken verzadigd Hogerhuis DONDERDAG 20 MAART 1986 EXTRA PAGINA 21 Zouden ze tot de doodstraf worden veroordeeld, dan hebben ze het recht met een zijden strop te worden opgehangen. Het Britse Hogerhuis - het enige wetgevende college ter wereld dat een groot deel van zijn leden selecteert op grond van een erfelijke titel - berst van de tradities die terugvoeren tot de Middeleeuwen. „Het Britse Buiten-Mongolië voor gepensioneerde politici", zo waagde iemand dit onverwoestbare bolwerk eens te noemen. Een sfeertekening van onze Londense correspondent Henk Dam. door Henk Dam Elke Lord heeft in de garderobe zijn eigen koperen haakje, (foto-s gpdi Toen Lord Shinwell geboren werd, had de Britse koningin Victoria nog 17 jaar te gaan, was Gandhi een jon gen van 15, en was Karl Marx net een jaar dood. Nu is deze lord 101 jaar oud en hij is nog steeds politiek actief in de enige plaats waar je je dat kunt voorstellen: het Britse Ho gerhuis. Zelfs voor het Hogerhuis is 101 jaar I (een wereldrecord voor politici?) wel buitengewoon oud, maar men vindt er ook nog heel wat krasse negentigers die met hun speeches soms zelfs het land in opschudding brengen. Zo is daar Lord Stockton, alias oud-premier Harold MacMillan (91). Nog maar ettelijke weken geleden haalde hij de voorpagina's van alle Brit se kranten met een rede waarin hij pre mier Thatchers economische politiek fi naal afbrandde. Zijn oordeel over de ma nier waarop zij staatsbedrijven van de hand doet, „het verkopen van het fami liezilver", is nu een gevleugelde uitdruk king in de Britse politiek. Oude mannen Trouwens, Lord Shinwell zelf is ook niet uit te vlakken. Hij vraagt in het „House of Lords" nog altijd geregeld het woord, en wie zorgde ervoor als een der eersten in de roodlederen bankjes te zit ten toen begin dit jaar de tv-camera's voor het eerst werden toegelaten, en er dus plaatsgebrek dreigde te ontstaan? Juist ja. Er zitten veel oude mannen (en enkele tientallen oude vrouwen) in het Hoger huis. Logisch natuurlijk, omdat een aan zienlijk aantal van de meest actieve le den van dit huis hun zetel hebben ver diend op grond van een na een arbeid zaam leven verkregen adellijke titel. Een zitting van het Hogerhuis heeft mede dank zij die hoge gemiddelde leef tijd zijn zeer eigen kanten. Het overkomt de toevallige bezoeker die boven, op de Strangers'Gallery^ mag zitten, maar zel den dat hij beneden in de zaal niet min stens een half dozijn stevig slapende (of op z'n minst intens geconcentreerd na denkende) Hogerhuisleden kan tellen. Onder hen bevindt zich ook nogal eens de man die het meest in het oog valt, de midden in de zaal zetelende „Lord Chancellor", zoiets als de voorzit ter van het Hogerhuis, een baan die thans wordt bekleed door de zeer excen trieke baron Hailsham van St. Marylebo- ne (78). De Lord Chancellor heeft per traditie een grijze krullenpruik op zijn hoofd, is gekleed in 18e eeuws aandoende zwarte kledij (inclusief prachtige lakschoenen met gesp), en zit niet in een bankje maar op de „wolzak", een rode, groot soort poef waarin zich wol uit alle landen van het Gemenebest bevindt. Jeuk De huidige Lord Chancellor heeft nog al eens jeuk aan zijn hoofd (een kwelling als je een pruik op hebt), valt een enkele keer weg (dan denkt hij dus heel diep na) en mag zich, als hij weer wakker is, graag bezighouden met het binnens monds mompelen van commentaar op de lord die op dat moment spreekt. Naarmate hij ouder wordt, doet hij dat laatste steeds luider, en de laatste be richten willen dat niet alleen de vlakbij hem zittende liberalen, maar ook de eni ge bankjes verderop zittende conserva tieve lords en ladies hem nu zijn kwalifi caties als absolute rot (absoltute onzin) of bloody fooi' (grote idioot) kunnen ho ren brommen. Dat de Lord Chancellor zo archaïsch gekleed gaat en op zo'n rare poef zit, is een van de tradities van het Hogerhuis, een plaats die daar toch al stijf van staat. Zo zal niemand het wagen tussen de Lord Chancellor en de spreker van het moment te lopen, omdat de traditie dat verbiedt. Hogerhuisleden die de vergaderzaal binnenlopen, maken altijd even een stijf buiginkje naar een bij de troon opgehan gen lap stof, de „cloth of estate", en op de trappen van die troon (die zich achter de Lord Chancellor bevindt) mogen mensen zitten, maar alleen als zij ooit een adellijke titel van hun vader, en dus het lidmaatschap van het Hogerhuis, zullen erven. Dat soort mores dus, een band met het verleden die werkelijk tot in het absurde wordt doorgevoerd. Zo geldt er nog steeds een wet die voorschrijft dat een lid van het Hogerhuis alleen door zijn mede-Hogerhuisleden tot de doodstraf kan worden veroordeeld. Nu bestaat de doodstraf in Engeland niet meer, maar als die opnieuw zou worden ingevoerd en als daaraan een lord door zijn collega's schuldig zou worden bevonden, dan heeft deze het recht om aan een zijden strop te worden opgehangen. Middeleeuwen Veel van die tradities gaan terug tot de Middeleeuwen, hebben alle relevantie verloren maar zijn niettemin blijven be staan. Iets dergelijks geldt voor het Ho gerhuis zelf, het enige wetgevende colle ge ter wereld dat een groot deel van zijn leden selecteert op grond van een erfelij ke titel. Op grond van het feit dus de oudste zoon (of soms dochter) te zyn van ie mand met de juiste achternaam. Daarom zit bijvoorbeeld de hertog van St. Alban in het Hogerhuis. Zijn titel heeft hij te danken aan de kunsten van de prosti- tuée Nell Gwyn op wie ooit koning Char les II verliefd werd, en wier kinderen door de dankbare koning een titel werd geschonken. Nu we toch bij de geschiedenis zijn te rechtgekomen: het Hogerhuis vindt zijn oorsprong in de raadgevende vergade ringen van edelen en bisschoppen die door de Engelse koningen vanaf de 11e eeuw op ongeregelde tijden werden bij eengeroepen. Vanaf 1236 werden som mige van deze vergaderingen „parle ment" genoemd. In de 14e eeuw werd een tweede soort vergaderingen in het leven geroepen, waarin gewone mensen („commoners") zich konden uiten. Dat was het begin van wat nu het Lagerhuis („House of Commons") is, dat gekozen wordt door de burgers van het land. Het Hogerhuis bleef daarnaast gewoon bestaan als ver gaderplaats voor de „lords spiritual" (aartsbisschoppen en bisschoppen) en „lords temporal" (de edellieden). In 1856 kwam daar een categorie bij: hoge rech ters, de „law-lords". Deze drie groepen vind je ook nu nog in het Hogerhuis, zij het dat de groep „lords temporal" aanzienlijk is uitge- In de drukte van kermisachtige par ken of in de stilte van eenzame na tuurterreinen zijn de mooie huisjes in het groen in alle maten, soorten en prijzen voorhanden. De ontwik keling liep parallel met de smaak van het publiek, dat meer luxe en comfort wilde en voldoende geld bezat. De ouderwetse zomerhuisjes, waar Nederland ooit met rijwielen, rugzakken en Ranja neerstreek voor de grote vakantie van twee weken, zijn er eigen lijk alleen nog maar voor de herinnering. Ze werden verdrongen door de grote campings waar de bungalows in het ge lid stonden. Maar op de Veluwe liep het de afgelopen zomer slecht met de ver huur van al die eenvoudige bungalows die een nieuw bastion waren voor de vakantie in eigen land. Men zat onder palmen of hoogtezonnen bijeen in de subtropische zwemparadijzen van Sporthuis Centrum, of men had geboekt voor een video-arrangement in het bun galowpark van Vendorado, de recreatie- tak van V D. Eindpunt Het warenhuis is met Sporthuis Cen trum niet de enige die ook in bungalows doet, en daarbij het werkterrein ook al naar het buitenland verlegt. Vendorado, Aegon Recreatiebedrijven en Albert Heyns 'Ostara' exploiteren bungalow parken in Duitsland. V D wil ook naar Frankrijk en Engeland, landen waar Sporthuis Centrum onder de naam Cen ter Pares o.m. bij Nottingham verder gaat bouwen aan deze export van het bungalowwezen. In Nederland zelf blijkt volgens bijna alle deskundigen het eindpunt te zijn be reikt. De groei is snel en onstuimig ge weest, maar in de jacht op de nieuwe, gemakkelijk geld uitgevende vrijetijds- besteder misschien ook wel wat te voort varend. In ettelijke van de nieuwe par ken waar de bungalow het sprookje be looft van luxe en even-vergeten, woonde deze zomer ook al het nare spookje van de leegstand. De meeste grote eigenaren De Lord Chancellor - de excentrie ke Baron Hailsham van St. Maryl- bone (78) - heeft per traditie een grijze krullenpruik op zijn hoofd. breid: sinds 1958 vallen daaronder niet alleen de dragers van eeuwenoude erfti- tels, maar ook degenen die voor het le ven de Lord-titel hebben gekregen na vele jaren hun beste krachten aan de sa menleving te hebben gegeven. Herkenning Zo is voor menige oudere Brit die een dagje uit is en een plaatsje op de „Stran gers' Gallery" heeft weten te verwerven, het Hogerhuis een feest der herkenning. Hé, zit daar niet oud-premier die-en-die? Was die grijze man daar links niet ooit de gevreesde vakbondsleider zus-en-zo? En is dat niet de vroegere directeur-gene raal van de BBC? Zo kwam ook de al genoemde Lord Shinwell aan zijn plaatsje in het Hogerhuis. Hij was vroe ger een van de meest vooraanstaande politici die de Labourpartij had, en in zijn het erover eens dat, als uitbreiding al mogelijk is, die alleen ten koste kan gaan van anderen. Bij dit soort ontwik kelingen zijn de anderen altijd eerst de kleintjes. Ook het NCOV (Nederlands Christelijk Ondernemers Verbond) zegt dat uit onderzoek blijkt dat elke uitbrei ding alleen maar kan worden 'veroverd' op al bestaande parken. "Dat klopt", zegt C. Koning van Sporthuis Centrum, "de groei is voorbij. In feite is het zo dat er steen en been wordt geklaagd. Hier in Nederland zit er alleen nog een beetje groei aan de bovenkant van de markt". De bovenkant is het aspect van luxe en comfort dat wordt geboden in het moderne bungalowpark met zijn medi- terrannée-achtige sfeer. Alleen de zeer grote exploitanten kunnen nog investe ren in dit dure sprookje van de subtro pen in Drente of de Peel. Koek op Sporthuis Centrum zelf, dat volgend jaar zijn negende, supermoderne park in Noord-Limburg opent, investeert in 1986 voor 150 miljoen gulden in uitbrei dingen. "Maar daarna is de koek voor ons in Nederland in feite op", zegt Ko ning. "Bij verdere uitbreidingen wordt de situatie echt zo dat er een te groot aanbod komt. In de keiharde concurren tiestrijd krijg je dan een prijzenoorlog waarin onherroepelijk slachtoffers gaan vallen. Voor ons is het in elk geval zo dat we de groei nu in het buitenland zien". Na de opening volgend jaar van het nieuwe park in Gennep exploiteert die kwaliteit onder meer (in het begin van de jaren '50) minister van defensie. In het Hogerhuis zitten thans 26 geestelijken, 792 edellieden met een erfelijke titel, 20 hoge rechters en 345 mensen met een adellijke titel voor het leven (en dus niet erfbaar). Totaal 1183 leden onder wie 66 vrouwen (die sinds 1958 in het Hogerhuis mogen). Niet iedereen die in het Hogerhuis mag zitten, maakt daar ook gebruik van. Sommigen komen nooit opdagen, ande ren een doodenkele keer. In het seizoen 1983-'84 kwamen 884 lords en ladies ten minste één keer kijken, en was de ge middelde opkomst 321. Dat gemiddelde stijgt met het jaar (in het parlementaire seizoen '54-'55 kwamen er gemiddeld 92, in '62-'63 140, en in '71-72 250) en be wijst. samen met het ook maar steeds stijgende aantal vergaderuren (362 in het seizoen '52-'53, 802 in "67-'68 en 1284 in Sporthuis Centrum negen bungalowter reinen met in totaal 4600 bungalows. Met nieuwbouw in Engeland, België en Frankrijk gaat het bedrijf, dat het tropi sche zwembadsprookje op de Neder landse hei ontdekte, zijn financiële structuur verder uitbouwen en verster ken. "In West-Europa zien we die vrijetijds markt nog steeds groeien", erkent Ko ning, "de atv, de roostervrije dagen, de vroegere uitstoot van arbeidskrachten: de groei van de bungalowparken gaat door. Maar, afgezien van dat beetje aan de bovenkant, in Nederland niet dus". Niet bang voor zwemparadijsmoeheid by het publiek? Gerben Raay van een van de kleinere ketens in bungalowland, Recreatiecentra Nederland, raakte on langs de Sporthuis Centrum-filosofie van de mooie mediterranée in het gure polderland in het hart met deze opmer king: "Wij hebben toch meer pijlers, denk ik. Als je drie keer van zo'n wa terglijbaan bent geweest, weet je het wel". Exotisme Marketing-directeur Koning van het Sporthuis dat een bungalow-imperium werd, moet glimlachen. "Zo makkelijk is het niet", zegt hij, "die glijbanen ko men nu overal. Maar met zo'n glijbaantje red je het al niet meer. Je moet het blij ven trekken van het publiek echt zoeken in het exotisme". In de verrukkingen van de Middel landse Zee wint de hei bij Gennep het '83-'84) dat het Hogerhuis zichzelf steeds serieuzer gaat nemen. De sfeer bij de lords en ladies is heel anders dan bij wat in het Hogerhuis wel bekend staat als „the other place", het Lagerhuis dus. Daar wordt echte poli tiek bedreven, en dus wordt er ge schreeuwd, gevloekt, gecomplotteerd en komt het soms zelfs tot lijfelijk geweld. Ueen stemverheffing Dat ontbreekt geheel in het Hoger huis. Daar wordt gedebatteerd in een vriendelijke atmosfeer, wordt zelden met stemverheffing gesproken, en blijkt de onderlinge beleefdheid pas goed als twee lords tegelijk opstaan om te spre ken. Dan zijn het „Na jou, Horatio" en „Nee, jij was iets eerder, Laurence" niet van de lucht, en lijkt het of je twee za kenvrienden hoort die allebei graag de restaurantrekening willen betalen om- straks nog eens van het palmenstrand in Nice. "Je moet blijven verbeteren. Het luxe zwemparadijs, de palmen, de wa terstroompjes, in die hele aangename sfeer zitten de verbeteringen en het exo tisme", zegt Koning. In het land van mist, mest en regen haalde Sporthuis Centrum met de exotische formule over 1984 en 1985 rond de 50 miljoen winst. Koning meldt een groot herhalingsbe- zoek van na driemaal glijden toch nog steeds dik tevreden parkgangers. "Maar behalve met een beetje van het duurde re, de luxe bovenkant van de markt, is de groei in Nederland voorbij", zegt hij nog eens over het fenomeen van de 40.000 bungalows in het Nederlandse vakantieland. Maar dat het daarin keihard knokken wordt om de klanten lijkt wel zeker. In tegenstelling tot Sporthuis Centrum ge looft V D's Vendorado dat de vraag naar de korte, luxe vakantie in de bunga low alleen nog maar zal meegroeien met de stijging van de vrije tijd. Vendorado gaat nu nieuwe bungalowparken met honderden luxe bungalows, winkelcen tra en de onvermijdelijke exotische en subtropische zwemparadijzen bouwen in Zandvoort en Schaesberg. Volgens Sporthuis Centrum, dat met 'slechts' 15 procent van de voorraad al 45 procent van de bungalowgangers trekt, betekent de opmars van de kapitaal krachtige concurrent dat er tussen de exploitanten een genadeloze concurren tieslag zal ontbranden om de gunst, van het publiek. Leegstand Vorig jaar waarschuwde de Recron, de organisatie van recreatie-ondernemers, al dat er overcapaciteit dreigt. Dit jaar weet de Recron over de bungalow-zo mer te melden dat de vette jaren voorbij zijn. "Er is leegstand in de parken. De tijd dat de mensen in de rij stonden is voorbij". Niet bij de grootinvesteerders, maar wel bij sommige niet in palmterrassen, hot-whirlpools of onderwater-cocktail bars grossierende parken is straks, op de glijbaan van het succes, ook het sprook je voorbij. dat ze die toch op hun onkostennota kunnen zetten. En, nog een belangrijk verschil met het Lagerhuis, Hogerhuisleden mogen zo lang praten als ze willen. Het wordt evenwel als beleefd beschouwd om niet veel langer dan een kwartier te praten. Wie het langer maakt en bovendien on zin verkoopt, krijgt een eerste waarschu wing: een laag, bijna onhoorbaar ge brom uit de bankjes. Wie het dan nog erger maakt, kan de valbijl verwachten in de vorm van een Hogerhuislid dat opstaat om een motie voor te stellen die eist „dat de Edele Heer niet langer wordt gehoord". Maar dat machtsmiddel wordt zelden gehan teerd: de laatste keer was in 1960 en trof wijlen lord Strange, die niet alleen uren lang placht te spreken, maar ook over onderwerpen die niet op de agenda ston den. Het is makkelijk vermakelijk te doen over het Hogerhuis, en sommige lords geven daartoe ook wel aanleiding. Wat te denken van de partijloze Lord Amulree, die liberaal werd „omdat hij zich zo een zaam voelde". En wat van Lord Arran die ooit de gedenkwaardige woorden sprak: „Ikzelf heb twee wetten in het Hogerhuis ingediend, een over dassen (de dieren - red.) en een over pederasten. Over het geheel genomen hadden de lords meer schik in de dassen". Glas champagne Als het op grappen over de lords en ladies aankomt, staan de jongens en meisjes van „the other place" vooraan. Oud-premier Attlee noemde het Hoger huis „een glas champagne dat vijf dagen heeft gestaan" en Tony Benn „het Britse Buiten-Mongolië voor gepensioneerde politici". En ook de lords zelf zijn wel eens (erg) sarcastisch, getuige deze uitspraak van burggraaf Samuel: „Het Hogerhuis moet het enige instituut ter wereld zijn dat doelmatig is omdat zo weinig leden er van komen opdagen". Die uitspraak slaat mede op de vergaderzaal van de Lords, die uit 1840 dateert en zo overda dig versierd is met Victoriaanse na- maak-gothiek, dat er een maniak aan het werk moet zijn geweest. Geen plekje in de 24 bij 13 bij 13 meter grote zaal (die daarmee veel te klein is voor alle leden) is onbewerkt gelaten. De Hogerhuisleden hebben verder hun eigen zwaar gesubsidieerde restau rant, een eigen merk sigaretten en de mooiste bibliotheek van Londen. De bril van hun herentoilet is van mahoniehout en zo groot als een salontafel, met daar boven een porseleinen doortrek-mecha- nisme dat alleen al een vermogen op de antiekmarkt moet opbrengen. Al die anachronismen, al die grappen over excentrieke lords, al die onzinnige tradities nemen niet weg dat er zeer ern stig in het Hogerhuis wordt gewerkt. Want het Hogerhuis heeft werkelijke macht. Alle wetsvoorstellen die de rege ring indient gaan na het Lagerhuis naar het Hogerhuis, dat de mogelijkheid heeft deze wetten (behalve die van finan- ciële aard) voor meer dan een jaar tegen te houden. Matigende invloed In de praktijk is een ,neen" van het Hogerhuis meestal voldoende voor de regering van de dag om het desbetref fende wetsvoorstel dan maar helemaal, in te trekken. En het Hogerhuis is vooral de laatste jaren niet scheutig met het hanteren van zijn wapens. De regering- Heath (1970-1974) liep 26 nederlagen op, de eerste regering-Thatcher (1979-1983) 45, en alleen al tijdens de eerste periode van de tweede ronde (1983-1984 dus) maar üefst 20. En dat terwijl de Conservatieven een vaste meerderheid in de Lords hebben (weinig lords met erfelijke titels stem men nu eenmaal op de socialisten). Waarom dus al die nederlagen voor pre mier Thatcher? Omdat - en dit is een be langrijke rechtvaardiging voor het voortbestaan van de Lords - het Hoger huis bij uitstek een matigende invloed heeft op regeringen met een extremisti sche inslag en grote meerderheden in het Lagerhuis. Dat is een van de redenen (naast die merkwaardige Britse voor keur voor alles wat oud en onpraktisch is) waarom het grote publiek niet van het Hogerhuis af wil, vele logische argu menten ten gunste van afschaffing ten - spijt. Het feit dat het Hogerhuis nu sinds ja nuari op de tv te zien is, en het Lagerhuis niet (een voorstel daartoe werd vorige maand nog weggestemd), heeft aan die populariteit in niet geringe mate bijge dragen. Het was trouwens niet voor het eerst dat het Hogerhuis eerder de mo derne techniek omhelsde dan het jonge volk in het andere Huis. Bij de introduc tie van luidsprekers en elektrisch licht was dat ook al zo. Er zijn meer redenen waarom het Ho-_ gerhuis niet gauw van het Britse politie ke toneel zal verdwijnen. Om te begin nen zou dat Hogerhuis zelf met afschaf fing moeten instemmen. Het is verder onwaarschijnlijk dat de koningin zal in stemmen, al was het alleen maar omdat zijzelf tenslotte ook langs onlogische (erfelijke) weg aan haar baantje is geko- Opening En daarom: partijen verwelken, pre miers vergaan, maar het Hogerhuis zal wel altijd bly ven bestaan. En dat is maar goed ook, al was het alleen maar vanwe ge de zeer stijlvolle en kleurrijke jaarlijk se opening van het parlement door de koningin, iets dat in het Hogerhuis plaatsvindt. De lords en ladies zyn er dan op hun mooist te zien, in hun rode met herme lijn afgezette jassen die, maar dat geheel ter zijde, geleverd worden door het Lon dense kledingmagazijn Ede and Ravens- croft en 7000 gulden per stuk kosten. Die jassen worden alleen gedragen bij de opening, en door nieuwe lords op het J moment dat zij voor het eerst in het Ho- gerhuis komen, een ceremonieel waarbij ook weer een heel scala van tradities, met veel buigingen en veel merkwaardi ge hoofddeksels, van stal wordt gehaald. Dat doet denken aan een paar jaar ge leden, toen de dappere Noordierse poli ticus Gerry Fitt in het Hogerhuis kwam en na zijn beëdiging een feestje gaf. Bij wfize van eerbetoon verscheen daar ook de Garter King of Arms, een hoogwaar digheidsbekleder, in volledige uitrus ting. „O, Gerry", zei de vrouw van de kers verse Lord Fitt terwijl ze van ontroering tranen in haar ogen kreeg. „Wat leuk. Je had me helemaal niet verteld dat je ook nog een band gehuurd hebt". "Het is voorbij. De groei is geweest". Voor marketing-directeur C. Koning van Sporthuis Centrum Recreatie is er geen reden tot twijfel. Met ruim 40.000 vakantiebungalows is in ons land de grens bereikt aan de capaciteit van een onstuimig gegroeide meerdaagse vrijetijdsattractie: het bungalowpark. door Ary Jassies

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 21