Jeuk of niet,
het pruikje
blijft zitten
Markt bungalowparken verzadigd
Hogerhuis
DONDERDAG 20 MAART 1986
EXTRA
PAGINA 21
Zouden ze tot de doodstraf worden veroordeeld,
dan hebben ze het recht met een zijden strop te
worden opgehangen. Het Britse Hogerhuis - het
enige wetgevende college ter wereld dat een groot
deel van zijn leden selecteert op grond van een
erfelijke titel - berst van de tradities die
terugvoeren tot de Middeleeuwen. „Het Britse
Buiten-Mongolië voor gepensioneerde politici", zo
waagde iemand dit onverwoestbare bolwerk eens
te noemen. Een sfeertekening van onze Londense
correspondent Henk Dam.
door Henk Dam
Elke Lord heeft in de garderobe zijn eigen koperen haakje, (foto-s gpdi
Toen Lord Shinwell geboren werd,
had de Britse koningin Victoria nog
17 jaar te gaan, was Gandhi een jon
gen van 15, en was Karl Marx net
een jaar dood. Nu is deze lord 101
jaar oud en hij is nog steeds politiek
actief in de enige plaats waar je je
dat kunt voorstellen: het Britse Ho
gerhuis.
Zelfs voor het Hogerhuis is 101 jaar
I (een wereldrecord voor politici?) wel
buitengewoon oud, maar men vindt er
ook nog heel wat krasse negentigers die
met hun speeches soms zelfs het land in
opschudding brengen. Zo is daar Lord
Stockton, alias oud-premier Harold
MacMillan (91).
Nog maar ettelijke weken geleden
haalde hij de voorpagina's van alle Brit
se kranten met een rede waarin hij pre
mier Thatchers economische politiek fi
naal afbrandde. Zijn oordeel over de ma
nier waarop zij staatsbedrijven van de
hand doet, „het verkopen van het fami
liezilver", is nu een gevleugelde uitdruk
king in de Britse politiek.
Oude mannen
Trouwens, Lord Shinwell zelf is ook
niet uit te vlakken. Hij vraagt in het
„House of Lords" nog altijd geregeld het
woord, en wie zorgde ervoor als een der
eersten in de roodlederen bankjes te zit
ten toen begin dit jaar de tv-camera's
voor het eerst werden toegelaten, en er
dus plaatsgebrek dreigde te ontstaan?
Juist ja.
Er zitten veel oude mannen (en enkele
tientallen oude vrouwen) in het Hoger
huis. Logisch natuurlijk, omdat een aan
zienlijk aantal van de meest actieve le
den van dit huis hun zetel hebben ver
diend op grond van een na een arbeid
zaam leven verkregen adellijke titel.
Een zitting van het Hogerhuis heeft
mede dank zij die hoge gemiddelde leef
tijd zijn zeer eigen kanten. Het overkomt
de toevallige bezoeker die boven, op de
Strangers'Gallery^ mag zitten, maar zel
den dat hij beneden in de zaal niet min
stens een half dozijn stevig slapende (of
op z'n minst intens geconcentreerd na
denkende) Hogerhuisleden kan tellen.
Onder hen bevindt zich ook nogal
eens de man die het meest in het oog
valt, de midden in de zaal zetelende
„Lord Chancellor", zoiets als de voorzit
ter van het Hogerhuis, een baan die
thans wordt bekleed door de zeer excen
trieke baron Hailsham van St. Marylebo-
ne (78).
De Lord Chancellor heeft per traditie
een grijze krullenpruik op zijn hoofd, is
gekleed in 18e eeuws aandoende zwarte
kledij (inclusief prachtige lakschoenen
met gesp), en zit niet in een bankje maar
op de „wolzak", een rode, groot soort
poef waarin zich wol uit alle landen van
het Gemenebest bevindt.
Jeuk
De huidige Lord Chancellor heeft nog
al eens jeuk aan zijn hoofd (een kwelling
als je een pruik op hebt), valt een enkele
keer weg (dan denkt hij dus heel diep
na) en mag zich, als hij weer wakker is,
graag bezighouden met het binnens
monds mompelen van commentaar op
de lord die op dat moment spreekt.
Naarmate hij ouder wordt, doet hij dat
laatste steeds luider, en de laatste be
richten willen dat niet alleen de vlakbij
hem zittende liberalen, maar ook de eni
ge bankjes verderop zittende conserva
tieve lords en ladies hem nu zijn kwalifi
caties als absolute rot (absoltute onzin)
of bloody fooi' (grote idioot) kunnen ho
ren brommen.
Dat de Lord Chancellor zo archaïsch
gekleed gaat en op zo'n rare poef zit, is
een van de tradities van het Hogerhuis,
een plaats die daar toch al stijf van staat.
Zo zal niemand het wagen tussen de
Lord Chancellor en de spreker van het
moment te lopen, omdat de traditie dat
verbiedt.
Hogerhuisleden die de vergaderzaal
binnenlopen, maken altijd even een stijf
buiginkje naar een bij de troon opgehan
gen lap stof, de „cloth of estate", en op
de trappen van die troon (die zich achter
de Lord Chancellor bevindt) mogen
mensen zitten, maar alleen als zij ooit
een adellijke titel van hun vader, en dus
het lidmaatschap van het Hogerhuis,
zullen erven.
Dat soort mores dus, een band met het
verleden die werkelijk tot in het absurde
wordt doorgevoerd. Zo geldt er nog
steeds een wet die voorschrijft dat een
lid van het Hogerhuis alleen door zijn
mede-Hogerhuisleden tot de doodstraf
kan worden veroordeeld.
Nu bestaat de doodstraf in Engeland
niet meer, maar als die opnieuw zou
worden ingevoerd en als daaraan een
lord door zijn collega's schuldig zou
worden bevonden, dan heeft deze het
recht om aan een zijden strop te worden
opgehangen.
Middeleeuwen
Veel van die tradities gaan terug tot de
Middeleeuwen, hebben alle relevantie
verloren maar zijn niettemin blijven be
staan. Iets dergelijks geldt voor het Ho
gerhuis zelf, het enige wetgevende colle
ge ter wereld dat een groot deel van zijn
leden selecteert op grond van een erfelij
ke titel.
Op grond van het feit dus de oudste
zoon (of soms dochter) te zyn van ie
mand met de juiste achternaam. Daarom
zit bijvoorbeeld de hertog van St. Alban
in het Hogerhuis. Zijn titel heeft hij te
danken aan de kunsten van de prosti-
tuée Nell Gwyn op wie ooit koning Char
les II verliefd werd, en wier kinderen
door de dankbare koning een titel werd
geschonken.
Nu we toch bij de geschiedenis zijn te
rechtgekomen: het Hogerhuis vindt zijn
oorsprong in de raadgevende vergade
ringen van edelen en bisschoppen die
door de Engelse koningen vanaf de 11e
eeuw op ongeregelde tijden werden bij
eengeroepen. Vanaf 1236 werden som
mige van deze vergaderingen „parle
ment" genoemd.
In de 14e eeuw werd een tweede soort
vergaderingen in het leven geroepen,
waarin gewone mensen („commoners")
zich konden uiten. Dat was het begin
van wat nu het Lagerhuis („House of
Commons") is, dat gekozen wordt door
de burgers van het land. Het Hogerhuis
bleef daarnaast gewoon bestaan als ver
gaderplaats voor de „lords spiritual"
(aartsbisschoppen en bisschoppen) en
„lords temporal" (de edellieden). In 1856
kwam daar een categorie bij: hoge rech
ters, de „law-lords".
Deze drie groepen vind je ook nu nog
in het Hogerhuis, zij het dat de groep
„lords temporal" aanzienlijk is uitge-
In de drukte van kermisachtige par
ken of in de stilte van eenzame na
tuurterreinen zijn de mooie huisjes
in het groen in alle maten, soorten
en prijzen voorhanden. De ontwik
keling liep parallel met de smaak
van het publiek, dat meer luxe en
comfort wilde en voldoende geld
bezat.
De ouderwetse zomerhuisjes, waar
Nederland ooit met rijwielen, rugzakken
en Ranja neerstreek voor de grote
vakantie van twee weken, zijn er eigen
lijk alleen nog maar voor de herinnering.
Ze werden verdrongen door de grote
campings waar de bungalows in het ge
lid stonden. Maar op de Veluwe liep het
de afgelopen zomer slecht met de ver
huur van al die eenvoudige bungalows
die een nieuw bastion waren voor de
vakantie in eigen land. Men zat onder
palmen of hoogtezonnen bijeen in de
subtropische zwemparadijzen van
Sporthuis Centrum, of men had geboekt
voor een video-arrangement in het bun
galowpark van Vendorado, de recreatie-
tak van V D.
Eindpunt
Het warenhuis is met Sporthuis Cen
trum niet de enige die ook in bungalows
doet, en daarbij het werkterrein ook al
naar het buitenland verlegt. Vendorado,
Aegon Recreatiebedrijven en Albert
Heyns 'Ostara' exploiteren bungalow
parken in Duitsland. V D wil ook naar
Frankrijk en Engeland, landen waar
Sporthuis Centrum onder de naam Cen
ter Pares o.m. bij Nottingham verder
gaat bouwen aan deze export van het
bungalowwezen.
In Nederland zelf blijkt volgens bijna
alle deskundigen het eindpunt te zijn be
reikt. De groei is snel en onstuimig ge
weest, maar in de jacht op de nieuwe,
gemakkelijk geld uitgevende vrijetijds-
besteder misschien ook wel wat te voort
varend. In ettelijke van de nieuwe par
ken waar de bungalow het sprookje be
looft van luxe en even-vergeten, woonde
deze zomer ook al het nare spookje van
de leegstand. De meeste grote eigenaren
De Lord Chancellor - de excentrie
ke Baron Hailsham van St. Maryl-
bone (78) - heeft per traditie een
grijze krullenpruik op zijn hoofd.
breid: sinds 1958 vallen daaronder niet
alleen de dragers van eeuwenoude erfti-
tels, maar ook degenen die voor het le
ven de Lord-titel hebben gekregen na
vele jaren hun beste krachten aan de sa
menleving te hebben gegeven.
Herkenning
Zo is voor menige oudere Brit die een
dagje uit is en een plaatsje op de „Stran
gers' Gallery" heeft weten te verwerven,
het Hogerhuis een feest der herkenning.
Hé, zit daar niet oud-premier die-en-die?
Was die grijze man daar links niet ooit de
gevreesde vakbondsleider zus-en-zo? En
is dat niet de vroegere directeur-gene
raal van de BBC? Zo kwam ook de al
genoemde Lord Shinwell aan zijn
plaatsje in het Hogerhuis. Hij was vroe
ger een van de meest vooraanstaande
politici die de Labourpartij had, en in
zijn het erover eens dat, als uitbreiding
al mogelijk is, die alleen ten koste kan
gaan van anderen. Bij dit soort ontwik
kelingen zijn de anderen altijd eerst de
kleintjes. Ook het NCOV (Nederlands
Christelijk Ondernemers Verbond) zegt
dat uit onderzoek blijkt dat elke uitbrei
ding alleen maar kan worden 'veroverd'
op al bestaande parken. "Dat klopt",
zegt C. Koning van Sporthuis Centrum,
"de groei is voorbij. In feite is het zo dat
er steen en been wordt geklaagd. Hier in
Nederland zit er alleen nog een beetje
groei aan de bovenkant van de markt".
De bovenkant is het aspect van luxe
en comfort dat wordt geboden in het
moderne bungalowpark met zijn medi-
terrannée-achtige sfeer. Alleen de zeer
grote exploitanten kunnen nog investe
ren in dit dure sprookje van de subtro
pen in Drente of de Peel.
Koek op
Sporthuis Centrum zelf, dat volgend
jaar zijn negende, supermoderne park in
Noord-Limburg opent, investeert in
1986 voor 150 miljoen gulden in uitbrei
dingen. "Maar daarna is de koek voor
ons in Nederland in feite op", zegt Ko
ning. "Bij verdere uitbreidingen wordt
de situatie echt zo dat er een te groot
aanbod komt. In de keiharde concurren
tiestrijd krijg je dan een prijzenoorlog
waarin onherroepelijk slachtoffers gaan
vallen. Voor ons is het in elk geval zo dat
we de groei nu in het buitenland zien".
Na de opening volgend jaar van het
nieuwe park in Gennep exploiteert
die kwaliteit onder meer (in het begin
van de jaren '50) minister van defensie.
In het Hogerhuis zitten thans 26
geestelijken, 792 edellieden met een
erfelijke titel, 20 hoge rechters en 345
mensen met een adellijke titel voor het
leven (en dus niet erfbaar). Totaal 1183
leden onder wie 66 vrouwen (die sinds
1958 in het Hogerhuis mogen).
Niet iedereen die in het Hogerhuis
mag zitten, maakt daar ook gebruik van.
Sommigen komen nooit opdagen, ande
ren een doodenkele keer. In het seizoen
1983-'84 kwamen 884 lords en ladies ten
minste één keer kijken, en was de ge
middelde opkomst 321. Dat gemiddelde
stijgt met het jaar (in het parlementaire
seizoen '54-'55 kwamen er gemiddeld 92,
in '62-'63 140, en in '71-72 250) en be
wijst. samen met het ook maar steeds
stijgende aantal vergaderuren (362 in het
seizoen '52-'53, 802 in "67-'68 en 1284 in
Sporthuis Centrum negen bungalowter
reinen met in totaal 4600 bungalows.
Met nieuwbouw in Engeland, België en
Frankrijk gaat het bedrijf, dat het tropi
sche zwembadsprookje op de Neder
landse hei ontdekte, zijn financiële
structuur verder uitbouwen en verster
ken.
"In West-Europa zien we die vrijetijds
markt nog steeds groeien", erkent Ko
ning, "de atv, de roostervrije dagen, de
vroegere uitstoot van arbeidskrachten:
de groei van de bungalowparken gaat
door. Maar, afgezien van dat beetje aan
de bovenkant, in Nederland niet dus".
Niet bang voor zwemparadijsmoeheid
by het publiek? Gerben Raay van een
van de kleinere ketens in bungalowland,
Recreatiecentra Nederland, raakte on
langs de Sporthuis Centrum-filosofie
van de mooie mediterranée in het gure
polderland in het hart met deze opmer
king: "Wij hebben toch meer pijlers,
denk ik. Als je drie keer van zo'n wa
terglijbaan bent geweest, weet je het
wel".
Exotisme
Marketing-directeur Koning van het
Sporthuis dat een bungalow-imperium
werd, moet glimlachen. "Zo makkelijk
is het niet", zegt hij, "die glijbanen ko
men nu overal. Maar met zo'n glijbaantje
red je het al niet meer. Je moet het blij
ven trekken van het publiek echt zoeken
in het exotisme".
In de verrukkingen van de Middel
landse Zee wint de hei bij Gennep het
'83-'84) dat het Hogerhuis zichzelf steeds
serieuzer gaat nemen.
De sfeer bij de lords en ladies is heel
anders dan bij wat in het Hogerhuis wel
bekend staat als „the other place", het
Lagerhuis dus. Daar wordt echte poli
tiek bedreven, en dus wordt er ge
schreeuwd, gevloekt, gecomplotteerd en
komt het soms zelfs tot lijfelijk geweld.
Ueen stemverheffing
Dat ontbreekt geheel in het Hoger
huis. Daar wordt gedebatteerd in een
vriendelijke atmosfeer, wordt zelden
met stemverheffing gesproken, en blijkt
de onderlinge beleefdheid pas goed als
twee lords tegelijk opstaan om te spre
ken. Dan zijn het „Na jou, Horatio" en
„Nee, jij was iets eerder, Laurence" niet
van de lucht, en lijkt het of je twee za
kenvrienden hoort die allebei graag de
restaurantrekening willen betalen om-
straks nog eens van het palmenstrand in
Nice. "Je moet blijven verbeteren. Het
luxe zwemparadijs, de palmen, de wa
terstroompjes, in die hele aangename
sfeer zitten de verbeteringen en het exo
tisme", zegt Koning. In het land van
mist, mest en regen haalde Sporthuis
Centrum met de exotische formule over
1984 en 1985 rond de 50 miljoen winst.
Koning meldt een groot herhalingsbe-
zoek van na driemaal glijden toch nog
steeds dik tevreden parkgangers. "Maar
behalve met een beetje van het duurde
re, de luxe bovenkant van de markt, is
de groei in Nederland voorbij", zegt hij
nog eens over het fenomeen van de
40.000 bungalows in het Nederlandse
vakantieland.
Maar dat het daarin keihard knokken
wordt om de klanten lijkt wel zeker. In
tegenstelling tot Sporthuis Centrum ge
looft V D's Vendorado dat de vraag
naar de korte, luxe vakantie in de bunga
low alleen nog maar zal meegroeien met
de stijging van de vrije tijd. Vendorado
gaat nu nieuwe bungalowparken met
honderden luxe bungalows, winkelcen
tra en de onvermijdelijke exotische en
subtropische zwemparadijzen bouwen
in Zandvoort en Schaesberg.
Volgens Sporthuis Centrum, dat met
'slechts' 15 procent van de voorraad al 45
procent van de bungalowgangers trekt,
betekent de opmars van de kapitaal
krachtige concurrent dat er tussen de
exploitanten een genadeloze concurren
tieslag zal ontbranden om de gunst, van
het publiek.
Leegstand
Vorig jaar waarschuwde de Recron, de
organisatie van recreatie-ondernemers,
al dat er overcapaciteit dreigt. Dit jaar
weet de Recron over de bungalow-zo
mer te melden dat de vette jaren voorbij
zijn. "Er is leegstand in de parken. De
tijd dat de mensen in de rij stonden is
voorbij".
Niet bij de grootinvesteerders, maar
wel bij sommige niet in palmterrassen,
hot-whirlpools of onderwater-cocktail
bars grossierende parken is straks, op de
glijbaan van het succes, ook het sprook
je voorbij.
dat ze die toch op hun onkostennota
kunnen zetten.
En, nog een belangrijk verschil met
het Lagerhuis, Hogerhuisleden mogen
zo lang praten als ze willen. Het wordt
evenwel als beleefd beschouwd om niet
veel langer dan een kwartier te praten.
Wie het langer maakt en bovendien on
zin verkoopt, krijgt een eerste waarschu
wing: een laag, bijna onhoorbaar ge
brom uit de bankjes.
Wie het dan nog erger maakt, kan de
valbijl verwachten in de vorm van een
Hogerhuislid dat opstaat om een motie
voor te stellen die eist „dat de Edele
Heer niet langer wordt gehoord". Maar
dat machtsmiddel wordt zelden gehan
teerd: de laatste keer was in 1960 en trof
wijlen lord Strange, die niet alleen uren
lang placht te spreken, maar ook over
onderwerpen die niet op de agenda ston
den.
Het is makkelijk vermakelijk te doen
over het Hogerhuis, en sommige lords
geven daartoe ook wel aanleiding. Wat te
denken van de partijloze Lord Amulree,
die liberaal werd „omdat hij zich zo een
zaam voelde". En wat van Lord Arran
die ooit de gedenkwaardige woorden
sprak: „Ikzelf heb twee wetten in het
Hogerhuis ingediend, een over dassen
(de dieren - red.) en een over pederasten.
Over het geheel genomen hadden de
lords meer schik in de dassen".
Glas champagne
Als het op grappen over de lords en
ladies aankomt, staan de jongens en
meisjes van „the other place" vooraan.
Oud-premier Attlee noemde het Hoger
huis „een glas champagne dat vijf dagen
heeft gestaan" en Tony Benn „het Britse
Buiten-Mongolië voor gepensioneerde
politici".
En ook de lords zelf zijn wel eens (erg)
sarcastisch, getuige deze uitspraak van
burggraaf Samuel: „Het Hogerhuis moet
het enige instituut ter wereld zijn dat
doelmatig is omdat zo weinig leden er
van komen opdagen". Die uitspraak
slaat mede op de vergaderzaal van de
Lords, die uit 1840 dateert en zo overda
dig versierd is met Victoriaanse na-
maak-gothiek, dat er een maniak aan het
werk moet zijn geweest. Geen plekje in
de 24 bij 13 bij 13 meter grote zaal (die
daarmee veel te klein is voor alle leden)
is onbewerkt gelaten.
De Hogerhuisleden hebben verder
hun eigen zwaar gesubsidieerde restau
rant, een eigen merk sigaretten en de
mooiste bibliotheek van Londen. De bril
van hun herentoilet is van mahoniehout
en zo groot als een salontafel, met daar
boven een porseleinen doortrek-mecha-
nisme dat alleen al een vermogen op de
antiekmarkt moet opbrengen.
Al die anachronismen, al die grappen
over excentrieke lords, al die onzinnige
tradities nemen niet weg dat er zeer ern
stig in het Hogerhuis wordt gewerkt.
Want het Hogerhuis heeft werkelijke
macht. Alle wetsvoorstellen die de rege
ring indient gaan na het Lagerhuis naar
het Hogerhuis, dat de mogelijkheid
heeft deze wetten (behalve die van finan-
ciële aard) voor meer dan een jaar tegen
te houden.
Matigende invloed
In de praktijk is een ,neen" van het
Hogerhuis meestal voldoende voor de
regering van de dag om het desbetref
fende wetsvoorstel dan maar helemaal,
in te trekken. En het Hogerhuis is vooral
de laatste jaren niet scheutig met het
hanteren van zijn wapens. De regering-
Heath (1970-1974) liep 26 nederlagen op,
de eerste regering-Thatcher (1979-1983)
45, en alleen al tijdens de eerste periode
van de tweede ronde (1983-1984 dus)
maar üefst 20.
En dat terwijl de Conservatieven een
vaste meerderheid in de Lords hebben
(weinig lords met erfelijke titels stem
men nu eenmaal op de socialisten).
Waarom dus al die nederlagen voor pre
mier Thatcher? Omdat - en dit is een be
langrijke rechtvaardiging voor het
voortbestaan van de Lords - het Hoger
huis bij uitstek een matigende invloed
heeft op regeringen met een extremisti
sche inslag en grote meerderheden in
het Lagerhuis. Dat is een van de redenen
(naast die merkwaardige Britse voor
keur voor alles wat oud en onpraktisch
is) waarom het grote publiek niet van
het Hogerhuis af wil, vele logische argu
menten ten gunste van afschaffing ten -
spijt.
Het feit dat het Hogerhuis nu sinds ja
nuari op de tv te zien is, en het Lagerhuis
niet (een voorstel daartoe werd vorige
maand nog weggestemd), heeft aan die
populariteit in niet geringe mate bijge
dragen. Het was trouwens niet voor het
eerst dat het Hogerhuis eerder de mo
derne techniek omhelsde dan het jonge
volk in het andere Huis. Bij de introduc
tie van luidsprekers en elektrisch licht
was dat ook al zo.
Er zijn meer redenen waarom het Ho-_
gerhuis niet gauw van het Britse politie
ke toneel zal verdwijnen. Om te begin
nen zou dat Hogerhuis zelf met afschaf
fing moeten instemmen. Het is verder
onwaarschijnlijk dat de koningin zal in
stemmen, al was het alleen maar omdat
zijzelf tenslotte ook langs onlogische
(erfelijke) weg aan haar baantje is geko-
Opening
En daarom: partijen verwelken, pre
miers vergaan, maar het Hogerhuis zal
wel altijd bly ven bestaan. En dat is maar
goed ook, al was het alleen maar vanwe
ge de zeer stijlvolle en kleurrijke jaarlijk
se opening van het parlement door de
koningin, iets dat in het Hogerhuis
plaatsvindt.
De lords en ladies zyn er dan op hun
mooist te zien, in hun rode met herme
lijn afgezette jassen die, maar dat geheel
ter zijde, geleverd worden door het Lon
dense kledingmagazijn Ede and Ravens-
croft en 7000 gulden per stuk kosten.
Die jassen worden alleen gedragen bij
de opening, en door nieuwe lords op het J
moment dat zij voor het eerst in het Ho-
gerhuis komen, een ceremonieel waarbij
ook weer een heel scala van tradities,
met veel buigingen en veel merkwaardi
ge hoofddeksels, van stal wordt gehaald.
Dat doet denken aan een paar jaar ge
leden, toen de dappere Noordierse poli
ticus Gerry Fitt in het Hogerhuis kwam
en na zijn beëdiging een feestje gaf. Bij
wfize van eerbetoon verscheen daar ook
de Garter King of Arms, een hoogwaar
digheidsbekleder, in volledige uitrus
ting.
„O, Gerry", zei de vrouw van de kers
verse Lord Fitt terwijl ze van ontroering
tranen in haar ogen kreeg. „Wat leuk. Je
had me helemaal niet verteld dat je ook
nog een band gehuurd hebt".
"Het is voorbij. De groei is geweest". Voor
marketing-directeur C. Koning van Sporthuis
Centrum Recreatie is er geen reden tot twijfel. Met
ruim 40.000 vakantiebungalows is in ons land de grens
bereikt aan de capaciteit van een onstuimig gegroeide
meerdaagse vrijetijdsattractie: het bungalowpark.
door Ary Jassies