Een puur commerciële zaak Vraag naar stalen jachten laatste jaren toegenomen Orgelproduktie op kleine schaal hervat bij Eminent Talrijke fabels over startende ondernemers Wibo 990 het succes van Bouw van Wijk Bodegraafs bedrijf uit as herrezen 1 DINSDAG 11 MAART 1986 BEDRIJVEN PAGINA 23 door Henk van der Post Het Leidse Olga-complex. Bedrijven die hun huisvesting hier te krap vinden kunnen verhuizen naar het MoÉtertgebouw of naar de Stadpolderweg. Startende ondernemers lopen zeker niet aan de hand van de overheid. En het is ook een fabeltje dat eerst hun zakken worden volgestopt met allerlei subsidies. Mensen die op het punt staan een bedrijf te beginnen worden door een puur commerciële bril bekeken. Overheidssteun spitst zich toe op advisering en begeleiding. Overheidsgeld komt er slechts in bijzondere gevallen aan te pas. Slechts een gering aantal beginnen de ondernemers valt uit de boot. Voor het Olgacomplex in Leiden geldt dat van de twintig starters er drie hun bedrijf hebben stopgezet. In één geval ging het dan nog om een ondernemer die er geen zin meer in had. De meeste plannen van aanstaande ondernemers steken goed in elkaar en zouden vaak ook zonder overheidsbemoeienis kun nen worden verwezenlijkt: Drempel "Maar er is bij veel beginners een psy chologische drempel die moet worden genomen. Een soort angst om in hel diepe te worden gegooid", aldus Gerard Bovens en Herman Amptmeijer. respec tievelijk voorzitter en secretaris van de Stichting Werkgelegenheid die het Olga complex aan de Evertsenstraat beheert. Beiden zijn ambtenaar in dienst van de gemeente Leiden. Daarnaast is Ampt meijer ook nog bestuurslid van de Stich ting Academisch Bedrijven Centnum. Het gaat goed met de Stichting Werk gelegenheid. Thans zijn voorbereidin gen gaande om een tweede bedrijfsver zamelgebouw te openen in het voormali ge Mostertcomplex tussen de Middelste en Uiterste Gracht. Alhoewel Amptmeij er vindt dat startende ondernemers te genwoordig ook wel goed terecht ko men zonder inmenging van de gemeen telijke overheid, blijft de stichting zich daarmee bezighouden: "Waarom zouden we afbreken wat goed gaat? Een paar jaar geleden waren de meeste organisa ties niet bijzonder ervaren met het hel pen van startende ondernemers. Van daar dat de gemeente Leiden al heel vroeg het voortouw heeft genomen. Maar assistentie aan nieuwkomers zou. nu de ervaring daarmee groter is, best overgelaten kunnen worden aan de re guliere organisaties". Filosofie Dat de Stichting Werkgelegenheid zich blijft bemoeien met starters houdt ook verband met het feit dat het opzetten van bedrijfsverzamelgebouwen past in de gemeentelijke politiek ten aanzien van de stadsvernieuwing. "Leiden loopt wat stadsvernieuwing betreft voorop. Als gevolg daarvan zijn veel kleine be drijfjes uit de stadskern verdwenen. Veel vroeger dan in andere steden ont stond de idee om leegstaande gebouwen voor bedrijfjes in te richten om de nij verheid in stand te houden. Door de eco nomische teruggang is de nadruk op startende ondernemers komen te liggen. Maar dat is zeker niet het enige uitgangs punt". Die voortvarende stadsvernieu wing is er trouwens de oorzaak van dat in Leiden lang niet zoveel oude. grote bedrijfspanden leegstaan als in andere steden. Het onderbrengen van vaak aan elkaar verwante en samenwerkende bedrijfjes is een trènd die waarschijnlijk is overge waaid uit Engeland. Die filosofie van sa menwerken en het aan elkaar doorspe len van orders zit - al dan niet bewust - ook achter bedrijfsverzamelgebouwen in deze regio, of ze nu door de overheid of door commerciële instellingen wor den begeleid. Een andere reden zich in te laten met deze vorm van bedrijfsvesti ging is volgens de stichting dat er een nieuwe economische impuls vanuit gaat. En dat is welkom in een tijd dat het met de economie wat slechter gaat. Bovens en Amptmeijer realiseren zich dat het in het zadel helpen en begeleiden van starters door de Stichting Werkgele genheid geen eeuwig leven is beschoren. Mede door een gering aantal bedrijfs- copiplexenjn de stad komt er eens een einde aan dat werk. Van invloed daarop is ook de economie en de belangstelling voor bedrijfsverzamelgebouwen. Daar enboven kunnen mensen nu op meer plaatsen informatie verkrijgen over het opzetten van een onderneming. Aanpak 'Leiden loopt in deze regio voorop. Al toen de economie flink in het slop raak te, is begonnen met het ontwikkelen van plannen voor bedrijfsverzamelgebou wen. Maar ook elders staan plannen op stapel. Leiderdorp staat in de startblok ken. Voorts worden in onder meer Kat wijk en Rijnsburg gedeelten van oude bedrijfscomplexen verhuurd. In strikte zin ook bedrijfsverzamelgebouwen, maar waarvan in de regel niet door star ters gebruik wordt gemaakt. In Alphen aan den Rijn staat pas sinds kort een ge bouw klaar voor nieuwkomers. De aanpak daar is geheel anders van die in Leiden. De gemeentelijke bemoeienis is vrijwil nihil. De belangstelling in Al phen is overigens nog matig. Dat in te genstelling tot Leiden. Het idee voor een verzamelgebouw in het Alphense is van vier ondernemers, onder wie C. Slingerland die reeds een adviesbureau heeft in het ongeveer 1400 vierkante meter grote bedrijfsverzamel- complex aan de Eikenlaan 233. Dat ge bouw wordt binnenkort onder zachte voorwaarden - aldus een woordvoerder - door de gemeente aan de Stichting Al phens Bedrijven Centrum verkocht. Die naam zal volgens Marijke Wieringa van het Adviesburo Slingerland waarschijn lijk worden gewijzigd om verwarring met het Leidse Academisch Bedrijven Centrum, in de volksmond ook ABC ge naamd, te voorkomen. De advisering van aankomende onder nemers is in Alphen in handen van be staande organisaties als het arbeidsbu reau. middenstandsorganisaties en ge vestigde zakenlieden. Het bestuur van de stichting bestaat uil drie heren van de rotery. Slingerland is in dienst als coör dinator. De provincie heeft een subsidie gegeven voor het verbouwen van het be- drijfscomplex. De zaak is wat achterop geraakt omdat de brandweer verschil lende eisen heeft gesteld waaraan hel pand moet voldoen. Als gevolg daarvan komen er niet de geplande 12. maar 10 ruimten voor beginnende ondernemers. Financiën In Alphen is het alleen de begeleiding die kosteloos beschikbaar wordt ge steld. Van een tegemoetkoming in de huur of een directe subsdidie komen starters voorshands niet in aanmerking. Het toelaten van bedrijven staat niet on der tamelijk streng toezicht zoals in Lei den. waar een toetsingscommissie uit eindelijk beslist of men al dan niet kan starten. De besluitvorming stoelt onder meer op overwegingen als concurrentie en financiële haalbaarheid. Adviezen ten aanzien daarvan krijgen ook starters in Alphen. maar het besluit al dan niet te beginnen ligt voornamelijk in handen van de initiatiefnemer zelf. Wie aan de Eikenlaan wil beginnen, moet per vierkante meter kantoorruimte 115 gulden betalen. Voor bedrijfsruimte geidt een vierkante meterprijs van 57,50 gulden. En dat zijn prijzen die gelijk zijn aan de commerciële huren die in het centrum van Alphen worden gerekend Marijke Wieringa geeft toe dat de onder nemers wat dat betreft voor de leeuwen worden geworpen, maar het is nooit de bedoeling geweest om beginners via la ge huren te subsidiëren. De klemtoon ligt nadrukkelijk op het begeleiden. Voor het Olgacomplex gelden ver schillende huurprijzen. Het eerst jaar wordt 40. het tweede 55 en uiteindelijk 70 gulden per vierkante meter in reke ning gebracht. "Die 70 gulden komt overeen met de commerciële huren zo als die aan de stadsrand van Leiden wor den gerekend. De exploitatie van het Ol gacomplex is sluitend, waarschijnlijk houdt de gemeente er iets aan over", al dus Bovens. In die huurprijzen is geen bedrag meegerekend voor het manage ment in dienst van de stichting dat jaar lijks 130.000 gulden kost. Van dat bedrag worden een projectleider en een assis tente betaald. Voorts worden daarmee ook de kosten gedekt van allerlei uiteen lopende (ondernemers)cursussen. Lenen Daarnaast heeft de stichting jaarlijks een bedrag van 100.000 gulden te beste den aan bedrijven in de meest ruime zin van het woord. Zo kunnen daarmee inci denteel niet alleen commerciële onder nemingen worden geholpen, maar ook veelal verlieslijdende projecten als het ophalen van schillen en dergelijke. Het verstrekken van leningen aan nieuwko mers gebeurt spaarzaam. "De praktijk heeft geleerd dat het voor beginners moeilijk is om een kleine lening van een paar duizend gulden bij een bank te krij gen. Als dat bedrag echt noodzakelijk is. kan er bij de stichting worden geleend. Dat geldt bijvoorbeeld als er voor de voortgang van het bedrijf een machine per se moet worden vervangen". Sinds kort heeft de Stichting Werkge legenheid een overeenkomst met de Ne derlandse Middenstands Bank waar door er meer kan worden geleend. "Ban ken staan in het algemeen toch nog hui verig ten opzichte van beginnende on dernemers. De stichting stort 50.000 gul den bij de bank waardoor die bereid is het dubbele van dat bedrag te lenen voor allerlei projecten. Ook in Alphen be staan goede contacten met de bank. al was dat maar om de verwachte verliezen de eerste jaren op te vangen. De plan ning is dat het bedrijvencentrum daar over maximaal een jaar vol is. Tot dat tijdstip moet er veel geld op worden toe gelegd. Doorstroming Volgens Marijke Wieringa mogen be drijven blijven zitten zo lang zij willen. De opzet van het Olgacomplex was dat starters na verloop van tijd naar andere ruimten zouden verhuizen zodat weer andere beginners in dat complex hun vleugels konden uitslaan. Hoewel de be slissende discussie daaover nog moet worden gevoerd, is Amptmeijer van die zienswijze afgestapt. Hij laat liever de bedrijven zitten waar ze zitten om elders in de stad nieuwe verzamelgebouwen in te richten zolang de voorraad strekt en zolang er interesse voor bestaat. Als het Mostertcomplex gereed is. verwacht ik dat er sowieso een stukje doorstroming op gang komt. Bedrijven die in 'Olga' te krap zyn gehuisvest, kun nen groter gaan zitten in het Mostertge- bouw of in de verkoopunits aan de Stadspolderweg. Het is in theorie zelfs mogelijk dat een starter, ik denk dan bij voorbeeld aan een hoogwaardig tech nisch bedrijf, onderdak krijgt in het Aca demisch Bedrijven Centrum". Mogelijk heden te over. menen Bovens en Ampt meijer. Het gaat de laatste jaren goed met de bouwers van jachten in ons land. Vooral de stalen jachten vin den gretiger aftrek en die worden onder andere gemaakt op de jacht werf G. van wijk en Zoon in Wou- brugge. Bouw van Wijk is de direc teur van deze jachtwerf en ook van het makelaarskantoor Bouw van Wijk bv dat zich bezighoudt met de koop, verkoop en bouw van motor- en zeiljachten. Hij glundert van oor tot oor als hij vertelt over de gunstige tijden in zijn bedrijfs tak en in het bijzonder zijn twee jongste aanwinsten die te zien zijn op de Hiswa van 14 tot en met 23 maart: de Wibo 990 en de Mascot 33. "Ja, de vraag naar stalen jachten neemt toe. Ze zijn veiliger dan polyester jachten en het mest probleem is niet meer", zegt Van Wijk. De jachtwerf in Woubrugge staat be kend om de Wibo, een modern stalen zeiljacht. Over de hele wereld zijn sinds de oprichting van het bedrijf, 55 jaar geleden, 2200 Woubrugse Wibo's verkocht. Vooral West-Duitsland, maar ook het Middellandse zeegebied vormt voor de jachtwerf een belangrijke markt. Nu komt G. van Wijk en Zoon met een nieuw model dat het volgens de kenners moet gaan maken: de Wibo 990-zelfafbouw. Een boot met een leng te van 10.10 meter en een breedte van 3.40 meter en .zes of zeven slaapplaat- Zelfafbouw Er worden diverse pakketten gele verd om het zeiljacht zelf af te bouwen. Het luxe afgebouwde jacht kost 169.830 gulden (inclusief btw). Volgens Bouw van Wijk kan de klant deze prijs met ongeveer veertig procent verlagen door afzonderlijke pakketten te kopen en zelf het jacht te bouwen. "Er zijn nogal wat mensen die aan hun boot willen knutselen. Ze hebben geen behoefte aan een compleet inge richt schip. Vaak verlaat een Wibo in onvoltooide staat de werf. Ongeveer veertig procent van de klanten kiest voor een bepaald stadium van af bouw". aldus Van Wijk. Daarom kan de doe-het-zelver complete afbouw- pakketten kopen met daarbij de beno digde tekeningen. Naast het stalenpak- ket kan de hobbyist bijvoorbeeld een houtdelenpakket. een antiroestbehan- deling, een kiel, rondhout, tuigage, zei len, motor, ramen en luiken, zeereling en tekeningen kopen. Grote groepen zeilers leven met het vooroordeel dat stalen jachten roesten, veel onderhoud vergen en door dë spant vaak lelijk zijn. De Wibo 990 re kent volgens de directeur af met deze vooroordelen. "De Wibo 990 js een fraai en modërn schip. En het vaak gesugge reerde roestproblemen is verleden tijd door de huidige conserveringsmetho den. Daarbij komt nog de veiligheid van het staal, dat het polyester steeds meer verdringt". Van Wijk heeft al op drachten binnen uit zes landen om zijn nieuwste creatie te leveren. West Duitsland neemt van die zes landen de meeste Wibo's af. Van Wijk: "De Duit sers zijn voor de jachtwerven voor een Bouw van Wijk: 'De Duitsers zijn voor jachtwerven voor een belangrijk deel op ons land aangewezen (Foto Wim Dijkman) belangrijk deel op óns land aangewe zen. In het land zelf zijn niet al te veel werven en de keuze is beperkt". De ex port is voor Van Wijk belangrijk. Ze ventig procent van zijn produktie gaat naar het buitenland. Daarbij gaan ze ven van de tien uitgevoerde schepen naar de Duitsers. Bij het bedrijf aan de Boddens Hosangweg ligt een haven waar steeds tachtig schepen te koop liggen. De klant kan rustig over een paar bruggetjes door de 'showroom' wandelen. Primeur Jachtmakelaar Van Wijk heeft uit Denemarken de Mascot 33 geïmpor teerd en toont deze primeur voor Ne derland ook op de Hiswa. Het bouw materiaal van dit motorzeiljacht is po lyester en het schip heeft zeven slaap plaatsen. De prijs van de Mascot, die is uitgevoerd met een 28 pk dieselmotor, is 181.700 gulden. De jachten zijn een luxe-goed. Van Wijk: "Natuurlijk, je koopt niet meteen een jacht van bijna twee ton. Je begint met een klein jacht en later wordt dat vanzelf groter. Het is een verslaving". ROB VAN DER ZANDEN Het bekende Bodegraafse bedrijf Eminent Orgels heeft na veel ups en downs zijn plaatsje op'de markt waarschijnlijk heroverd. Een grote brand, een foute micro-chip en een faillissement als gevolg van een verkeerde beslissing die mil joenen kóstte, heeft het bedrijf dat onlangs werd heropend achter de rug. Na twee jaar stilte is Eminent weer terug. De toekomst is rooskleurig, meent C.A. Brugman, een van de drie direc teuren. Twee nieuwe orgels zijn de wa pens waarmee Eminent de concurren tiestrijd aangaat. Vol vertrouwen: "Het vertrouwen van de consument in Emi nent is hersteld. We verwachten in de toekomst enige duizenden orgels per jaar te kunnen verkopen". Begin februari betrok Eminent een nieuw pand aan de Bodegraafse Schu- manweg. Voorlopig werken er 25 men sen. Voordat alle problemen ontston den - in 1980 - had het bedrijf twee vestigingen (in Bodegraven en Wad- dinxveen) en waren er 500 werknemers in dienst. Vijftien jaar lang was het goed ge gaan met de orgelfabriek in Bodegra ven. Totdat de directie van het orgel be drijf besloot dertig miljoen gulden te investeren in een veel te groot kanto rencomplex van 12.000 vierkante me ter in Waddinxveen. De bedoeling was de overtollige ruimte te verhuren, maar dat liep volledig fout. Er was geen en kele belangstelling voor. waardoor de schulden fors opliepen. Naar schatting is over de jaren 1976-1980 in totaal een verlies geleden van 25 miljoen gulden. Het eigen vermogen van dertig tot veertig miljoen gulden verdween en maakte al snel plaats voor rode cijfers' op de balans. Na het fiasco met het kantorenpand. dat nu wel onderdak biedt aan allerlei bedrijven, sloeg het noodlot ook nog eens toe. In de zomer van dat jaar brandde namelijk een groot gedeelte van de nieuwe fabriek in Waddinxveen uit. Bovendien leverde elektronica-gi- gant ITT een stukje micro-elektronica dat bij nader inzien ongeschikt was voor de massaproduktie. Het gevolg was opnieuw een miljoenenstrop voor het bedrijf. De directie kwam met een actieplan: in totaal 130 bezuinigings- punten moesten er voor zorgen dat het bedrijf uit de financiële problemen zou komen. Voor driehonderd van de vijf honderd werknemers werd gedwon gen arbeidstijdverkorting ingevoerd. Eminent 'oude stijl' bleek echter red deloos verloren, begin 1982 moesten de eerste 54 werknemers worden ontsla gen. Ondanks de grote problemen was het bedryf toch winstgevend. De ver koop van de orgels was in de twee voorgaande jaren met dertig procent gestegen. Het bedrijf had een jaarom zet van vijftig tot zestig miljoen gulden Eminent was Europa's grootste orgel- fabrikant. Daarom werd alsnog een reddings operatie uitgevoerd. Jan Terlouw. toenmalig minister van economische zaken, stopte twintig miljoen gulden in het bedrijf, de gemeenten Bodegraven en Waddinxveen sprongen bij en het Directeur Brugman: "Vertrou wen van cojisument in Eminent is hersteld' (foto Dijkman personeel leverde een deel van het loon in. De derde crisis in het bestaan van Eminent leek de laatste. De toekomst zag er goed uit. vooral nu het verliesge vende gebouw in Waddinxveen werd afgestoten. De genadeklap kwam daardoor toch nog onverwacht. Toen in 1984 de orgel markt instortte, kon het bedrijf zich niet handhaven. Een laatste, wanhopi ge poging het bedrijf te reorganiseren mislukte, massa-ontslagen volgden. In mei 1984 was het faillissement een feit. Toch is Eminent nooit echt verdwe nen. Een gedeelte van de activiteiten van de ter ziele gegane orgelfabriek werd voortgezet onder andere vlag en in sterk afgeslankte vorm. Twintig mensen in een nieuwe maatschappij gingen zich bezig houden met de ver koop, service en onderdelenvoorzie- ning van Eminent-orgels. Bovendien werd zo voorkomen dat de orgels uit het faillissement op de markt zouden worden gedumpt tegen veel te lage prijzen. "Dat zou een ramp zijn ge weest". aldus Brugman. JOAN VAN EE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 23