'Collectie uit Geldermalsen levert ons veel nieuwe kennis' Veiling moet internationaal aanslaan' ZATERDAG 15 FEBRUARI 1986 EXTRA PAGINA 25 Een gouden vondst. Dat kan bijna letterlijk en figuurlijk worden gezegd van de spectaculaire collectie 18e eeuws goud en Chinees porselein, die onlangs door de Brit Michael Hatcher boven water werd gehaald uit een in 1752 gezonken Nederlands VOC-schip. Dr. Christiaan Jörg, oud-Lei denaar en thans conservator van het Groninger Museum, is dé deskundige op het gebied van de Nederlandse porseleinhandel op China in de zeventiende eeuw. In bijgaand interview gaat hij in op de historische betekenis en achtergrond van de collectie. door Syp Wynia potten, po's of kandelaars in porselein. Nou, dat konden ze krijgen, geen pro bleem". "De inhoud van de jonk uit 1643 en die uit de Geldermalsen van 1752 zijn totaal verschillend. De eerste vondst heeft een hele grote variatie aan vormen en versie ringen. Terwijl bij de latere het omge keerde het geval is: een kleine variatie en een kleine vormenrijkdom, maar wel gigantische hoeveelheden. Van een be paald type chocoladekop zijn er wel 5000, enorm. Dat is typisch voor de Ne derlandse handel in die tijd: ze concen treren zich op gebruiksgoed dat een goe de winst opleverde en gemakkelijk ver kocht kon worden. Al die bijzondere dingen vonden ze veel te lastig. In die zin kun je de term 'Hema-spul' gebrui ken zonder dat dat nou een kwaliteits oordeel inhoudt". "Het was weliswaar bestemd voor de gegoede burger, maar als je echt chique wilde zijn nam je het veel duurdere Duit se porselein. En aan het eind van de achttiende eeuw was met name het En gelse porselein veel interessanter, ook al omdat het veel modieuzer was en aansloot bij de classisistische trend. De Duitsers wisten ook veel beter wat de markt vroeg. Als je in Nederland iets be stelde in China duurde het drie jaar voordat je het had. De mode ging welis waar niet zo snel als nu, maar het ging wel zo snel dat je er attent op moest zijn". Spuugpotjes Ook de inhoud van de Geldermalsen zal de wetenschap heel wat nieuwe ken nis opleveren, zo veronderstelt Jörg. "Tot dusver hebben we altijd gewerkt met documenten. Daarin staat bijvoor beeld dat er een bepaald aantal 'melk- kommen' aan boord was. Geen kip weet wat dat zijn, die melkkommen. Dat we ten we nu wel en ook dat ze speciaal voor de Hollandse markt gemaakt zijn. Uit de schriftelijke bronnen wisten we dat er zowel kwispedoors als 'spuugpot- ten' aan boord waren. Maar mijn hemel, waarom zetten ze dat apart? Nu weten we dat de kwispedoors de potten waren die in de kamer stonden en dat de spuugpotten een soort po's waren waar in men overgaf. Spuugpotjes zijn heel zeldzaam, die zijn maar'een paar jaar in China gemaakt. Probleempje opgelost dus". "Nog zoiets. We wisten dat er viskom men aan boord waren. Nou, dat blijken geen potten te zijn waarin je een goudvis stopte, maar gewoon visschalen voor op tafel". De veiling van de 20.000 stukken por selein uit de jonk leidde al tot een stormpje op de internationale antiek markt, maar wat gebeurt er als deze 150.000 stukken in 3000 porties geveild zullen worden? Jörg: "De vorige keer is het grootste deel opgekocht door een kongsi van handelaren en door gespecia liseerde privéverzamelaars: Nederlan ders, Belgen, Engelsen en Amerikanen. Er werden gewoon hele serviezen ge kocht, maar dat was toch wel prijzig hoor. Niemand kan zeggen hoe de markt er nu op gaat reageren. Ik hoorde hier in het museum al: gut, kost zo'n schaal honderd gulden, dan wil ik er ook wel een hebben! En zo zijn er veel meer. Als ze dat soort mensen naar de veiling kun nen krijgen, dan ontstaat er een heel an der beeld. Dan roept deze veiling vanzelf weer nieuwe vraag op". Geen lolletje Zo gelukkig als Hatcher was bij het vinden van de Geldermalsen, zo slecht kwamen de 32 overlevenden van de scheepsramp er af. "Ze hebben er in twee reddingsboten, zonder drinkwater, een week over gedaan om het vasteland te bereiken. Dat was dus geen lolletje", zo stelt Jörg vast. "Op één na hebben ze Batavia ge haald. Daar vertrouwden ze het verhaal niet, zoals wel vaker gebeurde. Zo van: je hebt het goud zeker ergens verstopt? De hoogste in rang is gedegradeerd en naar Nederland gestuurd om zijn ver haal daar nog maar eens te vertellen. Dat is hem kennelijk goed gelukt, want twee jaar later zie je hem terug op een schip van de compagnie: weliswaar lager in rang, maar niet zonder gage. Hij is er dus doorheen gekomen". Het zijn drukke dagen voor dr. Christiaan Jörg. Nederlandse me dia, maar ook de BBC en The Times raadpleegden hem over de recente goud- en porseleinschat van de om streden Britse duiker Michael Hat cher. En voordat de veiling eind april begint, wil Jörg het boek klaar hebben dat hij schrijft over de schat aan boord van de in 1752 bij Indone sië gezonken 'Geldermalsen'. Jörg kent Hatcher sinds het vooijaar van 1984, toen de Brit zijn eerste porse leinvondst bij Christie's in Amsterdam liet veilen. De duiker was tot dan toe ge specialiseerd in het zoeken naar schepen uit de Tweede Wereldoorlog. Bij toeval stuitte Hatcher bij Singapore op een jonk met Chinees porselein, zonder te weten wat het was, hoe waardevol het was en wat hij ermee aan moest. Toen hij later bij Christie's terechtkwam, herin nerde Jörg zich een deel van de vondst al in antiekwinkels in Singapore te heb ben gezien. „Ze konden het aan de straatstenen niet kwijt. Het was niet mooi en het hele historische verhaal ont brak natuurlijk". Jörg kon aangeven dat de jonk rond 1643 gecharterd moest zijn door de Ver enigde Oostindische Compagnie (VOC) om porselein uit het huidige Taiwan naar Batavia, het huidige Jakarta te brengen. Het contact met de duiker le verde Jörg een schenking van veertig stukken op, die nu als 'De Hatcher Col lectie' in het Groninger Museum te zien Hatcher wil ook Jörg niet precies ver tellen waar hij zijn vondsten van de laat ste jaren heeft gedaan. Jörg heeft daar begrip voor. "Hij is een commercieel duiker, maar hij en ik liggen elkaar op de een of andere manier wel". De veiling uit de jonk bracht twee jaar geleden 6.7 mihoen gulden op, de nieu we vondst van Hatcher wordt op tien a dertig miljoen geschat. Ook nu hoopt Jörg weer het een en ander van Hatcher ten geschenke te krijgen. "Ik wil van al les één type hebben. Als dat zou lukken! Desnoods moeten we zelf wat bijbeta len". Zeeuwse Kamer Op 3 januari 1752 verging het Neder landse schip met 125 bemanningsleden aan boord bij de Riouw Eilanden tussen Singapore en Sumatra. De 'Geldermal sen' mat 42 meter en kon 1150 ton ver voeren. Het schip was vijf jaar eerder ge bouwd in opdracht van de Zeeuwse Ka mer van de VOC en vermoedelijk met bouwmaterialen en textiel naar de Oost afgereisd. De Geldermalsen zou nooit meer in een Hollandse haven terugke- Vier jaar lang werd het schip ingezet voor de zogeheten 'inter-Aziatische han del' die de VOC tussen China, Japan, In donesië, India en Perzië bedreef. Eind 1751 legde de Geldermalsen (geladen met thee, porselein en goud) aan in de Chinese havenstad Kanton, op weg naar Holland. Op 3 januari 1752 eindigde de reis abrupt op de klippen ten zuiden van Singapore. De kostbare lading, destijds vooral de thee, rustte tot voor kort op de zeebodem. Jörg: "De waarde was destijds onge veer 800.000 gulden. De thee, die bracht geld op. Het porselein lag onderin, want de thee moest droog blijven, alleen al omdat die tweederde van de waarde uit maakte. Zowel het pprselein als het goud was bijzaak. Het was dus eigenlijk een theeschip! Ja, gek hè, dat die thee daar al die tijd op de zeebodem heeft ge legen en niet verrot is. Normaal ging een transport eerst naar Batavia en daar werd de boel overgeladen op de thuis- vaarders. Maar dat kostte extra tijd en verlies van kwaliteit, vandaar die recht streekse vaart. Het goud had bij Java overgeladen moeten worden op een schip dat daar in volle zee lag te wach- f ten. Droogte bij de Riouw Eilanden, zoals op basis van de archiefstukken altijd werd gedacht". "Vergeet niet dat het altijd verrekte moeilijk was je positie te bepalen in die tijd. De breedte ging wel, maar de lengte was lastig. Het was helder weer: ze kun nen de kustlijn verward hebben met waar ze jachten dat ze moesten zijn. Het zoeken van Hatcher was dus wel zoiets als een speld in een hooiberg. In het be gin wist hij totaal niet wat hij moest doen. Het is verdomd knap dat hij het gevonden heeft. In elk geval is de schat van de Geldermalsen volgens Hatcher en de Nederlandse regering - de erfop volger van de VOC - in internationale wateren aangetroffen, zodat Indonesië er geen aanspraak op kan maken". Met het ministerie van Financiën sloot Hatcher een contract: tien procent van de opbrengst van de veiling gaat naar de Nederlandse staat. Vanwege dat con tract is Jörg er zeker van dat de Indone siërs geen aanspraak zullen maken en Hatcher inderdaad in internationaal wa ter naar de schat heeft gevist. Proefschrift Dat het hier de Geldermalsen betrof, kon Hatcher vinden in de in 1982 ver schenen Engelstalige editie van het proefschrift van dr. Jörg: Porcelain and the Dutch China Trade. Jörg was bezig met dat proefschrift toen hij in 1978 als conservator kunstnijverheid naar Gro ningen kwam. Sindsdien gaat Jörg zo wel nationaal als internationaal door voor dé deskundige op het gebied van de Nederlandse porseleinhandel op Chi- Jörg: "Mijn proefschrift speelt nu in zoverre een belangrijke rol, dat Hatcher weet waarop hij moet letten als hij wat vindt. Hij heeft het dagelijks aan boord zitten lezen. Na de vondst van de jonk is hij gericht gaan zoeken. Daarover heb ik geen contact met hem gehad, ik heb me er niet mee bemoeid en hij heeft daar niet om gevraagd. Maar hij heeft toen wel mijn proefschrift aangeschaft. Dat wist ik ook niet. Hij heeft het kennelijk goed bestudeerd. Daardoor wist hij wat er in welke perioden waar verscheept werd. Dus toen" hij op een bepaald mo ment dit ding vond en een bepaald type theepot aantrof, kon hij aan de hand van mijn boek zeggen: Hollands, achttiende eeuws! En er zijn maar heel weinig sche pen die rechtstreeks van China met por selein naar Nederland voeren. Daarvan Dr. Christiaan Jörg bij een gedeelte van de 'Hatcher Collectie' uit 1984, die de omstreden Britse berger hem schonk. is er een gezonken in 1740 en er zijn ook aan het eind van de jaren '70 van de acht tiende eeuw enkele gezonken. Maar in die middelste periode is er maar één, de Geldermalsen". Jörg heeft heel wat meer begrip voor Hatcher dan sommige andere weten schappers, die in de Brit een ordinaire schatzoeker zonder cultuurhistorisch besef zien. "Toen ik hem leerde kennen bij de veiling van die jonk in 1984, zei ik tegen die man: dat moetje voortaan toch anders aanpakken. Ik heb hem een aan tal dingen verteld waarop hij moest let ten. Nee, ik vind hem geen barbaar, ook al vinden anderen dat wel. Ik vind datje begrip moet hebben voor hoe zo'n man moet werken. Hij is ondernemer, heeft mensen aan het werk. Hij investeert een boel geld. Hij is geen archeoloog, geen wetenschapper. Deze keer heeft hij ook onderwaterfoto's gemaakt, zoals ik hem een keer had gevraagd. Hij zegt ook: ik wil best een archeoloog toelaten, maar ik betaal hem niet". Open "Over een ander schip dat hij gevon den heeft, de Risdam, die geen porselein aan boord had, heeft hij contact gehad met de Nederlandse Staat en er een aan tal mogelijkheden voor geopperd. Maar daar is kennelijk niet uitgekomen wat hij ervan verwacht had. Hij zegt: als an deren het willen doen, mij best. Het aan bod dat hij gedaan heeft om een duiker op zijn kosten mee te nemen om te con troleren wat hij zegt, dat vind ik heel pri ma en heel open. Een logische redene ring. Ik vind ook dat zoiets alle twijfels wegneemt over eventuele geheimzinnig doenerij". De Nederlandse handel op China, dus ook de porseleinhandel, bestreek de pe riode 1610-1770. Daarna werd het min der: het materieel werd niet vernieuwd, Batavia werd veel te duur, het personeel werd dermate slecht betaald dat er parti culier bij gehandeld werd. Na de vierde Engelse zee-oorlog in de jaren tachtig van de achttiende eeuw was het afgelopen. Pogingen om de han del na de Franse tijd weer op te zetten met de Nederlandse Handel Maatschap pij (later opgegaan in de Algemene Bank Nederland) kwamen niet echt op gang. Jörg: "De Nederlanders hadden een sterke inter-Aziatische handel, het was een belangrijke poot naast de handel op Europa. Dat is misschièn wel leuk - dat heeft nog niemand gezegd - dat niet de Japanners maar de Nederlanders in de achttiende eeuw de belangrijkste indivi duele handelspartner van China waren. Ze kochten koper en zilver in Japan en gingen daarmee naar China en Batavia. In China kochten ze voor het zilver weer goud. Dat goud ging terug naar Batavia en daar kochten ze in India textiel voor. 'De textiel werd naar de Molukken ge bracht om er specerijen mee te kopen die naar Europa werden vervoerd. Aan die tussenhandel verdienden ze meer dan aan de specerijenhandel op Euro pa". Ter discussie "Die jonk, de eerste vondst van Hat cher, was zo'n schip dat voor de Hollan ders van Taiwan naar Batavia voer. Het porselein was zowel voor Indonesië als voor de export naar Europa bestemd. Maar het ging dus ook de Indonesische archipel in, voor een deel naar India waarschijnlijk, misschien naar Perzië, mogelijk een heel klein stukje naar Ja pan. Waarschijnlijk voer er een Hollan der aan boord mee, want er is ook een tinnen kan aan boord gevonden. Die vondst had ook wetenschappelijke waarde. Een hele hoop dateringen zijn sindsdien in de vakpers ter discussie ge steld. Door mij, maar ook door anderen. Er zat bijvoorbeeld een bepaald type in dat we altijd rond 1700 hadden geda teerd, maar in dit geval bleken er twee potten te zijn die in het Chinees het jaar tal 1642 droegen. Nou, dat heeft nogal wat consequenties". De Chinezen waren tot 1710 de enigen die porselein konden maken. Jörg:"Zij kenden de samenstelling van de klei. Er moet namelijk kaolien in zitten. Als je dat niet hebt, zakt de zaak in elkaar om dat de klei anders bij die hoge tempera turen smelt. Pas in het begin van de achttiende eeuw ontdekte iemand in Duitsland, die goud wilde maken, dat de klei die hij gebruikte ook geschikt was om er porselein mee te maken. Daarvóór gebruikte men in het huishouden hout, tin of gewoon steengoed. Dat wilde wel lukken, maar het was lang zo mooi niet Het porselein was veel chiquer, het was dunner, je kon het beter afwassen, de kleurstelling en de plaatjes waren veel interessanter. De Chinezen kenden het al in de achtste eeuw. Toen de Hollan ders kwamen was het al een miljoenen- industrie". "In dé achttiende eeuw was de stad Ching-té Chèn het centrum van de por seleinindustrie. Die stad had meer dan een miljoen inwoners en was op dat mo ment de grootste ter wereld. Alleen de Europeanen kochten er in het midden van de achttiende eeuw al meer dan tien miljoen stuks per jaar. Daarbij kwam nog de afzet naar de binnenlandse markt en naar Japan. Die stad lag in het bin nenland. Eerst werd het porselein naar een bergpas vervoerd, koelies droegen het daar overheen en dan ging het per schip naar Kanton, waar de Europeanen hun handelsstations hadden. De Chine zen hadden geen machines, maar wel een soort lopende band-systeem. Ie mand schilderde de bloemetjes, iemand de figuurtjes, weer iemand anders de randjes. Dat ging in een enorm tempo". Bierpullen Aanvankelijk voerden de Chinezen hun eigen ontwerpen uit, later werd er ook in opdracht gemaakt. Dat begon al voor de Arabische markt. Later kwamen de Portugezen die ook wel eens een por seleinen wapenschild in de gang wilden hebben, en vervolgens dienden in de ze ventiende eeuw de Hollanders zich aan. Die waren de Chinese vormen al snel beu en bestelden bierpullen, mosterd- De antiekhandel in Nederland heeft met instemming gereageerd op de aankondiging van de opzienbaren de porseleinveiling in Amsterdam, eind april. Dan zal de lading van het VOC-schip de 'Geldermalsen' door veilinghuis Christie's worden ver kocht. Het gaat daarbij om meer dan 150.000 stuks porselein die in vijf dagen tijd zullen worden ge veild. Over de gevolgen van zo'n grote aan voer van porselein op de antiekmarkt maken de antiquairs zich niet druk. Net zo min als over de kwaliteit ervan. Inte gendeel, zoals voorzitter Aaronson van de Vereniging van Handelaren in Oude Kunst in Nederland, het uitlegt: „Wij zijn ontstellend blij. Zelden is het Chine se porselein op zo'n voortreffelijke ma nier via de media in binnen- en buiten land onder de aandacht gebracht. Zo veel aandacht voor het metier is onbe taalbaar. En dat het in Nederland wordt geveild, is helemaal fantastisch". Theepot Tussen maart en juli van het vorig jaar haalde Michael Hatcher de inhoud van het schip boven water. Uit de zee, die tijdens de werkzaamheden een giganti sche theepot werd, haalden Hatcher en zijn mannen 150.000 stukken porselein en een unieke serie gestempelde Chine se baren goud. Jörg: "Dat gestempelde goud is iets heel speciaals. Dat hebben ze in China zelf ook niet. Het is immers altijd weer omgesmolten. Dat heeft dus een ontzet tende historische meerwaarde. Het schip werd niet aangetroffen op de ook in de achttiende eeuw al beruchte en op alle scheepskaarten aangegeven Gelria's Bewijs Antiquair Aaronson: „Vooral weten schappelijk gezien is het een ontstellend belangrijke ontdekking geweest. Een complete lading die helemaal getraceerd kan worden. De verzamelaar van bijzon dere Chinese keramiek kan met deze collectie in het algemeen weinig uit de voeten. Het is gebruiksporselein dat in de 17e en 18e eeuw met ladingen tegelijk uit China naar het Westen gevaren werd. Er is dus waarschijnlijk een andere cate gorie kopers voor dan de klassieke por seleinverzamelaar". Aaronson, die in het hoofdstedelijke mekka van de antiek en oude kunst, het Spiegelkwartier, zijn domicilie heeft, zegt het heel voorzichtig: „Er is een gro te categorie die zeker het stickertje op de onderkant van het porselein zal laten zit- Door Hollanders besteld Chinees porselein uit de 17e eeuw, ten. Als bewijs dat het om een artikel uit de Geldermalsen gaat". Met andere woorden, de waarde van het stickertje is hoger dan de waarde van het porselein? Aaronson: „Zo ver wil ik niet gaan. Maar eigenaar worden van een stuk porselein dat 300 jaar onder water heeft gelegen, is een emotioneel gegeven dat voor een belangrijk deel de waarde zal bepalen. De romantiek, het verhaal om het porselein heen, dat is een heel eigen dimensie. Daardoor kan de op brengst van de veiling onmogelijk wor den voorspeld. Deze veiling heeft een extra waarde die je niet mag onderschat ten". Collega Blitz is een specialist in Chine se keramiek. Ook hij zegt geen invloed van betekenis te verwachten op de han del zelf. Blitz: „De eerste collectie die de Britse duiker Hatcher boven water bracht was voor ons veel interessanter. Het ging toen om weliswaar soms aange tast, maar toch uniek porselein. Deze nieuwe collectie is vooral gebruiker sporselein en dat trekt een ander pu bliek". „Het is natuurlijk iets schitterends. Feitelijk gezien hoort Amsterdam niet bij de top vijf van de porseleinsteden. Dat zijn vooral Londen. New York, Hongkong en ook wel Tokio. Des te ge weldiger is het dat die lading dan toch in zijn geheel in Amsterdam geveild gaat worden". Aaronson heeft zijn bedenkingen over het absorbtievermogen van de markt. „Dat is een ander aspect. Het gaat om meer dan 3000 kavels en als je nagaat dat een beetje antiquair al blij is met 200 stuks keramiek, dan geeft dat een beetje aan hoe groot die partij wel is. De veiling kan alleen slagen als het internationaal geweldig aanslaat. Juist door het verhaal eromheen kan dat lukken en dat kan men aan Christie's wel overlaten". Gebruiksgoed Ook porseleindeskundige mevrouw Hetti Jongsma van Christie's Amster dam verwacht geen echte drastische wij ziging in het beeld van de porseleinhan del. „Er was bij die eerste veiling van Hatchers porselein ook enige vrees dat de handel er onder zou lijden, maar het is echt in het niets verdwenen. De enor me collectie die we nu moeten veilen is veel meer gebruiksgoed. Het lijkt me heerlijk om een mooi diner te geven op een Chinees porseleinen servies dat driehonderd jaar oud is en waarvan ik dan de eerste eigenaar zou zijn. Ik denk ook dat het qua prijs veel dichter bij nieuw porselein zal liggen dan die zeld zame schotels uit de eerste Hatcher-col- lectie". Nu al staat de telefooon bij Christie's niet stil van mensen die al een optie wil len hebben. „Ik denk dat het straks een helse klus zal worden om tijdens de vyf dagen durende veiling alle schriftelijke biedingen te kunnen verwerken. Er is nu al opmerkelijk veel belangstelling vooral uit het midwesten van Amerika en uit Australië. Daarom denk ik ook dat. hoe gigantisch die collectie nu nog lijkt, het op de wereldmarkt heel snel opgenomen is", aldus mevrouw Jongs- (GPD)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 25