'Snelle registratie
scheepswrakken
is noodzakelijk'
'Vlucht naar Nederland
als blanke makkelijker'
Belangrijk cultuurbezit dreigt verloren te gaan
Achtergrond
Godsdienst niet met geld en politiek vermengen
VRIJDAG 14 FEBRUARI 1986
PAGINA li
Reportage
IH M'M HlMtótt fiWKfNM»
worn nhkww gjtwtw wor pKxmwufR
MlWWWRAl/PWti, MlHARPtN5C«AN(WtfM,
MfiNffP, VRieNWJMtmK ,TÖPAM&rfKA«>i vAAA» U\t(
Mgr KnmtmUtVMT Op STtUNTWKWS,.. CcHÉl
Zuidafrikaanse dienstweigeraars:
Er moeten zo snel moge
lijk maatregelen worden
genomen om de duizen
den historische scheepsw
rakken op of in de Neder
landse bodem te bescher
men. Gebeurt dit niet, dan
dreigt een belangrijk cul
tuurbezit binnen een pe
riode van vijftig jaar voor
altijd verloren te gaan.
Deze alarmerende taal
staat in een rapport van de
commissie Normen On
derzoek Scheepswrakken.
De commissie is in het le
ven geroepen om na te
gaan aan welke eisen his-
torisch-archeologisch on
derzoek naar scheepsw
rakken zou moeten vol
doen. Er mankeert nogal
wat aan.
Prof. dr. J.R. Bruijn,
hoogleraar zeegeschiede
nis aan de Leidse univer
siteit, is voorzitter van de
commissie. Samen met
zijn Amsterdamse collega
prof. drs. H. Van Regteren
Altena - hoogleraar mid
deleeuwse archeologie -
luidt hfj de noodklok.
door
Jan Westerlaken
De klok staat op vijf voor twaalf.
Nu moeten er stappen worden
ondernomen om erger te voorko
men. Zo niet, dan dreigt er een
catastrofe en zal er van alle schat
ten - verborgen in scheepswrak
ken - weinig of niets overblijven.
Een van die stappen is zo snel
mogelijk de wrakken registre
ren. Want nu bestaat er nauwe
lijks een behoorlijke inventarisa
tie van wat er aan historisch ma
teriaal op de bodem van de zee
en andere wateren ligt.
Het gevaar dreigt van diverse
kanten. Van de amateurduiker,
die voor zijn plezier op zoek is
naar bodemschatten; vanrle be
roepsvisser, die met z'n zware
netten de scheepswrakken uit el
kaar trekt en niet in de laatste
plaats hebben de wrakken de
laatste jaren veel te lijden van
baggeren, heien en het leggen
van pijpleidingen.
Prof. Bruijn maakt zich zorgen
over de situatie, omdat er geen
richtlijnen zijn en eigenlijk ieder
een zijn gang maar gaat. On
danks het feit, dat het verboden
is om bodemschatten mee naar
boven te brengen gebeurt dit
toch in steeds grotere mate.
Prof. Bruijn zegt: "Steeds
meer mensen gaan onderwater
sport beoefenen. Of duiken of
snorkelen. In de zomermaanden
zie je die mensen volop. De spor
ters, die goed zijn uitgerust, gaan
op zoek naar wrakken. Dat is een
sport voor hen, ze vinden het
prachtig. Vooral in het weekein
de - als het weer dat toelaat - gaan
ze naar de Wadden of duiken in
de Schelde. Vaak vinden die
mensen ook wel wat. Wat ge
beurt ermee? Niemand weet
het".
Laten liggen
Prof. Bruijn over de vraag
waarom de duikers schatten die
ze vinden niet mee naar de op
pervlakte mogen nemen: "Als je
wat uitgraaft moetje doen wat de
officiële archeoloog vindt: het
spul gewoon laten liggen. Wat
wij proberen te bereikenïs de re
gels die voor archeologie op het
land van kracht zijn, tevens te la
ten gelden voor zaken onder wa
ter. Kijk, een onderwater-archeo
loog - Nederland heeft er daar
twee van - weet precies wat hij
moet doen. Lijnen uitzetten, te
keningen maken, een rapport
schrijven van wat hij heeft ge
daan en alle dingen die hij aan
treft van een labeltje voorzien.
Komt dat gevonden voorwerp
mee naar boven, dan moet het di
rect in een vochtige omgeving
worden opgeslagen. De amateur
weet dit dikwijls niet. Laat ik
duidelijk zijn. Bij dit soort werk
is het niet van belang of het com
merciële waarde heeft. Of je nu
een zaadje van spinazie vindt of
een kersepit of een staafje goud.
Dat zaadje spinazie kan voor de
wetenschap van grote waarde
zijn. Want dat geeft aan, dat er
kennelijk in die tijd dit voedsel
aan boord werd gegeten. Spina
zie wist ik niet, maar dat staafje
goud was wel bekend".
Zorgen maakt prof. Bruijn zich
over de toenemende beweging in
de bodem. Waarom baart Bruijn
dit zorgen? "De wrakken komen
hierdoor vrij", zegt hij. "Het ge
beurt niet alleen in Zeeland -
waar de Deltawerken tot stand
komen - maar we zien hetzelfde
in de Waddenzee. De mens beïn
vloedt het milieu heel sterk. Ik
kan bovendien niet ontkennen
dat het trekken van een pijplei
ding door de bodem het vrijko
men van wrakken in de hand
werkt. Maar", voegt prof. Bruijn
eraan toe, "die grote netten waar
mee vissers vissen, richten ook
heel wat schade aan".
Schatten
Duiken naar scheepswrakken.
Prof. Bruijn merkte al op dat de
amateurduikers het als een sport
zien. Maar wat denken ze onder
water aan te treffen? Kunnen ze
op echte schatten stuiten?
Prof. Bruijn doet er niet ge
heimzinnig over. Hij zegt: "Ik
denk datje niet hoeft te gaan zoe
ken naar schatten die een grote
commerciële waarde hebben.
Het begrip waarde heeft voor de
wetenschapper een andere bete
kenis. Daarom ook heeft onze
commissie ervoor gepleit om de
duikers bij te scholen. Geef hun
waar ze zelf min of meer om heb
ben gevraagd. Denk niet dat dit
zo gemakkelijk gaat. Want in Ne
derland geldt nu eenmaal de re
gel, dat alleen archeologen maar
opgravingen mogen doen.
Wij hebben nu voorgesteld om
de leiding van het onderwater-
onderzoek in handen te geven
van de afdeling scheepsarcheolo
gie van de Rijksdienst voor de
IJsselmeerpolders. Die afdeling
heeft zich in het verleden meer
malen beziggehouden met het
droogleggen van wrakken in de
polder rond de voormalige
Zuiderzee. Deze dienst weet pre
cies hoe zij een wrak uit elkaar
moet halen en ermee moet om
gaan.
De commissie dringt er in haar
rapport op aan om deze rijks
dienst te belasten met de archeo
logie onder water in Nederland.
En dan? De afdeling scheepsar
cheologie zou op den duur kun
nen worden omgebouwd tot de
'Rijksdienst voor de Onderwate-
rarcheologie'. Maar dan zal de
dienst wel moeten worden uitge
breid. Wij denken met twee dui
kende archeologen, een scheep
vaarthistoricus en drie techni
sche mensen. Ik geloof dat er
dan een goede basis is om ar
cheologisch-onderwateronder-
zoek te verrichten".
Probleem
Op papier een prachtig plan,
maar nu de praktijk. Cultureel
erfgoed, want dat zijn scheepsw
rakken, vallen onder het ministe
rie van wvc. Monumenten zijn
het. Het ministerie van verkeer
en waterstaat is verantwoorde
lijk voor de Rijksdienst voor de
IJsselmeerpolders. Wvc zal niet
gauw bereid zijn om het culture
le erfgoed zonder slag of stoot
aan een ander departement af te
staan.
Prof. Bruijn beseft dat. Maar
heeft ook argumenten waarom
het juist wél naar dit ministerie
zou moeten worden overgehe
veld. Zijn gedachte: "Bij verkeer
en waterstaat heeft men de be
schikking over allerlei appara
tuur die voor onderzoek onder
water nuttig en gemakkelijk is.
Bovendien kan er - als die nieu
we dienst bij dit departement
zou komen - eenvoudiger over
die apparaten worden beschikt.
En wat te denken van de routine
die aanwezig is bij de Rijksdienst
voor de IJsselmeerpolders? Dat
zijn stuk voor stuk voordelen die
er voor pleiten de scheepsar
cheologie bij verkeer en water
staat onder te brengen".
De taak van deze commissie
ziet prof. Bruijn als volgt: "Zij
zou moeten bepalen welk wrak
als waardevol of waardeloos kan
worden betiteld. En of het op een
veilige of onveilige plek ligt. Niet
elke scheepsrest kun je als mo
nument bestempelen, want er
liggen wel duizenden resten.
Drie taken zou de commissie
moeten hebben: 1. Bepalen in
welke staat een wrak verkeert; 2.
Is er nog wat interessants aan en
3. Gaat het om een bepaald type
schip. Er zijn nogal w&t typen die
de deskundigen beter willen le
ren kennen. Stuit je daarop, dan
moet er een alarmsignaaltje over
gaan. Op die wrakken moeten we
dan heel zuinig zijn".
Registratie
Prof. Bruijn plaatst een kriti
sche noot bij de registratie van
scheepswrakken. Ruim honderd
jaar geleden - in 1875 - werd er
een begin gemaakt met het bij
houden van aantekeningen waar
resten van schepen liggen. He
laas, merkt prof. Bruijn op, gaat
die registratie dikwijls niet ver
der dan 'er zit iets in de grond'.
Eén punt waar uiteindelijk alle
aantekeningen terechtkomen, is
er niet. Het ministerie van wvc
houdt een registratie bij, maar
ook anderen. Zij doen het uit pu
re liefhebberij. Opnieuw komt de
rol van de amateurduiker opdui
ken.
Prof. Bruijn: "Als we die men
sen zo ver kunnen krijgen, dat ze
melden wanneer ze een wrak
vinden, ja, dat zou natuurlijk een
goede zaak zijn. Op de een of an
dere manier moeten we dat zien
te stimuleren. Er moet een beleid
komen, opdat wvc voor dit werk
vergunningen afgeeft. Nu zijn er
hooguit twee wrakken waarop
mag worden gedoken. Meer niet.
Een beetje té wijs beleid, vind
ik".
Doet de overheid wel voldoen
de voor de maritieme-archeolo-
gie?
Volgens prof. Bruijn heeft Ne
derland daarmee en flinke ach
terstand opgelopen. "In Neder
land gebeurt gewoon niets. Ie
dereen is eigenlijk vrij om te
doen en laten in wat hij wil. Ik
weet het, het is verboden om din
gen naar boven te halen. Wie
controleert dat? Niemand toch?
Dus gaat iedereen op z'n eigen
houtje aan de gang. Of er veel
wordt gestolen? Ach, dat is moei-
lij'k te zeggen. Volgens mij zijn er
niet zoveel wrakken waarin nog
dingetjes van waarde aanwezig
zijn. Kleine prulletjes zal je op
heel wat schoorstenen bij dui
kers thuis vinden. Welke (weten
schappelijke) waarde ze verte
genwoordigen zullen we nooit
aan de weet komen. Vandaar dat
het hoog tijd is dat er nu wat
wordt gedaan om alles te gaan re
gistreren".
"Het is niet te geloven, hoe je als
Zuidafrikaans dienstweigeraar
wordt behandeld op het Neder
landse consulaat-generaal in Kaap
stad. Toen ik daar kwam om inlich
tingen wisten ze niks, deden ze
niks en kreeg ik alleen te horen dat
ze me niet konden helpen. Maar ze
vergeten dat er in Zuid-Afrika jon
gens rondlopen met de Nederland
se nationaliteit die dienst doen in
de zwarte townships, in de strijd
tegen Angola, die by de politie zit
ten, die meedoen aan het martelen.
En dat er jongens zijn die daar niet
aan willen meedoen en daarom
naar een Nederlandse diplomatie
ke vertegenwoordiging stappen".
door
Ronald Frisart
Het zit de blanke Zuidafrikaanse
dienstweigeraar zeer hoog. Hij
vindt het een regelrecht schandaal,
vertelt hij als we elkaar in Amster
dam ontmoeten. Zijn naam wil hij
- in verband met de veiligheid van
achtergelaten vrienden en familie-
niet in de krant. Laten we hem
daarom maar Michael noemen.
"Ik heb nog geluk", vindt Mi
chael. "Ik kon aan geld voor de reis
naar Nederland komen, ik heb in
Nederland familie, ik heb de Ne
derlandse nationaliteit en ik ben
blank. Dat maakt de opvang mak
kelijker".
Ian Kerkhof, vertegenwoordiger
van de Benelux-afdeling van het
Committee on South African War
Resistance (COSAWR) en zelf
twee-en-een-half jaar geleden als
dienstweigeraar uit Zuid-Afrika
via Engeland in Nederland beland,
benadrukt dat het inderdaad een
voordeel is om als blanke in Neder
land aan te komen.
Kerkhof: "Ik heb bijvoorbeeld
op een cursus Nederlands gezeten
samen met niet-blanke vluchtelin
gen. Die vertelden me over wat ze
in Nederland aan discriminatie en
racisme hadden ontmoet. Zelf heb
ik daar nooit last van gehad. Ik
werd altijd netjes behandeld en
met 'meneer' aangesproken. Ik ben
blank. En mijn achternaam, Kerk
hof, is nog Nederlands ook".
B-status
De laatste jaren zijn enkele hon
derden Zuidafrikaanse dienstwei
geraars naar Nederland gekomen,
aldus V. Holtes van het ministerie
van justitie. Aan de meesten van
hen is op humanitaire gronden
asiel verleend. Dat betekent dat ze
de zogeheten B-status hebben ge
kregen. De A-status geeft de mees
te zekerheid en rechten, maar die is
bedoeld voor een aantal catego
rieën vluchtelingen (vastgelegd in
het vluchtelingenverdrag van Ge-
nève) waar dienstweigeraars niet
toe behoren, aldus Holtes.
Toch is Ian Kerkhof niet ontevre
den over het Nederlandse toela
tingsbeleid. Langer dan een maand
of tien, elf laat justitie je in het alge
meen niet op een of andere vorm
van toelating wachten en vaak is
het korter. In Groot-Brittannië is
twee jaar geen uitzondering en
worden dienstweigeraars ook gere
geld naar Zuid-Afrika terugge
stuurd. Daar moeten ze dan nood
gedwongen toch hun twee jaar
dienstplicht vervullen.
Geld is in Nederland niet zo'n
vreselijk probleem. Vluchtelingen
die op asiel wachten hebben recht
op een bijstandsuitkering, omdat
ze in die periode niet mogen
werken. Huisvesting is een veel
groter probleem. Ian Kerkhof: „We
willen graag een huisvestings-
groep opzetten om dat probleem
aan te pakken, maar dat lukt niet
zo best".
Waar uitgeweken Zuidafrikanen
wèl mee worstelen, is de enorme
"cultuurschok", zoals Michael het
noemt. "Je merkt het grote ver
schil tussen Nederland en Zuid-
Afrika aan alles. Wat ze zeggen op
tv, wat mensen doen, de affiches
voor bijvoorbeeld de SWAPO (de
Namibische bevrijdingsbeweging,
RF) die zomaar overal hangen. Po
litiek is in Zuid-Afrika net zoiets
als sex, het hoort thuis in de hoek
van de vieze dingen waarover je
liever niet praat. Hier kan iedereen
roepen dat de WD en het CDA er
een puinhoop van maken en men
sen zeggen dat ook gewoon".
Ironie
"Wat me ook heel erg opvalt",
gaat Michael verder, "is dat in wat
Nederlanders zeggen vaak ironie
of cynisme doorklinkt. Het lijkt
wel alsof alles gepaard gaat met
een bittere glimlach. In Zuid-Afri
ka is dat, als je tot de ontdekking
bent gekomen hoe het systeem
werkt, heel anders. Je kunt daar
niet het ene moment activist zijn
en daarna een uurtje vrolijk in een
café een pilsje drinken. Verzet is in
Zuid-Afrika niet een deel van je le
ven, het is je leven".
"Je merkt dat zelfs op feestjes.
Dan wordt er niet zomaar wat mu
ziek gedraaid, maar altijd muziek
die relevant is. Je moetje voorstel
len dat je, als je er eenmaal achter
bent gekomen hoe Zuid-Afrika
werkelijk in elkaar zit, constant in
een soort overspannen situatie
leeft. Je kunt niet zeggen: ik heb
even rust nodig, ik ga een maand
wat anders doen. Je hebt geen tijd
voor rust. Het geweld in Zuid-Afri-
ka is namelijk structureel. Je komt
het altijd en overal tegen".
Michael en Ian geven toe dat dit
alles natuurlijk slaat op Zuidafri
kanen die politiek bewust zijn en
daaraan ook consequenties verbin
den. Er komen bijvoorbeeld ook
dienstweigeraars naar Nederland
louter en alleen omdat ze die twee
jaar in het Zuidafrikaanse leger
zonde van hun tyd vinden. Ian:
"Misschien had zo iemand ander
half jaar nog wel gepikt, maar twee
jaar is hem te veel".
Michael: "Je hebt ook mensen
die de glamour van de luchtmacht
wel hadden gewild, maar naar de
landmacht moeten en daarom ver
trekken". En dan zijn er mensen
die naar Nederland komen omdat
ze hier familie hebben, omdat het
klimaat voor homofielen hier vrij
redelijk is, of omdat ze weten dat
het gebruiken van softdrugs hier
geen problemen geeft. Ian Kerk
hof: "Dat laatste is jammer, maar
wel waar. Het heeft ook geen zin te
ontkennen dat enkelen alleen maar
om de drugs hierheen komen".
Geboorteland
Ian en Michael vinden niet dat
hun situatie vergelijkbaar is met
die van vluchtelingen uit Oost-Eu
ropa. Een verschil is bijvoorbeeld
dat Zuidafrikaanse familieleden
hen kunnen komen bezoeken als
ze dat willen. Oosteuropeanen hoe
ven daar niet op te rekenen. Oost-
europese vluchtelingen weten bo
vendien heel zeker dat ze hun le
ven lang in hun geboorteland geen
anderssoortige maatschappij zul
len zien ontstaan.
Lachend tegen elkaar: "Het kan
voor ons natuurlijk nog even du
ren, maar over hooguit 25 jaar kun
nen wy weer gerust naar Zuid-Afri
ka, dan is de situatie daar grondig
veranderd. De bevrijdingskrach
ten worden de laatste paar jaar
steeds sterker en het apartheidsbe
wind voortdurend zwakker. Er is
echt voldoende reden tot optimis-
Prof. dr. J.R. Bruijn: iedereen gaat op z'n eigen houtje aan de
gang. Holvast)
Elke week komt er in de Ver
enigde Staten een christelijk ra
diostation bij en elke maand een
dito tv-station. Van de ruim
10.000 radiostations in Amerika
zenden meer dan 1100 overwe
gend christelijke programma's
uit. Bij de tv ligt dat naar verhou
ding nog hoger: 200 van de ruim
1000 tv-stations zyn christelijk
georiënteerd. Veertig procent
van de Amerikaanse huishou
dens kijkt elke maand naar ten
minste één godsdienstige tv-uit-
zending.
Die cijfers werden bekendge
maakt op de jaarvergadering van
de 'Vereniging van religieuze
electronische media' in Washing
ton. De invloed van deze om
roeporganisaties is de laatste ja
ren sterk gestegen, zei voorzitter
Ben Armstrong.
De stations brengen vrijwel
uitsluitend traditioneel-kerkelij-
ke en evangelische program
ma's. Sommige predikanten ver
binden hun boodschap met poli
tiek. Jerry Falwell, leider van de
beweging 'Moral Majority' (mo
rele meerderheid), riep de 4000
radio- en tv-medewerkers in
Washington op, zich nog meer
voor conservatieve politieke
kandidaten in te zetten.
President Reagan zei in een ge
schreven boodschap tot de ver
gadering, dat de christelijke om
roepen hebben bijgedragen tot
verbetering van de wereld.
"Amerika is het meest vrije land
ter wereld omdat het het meest
godsdienstige land ter wereld
is". Aldus Reagan.
- De Argentijnse evangelist
Luis Palau was gisteren spreker
op een congres van Spaanstalige
evangelisten in Fort Worth (Te
xas). Daar zei hij, dat het onoph-
noüdelijk smeken van tv-predi-
kanten om geld de evangelische
beweging geen goed doet. Het is
juist een drempel om mensen te
bereiken. "In plaats van het ver
band 'evangelist - Jezus Chris
tus' te leggen verbinden de men-
sen de evangelist met dollars".'
Hij twijfelde overigens niet aan
de eerlijkheid van die predikan
ten.
Ook waarschuwde de Argen
tijn voor vermenging van gods
dienst en politiek. Over de moge
lijke kandidatuur van Pat Ro
bertson (vooraanstaand figuur in
de christelijke omroepwereld)
voor het Amerikaanse president
schap zei Luis Palau: "Het ge
vaar is, dat de fouten die hij als
presidentskandidaat zou maken
zeer zichtbaar zullen zijn en ze
ker hun weerslag op de hele
evangelische beweging zullen
hebben. Als mensen op Robert
son willen stemmen, moeten ze
dat doen om zijn politieke opvat
tingen en niet omdat hij een
evangelisch christen is. Wij moe
ten uiteraard letten op de ethi
sche en geestelijke kanten van
een kandidaat, maar het voor
naamste is wat hij voor de natie
kan doen".
"Een predikant moet Jezus
verkondigen. Als hij politiek ac
tief wordt, kan de indruk worden
gewekt dat God voor een bepaal
de partij is".
Palau is medewerker van Billy
Graham geweest. Over hem zei
hy: "Hij is een voorbeeld voor al
le evangelisten om zijn integri
teit en zijn nederigheid".
Koudekerk aan den Rijn.
Morgenavond om 8 uur bespeelt
Arie van den Berg uit Baren-
drecht het orgel in de hervormde
ikerk. Centraal in zijn programma
staat de elfde sonate van Rhein-
berger met het bekende Cantile-
- In de koorzaal van de her
vormde kerk in Koudekerk ex
poseert pastoor G. Claassen (Ha-
zerswoude-Rijndijk) pentekenin
gen van zijn voettocht naar San
tiago de Compostella. Na de
kerkdiensten van zondag kan ie
dereen ze bekijken, van 11 tot 12
's morgens en van 8 tot 9 uur 's
avonds.
Woubrugge. Zondagmiddag
om half 3 neemt ds. W. J. J. Koe-
lewijn afscheid van de hervorm
de gemeente in Woubrugge,
waar hij in 1980 kwam. Hij gaat
naar Krimpen aan de IJssel.
Leiden. Zondagavond half 7
spreekt in een bijzondere dienst
van de baptistengemeente (Oude
Rijn 3) de heer C. Helderop uit
Amsterdam over het onderwerp
"Het hangt van je hart af'. Het
eigen zangkoor werkt mee. Na
afloop is er koffie.
- Maandag (17 februari) om 8
uur is er in de Marekerk een in
formatieve avond over de positie
van christenen in Oost-Europa.
De bijeenkomst gaat uit van de
hervormde wijkgemeente rond
de Marekerk en wordt verzorgd
door de 'Stichting Kruistochten'.
Die vertoont de film 'Verboden
levenstekens'. Er zal ook een
boekentafel zijn.
Perschef. Het hervormde sy-
nodebestuur heeft het verzoek
schrift om het dienstverband
met de heer J. A. Bijsterveld, di
recteur van het Hervormd Pers
bureau, te mogen beëindigen in
getrokken. Bij de behandeling
van dit verzoekschrift gaf de
Haagse kantonrechter beide par
tijen in overweging, te proberen
alsnog tot een regeling te komen.
Resultaat van dit overleg is nu.
dat Bysterveld zyn werk kan
blijven doen.
Er was tussen hem en het da
gelijks bestuur van de synode
een gespannen verhouding ont
staan. Het bestuur verweet de
perschef slordig en onsamenhan
gend werken en het laten uitlek
ken van vertrouwelijke informa
tie, te weinig afstand nemend
van journalisten en niet geschikt
om voorlichtend namens de kerk
op te treden.
Secretaris-generaal van de
Hervormde Kerk dr. R. J. Mooi
verklaarde naar aanleiding van
het besluit tot handhaving van
Bijsterveld, dat er geen dingen
zijn blijven hangen die toekom
stige samenwerking negatief
zouden beïnvloeden. "Ik kijk
vooruit". Bijsterveld zelf ont
hield zich gisteren van commen
taar. Hij was alleen maar blij.
Hervormde Kerk: beroepen
te Kampen J. Westland Ede; aan
genomen naar Graft-De Ryp-
Graftdyk kandidaat G. Fróberg
Amsterdam, naar Wildervank
(deelwerk) mevrouw A. Meijer
Lathum-Giesbeek, naar Eiber
gen J. van Hartingsveld Hooge-
veen; bedankt voor Oud-Beyer-
land J. H. C. Olie Opheusden.
Gereformeerde Kerken: aan
genomen de benoeming tot
vlootpredikant (Den Helder) J.
G. Majoor Scharnegoutum (Fr.).
Christelijke Gereformeerde
Kerken: bedankt voor Bunscho
ten R. van Beek Veenendaal.
Gereformeerde Gemeenten:
beroepen te Boskoop J. J. van
Eckeveld Zeist, die bedankte
voor Amersfoort; bedankt voor
Katwijk aan Zee J. Mynders
Veenendaal.