'Snelle registratie scheepswrakken is noodzakelijk' 'Vlucht naar Nederland als blanke makkelijker' Belangrijk cultuurbezit dreigt verloren te gaan Achtergrond Godsdienst niet met geld en politiek vermengen VRIJDAG 14 FEBRUARI 1986 PAGINA li Reportage IH M'M HlMtótt fiWKfNM» worn nhkww gjtwtw wor pKxmwufR MlWWWRAl/PWti, MlHARPtN5C«AN(WtfM, MfiNffP, VRieNWJMtmK ,TÖPAM&rfKA«>i vAAA» U\t( Mgr KnmtmUtVMT Op STtUNTWKWS,.. CcHÉl Zuidafrikaanse dienstweigeraars: Er moeten zo snel moge lijk maatregelen worden genomen om de duizen den historische scheepsw rakken op of in de Neder landse bodem te bescher men. Gebeurt dit niet, dan dreigt een belangrijk cul tuurbezit binnen een pe riode van vijftig jaar voor altijd verloren te gaan. Deze alarmerende taal staat in een rapport van de commissie Normen On derzoek Scheepswrakken. De commissie is in het le ven geroepen om na te gaan aan welke eisen his- torisch-archeologisch on derzoek naar scheepsw rakken zou moeten vol doen. Er mankeert nogal wat aan. Prof. dr. J.R. Bruijn, hoogleraar zeegeschiede nis aan de Leidse univer siteit, is voorzitter van de commissie. Samen met zijn Amsterdamse collega prof. drs. H. Van Regteren Altena - hoogleraar mid deleeuwse archeologie - luidt hfj de noodklok. door Jan Westerlaken De klok staat op vijf voor twaalf. Nu moeten er stappen worden ondernomen om erger te voorko men. Zo niet, dan dreigt er een catastrofe en zal er van alle schat ten - verborgen in scheepswrak ken - weinig of niets overblijven. Een van die stappen is zo snel mogelijk de wrakken registre ren. Want nu bestaat er nauwe lijks een behoorlijke inventarisa tie van wat er aan historisch ma teriaal op de bodem van de zee en andere wateren ligt. Het gevaar dreigt van diverse kanten. Van de amateurduiker, die voor zijn plezier op zoek is naar bodemschatten; vanrle be roepsvisser, die met z'n zware netten de scheepswrakken uit el kaar trekt en niet in de laatste plaats hebben de wrakken de laatste jaren veel te lijden van baggeren, heien en het leggen van pijpleidingen. Prof. Bruijn maakt zich zorgen over de situatie, omdat er geen richtlijnen zijn en eigenlijk ieder een zijn gang maar gaat. On danks het feit, dat het verboden is om bodemschatten mee naar boven te brengen gebeurt dit toch in steeds grotere mate. Prof. Bruijn zegt: "Steeds meer mensen gaan onderwater sport beoefenen. Of duiken of snorkelen. In de zomermaanden zie je die mensen volop. De spor ters, die goed zijn uitgerust, gaan op zoek naar wrakken. Dat is een sport voor hen, ze vinden het prachtig. Vooral in het weekein de - als het weer dat toelaat - gaan ze naar de Wadden of duiken in de Schelde. Vaak vinden die mensen ook wel wat. Wat ge beurt ermee? Niemand weet het". Laten liggen Prof. Bruijn over de vraag waarom de duikers schatten die ze vinden niet mee naar de op pervlakte mogen nemen: "Als je wat uitgraaft moetje doen wat de officiële archeoloog vindt: het spul gewoon laten liggen. Wat wij proberen te bereikenïs de re gels die voor archeologie op het land van kracht zijn, tevens te la ten gelden voor zaken onder wa ter. Kijk, een onderwater-archeo loog - Nederland heeft er daar twee van - weet precies wat hij moet doen. Lijnen uitzetten, te keningen maken, een rapport schrijven van wat hij heeft ge daan en alle dingen die hij aan treft van een labeltje voorzien. Komt dat gevonden voorwerp mee naar boven, dan moet het di rect in een vochtige omgeving worden opgeslagen. De amateur weet dit dikwijls niet. Laat ik duidelijk zijn. Bij dit soort werk is het niet van belang of het com merciële waarde heeft. Of je nu een zaadje van spinazie vindt of een kersepit of een staafje goud. Dat zaadje spinazie kan voor de wetenschap van grote waarde zijn. Want dat geeft aan, dat er kennelijk in die tijd dit voedsel aan boord werd gegeten. Spina zie wist ik niet, maar dat staafje goud was wel bekend". Zorgen maakt prof. Bruijn zich over de toenemende beweging in de bodem. Waarom baart Bruijn dit zorgen? "De wrakken komen hierdoor vrij", zegt hij. "Het ge beurt niet alleen in Zeeland - waar de Deltawerken tot stand komen - maar we zien hetzelfde in de Waddenzee. De mens beïn vloedt het milieu heel sterk. Ik kan bovendien niet ontkennen dat het trekken van een pijplei ding door de bodem het vrijko men van wrakken in de hand werkt. Maar", voegt prof. Bruijn eraan toe, "die grote netten waar mee vissers vissen, richten ook heel wat schade aan". Schatten Duiken naar scheepswrakken. Prof. Bruijn merkte al op dat de amateurduikers het als een sport zien. Maar wat denken ze onder water aan te treffen? Kunnen ze op echte schatten stuiten? Prof. Bruijn doet er niet ge heimzinnig over. Hij zegt: "Ik denk datje niet hoeft te gaan zoe ken naar schatten die een grote commerciële waarde hebben. Het begrip waarde heeft voor de wetenschapper een andere bete kenis. Daarom ook heeft onze commissie ervoor gepleit om de duikers bij te scholen. Geef hun waar ze zelf min of meer om heb ben gevraagd. Denk niet dat dit zo gemakkelijk gaat. Want in Ne derland geldt nu eenmaal de re gel, dat alleen archeologen maar opgravingen mogen doen. Wij hebben nu voorgesteld om de leiding van het onderwater- onderzoek in handen te geven van de afdeling scheepsarcheolo gie van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. Die afdeling heeft zich in het verleden meer malen beziggehouden met het droogleggen van wrakken in de polder rond de voormalige Zuiderzee. Deze dienst weet pre cies hoe zij een wrak uit elkaar moet halen en ermee moet om gaan. De commissie dringt er in haar rapport op aan om deze rijks dienst te belasten met de archeo logie onder water in Nederland. En dan? De afdeling scheepsar cheologie zou op den duur kun nen worden omgebouwd tot de 'Rijksdienst voor de Onderwate- rarcheologie'. Maar dan zal de dienst wel moeten worden uitge breid. Wij denken met twee dui kende archeologen, een scheep vaarthistoricus en drie techni sche mensen. Ik geloof dat er dan een goede basis is om ar cheologisch-onderwateronder- zoek te verrichten". Probleem Op papier een prachtig plan, maar nu de praktijk. Cultureel erfgoed, want dat zijn scheepsw rakken, vallen onder het ministe rie van wvc. Monumenten zijn het. Het ministerie van verkeer en waterstaat is verantwoorde lijk voor de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. Wvc zal niet gauw bereid zijn om het culture le erfgoed zonder slag of stoot aan een ander departement af te staan. Prof. Bruijn beseft dat. Maar heeft ook argumenten waarom het juist wél naar dit ministerie zou moeten worden overgehe veld. Zijn gedachte: "Bij verkeer en waterstaat heeft men de be schikking over allerlei appara tuur die voor onderzoek onder water nuttig en gemakkelijk is. Bovendien kan er - als die nieu we dienst bij dit departement zou komen - eenvoudiger over die apparaten worden beschikt. En wat te denken van de routine die aanwezig is bij de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders? Dat zijn stuk voor stuk voordelen die er voor pleiten de scheepsar cheologie bij verkeer en water staat onder te brengen". De taak van deze commissie ziet prof. Bruijn als volgt: "Zij zou moeten bepalen welk wrak als waardevol of waardeloos kan worden betiteld. En of het op een veilige of onveilige plek ligt. Niet elke scheepsrest kun je als mo nument bestempelen, want er liggen wel duizenden resten. Drie taken zou de commissie moeten hebben: 1. Bepalen in welke staat een wrak verkeert; 2. Is er nog wat interessants aan en 3. Gaat het om een bepaald type schip. Er zijn nogal w&t typen die de deskundigen beter willen le ren kennen. Stuit je daarop, dan moet er een alarmsignaaltje over gaan. Op die wrakken moeten we dan heel zuinig zijn". Registratie Prof. Bruijn plaatst een kriti sche noot bij de registratie van scheepswrakken. Ruim honderd jaar geleden - in 1875 - werd er een begin gemaakt met het bij houden van aantekeningen waar resten van schepen liggen. He laas, merkt prof. Bruijn op, gaat die registratie dikwijls niet ver der dan 'er zit iets in de grond'. Eén punt waar uiteindelijk alle aantekeningen terechtkomen, is er niet. Het ministerie van wvc houdt een registratie bij, maar ook anderen. Zij doen het uit pu re liefhebberij. Opnieuw komt de rol van de amateurduiker opdui ken. Prof. Bruijn: "Als we die men sen zo ver kunnen krijgen, dat ze melden wanneer ze een wrak vinden, ja, dat zou natuurlijk een goede zaak zijn. Op de een of an dere manier moeten we dat zien te stimuleren. Er moet een beleid komen, opdat wvc voor dit werk vergunningen afgeeft. Nu zijn er hooguit twee wrakken waarop mag worden gedoken. Meer niet. Een beetje té wijs beleid, vind ik". Doet de overheid wel voldoen de voor de maritieme-archeolo- gie? Volgens prof. Bruijn heeft Ne derland daarmee en flinke ach terstand opgelopen. "In Neder land gebeurt gewoon niets. Ie dereen is eigenlijk vrij om te doen en laten in wat hij wil. Ik weet het, het is verboden om din gen naar boven te halen. Wie controleert dat? Niemand toch? Dus gaat iedereen op z'n eigen houtje aan de gang. Of er veel wordt gestolen? Ach, dat is moei- lij'k te zeggen. Volgens mij zijn er niet zoveel wrakken waarin nog dingetjes van waarde aanwezig zijn. Kleine prulletjes zal je op heel wat schoorstenen bij dui kers thuis vinden. Welke (weten schappelijke) waarde ze verte genwoordigen zullen we nooit aan de weet komen. Vandaar dat het hoog tijd is dat er nu wat wordt gedaan om alles te gaan re gistreren". "Het is niet te geloven, hoe je als Zuidafrikaans dienstweigeraar wordt behandeld op het Neder landse consulaat-generaal in Kaap stad. Toen ik daar kwam om inlich tingen wisten ze niks, deden ze niks en kreeg ik alleen te horen dat ze me niet konden helpen. Maar ze vergeten dat er in Zuid-Afrika jon gens rondlopen met de Nederland se nationaliteit die dienst doen in de zwarte townships, in de strijd tegen Angola, die by de politie zit ten, die meedoen aan het martelen. En dat er jongens zijn die daar niet aan willen meedoen en daarom naar een Nederlandse diplomatie ke vertegenwoordiging stappen". door Ronald Frisart Het zit de blanke Zuidafrikaanse dienstweigeraar zeer hoog. Hij vindt het een regelrecht schandaal, vertelt hij als we elkaar in Amster dam ontmoeten. Zijn naam wil hij - in verband met de veiligheid van achtergelaten vrienden en familie- niet in de krant. Laten we hem daarom maar Michael noemen. "Ik heb nog geluk", vindt Mi chael. "Ik kon aan geld voor de reis naar Nederland komen, ik heb in Nederland familie, ik heb de Ne derlandse nationaliteit en ik ben blank. Dat maakt de opvang mak kelijker". Ian Kerkhof, vertegenwoordiger van de Benelux-afdeling van het Committee on South African War Resistance (COSAWR) en zelf twee-en-een-half jaar geleden als dienstweigeraar uit Zuid-Afrika via Engeland in Nederland beland, benadrukt dat het inderdaad een voordeel is om als blanke in Neder land aan te komen. Kerkhof: "Ik heb bijvoorbeeld op een cursus Nederlands gezeten samen met niet-blanke vluchtelin gen. Die vertelden me over wat ze in Nederland aan discriminatie en racisme hadden ontmoet. Zelf heb ik daar nooit last van gehad. Ik werd altijd netjes behandeld en met 'meneer' aangesproken. Ik ben blank. En mijn achternaam, Kerk hof, is nog Nederlands ook". B-status De laatste jaren zijn enkele hon derden Zuidafrikaanse dienstwei geraars naar Nederland gekomen, aldus V. Holtes van het ministerie van justitie. Aan de meesten van hen is op humanitaire gronden asiel verleend. Dat betekent dat ze de zogeheten B-status hebben ge kregen. De A-status geeft de mees te zekerheid en rechten, maar die is bedoeld voor een aantal catego rieën vluchtelingen (vastgelegd in het vluchtelingenverdrag van Ge- nève) waar dienstweigeraars niet toe behoren, aldus Holtes. Toch is Ian Kerkhof niet ontevre den over het Nederlandse toela tingsbeleid. Langer dan een maand of tien, elf laat justitie je in het alge meen niet op een of andere vorm van toelating wachten en vaak is het korter. In Groot-Brittannië is twee jaar geen uitzondering en worden dienstweigeraars ook gere geld naar Zuid-Afrika terugge stuurd. Daar moeten ze dan nood gedwongen toch hun twee jaar dienstplicht vervullen. Geld is in Nederland niet zo'n vreselijk probleem. Vluchtelingen die op asiel wachten hebben recht op een bijstandsuitkering, omdat ze in die periode niet mogen werken. Huisvesting is een veel groter probleem. Ian Kerkhof: „We willen graag een huisvestings- groep opzetten om dat probleem aan te pakken, maar dat lukt niet zo best". Waar uitgeweken Zuidafrikanen wèl mee worstelen, is de enorme "cultuurschok", zoals Michael het noemt. "Je merkt het grote ver schil tussen Nederland en Zuid- Afrika aan alles. Wat ze zeggen op tv, wat mensen doen, de affiches voor bijvoorbeeld de SWAPO (de Namibische bevrijdingsbeweging, RF) die zomaar overal hangen. Po litiek is in Zuid-Afrika net zoiets als sex, het hoort thuis in de hoek van de vieze dingen waarover je liever niet praat. Hier kan iedereen roepen dat de WD en het CDA er een puinhoop van maken en men sen zeggen dat ook gewoon". Ironie "Wat me ook heel erg opvalt", gaat Michael verder, "is dat in wat Nederlanders zeggen vaak ironie of cynisme doorklinkt. Het lijkt wel alsof alles gepaard gaat met een bittere glimlach. In Zuid-Afri ka is dat, als je tot de ontdekking bent gekomen hoe het systeem werkt, heel anders. Je kunt daar niet het ene moment activist zijn en daarna een uurtje vrolijk in een café een pilsje drinken. Verzet is in Zuid-Afrika niet een deel van je le ven, het is je leven". "Je merkt dat zelfs op feestjes. Dan wordt er niet zomaar wat mu ziek gedraaid, maar altijd muziek die relevant is. Je moetje voorstel len dat je, als je er eenmaal achter bent gekomen hoe Zuid-Afrika werkelijk in elkaar zit, constant in een soort overspannen situatie leeft. Je kunt niet zeggen: ik heb even rust nodig, ik ga een maand wat anders doen. Je hebt geen tijd voor rust. Het geweld in Zuid-Afri- ka is namelijk structureel. Je komt het altijd en overal tegen". Michael en Ian geven toe dat dit alles natuurlijk slaat op Zuidafri kanen die politiek bewust zijn en daaraan ook consequenties verbin den. Er komen bijvoorbeeld ook dienstweigeraars naar Nederland louter en alleen omdat ze die twee jaar in het Zuidafrikaanse leger zonde van hun tyd vinden. Ian: "Misschien had zo iemand ander half jaar nog wel gepikt, maar twee jaar is hem te veel". Michael: "Je hebt ook mensen die de glamour van de luchtmacht wel hadden gewild, maar naar de landmacht moeten en daarom ver trekken". En dan zijn er mensen die naar Nederland komen omdat ze hier familie hebben, omdat het klimaat voor homofielen hier vrij redelijk is, of omdat ze weten dat het gebruiken van softdrugs hier geen problemen geeft. Ian Kerk hof: "Dat laatste is jammer, maar wel waar. Het heeft ook geen zin te ontkennen dat enkelen alleen maar om de drugs hierheen komen". Geboorteland Ian en Michael vinden niet dat hun situatie vergelijkbaar is met die van vluchtelingen uit Oost-Eu ropa. Een verschil is bijvoorbeeld dat Zuidafrikaanse familieleden hen kunnen komen bezoeken als ze dat willen. Oosteuropeanen hoe ven daar niet op te rekenen. Oost- europese vluchtelingen weten bo vendien heel zeker dat ze hun le ven lang in hun geboorteland geen anderssoortige maatschappij zul len zien ontstaan. Lachend tegen elkaar: "Het kan voor ons natuurlijk nog even du ren, maar over hooguit 25 jaar kun nen wy weer gerust naar Zuid-Afri ka, dan is de situatie daar grondig veranderd. De bevrijdingskrach ten worden de laatste paar jaar steeds sterker en het apartheidsbe wind voortdurend zwakker. Er is echt voldoende reden tot optimis- Prof. dr. J.R. Bruijn: iedereen gaat op z'n eigen houtje aan de gang. Holvast) Elke week komt er in de Ver enigde Staten een christelijk ra diostation bij en elke maand een dito tv-station. Van de ruim 10.000 radiostations in Amerika zenden meer dan 1100 overwe gend christelijke programma's uit. Bij de tv ligt dat naar verhou ding nog hoger: 200 van de ruim 1000 tv-stations zyn christelijk georiënteerd. Veertig procent van de Amerikaanse huishou dens kijkt elke maand naar ten minste één godsdienstige tv-uit- zending. Die cijfers werden bekendge maakt op de jaarvergadering van de 'Vereniging van religieuze electronische media' in Washing ton. De invloed van deze om roeporganisaties is de laatste ja ren sterk gestegen, zei voorzitter Ben Armstrong. De stations brengen vrijwel uitsluitend traditioneel-kerkelij- ke en evangelische program ma's. Sommige predikanten ver binden hun boodschap met poli tiek. Jerry Falwell, leider van de beweging 'Moral Majority' (mo rele meerderheid), riep de 4000 radio- en tv-medewerkers in Washington op, zich nog meer voor conservatieve politieke kandidaten in te zetten. President Reagan zei in een ge schreven boodschap tot de ver gadering, dat de christelijke om roepen hebben bijgedragen tot verbetering van de wereld. "Amerika is het meest vrije land ter wereld omdat het het meest godsdienstige land ter wereld is". Aldus Reagan. - De Argentijnse evangelist Luis Palau was gisteren spreker op een congres van Spaanstalige evangelisten in Fort Worth (Te xas). Daar zei hij, dat het onoph- noüdelijk smeken van tv-predi- kanten om geld de evangelische beweging geen goed doet. Het is juist een drempel om mensen te bereiken. "In plaats van het ver band 'evangelist - Jezus Chris tus' te leggen verbinden de men- sen de evangelist met dollars".' Hij twijfelde overigens niet aan de eerlijkheid van die predikan ten. Ook waarschuwde de Argen tijn voor vermenging van gods dienst en politiek. Over de moge lijke kandidatuur van Pat Ro bertson (vooraanstaand figuur in de christelijke omroepwereld) voor het Amerikaanse president schap zei Luis Palau: "Het ge vaar is, dat de fouten die hij als presidentskandidaat zou maken zeer zichtbaar zullen zijn en ze ker hun weerslag op de hele evangelische beweging zullen hebben. Als mensen op Robert son willen stemmen, moeten ze dat doen om zijn politieke opvat tingen en niet omdat hij een evangelisch christen is. Wij moe ten uiteraard letten op de ethi sche en geestelijke kanten van een kandidaat, maar het voor naamste is wat hij voor de natie kan doen". "Een predikant moet Jezus verkondigen. Als hij politiek ac tief wordt, kan de indruk worden gewekt dat God voor een bepaal de partij is". Palau is medewerker van Billy Graham geweest. Over hem zei hy: "Hij is een voorbeeld voor al le evangelisten om zijn integri teit en zijn nederigheid". Koudekerk aan den Rijn. Morgenavond om 8 uur bespeelt Arie van den Berg uit Baren- drecht het orgel in de hervormde ikerk. Centraal in zijn programma staat de elfde sonate van Rhein- berger met het bekende Cantile- - In de koorzaal van de her vormde kerk in Koudekerk ex poseert pastoor G. Claassen (Ha- zerswoude-Rijndijk) pentekenin gen van zijn voettocht naar San tiago de Compostella. Na de kerkdiensten van zondag kan ie dereen ze bekijken, van 11 tot 12 's morgens en van 8 tot 9 uur 's avonds. Woubrugge. Zondagmiddag om half 3 neemt ds. W. J. J. Koe- lewijn afscheid van de hervorm de gemeente in Woubrugge, waar hij in 1980 kwam. Hij gaat naar Krimpen aan de IJssel. Leiden. Zondagavond half 7 spreekt in een bijzondere dienst van de baptistengemeente (Oude Rijn 3) de heer C. Helderop uit Amsterdam over het onderwerp "Het hangt van je hart af'. Het eigen zangkoor werkt mee. Na afloop is er koffie. - Maandag (17 februari) om 8 uur is er in de Marekerk een in formatieve avond over de positie van christenen in Oost-Europa. De bijeenkomst gaat uit van de hervormde wijkgemeente rond de Marekerk en wordt verzorgd door de 'Stichting Kruistochten'. Die vertoont de film 'Verboden levenstekens'. Er zal ook een boekentafel zijn. Perschef. Het hervormde sy- nodebestuur heeft het verzoek schrift om het dienstverband met de heer J. A. Bijsterveld, di recteur van het Hervormd Pers bureau, te mogen beëindigen in getrokken. Bij de behandeling van dit verzoekschrift gaf de Haagse kantonrechter beide par tijen in overweging, te proberen alsnog tot een regeling te komen. Resultaat van dit overleg is nu. dat Bysterveld zyn werk kan blijven doen. Er was tussen hem en het da gelijks bestuur van de synode een gespannen verhouding ont staan. Het bestuur verweet de perschef slordig en onsamenhan gend werken en het laten uitlek ken van vertrouwelijke informa tie, te weinig afstand nemend van journalisten en niet geschikt om voorlichtend namens de kerk op te treden. Secretaris-generaal van de Hervormde Kerk dr. R. J. Mooi verklaarde naar aanleiding van het besluit tot handhaving van Bijsterveld, dat er geen dingen zijn blijven hangen die toekom stige samenwerking negatief zouden beïnvloeden. "Ik kijk vooruit". Bijsterveld zelf ont hield zich gisteren van commen taar. Hij was alleen maar blij. Hervormde Kerk: beroepen te Kampen J. Westland Ede; aan genomen naar Graft-De Ryp- Graftdyk kandidaat G. Fróberg Amsterdam, naar Wildervank (deelwerk) mevrouw A. Meijer Lathum-Giesbeek, naar Eiber gen J. van Hartingsveld Hooge- veen; bedankt voor Oud-Beyer- land J. H. C. Olie Opheusden. Gereformeerde Kerken: aan genomen de benoeming tot vlootpredikant (Den Helder) J. G. Majoor Scharnegoutum (Fr.). Christelijke Gereformeerde Kerken: bedankt voor Bunscho ten R. van Beek Veenendaal. Gereformeerde Gemeenten: beroepen te Boskoop J. J. van Eckeveld Zeist, die bedankte voor Amersfoort; bedankt voor Katwijk aan Zee J. Mynders Veenendaal.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 17