Zeven nieuwe Leidse composities in Stadsgehoorzaal
'85
Musica
'Ik ken mijn beperkingen'
'Het beste van twee culturen'
Gesol met Euripides
Agatha:
hoogmis
van de
liefde
Gevarieerd concert
DONDERDAG 6 FEBRUARI 1986
KUNST
PAGINA 19
Lex tiakker:"Het liefst van alles zou ik muziek bij commercials schrij
Lex Hakker:
LEIDERDORP - "Mijn doel in de schreef. Hij omschrijft het als een
muziek is een allround vakman te speelbare mengeling van funk en
worden. Natuurlijk is het hoogst latin voor Metropole-orkest bezet
belangrijk dat er vernieuwende ting. Het wordt uitgevoerd door de
krachten in de muziek zijn. Maar ik gecombineerde bigbands van de
ken mijn beperkingen. De psy- Leidse en Leiderdorpse muziek-
choanalyticus Karl Jung heeft ge- scholen, samen met dertig strijkers
te vatten i
zegd: 'Enkelen zijn geroepen
op te lopen, die kunnen niet an
ders'. Welnu, dat geldt niet voor
mij; ik ben niet geroepen. Ik weet
van mezelf dat ik dat
de niet in me heb".
Sempre Crescendo. "Ik heb
bewust op spektakel gewerkt en
voor een dynamisch geheel geko
zen. Ik geloof in smeltkroezen.
Zo'n stuk voor fluit en piano, dan
kun je net zo goed een plaatje op
zetten".
door
Ariejan Korteweg
Acht componisten uit Leiden
en omgeving kregen vorig
jaar de opdracht een muziek
stuk voor amateur-musici te
schrijven. Immers, 1985 was
het Europees Jaar van de Mu
ziek, met tal van activiteiten
gebundeld onder de naam
Musica '85. Het ministerie
van wvc, de provincie Zuid-
Holland en de gemeentebe
sturen van Leiden, Oegst-
geest, Voorschoten en Wasse
naar gaven financiële steun
aan het project, dat werd op
gezet door de Streekmuziek-
school, gemeente Leiden, K
O en LAK.
Die zeven composities -
twee componisten schreven
samen een stuk - worden zon
dagavond uitgevoerd in de
Stadsgehoorzaal in Leiden.
Wel wat laat natuurlijk, het VOORSCHOTEN - "Ik heb oos-
jaar van de muziek is ruim
een maand verstreken. Dat is
niet zo zeer te wijten aan de
componisten, maar aan een
te optimistische inschatting
van de snelheid waarmee de
composities zouden kunnen
worden ingestudeerd.
Tony Gottschalk met zijn sitar: "Ik ben geen componist die alleen voor zichzelf schrijft
Tony Gottschalk:
Lex Hakker was in 1977 één
de eerste leerlingen aan de
afdeling componeren
ren van het Rotterdams Conserva
torium, en behoorde vorig jaar tot &*TearV
de eerste lichting die deze oplei
ding afmaakte. Sinds 1978 is hij be
halve leerling ook docent aan het
conservatorium; hij geeft gitaar en
combo schoolmuziek.
Lex Hakker komt zelf uit de pop-
hoek. Hij speelde rond 1970 in
arrange- Murday Mom, een band met het
blazersrepertoire van Blood, Sweat
Chicago, maakte deel
Leiden roemruchte
White Rabbit en begeleidde het werkt
onder één
liteitsbesef'.
Het liefst van alles zou Hakker
zich willen toeleggen op het schrij
ven van de muziek bij reclame. Hij
heeft ervaring opgedaan bij de
Leidse piraat Radio Entertainer.
Waarom reclame? "Het verdient
erg goed en ik wil graag stinkend
rijk worden. Artistiek gezien is het
ook een uitdaging. Je moet een
^conden" schrijven'datH'och^en 1" de composities wordt
begin, een midden en een eind een heel muzikaal spectrum
heeft". bestreken, van op de klassie-
Zjjn er grenzen aan wat Hakker ke grondslagen geënte ka-
van muziek zou willen voorzien? mermuziek tot een werk voor
niet voo^Zwken.Va°rUver band van reggae tot raga.
der: Ik speel gitaar bij Jack and the Lr 1S OOk een middagpro-
Oldtimers bij de EO, ik heb meege- gramma.
dat bezoekers de
duo Natascha Emiel. Zijn eerste
arrangementen maakte hij voor
'Rainbow' en 'Antithese', twee pro-
dukties met grote bezetting van de
Leidse Stichting Iris.
LP met heavy metal kans geeft te musiceren.
Op de afdeling componeren en
arrangeren wordt 'lichte' muziek
muziek ^Tktef is"^ niet'tns wat alle markten thuis' °P zi*
muziek, tiaKKer is net niet eens tpfcanrtip staat- Vnmnnnict/ai
met die omschrijving. "Lichte mu
ziek is een Germanisme. Het zou in
dit verband een synoniem voor ge
makkelijk zijn en dat is niet waar.
De opleiding heeft hetzelfde ni
veau als de klassieke opleiding.
Met als verschil dat wij ons hebben
beziggehouden met populaire mu
ziek: pop en jazz".
3 Lex Hakker van zo
tekaartje staat: 'componist/arran
geur/ tekstschrijver. Commercials,
tunes, filmmuziek, songs, deunen,
etc.' Met andere woorden: Lex
Hakker voor de vervulling
uw muzikale wensen.
Pretenties
steeds belangrijker".
'A little latin', 2
sitie die hij v
muziek voor Cat Music, ik deed Daarin ondermeer een sessie
mee in het orkest bij de film Joep voor bespelers van synthesi-
overigens hun
met een boek daarover, ontwikkel eigen instrument moeten
cursussen lichte muziek voor het meebrengen.
LOI en doceer nog steeds aan het T
Rotterdams Conservatorium. Je ln onderstaande gesprek-
weet niet half wat ik allemaal doe. ken met twee van de compo-
In de Verenigde Staten kun je je nisten klinkt de geschakeerd-
specialiseren, maar hier is de heid van Musica '85 door.
markt te klein".
ters en westers bloed in me. Het
ene moment voel ik me westers,
het andere moment voel ik me een
oosterling. Veel mensen van ge
mengde afkomst hebben daar pro
blemen mee. Die heb ik nooit ge
had. Ik wil proberen de beste ele
menten van beide culturen te laten
samengaan".
De compositie 'The Dance of
Shiva', die Tony Gottschalk voor
Musica '85 maakte, is een proeve
daarvan. Het zal zondag waar
schijnlijk het muziekstuk met het
meest ongebruikelijke instrumen
tarium zijn. 'The Dance of Shiva' is
geschreven voor vier celli, dwars
fluit, viool, twee tampura's - een In
disch snaarinstrument - en een
santur. Dat laatste is een met stok
ken bespeeld instrument uit Iran,
dat in de middeleeuwen tijdens de
kruistochten naar Europa is ge
bracht. De santur is een voorloper
van het hakkebord, dat weer een
voorloper is van de clavecimbel.
De slagwerksectie bestaat naast
een paukeniste uit elf bespelers
van lege flessen.
Gottschalk baseerde zich voor
zijn compositie op twee Indische
'raga's, gewijd aan de god Shiva.
Een god die zoals hij uitlegt zowel
"Nederland is veel te klein om er
pretenties op na te houden. Het
komt er grof gezegd op neer dat,
die opleiding begon- wu je hier je brood in de muziek
ho- verdienen, dan moet je je aanpas
sen aan de markt. Muziek is niet
onaantastbaar of heilig. Natuurlijk
die compro-
'Tk ben
nen om de popmuziek op
ger niveau te brengen. Nu kan je
daar tegenin brengen dat pop in
wezen spontane, intuïtieve muziek moeten ook
moet zijn, maar dat bevredigt op de misloos willen werken de ruimte
lange duur niet. Bijna niemand krijgen, maar daar reken ik mezelf
heeft het instinct van Bruce niet toe".
Springsteen of de Talking Heads.
Wil je popnummers van een uitge- "Mensen kijken vaak neer op het
kiend arrangement voorzien, dan soort componisten dat alles doet.
heb je scholing nodig. Die wordt Maar als je het mij vraagt ben je
dan juist verantwoord bezig. Men
sen als Clous van Mechelen of
vooral Tony Eyk, daar heb ik be-
iet de compo- wondering voor. Het vereist een za-
Musica '85 kelijke en artistieke instelling die
Het
Leidse Stadsgehoorzaal.
- Synthesizer-session o.l.v. André Pouwer in de Koffieka
mer van 12.45 tot 14.30 en van 14.45 tot 16.30 uur.
- Speel-in voor blokfluitisten o.l.v. Paul Leenhouts in de
Foyer van 13.00 tot 14.30 en van 15.00 tot 16.30 uur.
- Open podium voor amateurs in de Kleine zaal van 13.00
tot 16.30 uur.
- Repetities voor de premières in de Grote zaal van 13.00
tot 16.00 uur.
- Workshop met hedendaagse geïmproviseerde muziek
o.l.v. Herman de Wit vanaf 16.30 uur.
Avondprogramma in de Grote zaal, aanvang 20.15 Uur:
-_Intrada per l'elevatione, compositie van Wim van der
r orgel en koperblazers. Van
de Lokhorstkerk.
Musica '85, zondag 9 februari in de woonplaats. Den Herder is pianist aan het Koninklijk
- Suite voor kamerorkest Opus 12, compositie van Frank
den Herder uit Voorschoten (1952), uitgevoerd door het
Jeugdkamerorkest. De suite is geïnspireerd op zijn
Conservatorium.
- Sonate Facile, compositie van Henk Briér uit Leiden,
uitgevoerd door het Madrigaalkoor, piano en zeven bla
zers. Briër is dirigent van o.a. het jeugdkamerorkest, do
cent en pianist.
- Liederen, gecomponeerd door Burkhardt Söll (1944) en
Dick Borstlap (1943), utgevoerd door Elise (zang) en Ruth
van Putten (piano). Söll, Duitser van geboorte, is behal
ve componist ook schilder en beoefent meerdere genres:
toneelmuziek, kameropera's, chansons, symfonische
stukken. Borstlap schreef o.a. voor de Volharding en
houdt zich vooral bezig met elekro-instrumentale mu
ziek en instrumenten.
- The dance of shiva, compositie van Tony Gottschalk uit
Voorschoten (1946), gespeeld door solisten en deelnemers
aan de LAK-cursus twintigste eeuwse muziek.
- Raggae voor Brassband, compositie van Huub de
Vriend uit Leiden (1954), bestemd voor harmonie- en fan
fareorkesten. De Vriend componeerde o.a. voor de Vol
harding, de Ereprijs en de gemeente Leiden (een compo
sitie voor carillon).
- A little latin, compositie van Lex Hakker uit Leider
dorp (1952), uitgevoerd door de 'Art-Bird' big band van
de Streekmuziekscholen van Leiden en Leiderdorp en de
strijkers van Sempre Crescendo.
angstaanjagende als goedgunstige
kanten in zich verenigt. Het noten-
materiaal en de opbouw van die ra
ga's vormen het uitgangspunt. Bei
de raga's hebben een verschillende
tonaliteit, die door groepen instru
menten gedurende het gehele stuk
wordt aangehouden.
In het middendeel van de com
positie is ruimte voor improvisatie.
Gottschalk: "De spelers hebben
dan wat het ritme betreft de vrij
heid, alleen de tonen die ze kunnen
gebruiken zijn voorgeschreven.
Dat deel wordt ook niet gediri
geerd. Zo wil ik voortaan gaan
schrijven. Klassieke muzikanten
hebben vaak moeite met improvi
satie. Dat vind ik een gebrek. Bo
vendien is het improviseren over
voorgeschreven thema's in over
eenstemming met de principes van
muziek uit India".
'The Dance of Shiva' wordt zon
dag uitgevoerd door een ensemble-
van zeer gemengde samenstelling.
De santur wordt bespeeld door een
Koerdische vriend van Gottschalk,
de dwarsfluitiste is een bijna afge
studeerde leerlinge van het Ko
ninklijk Conservatorium. Het fles-
sen-elftal daarentegen had tot voor
enkele maanden nog nooit een in
strument aangeraakt. Zij volgden
de cursus moderne muziek van
Gottschalk in het LAK. Door met
hen een muziekstuk in te studeren,
wilde hij hen de totstandkoming
van een compositie aan den lijve
laten voelen. Om het de muzikan
ten niet te moeilijk te maken wordt
het hele stuk door een vijfkwarts-
maat aangehouden.
Schurk
Tony Gottschalk werd veertig
jaar geleden geboren in Ceylon, het
tegenwoordige Sri Lanka. Hij heeft
in zijn leven veel reizen naar het
oosten gemaakt en schreef 'The
Dance of Shiva' vorig jaar in Tama-
nadu in Zuid-India. "Mijn wortels
ggen in de oost. De hang naar oos
terse muziek en mystiek van de ja
ren zestig heb ik heel bewust mee
gemaakt. In die tijd ben ik voor het
eerst in India geweest. Ik heb wat
je noemt een India-tic. Bij anderen
is die tic verdwenen, bij mij niet.
De cultuur van India spreekt me
aan; waarden en normen die hier
op de achtergrond zijn geraakt, zijn
daar nog van kracht. Het Hindoeïs
me is een fascinerend geloof. Het is
zo tolerant. Het onderscheid tus
sen goed en kwaad, dat onze sa
menleving zo beheerst, is daar van
veel minder belang. En psycholo
gisch zit het goed in elkaar; zelfs
voor de grootste schurk is er nog
een god. Moderne componisten
kampen vaak met het gevoel dat al
les al is gedaan. Voor mij is het oos
ten een rijke bron waaruit ik nog
heel veel kan putten".
Wat dat aangaat gingen 1
van naam Gottschalk voor. Com
ponisten van minimale muziek als
Reich, Riley en Glass putten inspi-
.ratie uit muziek van het midden-
en verre oosten. Gottschalk: "Mini
male muziek wil bij de luisteraar
een roes opwekken, vandaar ook
de lengte van de composities. Dat
geldt ook voor de raga's van India.
Elke raga heeft de bedoeling de
luisteraar in een bepaalde gemoed
stoestand te brengen. Voor mijn
compositie geldt dat ook".
Tony Gottschalk heeft zich na
het conservatorium op zeer uiteen
lopende manieren met muziek be-
ziggehoüden. Hij maakte een LP
met muziek voor barokgitaar, do
ceerde muziekgeschiedenis, bege
leidde pogroepen, geeft gitaarles
en een cursus hedendaagse muziek
bij het LAK. Als hem gevraagd
wordt waar zijn voorkeur naar uit
gaat, is het bedachtzame ant
woord: "Het liefst wil ik niets an
ders dan componeren. Ik heb nu
zoveel ervaring dat ik denk dat de
tijd rijp is. Ik zou een groter pu
bliek willen bereiken. Ik ben geen
componist die alleen voor zichzelf
schrijft".
'Iphigeneia in Aulis'
'Iphigeneia in Aulis' van Euripides door De Zaak. Met: Leopold Witte, Geor
ge van Houts, Rik Launspach, Leonoor Pauw en Jip Wijngaarden. Regie:
Peter de Baan. Gezien op 5 februari in de Leidse Schouwburg.
LEIDEN - Volgens ziener Kalchas moet Iphigeneia geofferd worden. De
heersende windstilte, waardoor de Grieken niet kunnen varen en tegen
Troje ten strijde kunnen trekken, zal dan door Artemis opgeheven wor
den. Eerst verzet zich Iphigeneia tegen dit offer. Moet zij als onschuldig
meisje sterven om Helena te redden, die echtbreuk heeft gepleegd? Als
Achilles echter meldt, dat er grote onrust onder de manschappen heerst,
en hij zijn leven desnoods wil opofferen om haar te beschermen, aarzelt
Iphigeneia en verklaart zich dan tot de offerdood bereid.
Hoe ziet dat belangrijkste moment er uit in de interpretatie van toneel
groep De Zaak? Jip Wijngaarden als Iphigeneia pakt een sigaret, loopt
stampvoetend heen en terug, trapt haar sigaret uit en neemt haar heldhaf
tige besluit. Dat zou een mooie sigarettenreclame kunnen zijn: the heroic
world ofDit is lachwekkend, ook al zijn er heel wat klassieke tragedies
in de loop der tijden aan modernistische ensceneringen onderworpen,
waarin gekke dingen werden uitgehaald. Deze regievondst is toch echter
nauwelijks serieus te nemen - om nog maar te zwijgen van het feit. dat
helemaal niet uit de verf komt. dat Agamemnon zelf zijn twijfels heeft.
Malle fratsen - genoemd voorbeeld is niet slechts een incidentele mis
kleun, maar juist typerend voor de aanpak van het stuk, zodat deze inter
pretatie hoogstens gegniffel kan oproepen. Achilles is hier als een soort
Jan Hen geportretteerd, Klytamnestra demonstreert haar wanhoop aan
de hand van een zeer amateuristische huilbui en de toch al niet sterk
overkomende Agamemnon verliest bijna alle geloofwaardigheid, als hij
zijn dochter 'Iphi' noemt.
Eenvoudige achtergrondinformatie, zoals: wie tekent voor de regie, en
wie welke rol speelt, moetje maar ergens vandaan zien te halen. Zelfs een
eenvoudig stenciltje met dit soort gegevens wordt door De Zaak aan het
publiek niet beschikbaar gesteld. Zouden financiële problemen daarvan
de oorzaak zijn? Nauwelijks waarschijnlijk - er was vast wel een sigaret-
tenfabrikant tot sponsoring bereid geweest.
WIJNAND ZEILSTRA
'Agatha', toneelstuk van Marguerite
Duras door Toneelgroep Persona.
Regie Agaath Witteman. Dramatur
gie Isolde Landman. Spelers Porgy
Franssen en Antoinette Jelgersma.
Gezien op 5 februari '86 in het LAK-
theater Leiden. Aldaar vanavond
nog te zien.
LEIDEN - Marguerite Duras'
stuk 'Agatha' toont ons een broer
en zus die sinds hun jeugd van
elkaar houden. Zij zijn, op insti
gatie van de zus, Agatha, samen
gekomen in het huis van hun
jeugd om van elkaar te scheiden.
In een serie poëtische dialogen
en monologen, roepen zij een
aantal gebeurtenissen uit hun
jeugd op die hun liefde gevormd
hebben: herinneringen aan het
strand en de zee, aan een zomer
middag bij een rivier en aan een
middag met een verstild erotisch
karakter. Hun moeder heeft
steeds hun liefde begrepen en
geleidelijk aan toont Agatha haar
broer dat, net zoals hun moeders
liefde na haar dood in hen voort
leeft, hun liefde door hun breuk
niet zal stoppen.
Voor de gemiddelde cynicus
zal 'Agatha' veel gedoe om niets
zijn; voor meer romantisch aan
gelegde persoonlijkheden een
poëtisch evocatieve beleving van
de liefde. Regisseuse Agaath Wit
teman behoort, gezien de voor
stelling, tot het laatste kamp.
Haar regie lijkt wel een stijloefe
ning in het celebreren van een
tekst: als ware 'priesters' laat zij
de acteurs (Porgy Franssen en
Antoinette Jelgersma) hun tek
sten intoneren en zij versterkt
het geheel nog eens met een niet
aflatende emotionele onderlaag.
Anderhalf uur lang staan daar
twee mensen verstild en inge
houden af te zien. Af en toe glijdt
er een lichte glimlach over hun
gezicht, maar van opluchting of
ontspanning is nooit sprake. Het
geheel wordt ondraaglijk en op
den duur haast gênant: zelfs de
meest bereidwillige toeschouwer
moet zich op een gegeven mo
ment gaan afvragen, of dit nou
niet een beetje al té is. De span
ning wordt maar opgevoerd, zon
der ooit tot een climax of ontla
ding te komen. Alles wordt 'hei
lig', alles krijgt evenveel belang,
waardoor op den duur niets meer
belangrijk is. Geen greintje hu
mor, geen enkele variatie en
geen relativering. In plaats van
met de tekst te spelen, heeft Wit
teman er alles in willen bena
drukken. Misschien draaf ik
door, maar dat doet de voorstel
ling ook.
Ik bewonder de consequent
heid waarmee alles in deze voor
stelling is doorgevoerd. Mis
schien dat het als experiment be
doeld is, maar het resultaat daar
van is uiteindelijk het ergste wat
in het theater kan gebeuren: je
krijgt dorst en smeekt ze om op
te houden. Ik bewonder ook de
acteerprestaties van Jelgersma
en - vooral - Fransen, maar ik be
treur dat het concept hun in
spanningen heeft doorgeslagen.
Een aantal momenten tussen
hen is prachtig en hun onbenutte
mogelijkheden springen je tege
moet; maar het mocht niet zo
zijn.
En ik verbaas me over hoe een
regisseuse die in eerdere produk-
ties een zalig soort balans wist te
treffen zonder tot vervlakking
over te gaan, opeens zichzelf vol
ledig voorbij kan galopperen.
PAUL DEVELEE.
Kapaan en Briër:
Han Kapaan hobo en Henk Brier piano met werken van Krumpholtz, Liszt,
Brahms, Laurischkus, Mompou, Andriessen, Ben Haim en Balfe. Gehoord in
de Kapelzaal op 5 februari.
LEIDEN - In een sfeer van intimiteit werd gisteravond in de Kapelzaal
geconcerteerd. Het geringe aantal bezoekers droeg daartoe bij maar ook
de mondelinge toelichting die Henk Briër gaf. Op onderhoudende wijze
onthulde hij het publiek het bestaan van enkele weinig bekende compo
nisten uit wier oeuvre werken gespeeld zouden worden.
Beide solisten lieten zich gaandeweg van hun beste kant horen. Na een
wat braafjes gespeelde sonate voor hobo en piano van Krumpholtz volg
den drie werken voor piano-solo die alle eenzelfde sfeer uitademden van
ruimtelijkheid (Paysage. etude in F van Liszt) dwaling en mijmering (2
intermezzi in E opus 116 no 6 en 4 van Brahms). Misschien niet helemaal
op hun plaats zo voor in het programma. Men kreeg het gevoel, dat de
spanning die als een grote boog doof een muziekstuk heen voelbaar moet
zijn, hier en daar wat wegviel.
De daaropvolgende miniaturen voor hobo en piano, elk met hun eigen
muzikaal karakter, van de Letlandse componist Max Laurischkus waren
zeer verrassend van ritmiek en melodie. Elementen van volksmuziek wa
ren duidelijk aanwezig. Ze werden door beide musici zeer levendig en
muzikaal op de planken gebracht. Van de nog in leven zijnde Spaanse
componist Frederico Mompou speelde Henk Briër Suburbis (een suite
voor piano-solo) gecomponeerd in een unieke stijl met bizarre harmoni
sche wendingen. Zeer overtuigend en met verve gespeeld.
Na de pauze bleef het programma evenzo gevarieerd als tevoren. Was
het concert voor de pauze nogal in het teken van de piano komen te staan,
nadien kreeg hoboïst Han Kapaan nog meer de gelegenheid zijn kunnen
ten toon te spreiden, zoals in de Ballade voor hobo en piano van Hendrik
Andriessen en in de Three Songs Without Words van de Israëlische com
ponist Paul Ben Haim. Stukken gebaseerd op oude oosterse muzikale
motieven, waarin de nasale en weemoedige toon van de hobo wel zeer op
zijn plaats is. De toegift hadden de solisten zelf al in het programma opge
nomen: "Malibran's favourite Aria" voor hobo en piano van de Ier Mi
chael Balfe. In de mondelinge toelichting gekenschetst als amusante
'rommel', werd het stuk dan toch maar met brille en glamour de zaal
ingespeeld. Henk Briër en Han Kapaan kregen dan ook een welverdiend
applaus.
MONICA SCHIKS