Leidse elite: aangenaam bestaan
Nieuwe voorzitter emancipatiecommissie
Boek over gezeten burgersin achttiende eeuw
Politieman rijdt door
rood en krijgt boete
Preekstoel mag weg
PAGINA 4
LEIDEN
DINSDAG 28 JANUARI 1986
LEIDEN - Het is jammer dat melk
boer Van Steijn, de eigenaar van
het koppel ganzen in de Witte Sin
gel, niet twee eeuwen eerder is ge
boren. Want dan was hij vast en ze
ker tot 'pluimgraaf benoemd.
In het proefschrift van de
Utrechtse historicus M. Prak over
de 'Gezeten burgers' ofwel de elite
in de Hollandse stad Leiden in de
achttiende eeuw, komt het feno
meen van pluimgraaf namelijk
voor. Een heer uit de vroedschap
waakte als pluimgraaf over het
welzijn van de zwanen in de ves
tinggracht. Die zwanen mochten
gehouden worden door een ver
want van de Leidse regenten. Als
Van Steijn er dus maar voor ge
zorgd had familie van een van de
regenten te worden had hij niet al
leen zijn ganzen rustig mogen laten
dobberen, maar hij had er zelfs een
erebaantje aan overgehouden. De
tijden zijn wel veranderd.
door
Anriemiek Ruygrok
In 'Gezeten burgers' stikt het van
voorbeelden van privileges die de
heren regenten zichzelf toebedeel
den. Niettemin is de conclusie van
Prak dat de elite in Leiden zich
niet al te zeer te buiten ging aan
pracht en praal: "Slechts een hand-
vol families wenste zich te spiege
len aan de mores van het stadhou
derlijk hof in Den Haag of het voor
beeld van de adel in binnen- en
buitenland. In de Hollandse steden
werd het gebruik van de Franse
taal nimmer gemeengoed bij de re
gentenfamilies, zij ambieerden
geen uitgestrekte landgoederen en
evenmin de quasi-adellijke allure
van een heerlijkheid. Zeker, het
patriciaat was deftig geworden,
maar het verloochende ook in de
achttiende eeuw zijn burgerlijke
afkomst niet. In het sociaal-cultu
rele vlak werd de band met de ge
goede burgerij nimmer verbro
ken".
Nijverheid
Leiden was in de achttiende
eeuw geen gewone Hollandse stad.
De (textiel)nijverheid nam een zeer
voorname plaats in, waar andere
Hollandse steden het voornamelijk
van de handel moesten hebben.
Weliswaar ging het met de Leidse
textiel- en lakenindustrie bergaf
waarts, maar de rijke Leidse fami
lies wisten zich aardig aan die neer
gang te onttrekken.
Vlak voor de malaise was Leiden
met 70.000 inwoners en een fikse
industrie na Lyon nog de op één na
grootste industriestad ter wereld.
Maar in 1753 was het anders: vele
Leidenaars, werkloos geworden
door het ineenstorten van de in
dustrie, leefden van de bedeling.
En ook toen al was daar kritiek op:
velen vonden dat de werklozen het
maar gemakkelijk hadden, omdat
ze alleen maar hun hand hoefden
op te houden. Wat dat betreft zijn
de tijden kennelijk niet zo erg ver
anderd.
De stad werd bestuurd door de
vroedschap ofwel 'veertigraad',
"veertig spinnen in een web",
noemt Prak hen, want reken maar
dat die veertig heren de touwtjes
stevig in handen hadden. Ze wer
den voor het leven gekozen en
Computer uit
school gestolen
LEIDEN - Uit het Agnescollege
aan de Eimerspoelstraat is afgelo
pen weekend een personal compu
ter ter waarde van 18.000 gulden
gestolen. Hoe de dieven zijn bin
nengekomen, is onbekend. Uit een
kruidenierswinkel aan het Noord
einde zijn in de nacht van zondag
op maandag een hoeveelheid kof
fie, sloffen sigaretten en shag, siga
ren, worsten en kauwgom van nog
onbekende waarde ontvreemd.
Het nachtslot van de voordeur
werd geforceerd. Een huisje op het
volkstuinencomplex 'Ons Buiten'
is naar nu pas is gebleken vorige
week van vrijwel de hele 'losse' in
boedel ontdaan. Gestolen werden
onder meer een televisie, een cas
sette-recorder, een glasservies, alle
keukengerei, een spaarpot met
dertig gulden, een lampenset en
gereedschap. De dieven kwamen
binnen door een raam te forceren.
vormden het basiscollege van de
stedelijke overheid. Uit die veertig
werden de schout, vier burgemees
ters en acht schepenen geselec
teerd, die tezamen 'het gerecht'
vormden. De veertigraad hield zich
voornamelijk met provinciale za
ken bezig, de schout en schepenen
met juridische kwesties en het ge
recht vormde de dagelijkse leiding.
De raadsleden hadden ook bui
ten de stadsmuren taken, want Lei
den had rechtsmacht gekocht in
omliggende dorpen. De burge
meesters waren sindsdien ambts
heren in die dorpen.
Corruptie
De ambtsdragers waren aanvan
kelijk tamelijk corruptiegevoelig.
Daarom werd al in 1638 besloten
voortaan alle ambtsdragers een
eed van zuivering te laten afleggen,
waarin zij verklaarden het baantje
niet met ongeoorloofde middelen
te hebben verkregen.
Want de baantjes waren erg lu
cratief. Niet dat je als burgemees
ter zoveel verdiende - 831 gulden
per jaar - maar als je opklom tot
schout werd dat 4312 gulden per
jaar. Het is dan ook niet verwon
derlijk dat de stadskas een structu
reel tekort te zien gaf.
Echte bewijzen voor corruptie
kan Prak niet aantonen, alleen ont-
Mr. Pieter de la Court van der
Voort (1664-1739), begonnen als la-
kenfabrikeur en -koopmangeëin
digd als rentenier. De la Court had
veelvuldig ruzie met zijn schoon
zoon, Johannes Meerman, omdat
(lie op zijn geld uit was.
(Getekende kopie van een gravure
door Willem van Mieris, omstreeks
1708, te vinden in de Historische
topografische atlas bij de gemeen
telijke archiefdienst van Amster
dam).
doken de heren grootscheeps de
tarwe-accijns. Maar je kunt niet
stellen dat ze daar echt rijk van
werden.
Dat blijkt ook wel uit het feit dat
de enige twee miljonairs die Lei
den in de achttiende eeuw rijk was,
geen regenten maar burgers wa
ren. Ook voor de hoogleraren aan
de veelgeroemde universiteit was
het geen vetpot. Alleen Herman
Boerhaave zat goed in de slappe
Familie
De familie en familieband vorm
den een hecht geheel in de regen-
tenkliek van Leiden. "Het cement
in het politiek bestel", noemt Prak
het. Het huwelijk was een zeer se
rieuze zaak: trouwde je in een re
gentenfamilie, dan kon je er don
der op zeggen na verloop van tijd
ook tot de regenten te mogen beho
ren. Was je arm, maar kwam je uit
een regentenfamilie, dan vormde
je een goede partij voor rijke fami
lies die het nog niet tot in de regen-
tenregionen hadden gebracht. Het
doel van het huwelijk was ook om
voor nageslacht te zorgen, opdat
het geld of de ambtseer niet zou
den wegvallen. Maar het nage
slacht diende beperkt te blijven,
omdat anders weer een enorme
versnippering van macht en kracht
zou optreden.
De familieband was, zoals ge
zegd, zeer belangrijk. Niet alleen
binnen het gezin, maar ook in zij
takken. Prak haalt het voorbeeld
aan van Abraham Hoogenhouk,
een van de burgemeesters in die
tijd. Hoogenhouk had zich het lot
aangetrokken van twee neefjes die
al vroeg hun ouders hadden verlo
ren. De ene was schepen in Schie
dam, maar die ander moest toch
ook een aardig baantje zien te krij
gen. Hoogenhouk solliciteerde ten
behoeve van die neef, Philip des
Tombe, bij zijn achterneef, de pre
sident-burgemeester Van de
Bergh. Hij vleide hem en beloofde
hem uiterste dankbaarheid. Neef
Philip kreeg zijn baantje.
Huwelijk
Het instituut huwelijk was een
fenomeen op zich. De familie was
erg betrokken bij de aanloop tot
een huwelijk. Tijdens de onder
trouw, 'onder de geboden' heette
dat, werden flessen huwelijks
drank 'hipocras' rondgestuurd.
Pieter de la Court Allardszoon
stuurde in 1748 664 flessen rond.
Het was een dure aangelegenheid
zo'n huwelijk. De ouders moesten
soms wel tienduizend gulden voor
het feestje uittrekken. Maar daar
mee waren ze er nog niet. Want na
het huwelijk hadden ze vaak te zor
gen dat de jonggehuwden konden
rondkomen. Immers, pas op je ze
venentwintigste kon je regent wor
- Mr. Abraham Hoogenhouk (1683-1756) en zijn gezin in 1742, zoals geschilderd door Hieronyn
Dit schilderij is te vinden in De Lakenhal.
den en trouwde je voor die tijd, dan
had je geen inkomsten.
Er werd vaak onder huwelijks
voorwaarden getrouwd. Zeker in
het geval van de dochter van de rij
ke textielbaron Pieter de la Court,
die met de regentenzoon Johan
Meerman trouwde. De la Court
was er zich terdege van bewust dat
Meerman op de rijke bruidsschat
uit was, maar anderzijds gaf hij toe
stemming tot het huwelijk omdat
deze verbintenis voor zijn nage
slacht uitzicht op het regentschap
zou geven. De huwelijksvoorwaar
den die op 19 april 1709 werden ge
tekend, waren voor Johan Meer
man dan ook zeer gunstig. Cathari-
na de la Court bracht 110.000,-
mee. Voor de vorm had vader Pie
ter laten optekenen dat Meerman
dertigduizend gulden zou aanbren
gen, maar het stond reeds vast dat
er van hem geen cent te verwach
ten viel. Zelfs beloofden de echte
lieden elkaar over en weer 'doua-
ries' van twaalfduizend gulden,
een gebaar dat van de kant van
Meerman zonder enige betekenis
was. Twee weken na de bruiloft
waren de jonggehuwden bij De la
Court gekomen met de medede
ling dat ze een testament wilden
maken, waarin ze elkaar aanstel
den als erfgenamen. Opnieuw was
het alleen Meerman die profiteer
de. De la Court gaf met tegenzin
zijn toestemming omdat hij, zoals
hij later zei, "liever het hazard heb-
be wille loopen van zo zeer consi
derabele zom als onze huwelijks
gifte bedroeg uijt mijne famielje
quijt te geraaken, als het minste
misnoegen te geeven".
Begrafenis
Ook aan het leven van regenten
kwam een einde en de begrafenis
was meestal met de nodige pracht
en praal omgeven. Wie nog eens
extra aandacht op het overleden fa
milielid wilde vestigen, liet de
stoet 's avonds uitrijden. Een
avondbegrafenis kostte weliswaar
meer, maar het was zonder twijfel
spectaculair. Zo werd de laatste
tocht van Cornelis Sprongh, heer
van Hoogmade, bijgelicht door 24
flambouwdragers en ook Eleonora
van Roijen werd naar haar graf ge
bracht bij het schijnsel van flam
bouwen.
De laatste rustplaats voor perso
nen van aanzien was gedurende de
gehele achttiende eeuw de kerk.
Ook de aanzienlijke katholieken
lieten zich in de - protestantse -
hoofdkerken begraven. Maar het
begraven in de kerk stond ter dis
cussie. Er werd geklaagd over de
stank en de eerste vraagtekens
werden geplaatst bij de gevolgen
voor de volksgezondheid. Ook
vonden sommigen dat de Leidse
kerken werden ontsierd door de
vele wapenborden die er werden
opgehangen. Maar ondanks deze
bezwaren bleef de elite zich in de
kerk laten begraven.
Het zal duidelijk zijn dat het Ra
penburg om te wonen het meest in
trek was bij de elite. Ook de Steen-
schuur en de Breestraat hadden
aantrekkingskracht, al waren er op
de Breestraat stukken die minder
geliefd waren. Vaak werd een huis
dan ook aangeprezen als gelegen
'op 't best van de Breedestraat".
Zagen de huizen er op het Ra
penburg wel mooi, maar enigszins
stijf en symmetrisch uit, de aankle
ding binnenin was van een oogver
blindende 'overdaad, aldus Prak.
Stucwerk in rococostijl, schoor
steen- en plafondschilderingen,
spiegels en schilderijen, felge
kleurde behangsels en glazen
kroonluchters, alsmede enorme
hoeveelheden sierporselein stre
den om de aandacht.
In zulke grote patriciërshuizen
was een staf van personeel natuur
lijk noodzakelijk. Alleen al het
poetsen van het zilver en koper
nam wekelijks vele uren in beslag.
Toch was het aantal dienstboden
en huisknechten in die tijd niet al
te overdadig. De meeste huishou
dens hadden genoeg aan een stuk
of drie, vier personeelsleden, een
personeelsbestand van zeven of
negen was eerder uitzondering dan
regel. Het dienstbodenreglement
vertoonde een uitermate groot be
grip voor de werkgeversproble
men, beschrijft Prak fijntjes de
weinig riante situatie van het be
dienend personeel. Toch kon het
volgens hem voordelen hebben
in dienst te zijn bij een welgestelde
uitgever, want bezoekers gaven
vaak fooien. En Magdalena
Eys, weduwe van vroedschap
Adriaan van der Goes, liet de werk
meid zelfs schrijfies geven op haar
kosten.
Verkeer
De Leidse binnenstad was ook al
in de achttiende eeuw het gemak
kelijkst te voet te bereiken. De
meeste regenten woonden op vijf
minuten loopafstand van hun werk
en het loonde dan ook niet de
moeite zich hiervoor een rijtuig
aan te schaffen. In 1743 telde Lei
den slechts 75 voertuigen, die voor
namelijk werden gebruikt om i
buiten te gaan. Van die 75 rijtuigen
waren er 13 een koets met
paarden. Zoals gezegd trok me
die voertuigen op mooie dagen
naar buiten. De regenten bezaten
wel 'buitens', maar vaker had men
slechts een tuin buiten de stad.
Een lap grond van zo'n 500 vier
kante meter waar het prettig toe
ven was en die bovendien goedko
per was in aanschaf en onderhoud
dan een buitenhuis. Een klein, een
voudig optrekje zorgde ervoor, dat
als men genoeg had van de zon, de
rest van de dag binnen kon door
brengen. Maar om daar een paar
weken in te huizen, was onmoge
lijk vanwege de beperkte afmetin
gen.
In de achttiende eeuw kwam de
buitenplaats onder regenten overi
gens meer in trek. De hoogleraar
Herman Boerhaave kocht kasteel
Oud-Poelgeest. Niet zozeer vanwe
ge het huis, maar om de tuin, waar
in hij uitheemse boomsoorten en
zeldzame kruiden plantte.
Prak maakt in zijn zeer uitge
sponnen proefschrift duidelijk dat
de Leidse regenten in de achttien
de eeuw dan misschien niet puis
sant rijk konden worden genoemd,
maar toch over voldoende vermo
gen beschikten om er een prettige
levensstijl op na te kunnen hou
den. Zij waren daardoor in staat
om huwelijkspartners van hun ei
gen sociale niveau te vinden. Bij
voorkeur trouwden deze families
onder elkaar, of met patriciërs uit
andere steden. Ook leden van de
jongere regentengeslachten kwa
men nog wel in aanmerking, maar
burgers maakten weinig kans om
in deze groep te trouwen. Alleen in
geval van financiële nood wensten
deze oude families zich met de bur
gerij te associëren. En zelfs wisten
zij een enkele maal voor een van
hun dochters de hand van een
edelman te winnen.
Binnen de Leidse elite waren er
dus toch verschillen in sociale sta
tus. Het onderscheid tussen ener
zijds de oude regentengeslachten
en anderzijds de burgerij was zelfs
vrij groot en huwelijken over en
weer waren zeldzaam. De kloof
werd overbrugd door de nieuwe re
gentenfamilies, die relaties met
beide zijden konden aanknopen.
En het waren deze families die van
de Leidse elite toch weer min of
meer een sociaal geheel maakten.
'Gezeten burgers', de elite in een
Hollandse stad, Leiden 1700-1780; au
teur: dr. M. Prak; deel 6 van de Hol
landse Historische Reeks, uitgegeven
door De Bataafsche Leeuw, -Amster
dam/Dieren.
Rommelmarkt
Peuterspeelzaal De Kleine
Urt houdt 8 en 9 februari de
jaarlijkse rommelmarkt aan de
Herenstraat 64. De opbrengst is
bestemd voor de aanschaf van
inventaris en speelgoed. Wie
spullen voor de rommelmarkt
ter beschikking heeft, wordt
verzocht contact op te nemen
via de telefoonnummers 765721
of 146637. De spullen kunnen
ook worden afgegeven op het
adres Herenstraat 64.
Swingwinkel
In brasserie Le Bambou aan
de Herenstraat 1 treedt dins
dagavond rond negen uur het
orkest 'Swingwinkel' op. Het or
kest trad ook tijdens de kroe
gentocht in de Leidse jazzweek
op en was zaterdagavond op
t.v. te zien.
Hitchcock
De filmklassieker 'Rope' uit
1948 van Alfred Hitchcock draait
vanavond in de Kapelzaal van
het K&O-gebouw. Het is de eerste
kleurenfilm die de regisseur
maakte. Het verhaal van Rope
doet denken aan de beroemde
moordzaak van Leopold en Loep:
in de jaren twintig werd in Chi-
gaco een jongen in koelen bloede
en schijnbaar zonder motief ver
moord. Verantoordelijk: een duo
dat zich door zijn intellect boven
de wet verheven voelde. Aanvang
van de film kwart over acht.
Kinderfilms
In het K&O-gebouw staat mor
genmiddag een tekenfilmmiddag
op het programma, die om half
drie begint. Een serie tekenfilms
met bekende stripfiguren wordt
er gedraaid, alsmede de komi
sche film De Motorduivels. De
middag is geschikt voor kinderen
van vijf jaar en ouder. Informa
tie: K&O, Oude Vest 45, tel.
141141.
Helft leden universiteitsraad stemt niet voor benoeming
LEIDEN - Mevrouw K. van dei-
Voorn is gisteravond tot voorzitter
gekozen van de Emancipatiecom
missie, een vaste commissie van de
universiteitsraad. Zij volgt daar
mee mevrouw Y.P.H. Lignac op,
die zich twee weken geleden na
een conflict over het feit dat zij zich
niet als vertegenwoordiger van de
tien leden tellende commissie ge
droeg, terugtrok. Van der Voorn is
geen lid van de universiteitsraad.
Het stemgedrag van de leden van
de universiteitsraad was net zoals
bij eerdere verkiezingen weer ver
rassend. Hoewel er door een aantal
leden werd aangedrongen op een
snelle afhandeling, stond universi
teitsraadslid Knegt erop een stem
verklaring af te leggen. Hij maakte
bekend dat een deel van de Pro
gressieve Partij (PP) zich van stem
ming zou onthouden, "gezien de
manier waarop de vorige voorzitter
is behandeld". Met 17 stemmen
voor, 17 blanco en één ongeldige
stem werd Van der Voorn be
noemd tot nieuwe voorzitter.
Hiermee was slechts een klein
tipje van de sluier opgelicht. Hoe
de oude voorzitter Lignac. univer
siteitsraadslid namens de PP, nu is
behandeld en wat zich allemaal in
de. emancipatiecommissie heeft af
gespeeld, is voor de buitenstaan
der nog steeds een mysterie. In een
besloten vergadering schijnt de
kwestie met een lid van het college
van bestuur te zijn besproken om
vervolgens in de doofpot te wor
den gestopt. Geen van de universi
teitsraadsleden voelden zich gis
teravond geroepen er nog op in te
gaan.
Ook Lignac kwam in een 'open'
brief, die ze twee weken geleden
verstuurde, niet verder dan dat zij
de mening van de zes niet-i
teitsraadsleden en v
teitsraadsleden die in
patiecommissie zitting hebben,
niet kon uitdragen. "De meeste le
den van de commissie vinden dat
de voorzitter hen te allen tijde re
presenteert,. terwijl de voorzitter
van mening is, dat ze over hande
lingen als universitetitsraadslid ge
daan, geen verantwoording hoeft
af te leggen". Een ander punt van
irritatie was, zo laat Lignac weten:
"De meeste leden van de emanci
patiecommissie zien de commissie
als een belangenbehartigings-
groep: terwijl de voorzitter van me
ning is, dat het behartigen van be
langen de bevoegdheden van de
vaste universiteitsraadscommissie
te builen gaan". Onoverbrugbare
verschillen, volgens de oude voor
zitter.
Aanleiding
Het is inmiddels echter wel dui
delijk dat de aanleiding voor het
conflict te maken heeft met twee
eerder gehouden verkiezingen. An
derhalve maand geleden bij de ver
kiezingen voor nieuwe leden van
het college van bestuur haalde de
vrouwelijke kandidaat drs. Marian
Demenint-de Jong het net niet,
doordat de vrouwen van de PP
haar niet steunden. Zij gaven de
voorkeur aan het mannelijke PP-
lid Van Esch. Een aantal leden van
de emancipatiecommissie toonde
zich toen zeer verbolgen over dit
stemgedrag. "Partijdiscipline",
werd er gefluisterd.
In september van het vorig jaar
bij de verkiezingen van hel voorzit
terschap van de universiteitsraad
lieten de vrouwelijke PP-leden wel
hun eigen kandidaat, drs. K.J.
Buikstra, vallen voor de door de
emancipatiecommissie naar voren
geschoven vrouwelijke kandidaat
drs. F van Soest.
LEIDEN - Er moet wel eens een
agent voor de kantonrechter ver
schijnen. Als getuige. Dan mag
hij het verhaal nog eens vertellen
dat hij ook al heeft opgeschreven
voor het proces-verbaal. Vaak
weet zo'n agent niet meer wat er
precies gebeurde op de dag van
het ongeluk. En dat is logisch,
want dat ongeluk vond immers
in een grijs verleden plaats.
De agent die zich gistermorgen
aanmeldde bij de bode wist ech
ter nog precies hoe een en ander
was gebeurd. Hij kende zelfs alle
details. Maar dat was ook niet
vreemd. Hij was namelijk niet
opgeroepen als getuige, nee, hij
was een verdachte. Met de op
roep in zijn handen liep hij naar
de bode. Die keek een beetje
vreemd naar dat gele papier.
"Zo", zei hij veelbetekenend.
"Ja", antwoordde de politie
man, "ik ben door rood gere
den".
"En bekeurd door een colle
ga?"
"Ja"
"Fijne collega heb jij".
De collega's stonden een
beetje te grinniken. D'r waren er
heel wat op dit spektakel afgeko
men. En zoals de parketwacht
zei: niet om zich te vervelen. Ze
hadden wel wat weg van een
troep schoolkinderen die voor
het eerst in hun leven met de le
raar Nederlands naar een toneel
stuk in de schouwburg van de
grote mensen mogen.
Hij was dus door rood gereden
en had - zoals de bode even later
had uitgevist - daarna een bot
sing veroorzaakt.
Signalen
Hij was de eerste verdachte die
voor de balie werd geroepen. De
collega's zaten inmiddels op de
achterste rij. Zwijgend, hoewel
er af en toe een portofoon ver
vaarlijk kraakte.
Op 2 maart van het vorige jaar
was de agent 's nachts op de
Plesmanlaan dóór rood licht ge
reden. Geluidssignalen voerde
hij niet, zoals de rechter het uit
drukte, wel stond zijn zwaailicht
Toen de rechter hem vroeg
waarom, overhandigde de ver
dachte de kopie van een brief die
hij naar de officier van justitie
had gestuurd. Het was een dikke
brief. Een autobiografie mis
schien? Wat er aan het ongeluk
voorafging, te beginnen bij mijn
geboorte.
De rechter had in elk geval
geen zin om die brief te lezen.
"Vertelt u maar wat er aan de
hand was", zei hij. En de agent
vertelde: dat hij een oproep had
ontvangen van een collega die op
de Haarlemmerstraat een dron
ken automobilist had willen aan
houden, dat die collega nogal pa
niekerig had geklonken en dat
hij daarom zijn zwaailicht maar
had aangezet en met gezwinde
spoed richting Haarlemmer
straat was gereden.
Nee, de sirene had niet aange
staan. Dat had hij niet nodig ge
vonden. En bovendien: waarom
zou je de buurt nodeloos wakker
maken? Tsja, die botsing...hij
had dus gedacht dat die andere
automobilist hem wel had zien
aankomen.
Nee dus.
door
Wim Brands
En de officier van justitie vond
het wel logisch dat die autobezit
ter niet op tijd had kunnen rem
men. "Die man hoorde niets en
hij mocht gewoon doorrijden
omdat het licht op groen stond.
Die man kon in elk geval het on
geluk niet voorkomen".
Honderdtachtig gulden boete
eiste hij. Dat vond de rechter te
veel. Die veroordeelde de politie
man even later tot het bedrag dat
ook op de schikking stond: hon
derd vjjftig gulden.
De agenten konden weer aan
het werk. Ze waren echter nog
niet weg of er verschenen weer
twee agenten in werkkledij. Was
hun collega al aan de beurt ge
weest? Weg waren ze. De porto
foon van de ene kraakte nog.
DEN HAAG/LEIDEN - De preekstoel van de Hooglandse kerk mag wor
den verhuisd naar evangelisch lutherse kerk aan de Hooglandse kerk-
gracht. De Kroon heeft cantor-organist J. Brons van de Hooglandse kerk
niet ontvankelijk verklaard in zijn protest tegen de verhuizing. Brons was
vorig jaar in beroep gegaan tegen het besluit van de minister van welzijn,
volksgezondheid en cultuur om de verhuizing van de preekstoel toe te
staan.
De Kroon heeft echter geoordeeld dat Brons noch eigenaar noch zake
lijk gerechtigde is van de Hooglandse kerk. Daarom moest hij in zijn
protest niet ontvankelijk worden verklaard. Een woordvoerster van de
hervormde gemeente verklaart dat de preekstoel zo spoedig mogelijk zal
verhuizen.
De kerkvoogdij heeft de preekstoel aan de lutherse gemeente geschon
ken, omdat zij geen dienst doet in de Hooglandse kerk en bovendien niet
in de stijl van deze kerk past. De stoel is als noodoplossing in de Hoog
landse kerk gekomen, omdat de echte preekstoel tijdens de restauratie
was ingepakt en dus niet kon worden gebruikt.
Burgerlijke Stand
Overleden: G. van Egmond (1917) man;
A. Kuijper (1913) vrl. echtg. van B.J.W.
Beunders; M. Sierat (1934) man; A. Mol
(1896) vrl. geh. gew. met A. Ham: W.
Haasnoot (1907) man; N. Messemaker
(1915) man; F.P. Smit (1903) man; T
Prins (1914) man; A.J. van Ees (1900)
vrl.. W.C. Serlie (1905) vrl. geh. gew. met
A Gijzenij; J.J.J.B. van Beek (1908)
man; A.E. Meeuwenoord (1914) vrl.
echtg. van W.F.H. Karstens; Z.N.J. van
Briemen (1911) man; W.A.E. Uiterdijk
(1901) vrl. echtg. van J.J Bernard: J
Wolters (1928) man; E. Hansen (1914)
vrl. echtg. van J. Vogelenzang; W. Jan
sen (1906) man; M. van Adrighem (1906)
vrl. geh. gew. met G. Hendrikse; H.J.W.
Aniba (1916) man; T. Gcerligs (1922)
DEN HAAG/LEIDEN - De 47-jari-
ge Leidenaar die twee weken gele
den terechtstond omdat hij een
stadgenoot met een revolver een
kogel in zijn scheenbeen heeft ge
schoten, behoeft de cel niet in.
Hoewel de Haagse rechtbank hem
vanmorgen veroordeelde tot zes
maanden gevangenisstraf waarvan
vijf voorwaardelijk, zal de Leide
naar buiten de gevangenismuren
kunnen blijven. Voor zijn daad had
hij namelijk al ruim een maand in
voorarrest gezeten. Tegen de man
was twee weken geleden negen
Geen verdere
celstraf voor
schot in been
maanden cel waarvan vier maan
den voorwaardelijk geëist.
De schietpartij had zich afge
speeld in de nacht van 9 op 10 au
gustus vorig jaar nadat het slacht
offer de verdachte al dagenlang
had gesard en gepest. Het geduld
van de 47-jarige Leidenaar was ten
einde geraakt toen het latere
slachtoffer de bewuste nacht ste
vig op de deur van diens woning
aan De Genestetstraat had ge
bonsd. Daarop was hij met de jaren
daarvoor gekochte revolver naar
buiten gerend en na een paar waar
schuwingsschoten in de lucht had
hij gericht op de benen van de trei
teraar geschoten. Een van de ko
gels was daarbij een scheenbeen
van de man binnengedrongen.