Leidse elite: aangenaam bestaan Nieuwe voorzitter emancipatiecommissie Boek over gezeten burgersin achttiende eeuw Politieman rijdt door rood en krijgt boete Preekstoel mag weg PAGINA 4 LEIDEN DINSDAG 28 JANUARI 1986 LEIDEN - Het is jammer dat melk boer Van Steijn, de eigenaar van het koppel ganzen in de Witte Sin gel, niet twee eeuwen eerder is ge boren. Want dan was hij vast en ze ker tot 'pluimgraaf benoemd. In het proefschrift van de Utrechtse historicus M. Prak over de 'Gezeten burgers' ofwel de elite in de Hollandse stad Leiden in de achttiende eeuw, komt het feno meen van pluimgraaf namelijk voor. Een heer uit de vroedschap waakte als pluimgraaf over het welzijn van de zwanen in de ves tinggracht. Die zwanen mochten gehouden worden door een ver want van de Leidse regenten. Als Van Steijn er dus maar voor ge zorgd had familie van een van de regenten te worden had hij niet al leen zijn ganzen rustig mogen laten dobberen, maar hij had er zelfs een erebaantje aan overgehouden. De tijden zijn wel veranderd. door Anriemiek Ruygrok In 'Gezeten burgers' stikt het van voorbeelden van privileges die de heren regenten zichzelf toebedeel den. Niettemin is de conclusie van Prak dat de elite in Leiden zich niet al te zeer te buiten ging aan pracht en praal: "Slechts een hand- vol families wenste zich te spiege len aan de mores van het stadhou derlijk hof in Den Haag of het voor beeld van de adel in binnen- en buitenland. In de Hollandse steden werd het gebruik van de Franse taal nimmer gemeengoed bij de re gentenfamilies, zij ambieerden geen uitgestrekte landgoederen en evenmin de quasi-adellijke allure van een heerlijkheid. Zeker, het patriciaat was deftig geworden, maar het verloochende ook in de achttiende eeuw zijn burgerlijke afkomst niet. In het sociaal-cultu rele vlak werd de band met de ge goede burgerij nimmer verbro ken". Nijverheid Leiden was in de achttiende eeuw geen gewone Hollandse stad. De (textiel)nijverheid nam een zeer voorname plaats in, waar andere Hollandse steden het voornamelijk van de handel moesten hebben. Weliswaar ging het met de Leidse textiel- en lakenindustrie bergaf waarts, maar de rijke Leidse fami lies wisten zich aardig aan die neer gang te onttrekken. Vlak voor de malaise was Leiden met 70.000 inwoners en een fikse industrie na Lyon nog de op één na grootste industriestad ter wereld. Maar in 1753 was het anders: vele Leidenaars, werkloos geworden door het ineenstorten van de in dustrie, leefden van de bedeling. En ook toen al was daar kritiek op: velen vonden dat de werklozen het maar gemakkelijk hadden, omdat ze alleen maar hun hand hoefden op te houden. Wat dat betreft zijn de tijden kennelijk niet zo erg ver anderd. De stad werd bestuurd door de vroedschap ofwel 'veertigraad', "veertig spinnen in een web", noemt Prak hen, want reken maar dat die veertig heren de touwtjes stevig in handen hadden. Ze wer den voor het leven gekozen en Computer uit school gestolen LEIDEN - Uit het Agnescollege aan de Eimerspoelstraat is afgelo pen weekend een personal compu ter ter waarde van 18.000 gulden gestolen. Hoe de dieven zijn bin nengekomen, is onbekend. Uit een kruidenierswinkel aan het Noord einde zijn in de nacht van zondag op maandag een hoeveelheid kof fie, sloffen sigaretten en shag, siga ren, worsten en kauwgom van nog onbekende waarde ontvreemd. Het nachtslot van de voordeur werd geforceerd. Een huisje op het volkstuinencomplex 'Ons Buiten' is naar nu pas is gebleken vorige week van vrijwel de hele 'losse' in boedel ontdaan. Gestolen werden onder meer een televisie, een cas sette-recorder, een glasservies, alle keukengerei, een spaarpot met dertig gulden, een lampenset en gereedschap. De dieven kwamen binnen door een raam te forceren. vormden het basiscollege van de stedelijke overheid. Uit die veertig werden de schout, vier burgemees ters en acht schepenen geselec teerd, die tezamen 'het gerecht' vormden. De veertigraad hield zich voornamelijk met provinciale za ken bezig, de schout en schepenen met juridische kwesties en het ge recht vormde de dagelijkse leiding. De raadsleden hadden ook bui ten de stadsmuren taken, want Lei den had rechtsmacht gekocht in omliggende dorpen. De burge meesters waren sindsdien ambts heren in die dorpen. Corruptie De ambtsdragers waren aanvan kelijk tamelijk corruptiegevoelig. Daarom werd al in 1638 besloten voortaan alle ambtsdragers een eed van zuivering te laten afleggen, waarin zij verklaarden het baantje niet met ongeoorloofde middelen te hebben verkregen. Want de baantjes waren erg lu cratief. Niet dat je als burgemees ter zoveel verdiende - 831 gulden per jaar - maar als je opklom tot schout werd dat 4312 gulden per jaar. Het is dan ook niet verwon derlijk dat de stadskas een structu reel tekort te zien gaf. Echte bewijzen voor corruptie kan Prak niet aantonen, alleen ont- Mr. Pieter de la Court van der Voort (1664-1739), begonnen als la- kenfabrikeur en -koopmangeëin digd als rentenier. De la Court had veelvuldig ruzie met zijn schoon zoon, Johannes Meerman, omdat (lie op zijn geld uit was. (Getekende kopie van een gravure door Willem van Mieris, omstreeks 1708, te vinden in de Historische topografische atlas bij de gemeen telijke archiefdienst van Amster dam). doken de heren grootscheeps de tarwe-accijns. Maar je kunt niet stellen dat ze daar echt rijk van werden. Dat blijkt ook wel uit het feit dat de enige twee miljonairs die Lei den in de achttiende eeuw rijk was, geen regenten maar burgers wa ren. Ook voor de hoogleraren aan de veelgeroemde universiteit was het geen vetpot. Alleen Herman Boerhaave zat goed in de slappe Familie De familie en familieband vorm den een hecht geheel in de regen- tenkliek van Leiden. "Het cement in het politiek bestel", noemt Prak het. Het huwelijk was een zeer se rieuze zaak: trouwde je in een re gentenfamilie, dan kon je er don der op zeggen na verloop van tijd ook tot de regenten te mogen beho ren. Was je arm, maar kwam je uit een regentenfamilie, dan vormde je een goede partij voor rijke fami lies die het nog niet tot in de regen- tenregionen hadden gebracht. Het doel van het huwelijk was ook om voor nageslacht te zorgen, opdat het geld of de ambtseer niet zou den wegvallen. Maar het nage slacht diende beperkt te blijven, omdat anders weer een enorme versnippering van macht en kracht zou optreden. De familieband was, zoals ge zegd, zeer belangrijk. Niet alleen binnen het gezin, maar ook in zij takken. Prak haalt het voorbeeld aan van Abraham Hoogenhouk, een van de burgemeesters in die tijd. Hoogenhouk had zich het lot aangetrokken van twee neefjes die al vroeg hun ouders hadden verlo ren. De ene was schepen in Schie dam, maar die ander moest toch ook een aardig baantje zien te krij gen. Hoogenhouk solliciteerde ten behoeve van die neef, Philip des Tombe, bij zijn achterneef, de pre sident-burgemeester Van de Bergh. Hij vleide hem en beloofde hem uiterste dankbaarheid. Neef Philip kreeg zijn baantje. Huwelijk Het instituut huwelijk was een fenomeen op zich. De familie was erg betrokken bij de aanloop tot een huwelijk. Tijdens de onder trouw, 'onder de geboden' heette dat, werden flessen huwelijks drank 'hipocras' rondgestuurd. Pieter de la Court Allardszoon stuurde in 1748 664 flessen rond. Het was een dure aangelegenheid zo'n huwelijk. De ouders moesten soms wel tienduizend gulden voor het feestje uittrekken. Maar daar mee waren ze er nog niet. Want na het huwelijk hadden ze vaak te zor gen dat de jonggehuwden konden rondkomen. Immers, pas op je ze venentwintigste kon je regent wor - Mr. Abraham Hoogenhouk (1683-1756) en zijn gezin in 1742, zoals geschilderd door Hieronyn Dit schilderij is te vinden in De Lakenhal. den en trouwde je voor die tijd, dan had je geen inkomsten. Er werd vaak onder huwelijks voorwaarden getrouwd. Zeker in het geval van de dochter van de rij ke textielbaron Pieter de la Court, die met de regentenzoon Johan Meerman trouwde. De la Court was er zich terdege van bewust dat Meerman op de rijke bruidsschat uit was, maar anderzijds gaf hij toe stemming tot het huwelijk omdat deze verbintenis voor zijn nage slacht uitzicht op het regentschap zou geven. De huwelijksvoorwaar den die op 19 april 1709 werden ge tekend, waren voor Johan Meer man dan ook zeer gunstig. Cathari- na de la Court bracht 110.000,- mee. Voor de vorm had vader Pie ter laten optekenen dat Meerman dertigduizend gulden zou aanbren gen, maar het stond reeds vast dat er van hem geen cent te verwach ten viel. Zelfs beloofden de echte lieden elkaar over en weer 'doua- ries' van twaalfduizend gulden, een gebaar dat van de kant van Meerman zonder enige betekenis was. Twee weken na de bruiloft waren de jonggehuwden bij De la Court gekomen met de medede ling dat ze een testament wilden maken, waarin ze elkaar aanstel den als erfgenamen. Opnieuw was het alleen Meerman die profiteer de. De la Court gaf met tegenzin zijn toestemming omdat hij, zoals hij later zei, "liever het hazard heb- be wille loopen van zo zeer consi derabele zom als onze huwelijks gifte bedroeg uijt mijne famielje quijt te geraaken, als het minste misnoegen te geeven". Begrafenis Ook aan het leven van regenten kwam een einde en de begrafenis was meestal met de nodige pracht en praal omgeven. Wie nog eens extra aandacht op het overleden fa milielid wilde vestigen, liet de stoet 's avonds uitrijden. Een avondbegrafenis kostte weliswaar meer, maar het was zonder twijfel spectaculair. Zo werd de laatste tocht van Cornelis Sprongh, heer van Hoogmade, bijgelicht door 24 flambouwdragers en ook Eleonora van Roijen werd naar haar graf ge bracht bij het schijnsel van flam bouwen. De laatste rustplaats voor perso nen van aanzien was gedurende de gehele achttiende eeuw de kerk. Ook de aanzienlijke katholieken lieten zich in de - protestantse - hoofdkerken begraven. Maar het begraven in de kerk stond ter dis cussie. Er werd geklaagd over de stank en de eerste vraagtekens werden geplaatst bij de gevolgen voor de volksgezondheid. Ook vonden sommigen dat de Leidse kerken werden ontsierd door de vele wapenborden die er werden opgehangen. Maar ondanks deze bezwaren bleef de elite zich in de kerk laten begraven. Het zal duidelijk zijn dat het Ra penburg om te wonen het meest in trek was bij de elite. Ook de Steen- schuur en de Breestraat hadden aantrekkingskracht, al waren er op de Breestraat stukken die minder geliefd waren. Vaak werd een huis dan ook aangeprezen als gelegen 'op 't best van de Breedestraat". Zagen de huizen er op het Ra penburg wel mooi, maar enigszins stijf en symmetrisch uit, de aankle ding binnenin was van een oogver blindende 'overdaad, aldus Prak. Stucwerk in rococostijl, schoor steen- en plafondschilderingen, spiegels en schilderijen, felge kleurde behangsels en glazen kroonluchters, alsmede enorme hoeveelheden sierporselein stre den om de aandacht. In zulke grote patriciërshuizen was een staf van personeel natuur lijk noodzakelijk. Alleen al het poetsen van het zilver en koper nam wekelijks vele uren in beslag. Toch was het aantal dienstboden en huisknechten in die tijd niet al te overdadig. De meeste huishou dens hadden genoeg aan een stuk of drie, vier personeelsleden, een personeelsbestand van zeven of negen was eerder uitzondering dan regel. Het dienstbodenreglement vertoonde een uitermate groot be grip voor de werkgeversproble men, beschrijft Prak fijntjes de weinig riante situatie van het be dienend personeel. Toch kon het volgens hem voordelen hebben in dienst te zijn bij een welgestelde uitgever, want bezoekers gaven vaak fooien. En Magdalena Eys, weduwe van vroedschap Adriaan van der Goes, liet de werk meid zelfs schrijfies geven op haar kosten. Verkeer De Leidse binnenstad was ook al in de achttiende eeuw het gemak kelijkst te voet te bereiken. De meeste regenten woonden op vijf minuten loopafstand van hun werk en het loonde dan ook niet de moeite zich hiervoor een rijtuig aan te schaffen. In 1743 telde Lei den slechts 75 voertuigen, die voor namelijk werden gebruikt om i buiten te gaan. Van die 75 rijtuigen waren er 13 een koets met paarden. Zoals gezegd trok me die voertuigen op mooie dagen naar buiten. De regenten bezaten wel 'buitens', maar vaker had men slechts een tuin buiten de stad. Een lap grond van zo'n 500 vier kante meter waar het prettig toe ven was en die bovendien goedko per was in aanschaf en onderhoud dan een buitenhuis. Een klein, een voudig optrekje zorgde ervoor, dat als men genoeg had van de zon, de rest van de dag binnen kon door brengen. Maar om daar een paar weken in te huizen, was onmoge lijk vanwege de beperkte afmetin gen. In de achttiende eeuw kwam de buitenplaats onder regenten overi gens meer in trek. De hoogleraar Herman Boerhaave kocht kasteel Oud-Poelgeest. Niet zozeer vanwe ge het huis, maar om de tuin, waar in hij uitheemse boomsoorten en zeldzame kruiden plantte. Prak maakt in zijn zeer uitge sponnen proefschrift duidelijk dat de Leidse regenten in de achttien de eeuw dan misschien niet puis sant rijk konden worden genoemd, maar toch over voldoende vermo gen beschikten om er een prettige levensstijl op na te kunnen hou den. Zij waren daardoor in staat om huwelijkspartners van hun ei gen sociale niveau te vinden. Bij voorkeur trouwden deze families onder elkaar, of met patriciërs uit andere steden. Ook leden van de jongere regentengeslachten kwa men nog wel in aanmerking, maar burgers maakten weinig kans om in deze groep te trouwen. Alleen in geval van financiële nood wensten deze oude families zich met de bur gerij te associëren. En zelfs wisten zij een enkele maal voor een van hun dochters de hand van een edelman te winnen. Binnen de Leidse elite waren er dus toch verschillen in sociale sta tus. Het onderscheid tussen ener zijds de oude regentengeslachten en anderzijds de burgerij was zelfs vrij groot en huwelijken over en weer waren zeldzaam. De kloof werd overbrugd door de nieuwe re gentenfamilies, die relaties met beide zijden konden aanknopen. En het waren deze families die van de Leidse elite toch weer min of meer een sociaal geheel maakten. 'Gezeten burgers', de elite in een Hollandse stad, Leiden 1700-1780; au teur: dr. M. Prak; deel 6 van de Hol landse Historische Reeks, uitgegeven door De Bataafsche Leeuw, -Amster dam/Dieren. Rommelmarkt Peuterspeelzaal De Kleine Urt houdt 8 en 9 februari de jaarlijkse rommelmarkt aan de Herenstraat 64. De opbrengst is bestemd voor de aanschaf van inventaris en speelgoed. Wie spullen voor de rommelmarkt ter beschikking heeft, wordt verzocht contact op te nemen via de telefoonnummers 765721 of 146637. De spullen kunnen ook worden afgegeven op het adres Herenstraat 64. Swingwinkel In brasserie Le Bambou aan de Herenstraat 1 treedt dins dagavond rond negen uur het orkest 'Swingwinkel' op. Het or kest trad ook tijdens de kroe gentocht in de Leidse jazzweek op en was zaterdagavond op t.v. te zien. Hitchcock De filmklassieker 'Rope' uit 1948 van Alfred Hitchcock draait vanavond in de Kapelzaal van het K&O-gebouw. Het is de eerste kleurenfilm die de regisseur maakte. Het verhaal van Rope doet denken aan de beroemde moordzaak van Leopold en Loep: in de jaren twintig werd in Chi- gaco een jongen in koelen bloede en schijnbaar zonder motief ver moord. Verantoordelijk: een duo dat zich door zijn intellect boven de wet verheven voelde. Aanvang van de film kwart over acht. Kinderfilms In het K&O-gebouw staat mor genmiddag een tekenfilmmiddag op het programma, die om half drie begint. Een serie tekenfilms met bekende stripfiguren wordt er gedraaid, alsmede de komi sche film De Motorduivels. De middag is geschikt voor kinderen van vijf jaar en ouder. Informa tie: K&O, Oude Vest 45, tel. 141141. Helft leden universiteitsraad stemt niet voor benoeming LEIDEN - Mevrouw K. van dei- Voorn is gisteravond tot voorzitter gekozen van de Emancipatiecom missie, een vaste commissie van de universiteitsraad. Zij volgt daar mee mevrouw Y.P.H. Lignac op, die zich twee weken geleden na een conflict over het feit dat zij zich niet als vertegenwoordiger van de tien leden tellende commissie ge droeg, terugtrok. Van der Voorn is geen lid van de universiteitsraad. Het stemgedrag van de leden van de universiteitsraad was net zoals bij eerdere verkiezingen weer ver rassend. Hoewel er door een aantal leden werd aangedrongen op een snelle afhandeling, stond universi teitsraadslid Knegt erop een stem verklaring af te leggen. Hij maakte bekend dat een deel van de Pro gressieve Partij (PP) zich van stem ming zou onthouden, "gezien de manier waarop de vorige voorzitter is behandeld". Met 17 stemmen voor, 17 blanco en één ongeldige stem werd Van der Voorn be noemd tot nieuwe voorzitter. Hiermee was slechts een klein tipje van de sluier opgelicht. Hoe de oude voorzitter Lignac. univer siteitsraadslid namens de PP, nu is behandeld en wat zich allemaal in de. emancipatiecommissie heeft af gespeeld, is voor de buitenstaan der nog steeds een mysterie. In een besloten vergadering schijnt de kwestie met een lid van het college van bestuur te zijn besproken om vervolgens in de doofpot te wor den gestopt. Geen van de universi teitsraadsleden voelden zich gis teravond geroepen er nog op in te gaan. Ook Lignac kwam in een 'open' brief, die ze twee weken geleden verstuurde, niet verder dan dat zij de mening van de zes niet-i teitsraadsleden en v teitsraadsleden die in patiecommissie zitting hebben, niet kon uitdragen. "De meeste le den van de commissie vinden dat de voorzitter hen te allen tijde re presenteert,. terwijl de voorzitter van mening is, dat ze over hande lingen als universitetitsraadslid ge daan, geen verantwoording hoeft af te leggen". Een ander punt van irritatie was, zo laat Lignac weten: "De meeste leden van de emanci patiecommissie zien de commissie als een belangenbehartigings- groep: terwijl de voorzitter van me ning is, dat het behartigen van be langen de bevoegdheden van de vaste universiteitsraadscommissie te builen gaan". Onoverbrugbare verschillen, volgens de oude voor zitter. Aanleiding Het is inmiddels echter wel dui delijk dat de aanleiding voor het conflict te maken heeft met twee eerder gehouden verkiezingen. An derhalve maand geleden bij de ver kiezingen voor nieuwe leden van het college van bestuur haalde de vrouwelijke kandidaat drs. Marian Demenint-de Jong het net niet, doordat de vrouwen van de PP haar niet steunden. Zij gaven de voorkeur aan het mannelijke PP- lid Van Esch. Een aantal leden van de emancipatiecommissie toonde zich toen zeer verbolgen over dit stemgedrag. "Partijdiscipline", werd er gefluisterd. In september van het vorig jaar bij de verkiezingen van hel voorzit terschap van de universiteitsraad lieten de vrouwelijke PP-leden wel hun eigen kandidaat, drs. K.J. Buikstra, vallen voor de door de emancipatiecommissie naar voren geschoven vrouwelijke kandidaat drs. F van Soest. LEIDEN - Er moet wel eens een agent voor de kantonrechter ver schijnen. Als getuige. Dan mag hij het verhaal nog eens vertellen dat hij ook al heeft opgeschreven voor het proces-verbaal. Vaak weet zo'n agent niet meer wat er precies gebeurde op de dag van het ongeluk. En dat is logisch, want dat ongeluk vond immers in een grijs verleden plaats. De agent die zich gistermorgen aanmeldde bij de bode wist ech ter nog precies hoe een en ander was gebeurd. Hij kende zelfs alle details. Maar dat was ook niet vreemd. Hij was namelijk niet opgeroepen als getuige, nee, hij was een verdachte. Met de op roep in zijn handen liep hij naar de bode. Die keek een beetje vreemd naar dat gele papier. "Zo", zei hij veelbetekenend. "Ja", antwoordde de politie man, "ik ben door rood gere den". "En bekeurd door een colle ga?" "Ja" "Fijne collega heb jij". De collega's stonden een beetje te grinniken. D'r waren er heel wat op dit spektakel afgeko men. En zoals de parketwacht zei: niet om zich te vervelen. Ze hadden wel wat weg van een troep schoolkinderen die voor het eerst in hun leven met de le raar Nederlands naar een toneel stuk in de schouwburg van de grote mensen mogen. Hij was dus door rood gereden en had - zoals de bode even later had uitgevist - daarna een bot sing veroorzaakt. Signalen Hij was de eerste verdachte die voor de balie werd geroepen. De collega's zaten inmiddels op de achterste rij. Zwijgend, hoewel er af en toe een portofoon ver vaarlijk kraakte. Op 2 maart van het vorige jaar was de agent 's nachts op de Plesmanlaan dóór rood licht ge reden. Geluidssignalen voerde hij niet, zoals de rechter het uit drukte, wel stond zijn zwaailicht Toen de rechter hem vroeg waarom, overhandigde de ver dachte de kopie van een brief die hij naar de officier van justitie had gestuurd. Het was een dikke brief. Een autobiografie mis schien? Wat er aan het ongeluk voorafging, te beginnen bij mijn geboorte. De rechter had in elk geval geen zin om die brief te lezen. "Vertelt u maar wat er aan de hand was", zei hij. En de agent vertelde: dat hij een oproep had ontvangen van een collega die op de Haarlemmerstraat een dron ken automobilist had willen aan houden, dat die collega nogal pa niekerig had geklonken en dat hij daarom zijn zwaailicht maar had aangezet en met gezwinde spoed richting Haarlemmer straat was gereden. Nee, de sirene had niet aange staan. Dat had hij niet nodig ge vonden. En bovendien: waarom zou je de buurt nodeloos wakker maken? Tsja, die botsing...hij had dus gedacht dat die andere automobilist hem wel had zien aankomen. Nee dus. door Wim Brands En de officier van justitie vond het wel logisch dat die autobezit ter niet op tijd had kunnen rem men. "Die man hoorde niets en hij mocht gewoon doorrijden omdat het licht op groen stond. Die man kon in elk geval het on geluk niet voorkomen". Honderdtachtig gulden boete eiste hij. Dat vond de rechter te veel. Die veroordeelde de politie man even later tot het bedrag dat ook op de schikking stond: hon derd vjjftig gulden. De agenten konden weer aan het werk. Ze waren echter nog niet weg of er verschenen weer twee agenten in werkkledij. Was hun collega al aan de beurt ge weest? Weg waren ze. De porto foon van de ene kraakte nog. DEN HAAG/LEIDEN - De preekstoel van de Hooglandse kerk mag wor den verhuisd naar evangelisch lutherse kerk aan de Hooglandse kerk- gracht. De Kroon heeft cantor-organist J. Brons van de Hooglandse kerk niet ontvankelijk verklaard in zijn protest tegen de verhuizing. Brons was vorig jaar in beroep gegaan tegen het besluit van de minister van welzijn, volksgezondheid en cultuur om de verhuizing van de preekstoel toe te staan. De Kroon heeft echter geoordeeld dat Brons noch eigenaar noch zake lijk gerechtigde is van de Hooglandse kerk. Daarom moest hij in zijn protest niet ontvankelijk worden verklaard. Een woordvoerster van de hervormde gemeente verklaart dat de preekstoel zo spoedig mogelijk zal verhuizen. De kerkvoogdij heeft de preekstoel aan de lutherse gemeente geschon ken, omdat zij geen dienst doet in de Hooglandse kerk en bovendien niet in de stijl van deze kerk past. De stoel is als noodoplossing in de Hoog landse kerk gekomen, omdat de echte preekstoel tijdens de restauratie was ingepakt en dus niet kon worden gebruikt. Burgerlijke Stand Overleden: G. van Egmond (1917) man; A. Kuijper (1913) vrl. echtg. van B.J.W. Beunders; M. Sierat (1934) man; A. Mol (1896) vrl. geh. gew. met A. Ham: W. Haasnoot (1907) man; N. Messemaker (1915) man; F.P. Smit (1903) man; T Prins (1914) man; A.J. van Ees (1900) vrl.. W.C. Serlie (1905) vrl. geh. gew. met A Gijzenij; J.J.J.B. van Beek (1908) man; A.E. Meeuwenoord (1914) vrl. echtg. van W.F.H. Karstens; Z.N.J. van Briemen (1911) man; W.A.E. Uiterdijk (1901) vrl. echtg. van J.J Bernard: J Wolters (1928) man; E. Hansen (1914) vrl. echtg. van J. Vogelenzang; W. Jan sen (1906) man; M. van Adrighem (1906) vrl. geh. gew. met G. Hendrikse; H.J.W. Aniba (1916) man; T. Gcerligs (1922) DEN HAAG/LEIDEN - De 47-jari- ge Leidenaar die twee weken gele den terechtstond omdat hij een stadgenoot met een revolver een kogel in zijn scheenbeen heeft ge schoten, behoeft de cel niet in. Hoewel de Haagse rechtbank hem vanmorgen veroordeelde tot zes maanden gevangenisstraf waarvan vijf voorwaardelijk, zal de Leide naar buiten de gevangenismuren kunnen blijven. Voor zijn daad had hij namelijk al ruim een maand in voorarrest gezeten. Tegen de man was twee weken geleden negen Geen verdere celstraf voor schot in been maanden cel waarvan vier maan den voorwaardelijk geëist. De schietpartij had zich afge speeld in de nacht van 9 op 10 au gustus vorig jaar nadat het slacht offer de verdachte al dagenlang had gesard en gepest. Het geduld van de 47-jarige Leidenaar was ten einde geraakt toen het latere slachtoffer de bewuste nacht ste vig op de deur van diens woning aan De Genestetstraat had ge bonsd. Daarop was hij met de jaren daarvoor gekochte revolver naar buiten gerend en na een paar waar schuwingsschoten in de lucht had hij gericht op de benen van de trei teraar geschoten. Een van de ko gels was daarbij een scheenbeen van de man binnengedrongen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 4