De ansichten van Floor
PAGINA 19
EXTRA
VRIJDAG 27 DECEMBER 1985
Ruilmateriaal
Maar nog steeds duiken er kaarten op
die niet bekend waren. Dat is ook weer
zo leuk van het verzamelen van ansich
ten. Het is niet echt geregistreerd zoals
bij munten of postzegels. Dus kan er op
eens een voor alle verzamelaars onbe
kende kaart uit de hemd! vallen. Zo'n
'wereldkaart' - zo noemen verzamelaars
dat onder elkaar - is dan hèt gesprek op
de beurs. Floor zelf heeft nog eens zo'n
wereldkaart tegen twintig andere, heel
mooie kaarten kunnen ruilen.
Niet alleen anderen maar ook hijzelf be
leeft nog veel plezier aan zijn verzame
ling. Vaak bladert Steven Floor uit de
Leidse Lekstraat 's avonds door de boe
ken waarin hij zijn ansichtkaarten heeft
opgeslagen. Dat is het leuke van zo'n
verzameling vindt hij: het plezier dat je
er zelf nog steeds aan beleeft.
Als hij er zelf niet met zijn neus in zit,
mag hij graag anderen een blik gunnen
in zijn verzameling. Floor bezoekt wel
eens bejaardenhuizen en daar plegen de
oude ansichten veel los te maken. Be
jaarden kunnen zich vaak veel beter de
dingen van vroeger dan van onlangs her
inneren, zo heeft hij gemerkt.
Maar het grootste plezier zit 'm natuur
lijk in het verzamelen zelf. Zeker twee
avonden in de week en één keer in het
weekeinde reist Floor het land door om
op ruilbeurzen beslag te leggen op ont
brekende ansichten. Dat wordt steeds
moeilijker, want hij kan zijn eigen col
lectie in alle eerlijkheid een topverzame-
ling noemen.
samengesteld. Daarop oude prenten van plaatsen uit de regio
Leiden.
door Bart Jungmann
Ruilen, daar gaat het om. De ansichten
kun je van andere verzamelaars veelal
niet kopen, maar je moet ruilmateriaal
hebben. En dat heeft Floor. Hij trekt dan
vaak naar de verst afgelegen provincies
- met z'n drieën, om de kosten te druk
ken - om ruilmateriaal in handen te krij
gen of het daar van de hand te doen. Hij
noemt wat uitgevers: in Leiden had je
De Bink, Geyer, Sleyer en landelijk
Boon, Vivat, Buurman-De Haas en Nau-
ta.
Onder de duizend, voegt Floor er bij
de laatste gelijk aan toe. Want zo'n regi
stratie is er dus wel, uitgeverijen num
merden in het begin hun kaarten. Zo
weet hij dat er van «en verzameling, uit
gegeven door Vivat, achttien kaarten
van Leiden bestaan en hij heeft er maar
zeventien. Over Leiden gesproken: van
De Bink heeft hij 32 kaarten die tussen
1898 en 1903 zijn verschenen. Daar heb
ben ze bij De Bink zelf geen weet van,
denkt Floor.
Twintig jaar geleden legde Floor be
slag op zijn eerste kaarten. Hij woonde
toen in De Bilt en dat werd daarom het
eerste object van verzameling. De Bilt
was vroeger een agrarische gemeente en
veranderde in de loop der jaren in een
forensendorp.
Waterlooplein
Floor woonde destijds in een boerderij
in het midden van de gemeente en vond
het leuk om die evolutie aan de hand van
ansichten vast te leggen. Zo moeilijk
was het niet om daar in de jaren zestig
aan te komen. Op het Waterlooplein kon
je voor vijf cent of een dubbeltje een
pakketje kaarten te pakken krijgen.
Rond de verhuizing naar Warmond en
later Leiden koelde de verzamelwoede.
Pas in het begin van de jaren zeventig
pakte hij de draad weer op. De tijden wa
ren inmiddels danig veranderd. Het ver
zamelen van ansichtkaarten was geen
exclusieve hobby meer. Meer mensen
deden er aan. Vooral gevoelens van
nostalgie lagen daaraan ten grondslag,
denkt Floor. Alleen in Leiden al zijn er
hu al zo'n veertig verzamelaars, en heel
gek: meer dan de helft is jonger dan
veertig jaar.
Een nieuwe woonplaats betekende
ook een nieuwe verzameling. Plakboe
ken heeft hij al vol van Leiden, allemaal
gerangschikt naar uitgever. Inmiddels is
zijn territorium danig uitgebreid. Hij
haalt een kaartje tevoorschijn waarop
staat: 'Verzamelgebied ansichtkaarten
S. Floor'. Negen omliggende gemeenten
behoren daartoe.
Maar ook: stoomtrams, paardetrams,
oude beroepen en hondekarren. Iets wat
niet meer bestaat en is vastgelegd op an
sichtkaarten, Floor vindt het leuk om
dat soort kaarten te hebben. Zo heeft ie
dere verzamelaar zijn eigen thema. Er is
iemand die tuk is op ansichten waarop
een fotograaf staat en een ander jicht
zich uitsluitend op ansichtkaarten waar
op een scooter te zien is.
Verzamelaars moeten ook waken voor
namaak, vertelt Floor. Er zijn veel repro-
dukties in de handel en zoals het echte
verzamelaars betaamt: liever niets dan
namaak.
Vroeger werden er geen foto's ge
maakt, er waren alleen ansichten. De an
sichtkaart was nog iets speciaals. De
ontvanger bewaarde ze ook in speciale
albums. De oudste kaarten zijn daarom
ook redelijk gemakkelijk te krijgen. An
sichtkaarten uit de jaren vijftig zijn veel
moeilijker: het bijzondere was er af en
mensen gooiden de kaarten weg.
De oudste ansicht in het bezit van
Floor dateert van 1897, daarmee loopt hij
vijf jaar op de ontstaansgeschiedenis
van de ansichtkaart achter. Z'n oudste
kaart is nog een 'doorloper'. Behalve de
adressering mocht er niets op de achter
kant van kaarten geschreven worden,
dat was bij de wet geregeld. Groeten en
dergelijke moesten op het plaatje. Pas in
1905 kwam het verticale streepje op de
achterkant.
Zijn verzameling kaarten loopt nu in
de duizenden. Hij heeft ze allemaal keu
rig in een kluis opgeslagen. Brand of een
andere ramp kan dit levenswerk dus
niet in één ldap vernietigen.
De telefoon gaat. Voor Floor. Iemand
uit Koudekerk wil nog even langskomen
om wat ansichten door zijn kennersoog
te laten beoordelen. Mevrouw Floor zegt
blij te zijn met de hobby van haar man.
Het is een rustige hobby, het zijn alle
maal leuke mensen en het wordt nooit
laat. Ze vergezelt hem zelden naar beur
zen. Eén keer ging ze mee naar Hilver
sum en tot haar stomme verbazing
kwam daar een kaart uit het begin van
deze eeuw boven tafel. Bleek afkomstig
van haar tante Riek.
Twintig jaar geleden begon Steven Floor met het verzamelen van
ansichtkaarten. Nu bestaat zijn collectie uit enkele duizenden
kaarten en hij kan het zelf zonder blikken of blozen een
topverzameling noemen. De Noordwijkse uitgeverij 'De
Prentbriefkaartverzamelaar' heeft er een aantal kalenders van