'Dit krijg je
i; nooit terug'
Het kind is in
mij gebleven'
EINDEJAARSBIJLAGE 1985 LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD
PAGINA VII
Cro (Caroline) Matla (24) is
deeltijdstudent rechten. Kraakte ruim
drie jaar geleden samen met anderen
enkele panden op het Waardeiland in
Leiden.
door Jan Rijsdam
"We hebben vaker een discussie
over de vraag of we niet eens nieu-
we vloerbedekking nodig hebben
7 dan over de ideologie van het kra-
ken", schetst Cro Matla in een paar
woorden het verbleekte activisme
van de Leidse kraakbeweging,
n
Ruim drie jaar geleden kraakte zij, sa
men met anderen, enkele panden op het
el sjieke Waardeiland. Kapitale panden, 'is
le land houses' zeiden de reclamefolders,
e opgetrokken uit bruine baksteen en met
ruime kamers. De kraakactie geldt nog
in steeds als één van de opzienbarendste in
de Leidse kraakgeschiedenis. Hoe is het
'ii kraakster Cro sindsdien vergaan. Wat
'U bezielde haar toen, en wat bezielt haar
m nu nog?
Cro: "Ik ben nooit erg activistisch be-
ie zig geweest. Voor de meeste mensen
hier geldt dat ze nooit van plan zijn ge-
weest het grootste deel van hun vrije tijd
e- in de kraakbeweging te steken. Bij een
meerderheid ging het erom een goede
woonruimte te hebben. Daar is wel kri
tiek op geweest van de minderheid die
de anderen maar een slap zooitje vond",
sl "Ik sta wel nog steeds achter de ideeën
sl van de kraakbeweging. Dat wil zeggen
k dat ik het recht op wonen hoger aansla
dan het eigendomsrecht. Zeker als er
itj met dat eigendom niets gedaan wordt".
n Bouviers
"Het Waardeiland was voor mij de eer-
J. ste kraakactie waaraan ik meedeed. Ik
J was samen met anderen al geruime tijd
ej op zoek naar woonruimte. We hebben
e. toen contact opgenomon met de Leidse
e, kraakbond. Daar vertelden ze ons dat ze
de woningen op het Waardeiland al een
tijdje op het oog hadden en of we niet in
een grote groep wilden opereren om een
je aantal panden te kraken. Dat hebben we
toen gedaan".
"Het gebeurde 's nachts", vertelt Cro.
"Een aantal mensen is vooruit gegaan en
heeft de tuindeuren zodanig bewerkt dat
ze open konden. Een paar uur later heb
ik samen met anderen wat spulletjes ge
bracht. Daarna zijn we een hele tijd blij
ven zitten en hebben op een gegeven
moment de politie gewaarschuwd dat de
de panden gekraakt waren. Een paar uur
later kwamen een paar agenten langs, al
leen om rond te kiiken. verder niks".
Is ze wel eens bang geweest voor ge
weld van knokploegen of voor een con
frontatie met de politie? "Nee, niet echt.
Er zat hier indertijd wel een bewakings
dienst. Die trapten een dag nadat we het
pand gekraakt hadden een deur in en lie
ten een paar bouviers door het gat naar
binnen. Toen zijn we op de vlucht gesla
gen want we dachten dat het heel bloed
dorstige beesten waren die ons zouden
aanvliegen. Maar dat bleek mee te val
len. We hebben later de buitendeur
opengezet, toen zijn die honden rustig
weggewandeld en hebben we het pand
opnieuw gekraakt. Het waren heel lieve
beesten, geloof ik".
Baby
"Meer herrie hebben we hier niet mee
gemaakt. Eén keer is door een stel jon
gens, vanaf de andere kant van de Rijn,
met stenen gegooid en is er een ruit aan
diggelen gegaan. En er deden een keer
geruchten de ronde dat er een knok
ploeg onderweg was. Dat gaf wel een
beetje paniek. Maar echt bang voor ge
weld ben ik nooit geweest. Er is ook
nooit sprake geweest van echte drei
ging".
Van iets dat op wapentuig lijkt is in
huis niets te bekennen. Geen koevoet,
spiralen of blinkende tangen om de
rechtsorde aan te tasten. Wel 'de blije
doos' vol baby-artikelen die bedrijven
gratis aan huis laten bezorgen. Cro ver
wacht deze maand een baby. Op tafel lig
gen ook Viva en Story naast het blad On
kruid. Niet het periodiek van de anti-mi
litaristische actiegroep Onkruit, maar
het tijdschrift voor een natuurlijke ma
nier van leven. "Een anarchistisch bol
Cro. "De actieven van het eerste uur zijn
ook niet meer zo bezig met de kraakbe
weging of met solidariteitsacties in Am
sterdam. Je hoort veel mensen zeggen:
er verandert toch niets, ik ga nu iets
leuks voor mezelf doen. De kraakbewe
ging nu is heel anders dan vier jaar gele
den. Toen was het een hechte, actieve
groep. Als krakend Leiden gealarmeerd
werd had je zo een boel mensen op de
been met spiralen of weet ik wat. Er zijn
nu lang niet zoveel mensen meer die
zich ermee bemoeien".
De enige momenten dat ik er nog aan
herinnerd word dat ik in een kraakpand
.woon is als de kinderen in de buurt mij
naroepen. Vuile kraker, of zoiets. Veel
contact met mensen in de buurt hebben
we niet. Soms spreek je weieens iemand
als zij of wij een kat kwijt zijn of de hond
uitlaten. Er zijn er enkelen die absoluut
niet groeten omdat ik een kraker ben".
Vorige maand kwamen de krakers van
de panden op het Waardeiland met de
eigenaar van de woningen, het Alge
meen Burgelijk Pensioenfonds (ABP),
overeen dat ze de woningen per 1 april
1986 zullen ontruimen. "We hebben bij
meerderheid besloten dat we ons niet
zullen verzetten. Het aanrichten van ver
nielingen vind ik ook onzinnig. Daar
wordt niemand beter van. Ik denk dat
we er hier allemaal zo over denken".
Hard hoofd
"Ik ben nu druk bezig andere woon
ruimte te zoeken. Maar ik heb er een
hard hoofd in of het lukt. Kraken zit er
niet meer in", denkt Cro. "Er zijn niet
zoveel geschikte panden meer en je
wordt er eerder uitgezet. Bij het bureau
huisvesting zijn we voorlopig nog niet
aan de beurt. Ik wil met twee andere
meiden blijven samenwonen. En straks
natuurlijk de baby. Een BOM-moeder
met een LAT-relatie? Ach, al die ter
men... Ik vind het een heel vanzelfspre
kende zaak om, met een kind erbij, zo te
blijven wonen als ik nu doe".
Zal ze het Waardeiland missen? "Ja,
zeker. Waarom? Het is gewoon een lek
ker huis om in te wonen. Lekker ruim.
En de buurt? Ach, het is hier niet gezel
lig, maar je hebt van niemand last en het
is maar tien minuten rijden naar de stad.
Mijn ouders en oma zijn weieens langs
geweest, die vonden het ook heel leuk".
"Wat mij het meest spijt is de babyka
mer, die net helemaal in orde is ge
maakt. Dat is het enige waar we nog iets
aan gedaan hebben Maar wat ik vooral
zal missen als ik hier weg ben is het con
tact met de mensen in de andere kraak
panden (vier op een rij - red.). Je kon
voor alles bij elkaar terecht. Het is in die
drieënhalf jaar een echte gemeenschap
geworden. Dat krijg je natuurlijk nooit
meer terug".
door Willem Schrama
Dit is niet het verhaal van een uitge
sproken lolbroek. En evenmin van
een breedsprakig Bourgondisch ty
pe dat dagelijks met grote slokken
van het leven slurpt. En toch is Pe
dro Philips ondanks alles een le
vensgenieter. Laten we zeggen: een
bescheiden fijnproever die het hem
omringende jachtige Westeuropese
samenlevinkje met Antilliaanse rust
overziet en er zo het zijne van denkt.
Mij maken ze niet gek, zo lijkt uit
zijn onverstoorbare glimlach af te
leiden.
"Ik ben geboren in de Dominicaanse Re
publiek, in het gehucht San Pedro de
Macoris. Op mijn zesde verhuisde ons
gezin naar Aruba, vanwege de werkgele
genheid in de olie-industrie daar. En ja,
hoe gaat dat: je wilt op 'n gegeven mo-
nent verder leren, en in die tijd deed je
dat als Arubaan per definitie in Neder
land. Zo kwam ik dus in 1957 op mijn
achttiende in Eindhoven terecht waar ik
elektrotechniek ging studeren. In dienst
bij de verbindingstroepen, en daarna
wis- en natuurkunde in Leiden. Dat heb
ik vijf jaar gedaan, maar intussen rijpte
in mij het-fecsef dat ik niet geschikt was
voor een maatschappelijke loopbaan. Ik
dacht nog aan rechten, waarnaar mijn
voorliefde eigenlijk uitging. Maar ook in
dat geval wachtte mij het onvermijdelij
ke carrière maken. Ik heb het nog even
geprobeerd: één jaar als effectenmake
laar bij een bank, en vier jaar als verze
keringsman in de schadebranche. Maar
nee".
Nachtbraken
"Nu wil het geval dat ik mij in die pe
riode zo vaak vóór de bar bevond, dat
het uit een oogpunt van de tering naar
de nering zetten beter was om erèchter
te gaan staan. En zo belandde ik in het
horeca-wezen. Eerst als barkeeper, later
als eigenaar van Scarabee. Totdat ik in
1980 geveld werd door wat men een 'sui
kerexplosie' noemt, vanwege het tijdelij
ke karakter, ervan niet hetzelfde als dia
betes. Oorzaak: een zeer onregelmatig
leven van alcohol, luieren, veelvraat en
nachtbraken. Ik moest rigoureus op
dieet en regelmaat houden. Dat is me
aanvankelijk gelukt; ik heb het in vijf
jaar tijd teruggedrongen. Maar nu val ik
weer terug in de oude foutjes. Je merkt
het: je ogen worden slechter en je orga-
nSTTgaan opspelen".
"Wat de zaak nog iets gecompliceerder
maakt is een bloedziekte, G6-PD ge
naamd. Het komt er op neer dat je rode
bloedlichaampjes sneller afbreken dan
ze worden aangemaakt. Iets erfelijks.
Het veroorzaakt zo nu en dan hoge
koortsen en ontzettende buikgriepen.
Vijf jaar geleden is de herkomst van dit
bijzondere kwaaltje getraceerd, voor
dien werd bij eenzelfde diagnose de milt
weggehaald. Ik heb dus geluk gehad. Je
kunt er honderd mee worden. En wat
natuurlijk oplucht: de onwetendheid
knaagt niet meer aan je, je gaat op den
duur immers het ergste vrezen. Maar ga
ik me te buiten aan alcohol, dan raken
alle mogelijke organen aangetast, of
gaan ze op z'n minst rebelleren. Uit een
soort levensnoodzaak moet ik me dus in
houden. Hoewel, mijn temperament
zegt nee".
Kind
"Want dit verhaal ging toch over een
levensgenieter. Dat kun je wel zeggen,
ja. Je kunt zeggen dat het kind in mij is
blijven leven. Ik heb bepaalde verant
woordelijkheden niet op mijn schouders
willen nemen. Ik heb geen vrouw en
geen kinderen. Dat heeft te maken met
wat ik in mijn jeugd-om me heen heb
gezien. Alles ging te snel en te regelma
tig uit elkaar, mijn ouders incluis. Ik ben
bovendien niet bereid me in dit leven tot
één persoon te bepalen, en heb daar ook
niet hypocriet in willen zijn. Met andere
kleine hap, dus dat kan ook in cafés. En
drink ik dan een borreltje teveel, dan
ben ik vroegtijdig opgebrand en duik ik
al om zeven uur in bed. Weet ik me in te
houden, dan loop ik 's avonds nog een
paar cafés af. Hoeveel uren ik daar al
niet heb doorgebracht? Als ik zó mijn
Europese jaren en een stukje middelba
re school-tijd in de West overzie, dan zal
tweederde van mijn leven niet aan de
grove kant zijn".
"Er was een tijd dat ik bij wijze van
spreken acht dagen per week pokerde of
klaverjaste om grof geld. Ik heb iets met
gokken. Die spanning. En daarbij komt:
ik heb meer geluk dan de middelmaat.
Dat is altijd zo geweest. Mijn grootste
slag aller tijden? Zeventien ruggen in
het casino van Scheveningen. Met een
beginkapitaal van tweehonderd gulden.
Ik heb nooit echt dramatisch verloren".
Geen eisen
"Ik heb destijds nog overwogen be
roepsgokker te worden, maar het allooi
van de mensen die je in dat wereldje te
genkomt, daarmee kun je je niet associë
ren. Het spijt me, je wordt er niet goed
van. Patsers, asocialen en zelfs beroeps
misdadigers. Dat zijn niet de mensen
waar je graag mee omgaat. Het is 'n naar
wereldje. Om mijn goklust te temperen
heb ik dus bridge als hobby gekozen.
Het heeft een sterk competitie-element
zonder dat er geld aan te pas komt. Je
ziet, ik heb heel wat te bedwingen. Want
hoe je het ook wendt of keert: vroeg of
laat kom je de man met de hamer tegen".
"Ik stel eigenlijk weinig, of liever ge
zegd: geen eisen aan het leven. Ik heb
niets tegen mensen in verantwoordelij
ke posities, maar ik zou ook niet met ze
willen ruilen. Toegegeven: dat mijn
vriendenkring me in toenemende mate
laat weten dat ik weinig constructief
ben, ervaar ik als fnuikend. Maar ik wil
toch het liefst zo sterven. Hier in Leiden.
Mits het hier niet zodanig verandert dat
er voor mij niet meer te leven is. Die
agressie van een Centrumpartij en zo.
Dat was een goede politiek in Neder
land; niet doodzwijgen, maar negeren.
Maar evenzogoed werd vier jaar geleden
mijn huisdeur besmeurd. En konden ve
len niet op tijd weg komen toen iets der
gelijks in de jaren dertig de kop op stak.
En ik zie mij hier nog niet ondergronds
gaan. Dat kan natuurlijk wel in Afrika,
maar niet in Leiden. Voorzichtigheid
blijft geboden. Toen ik hier in 1957
kwam was ik een bezienswaardigheid.
En vorig jaar, op een camping in een
Brabants dorpje, bleek ik nog steeds een
bezienswaardigheid te zijn. In dat op
zicht is er dus eigenlijk in al die jaren
niet zoveel veranderd".
werk, hier? Née, dat is het niet. Wij beho
ren eigenlijk tot de groep gesettelde kra
kers", aldus Cro.
"In het begin heeft wel tijdje een hoc
keystick in de hoek van de kamer ge
staan. Die was bedoeld om er zonodig
een klap mee uit te delen. Een beetje
kinderachtig eigenlijk. Ik heb me nooit
echt afgevraagd wat ik zou doen als de
ME voor de deur zou staan. Dat komt
ook omdat ik nooit ervan ben uitgegaan
dat we hier op staande voet uit zouden
moeten. Alleen in het begin hield ik daar
wel rekening mee. Toen hadden we ook
nog heel wilde ideeën over hoe we ons
zouden verdedigen. Zoals de garage vol
laden met varkens en die loslaten als de
politie kwam. Het waren meestal heel lu
dieke dingen waarover we dachten".
"Ik vind niet dat verzet per se geweld
loos moet zijn, maar ik denk dat van bei
de kanten wel eens te snel naar gewelds
middelen wordt gegrepen. Of ik zelf een
steen zou kunnen gooien? Ik denk dat ik
heel wat zou moeten overwinnen om dat
te doen. In de situatie waarin ik nu ver
keer zie ik mezelf dat niet zo gauw doen.
Maar in een groot gevecht met de ME
denk ik dat ik het wel zou kunnen".
"Ik ben in Amsterdam bij de ontrui
ming van Wijers geweest en bij de ont
ruiming van de Scheepmakerssteeg in
Leiden. Toen werden er honden ingezet.
Daar ben ik onwijs van geschrokken,
toen ze die honden op ons loslieten. Dat
zijn situaties waarin je tot bepaalde da
den kunt komen, zoals het gooien van
stenen. Maar het is niet gebeurd".
Confrontaties tussen krakers en poli
tie, die in Amsterdam als een zacht ge
kookt eitje op de dagelijkse agenda
staan, worden door Cro met gemengde
gevoelens gadegeslagen. "Ik heb wel be
wondering voor het feit dat mensen zich
zo actief blijven opstellen ondanks het
regressieve beleid van de gemeente Am
sterdam. Maar wat ik niet kan uitstaan
van de Amsterdamse kraakbeweging is
het gedramatiseer en dat ze al hun gal
over één persoon uitspuwen of hun woe
de op één persoon afreageren. Je kunt
op Van Thijn als bestuurder veel aan te
merken hebben, maar je moet hem niet
tot zondebok maken. Dat is tenminste
niet mijn manier. Ik denk dat het idee
achter kraken een rechtvaardig idee is,
maar dat een bepaalde groep krakers
wel eens vergeet dat het om de woning
nood gaat en zich teveel op andere din
gen richt".
"De kraakbeweging in Leiden is in te
genstelling tot Amsterdam de afgelopen
jaren veel gezapiger geworden", meent
Cro Matla: "Wij behoren eigenlijk tot de groep gesettelde krakers".
Pedro Philips: "Ik leef eigenlijk i
woorden: ik heb evenmin de spannin
gen en twisten die daaruit voortvloeien
willen aanvaarden. Ik heb ook geen
maatschappelijke binding. De afhanke
lijkheid en de verantwoordelijkheden
die daarmee gepaard gaan, daar ben ik
wars van. Er moet toch iets van glamour
aan het leven zitten? Daarom houd ik zo
van het caféleven. Het entertainende,
het amuserende, dat boeit mij. Hoewel,
het is er hoe langer hoe minder bij. Je
staat tegenwoordig vaker als een auto
maat achter de tap. Men drinkt, betaalt,
en rot op als het niet bevalt. Ik zoek nog
die ouderwetse huiskamersfeer. Die ik
in mijn privéleven zo veracht, daar heb
je gelijk in. Ik denk daar regelmatig over
na. Het is een bron van tegenstrijdigheid
in mijn bestaan".
"De laatste vijf jaar free-lance ik weer
een beetje als barkeeper. Totdat ik weer
een crisis voel naderen, dan stop ik een
gevarenzone naar gevarenzone".
paar maanden. Het is nu eenmaal mak
kelijker om niet te drinken als je niet de
hele dag in cafés of koffiebars rond
hangt. Mijn probleem is eigenlijk dat ik
me nog net niet bewust hoef te zijn van
de noodzaak om er onmiddellijk en ab
soluut mee te kappen. Ik leef dus eigen
lijk van gevarenzone naar gevarenzone.
En in feite ben ik daarmee niet eens zo
ongelukkig, anders zou het allemaal zo'n
sleur worden. Maar alcohol is inderdaad
mijn grootste vijand, zou je kunnen zeg
gen, al ben ik dan geenszins een alcoho
list".
Vijand
"Dat ziektebeeld - laat het alsjeblieft
niet zielig overkomen hoor - is in feite
ook de vijand van mijn levensstijl. Ik
ben een uithuizig mens, geen thuismens.
Omdat ik mijn vertier bij voorkeur zoek
in gezelschappen. En omdat ik lekker
der leef in de uitgaansfeer. Dat lucht
hartige, dat bevalt me. Diepzinnighe
den vermijd ik liever, daarmee geef je
jezelf zo gauw bloot. Dat zal de aard van
het beestje wel zijn: dat ik de gezellige
drukte om me heen gebruik als camou
flage voor niet teveel met mezelf bezig te
zijn. Het enige vaste punt in al die twin
tig Leidse jaren is mijn bridge-avond op
dinsdag. Bridgeclub 'De Sleutels', eigen
lijk mijn enige hobby. De rest is open.
TTiuis doe ik eigenlijk niet meer dan le
zen en slapen. Of koken voor vriendin
nen of gezelschappen"
"Doorgaans slaap ik tot twaalf uur,
een vroege afspraak daar gelaten. Lun
chen doe ik uitsluitend in café De Kroon
of in koffiebar Noroc. 's Middags leg ik
wat bezoekjes af of klaverjas wat in ca
fés. Ik bezoek er gemiddeld zo'n vier per
dag. Mijn dieet vereist regelmatig een