'In Katwijk is alles nog erger' 'Altijd maar dat vragen' 'ACTIVIST PAGINA II EINDEJAARSBIJLAGE 1985 LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD door Adriaan Brandenburg Buttons, speldjes en andersoorti ge uitdossingen zullen op de kledij van Tejo Janssens niet worden aan getroffen. Aan die 'opsmuk' heeft de zichzelf activist noemende Kat weker niet zo'n behoefte. Toch is hij in heel het zeedorp genoegzaam be kend. Is het niet van gezicht, dan toch zeker van naam. De 'Rooie Reus van Katwijk', wordt hij ook wel gekscherend genoemd. De ver gelijking met de Limburgse activist ligt voor de hand, ondanks verschillen in ui terlijk en leeftijd. Evenals Dirk de Vroome - die onder de naam Rooie Reus landelijke bekendheid geniet - deinst ook Janssens er niet voor terug om elk onrecht wat hem maar voor de voeten komt te vuur en te zwaard te bestrijden. Maar echt gelukkig is de 37-jarige Janssens niet met dat predikaat. "Be grijp me goed", zegt hij, "wat de Rooie Reus allemaal voor de mensen doet is natuurlijk prima. Maar ik ga toch heel anders te werk. Ik ga bijvoorbeeld niet voor het gemeentehuis liggen om ergens tegen te protesteren" Tijdens zijn bijna dagelijkse fiets tochtjes door het zeedorp speurt Jans sens niettemin hoogst persoonlijk naar nog niet geopende beerputten. De Kat wijk» activist zegt er meer dan een dag taak aan te hebben om alle 'smerige zaakjes' in het reine te brengen. "Ik noem mijzelf dan ook niet werkloos, maar baanloos. Ik heb werk zat. Het kost me alles bij elkaar zeker veertig uur per week", licht hij toe. Handelsmerk Janssens kwam in 1976 naar Katwijk om als enige vaste kracht in dienst te tre den van het jongerencentrum 't Malie- gat. "Ik was nog niet afgestudeerd aan de Sociale Academie in Tilburg toen ik naar diverse banen als jongerenwerker solliciteerde. Het werd Katwijk. Dat vond ik wel prettig. Ik houd van de zee. Vroeger ging ik al steeds naar Scheve- ningen om een beetje bij te komen. Ik zal hier dan ook voorlopig niet weg gaan". Zijn voornaam had hij voor zijn komst al veranderd van Theo in Tejo. Het is in middels - ongewild naar zijn zeggen - zijn handelsmerk geworden. "Tijdens mijn studie in Tilburg schreef ik nog wel eens voor een aantal blaadjes. Ik onder tekende steeds met Tejo. Dat was des tijds een soort schuilnaam", legt hij uit. Hij was nog maar kort in de kustplaats of Janssens rolde als het ware vanzelf in zijn huidige 'functie'. Hij werd gevraagd om zitting te nemen in het comité Be houd Gast- en Weeshuis. "Zoals de naam al aangeeft vocht het comité voor het be houd van het gelijknamige karakteristie ke pand in het dorp. Tevergeefs overi gens. Later richtten wij ons ook op het milieu en hebben toen de stichting Leef baar Katwijk opgericht". Dat was bijna tien jaar terug en nog altijd worden on der die noemer de meeste acties door de Katweker gevoerd. In de krant Leefbaar Katwijk is Janssens en Jans sens is Leefbaar Katwijk, heet het in de volksmond. "Onzin, waar bemoeien die mensen zich bovendien mee", roept de activist verbolgen. "Wij hebben 45 le den. Bovendien, het gaat niet om de naam of de persoon die daarachter zit De zaken waar wij voor staan, die zijn belangrijk". Maar ook de werkwijze doet heel wat Katwijkers de wenkbrauwen fronsen. De wijze waarop hij gemeentelijke 'mis standen' aan de kaak stelt doet het zee dorp niet zelden op zijn grondvesten tril len. De activist zou meer omvergooien dan opbouwen. Hij protesteert om te kunnen protesteren, klinkt het. "Het feit dat de Katwijkers in het afgelopen jaar meer dan ooit een beroep op mij hebben gedaan zegt toch wel iets. Of niet Tejo Janssens: "Ik ben niet werkloos. soms?", weerlegt Janssens de kritiek. "Het is onvoorstelbaar", vervolgt hij, "ik kan nergens zitten of ze spreken me weer aan over een of andere zaak. Zelfs in mijn vrije tijd. Ik tafeltennis en op za terdag fluit ik een meisjeselftal bij de voetbalclub Katwijk. Als ik dan even aan de bar zit begint het meestal, vooral als er weer iets over mij in de krant heeft gestaan". In de krant kwam Janssens vooral tij dens zijn actie tegen de komst van Zuidafrikaanse koren naar Katwijk. Met gepaste trots wijst hij nog op de foto's die in allerlei bladen verschenen en waarop hij in een vuistgevecht raakte met de organisator, de voormalige VW- voorzitter J. van der Plas. Zijn 'specialisme' ligt zonder meer op het lokale vlak. Voor landelijke acties zegt hij geen tijd te hebben. Was voor menige activist het jaar 1985 het jaar van dè acties tegen de kruisraketten, Janssens bemoeide zich er nauwelijks mee. "Die vredesdemonstratie? Nutte loos, tijdverspilling. Dat is wel gebleken. Ja, ik heb wel meegedaan aan het volks petitionnement en als die dingen er ko men zal ik wel naar Woensdrecht gaan. Dat heeft denkt ik veel meer zin". Hij zegt zelfs niet over de gemeentegrens met Noordwijk te kijken. "Die vuilnis belt waarom zoveel te doen is geweest in Noordwijk, daar ga ik mij niet mee be moeien. Daar heb ik echt de tijd niet Meer petten Het overgrote deel van de brieven die Janssens wekelijks afscheidt valt dan ook op de deurmat van het Katwijkse gemeentehuis. De samenstelling van de gemeenteraad leidt uiteindelijk tot de meeste 'misstanden' in het dorp, meent de activist. "Dat komt", luidt zijn verkla ring, "omdat iedereen daar met meer petten op zit. Neem nu de woningbouw verenigingen en bouwbedrijven. Die hebben daarin allemaal hun mannetje en dan heb ik het nog niet eens over de voetbalverenigingen. En op zondag ko men ze elkaar weer in de kerk tegen. Zo dekt iedereen iedereen". Furieus: "Echt oog voor de problemen van de man of vrouw in de straat hebben de raadsleden ook niet. Dat mankeert er aan in onze democratie en in Katwijk is het allemaal nog een graadje erger". Ook burgemeester Bos krijgt tussendoor een veeg uit de pan: "Die komt alleen als er weer een winkeltje moet- worden ge opend. Als er werkelijk problemen zijn zie je hem niet". Katwijker Tejo Janssens (37) is geboren in Tilburg. De ex-Jongeren- en ex-buurtwerker noemt zicbzelf full time activist. Hij schopt in die hoedanigheid dan ook tegen nogal wat heilige huisjes in het zeedorp. Op het gemeentehuis is 'Meneer Jans sens' een vaste klant, niet zelden tot er gernis van de Katwijkse ambtenaren die vinden dat hij te veel aan hun kop zeurt. "Maar er zyn er ook bij die het prima vinden wat ik doe, al zullen ze dat na tuurlijk nooit hardop zeggen", zegt de activist met een zekere stelligheid. De Katwijker zoekt desnoods de hoogst denkbare instantie op om zijn recht te halen. Het aantal bezwaarschrif ten dat Janssens inmiddels heeft inge diend is niet meer te tellen. De gebou wen van de provincie en de Raad van State in Den Haag kent hij als zijn eigen broekzak. Wat kost die Janssens ons niet?, is dan ook een steeds terugkeren de vraag in de Katwijkse gemeenteraad wanneer de activist weer eens een zaak aankaart bij de hogere overheid waar door bepaalde plannen flink worden vertraagd. "Het zijn de democratische rechten die een ieder heeft en waarvan ik dus gebruik maak. Als je daarover op merkingen maakt, heb je waarschijnlijk een slecht geweten", schampert Jans- Van huis uit Dat de activist zijn taak bovenal ziet weggelegd om op te komen voor de be langen van de burgers heeft hij naar zijn zeggen van huis uit meegekregen. "Vooral van mijn vader", vertelt hij. "Die zette zich nogal af tegen de geves tigde orde. Hü zei ook altijd: ga nooit bij een baas werken en trek je niks aan van de kerk. Dat gaf wel eens strijd in huis. Mijn moeder was namelijk erg gelovig". Even later: "En vergeet niet, ik ben na tuurlijk een produkt van het roerige jaar 1968. Ik was toen 20, stond daar midde- Terugkijkend op het afgelopen jaar zegt Janssens het nog nooit zo druk te hebben gehad. "Maar wat wil je als de gemeente nalaat om enige opbouwwer kers in dienst te nemen". Enkele wapen feiten: diverse aanvallen van het beleid van de Katwijksche Bouwvereniging, de oprichting van acht bewonerscomités, de actie Gif in 't Groen, acties tegen va- tenreinigingsbedrijven, boven de grond gelegen LPG-tanks en - vanzelfsprekend - een scala van bezwaarschriften tegen diverse bouwplannen. Resultaten? "Die zie je nooit direct", zegt Janssens. "Je hebt altijd een paar jaar nodig alvorens er echt iets gebeurt. Neem nu het saneren van milieuhinder- lijke bedrijven. Jaren geleden vochten wij daar al voor. Nu komt zelfs het CDA met voorstellen in die richting". Het ziet er dan ook voorlopig niet naar uit dat hij zijn activiteiten op een lager pitje zal zet ten. In tegendeel. Janssens althans: "Er gaat volgend jaar weer heel wat gebeu ren, reken daar maar op". Catharina Barends-Hocks. Geboren 1910 aan de Oranjegracht in Leiden. Getrouwd (tweede huwelijk) met Johannes Barends (78). Uit dit huwelijk zijn twee kinderen geboren. Het gezin telt nu twaalf kinderen, zij had al twee kinderen, hij acht. door Henriëtte van der Hoeven Catherina Barends, in de familie kring Toos, doet er niet moeilijk over: "Welnee, ik vind het helemaal niet erg om bejaard genoemd te worden, we zijn toch ook oud." Zon der schroom stemt ze toe in een ge sprek. "Kom vrijdagochtend maar tegen koffietijd, vrijdags ben ik al tijd thuis". Daar sta je dan toch wel even van te kijken. Een 75-jarige met de agenda van een jonge dynamische manager. Ze glimlacht tevreden als we er iets over op merken. Zij heeft niet zo'n probleem met bejaard zijn in de jaren tachtig. Ze maakt, net als haar echtgenoot, een te vreden indruk. Nu de kinderen de deur uit zijn, is het rustig geworden in het huis aan de Anna Pauwlonastraat, maar dat wil niet zeggen dat er niets meer wordt gedaan. Het huishouden runnen ze nog helemaal zonder hulp. Als zij weer eens op pad is in haar functie als voorzitter van het dienstencentrum Noord aan de Van Hogendorpstraat, zorgt hij dat de zaak blijft draaien. En daarmee heeft hij het soms moeilijk, want naast de zorg voor zichzelf, heeft dit oudere echtpaar ook nog een geeste lijk licht gehandicapte broer in huis. Huize Barends is altijd een toe vluchtsoord voor de familie geweest. Of het nu een zuster zonder huis en baan was of een zieke aanstaande schoon dochter, ze waren altijd welkom. Niet uitgerangeerd Toos Barends beschouwde zich, toen de kinderen de deur uit waren, niet als uitgerangeerd. Integendeel, ze begon een nieuw leven. In dat nieuwe leven neemt het dienstencentrum - steeds komt ze daar weer op terug - een belang rijke plaats in. "Ja, ik ben altijd bezig, stilzitten is niets voor mij. Ik heb altijd een druk gezin gehad. We moesten de kinderen opvoeden in een moeilijke tijd. Je was altijd in de weer om van oud nieuw te maken, want je wilde toch dat ze er netjes bij liepen. Overdag het huis houden en's avonds achter de naaima chine". "Vroeger, dat herinner ik mij nog wel, was je rond je vijftigste oud, je leven was afgelopen. Afschuwelijk toch. Je kunt nog wel veertig jaar voor de boeg heb ben. Ik zeg ook altijd tegen de mensen, zorg dat je overal over mee kunt praten. Je hoort ze weieens hoor, zo van: als ik de overlijdensadvertenties heb gezien, heb ik de krant wel gelezen. Dat is hele maal verkeerd. Je moet de krant écht le zen, televisie kijken, naar de radio luiste ren en met mensen praten". Die voetbal wedstrijd Nederland-België heb ik ge zien hoor. Je kunt wel zeggen, ach, dat interesseert me niet, maar dan kun je ook je mond niet opendoen". Dat. praten met leeftijdgenoten doet Toos Barends natuurlijk vooral in het dienstencentrum. Bij haar komen ze ook vaak met hun vragen en kleine pro bleempjes. "Er zijn nu eenmaal dingen waarmee je niet direct naar een jongere toestapt. Tegenover leeftijdgenoten praatje, zo tijdens het koffieuurtje, toch wat gemakkelijker". Op het spoor Het zijn vaak kleine dingen waarmee de ouderen zitten. Soms is het alleen een kwestie van iemand op het goede spoor zetten. "De weekeinden," zegt Toos Ba rends, "dat hoor je steeds weer, die zijn voor veel alleenstaanden de moeilijkste tijd. Naar het dienstencentrum kunnen ze niet. Ze zitten dan maar tussen die vier muren. Kijk, en dan klagen ze dat ze niets te doen hebben, nooit iemand zien. Ik zeg dan altijd: zet de radio aan, kijk televisie of ga wat handwerken. Er is al tijd wel iets te verzinnen, maar je moet het wel zelf doen". "Ikzelf vind de winter een nare tijd. Dan kom ik na half vijf de deur niet Mevrouw Barends: "We hebben geleerd zuinig te zijn". meer uit. Nee.'s avonds durf ik de straat niet meer op. Ik voel me gewoon onvei lig en ik weet dat negen van de tien vrou wen er zo over denken" "We zouden dolgraag eens een avond je uitgaan, net als de jongeren, maar dat kunnen we van onze aow niet betalen. Een taxi kost alleen al 12,50 en dan de rest nog. Kijk, daar moest de overheid nu eens iets aan doen, met een reductie of zo." "Ik klaag niet hoor. We hebben ge leerd zuinig te zijn. Met een groot gezin moest je de eindjes wel aan elkaar kno pen. Als het even kon ging de kinderbij slag in de kast voor grote uitgaven, want schulden maken vind ik iets verschrik kelijks". Haar echtgenoot, die de woonkamer binnenstapt en haar laatste woorden heeft opgevangen, knikt instemmend en gaat direct over op het heden: "We zijn niet ontevreden, denk dat vooral niet. We komen er best van onze aow, al kun nen we ons geen bokkesprongen veroor loven, maar er zijn van die dingen die ik onrechtvaardig vind. Kijk, wij hebben dit huis gekocht, daarvoor hebben we el ke cent opzij moeten leggen, maar door dat huis komen we nu voor geen enkel extraatje in aanmerking. Zo'n huis, daar heb je toch ook onkosten aan. Je woont echt niet voor niets. Over dat soort din gen kan ik mij weieens kwaad maken". Geen bokkesprongen "Nee, bokkesprongen kunnen we er niet van maken, zegt Toos als haar man de deur uit is gegaan, "maar we redden het wel. Dan maar wat langer sparen voor een nieuw bankstel. En kleding, ach, ik zei het al, vroeger maakte ik van oud nieuw. Nu maak ik nog veel zelf, met hulp van de naaister in het diensten centrum. Het is jammer dat door de be zuinigingen nu juist die naaister dreigt weg te vallen, want het scheelt enorm, dat zelfmaken". En het avondje uit organiseren ze ook maar aelf in het dienstencentrum. "We hebben een leuk feest gehad toen het centrum 20 jaar bestond. We hebben een nieuwjaarsfeest en een carnaval. Ja, dan moeten we ook's avonds over straat, maar dat betalen we zelf uit een potje". "Je, kunt natuurlijk als je uit wilt de kinderen vragen of ze je wegbrengen. Maar die van ons wonen niet in de stad, bovendien: altijd maar vragen is ook iets waar ouderen moeite mee hebben". Boodschappen doen in die voordelige supermarkt is bijvoorbeeld iets waar veel ouderen nooit aan toe komen. En de jongeren, die wel een auto hebben en 's zaterdags naar de supermarkt rijden, staan er nooit bij stil dat de oudere buur vrouw daar ook wel naartoe zou willen. Het is geen onwil, weet Toos Barends. "Als je het vraagtmaar juist dat vra gen hè". "Ik mag trouwens niet klagen hoor. Op zaterdag ga ik altijd naar mijn doch ter in Noordwijk, die doet mijn haar dan. Als ik daar ben neem ik altijd wel bood schappen mee. Maar dat kan niet ieder- Meer contact De jongeren, ze heeft er toch soms wel wat moeite mee. Toos Barends is geen achteromkijkster: "Je moet vooruit kij ken naar de nieuwe dag," is haar motto, maar toch mist ze tegenwoordig iets. "Vroeger, leefden de mensen niet zo langs elkaar heen. Je had minder en daardoor was je meer op eikaars hulp aangewezen. Er was meer contact met buren en kennissen/s Winters werd er gekaart, aan sinterklaascadeaus geknut seld en gehandwerkt, nu zit iedereen te levisie te kijken. Misschien hebben de jonge mensen van nu het wel wat te ge makkelijk. Hoewel'', peinst ze, "in die grote flats heb je natuurlijk minder con tact met elkaar. Maar toch, de mensen zouden wat meer voor elkaar moeten overhebben". "En dat hoeft heus niet te betekenen dat je dagelijks bij elkaar op visite zit. Heb ik bij mijn buren ook nooit gedaan, maar als er geholpen moest worden de den we nooit tevergeefs een beroep op elkaar". Bejaardenhuis Een beroep kunnen doen op beken den, in tyd van nood een vertrouwd ge zicht zien, het is voor veel ouderen van levensbelang. Daarom heeft Toos Ba rends zich aangesloten bij de groep die strijdt voor een bejaardenhuis in Leiden Noord: Zijl-oever. "Dat moet er komen," zegt ze fel. "Mensen die hier bijna hun hele leven hebben gewoond, gaan dood aan de andere kant van de stad. Die moe ten hier wonen. Waarom wel bejaarden huizen in de buurt van het 5-Meiplein en niet hier? Omdat het een arbeidersbuurt is soms? Ja, de mensen in de buurt zijn altijd gewone arbeiders geweest, met grote gezinnen, maar hebben die soms geen recht op een bejaardenhuis?" Die uitval is echter snel vergeten als ze trots vertelt dat al die kinderen en hun aanhang rond de feestdagen de ouder wetse gezelligheid komen opzoeken aan de Anna Pauwlonastraat in Noord.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 32