'Sommige dingen van die partij snap ik als CNV er gewoon niet' Voor skiërs blijft conditie belangrijk Hervormd kerkbestuur neemt maatregelen tegen tekort Interview Harm van der Meulen wil verhouding met CDA herstellen Achtergrond VRIJDAG 20 DECEMBER 1985 PAGINA 11 Het doet hem pijn aan het hart. In vier jaar tijds zag Harm van der Meulen de relatie tussen zijn CNV en de christendemocratische verwanten in de politiek dra matisch verslechteren. Hoofdoorzaak van de verwijde ring: de kortingen op de sociale uitkeringen die onder het bewind van CDA-staatssecretaris en oud-CNV'er Lou de Graaf werden doorgevoerd. "Over 95 procent van de onderwerpen konden we rede lijk met elkaar praten. Maar op het punt van de uitke ringen zijn de verhoudingen stukgelopen. We wisten dat Lou zo'n politiek voorstond, maar ik vind dat hij wel erg ver is doorgeschoten. Té ver. Maar ik zeg ook: laten we die politieke angel er nu eens uittrekken, zo dat de verhoudingen zich kunnen normaliseren". Nog één jaar blijft Harm van der Meulen voorzitter van het Christelijk Nationaal Vakver bond; een functie die hij in 1978 aanvaardde. Oktober 1986 draagt hij de voorzittershamer over aan de tot nu toe nog vrij onbekende tweede man van het CNV, Henk Hofstede. Tijd voor een terugblik op het leven van de man die der tig jaar geleden zijn vakbonds carrière begon? door Peter de Vries Van der Meulen denkt daar an ders over. "Geen sprake van. Ik geef geen afscheidsinterviews voor 1 september". De reden: "Ik was laatst op een vergadering in Zutphen. Daar kreeg ik als ge schenk een ets van de kerk. Dat vind ik aardig, fijn, maar wel te vroegV. "Ik ben in 1954 begonnen als districtsbestuurder van de Christelijke Metaalbedrijfsbond, en de rest zoek je zelf maar uit. Blijft het verre verleden letterlijk een gesloten boek, over de laat ste vier jaar wil Harm van der Meulen wel wat kwijt. Zijn erger nis, zo blijkt al snel. Het kabinet waarin CDA-ers de meerderheid vormen, kan zich niet verheugen in enthousiaste bijval van CNV- zijde. "Ondanks al het politieke gekrakeel met het CDA, hebben we best redelijk geboerd. Op ter reinen als de milieubescher ming, ontwikkelingssamenwer king en de positie van buiten landse werknemers konden we redelijk met elkaar praten", be gint de CNV-voorzitter voorzich tig. "Alleen de uitkeringen, daar op zijn de verhoudingen stukge lopen. Het CDA wilde die per se verlagen". Geloof Het moet een bittere pil voor Van der Meulen zijn, dat het juist zijn geestverwant Lou de Graaf is geweest die de verantwoorde lijkheid op zich nam voor de sa nering van de sociale zekerheid. "Lou is erg ver gegaan. Hij is niet van z'n geloof afgevallen, dat moet in zijn voordeel gezegd worden. Hij heeft tijdens het ka binet-Den Uyl, toen hij hier tweede voorzitter was, al lichte vormen van bezuinigingen ver dedigd. Dat werd toen geen CNV-beleid, dus die kar heeft hij niet kunnen trekken. Maar in dit kabinet is hij té ver doorgescho ten". Het begrip van Van der Meu len voor de staatssecretaris is niet eindeloos. "Sommige din gen van- Lou snap ik gewoon niet. Neem nu die discussie over het verkorten van de duur van de uitkeringen met een halfjaar. Wij zijn daar overigens tegen. Dat be tekent dat mensen eerder in de bijstand komen. En dan krijgt de staatssecretaris van sociale za ken weer het probleem op zijn bord dat de bijstandswet te duur wordt. Moet Lou daar weer op bezuinigen". "Als het CDA kans ziet het knelpunt van de sociale uitkerin gen weg te nemen, kunnen de verhoudingen zich weer normali seren", zegt Van der Meulen. Het CNV heeft wel een idee hoe dat zou moeten. De sociale verzeke ringen voor werknemers (werk loosheidswet, arbeidsonge schiktheidsuitkering en ziekte wet) moeten niet langer onder de hoede van de politiek vallen. De verantwoordelijkheid ervoor zou bij werkgevers en werknemers moeten komen te liggen. Per be drijfstak kan er dan onderhan deld worden over hoogte en lengte van de uitkeringen. Enige voorwaarde van het CNV: de overdracht zou moeten plaats vinden vóór het parlement de so ciale zekerheid helemaal herziet. Optimisme Van der Meulen is optimistisch over de kans van slagen van het opzelje. Maar de zaak moet dan wel vóór de verkiezingen gere geld worden. "Als er een kabinet met de PvdA komt, wordt het veel moeilijker. De socialisten denken veel centralistischer dan wij". Zijn optimisme baseert de CNV-voorzitter vooral op het concept-verkiezingsprogramma van het CDA. Ook daarin staat dat de werknemersverzekerin gen onder verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven moeten Harm van der Meulen: het verre verleden blijft een gesloten boek. werkenden en niet-werkenden is nog niet ten einde, betoogt Harm van der Meulen wanneer we wij zen op het wapengekletter tij dens de cao-besprekingen. Het voorkomen van een loongolf vindt hij een gezamenlijke ver antwoordelijkheid; in dat ver band meent Van der Meulen dat de ondernemers wel eens wat meer soepelheid van geest zou den mogen betrachten op het ge bied van de arbeidstijdverkor ting. Zorg worden gebracht. "Dat is één van de weinige pluspunten die wij in het CDA- en kabinetsbeleid kun nen herkennen: men erkent de eigen verantwoordelijkheid van de sociale partners. Daardoor hebben de vakbonden nu hun onderhandelingsvrijheid bij ca o's herwonnen. Wij trekken die lijn van eigen verantwoordelijk heid door naar de sociale zeker heid". Onverbiddelijke logica, met slechts één praktisch probleem. Het CDA wil de overdracht van de werknemersverzekeringen naar het bedrijfsleven pas laten plaatsvinden nadat het hele stel sel op z'n kop is gezet en er fors op bezuinigd is. De CDA-er De Graaf heeft dat de afgelopen we ken nog menigmaal benadrukt. "Dat is toch vreemd?! Als we nu erkennen dat we het princi pieel eens zijn, waarom moeten we dan de realisering van dat principe van de tijd afhankelijk maken? 't Wordt tijd dat deze po litieke angel eens uit de slechte verhoudingen getrokken wordt". Het gaat natuurlijk niet alleen om principes. In de sociale ze kerheid gaat het ook om geld, er kent Van der Meulen. "Maar dat is dan de zorg van de werkne mers". Als het plan doorgaat, en het economisch tij tegen zit, moeten werkgevers en werkne mers ondeling uitmaken hoe ze "hun" sociale zekerheid betaal baar houden. Laconiek Over de te verwachten hou ding van de ondernemers is de CNV-voorzitter laconiek. Die zullen proberen de uitkeringen in zo'n systeem te verlagen, en zullen willen voorkomen dat goede afspraken in de éne be drijfstak automatisch voor alle ondernemingen gaan gelden. "Kwestie van onderhandelen", is het antwoord. Voor de vraag hoe de werknemers zich op zullen stellen tijdens dergelijke onder handelingen, heeft hij meer woorden nodig. "Onze leden moeten dan kie zen. Willen ze koopkracht, willen ze de sociale zekerheid in stand houden, zijn ze bereid meer pre mie te betalen, of willen ze ar beidstijdverkorting om zo de werkloosheid te verminderen? De keuze ligt dan veel zuiverder. Nu lopen we de hele tijd storm tegen kabinetsplannen, tuigen onze protesten op, maar in de po litiek gaan de alternatieven van de vakbonden toch voor de bijl. 't Is te gemakkelijk geworden, omdat de politiek de enige ver antwoordelijke is voor een twee deling van de samenleving. Als we de keuze als bedrijfsleven zeil moeten maken, zijn wij verant woordelijk. En als er dan geko zen wordt voor koopkracht in plaats van het in stand houden van de uitkeringen, zou ik dat be treuren, maar 't is dan ons eigen besluit". Van der Meulen is vol vertrou wen over het solidariteitsgevoel dat de werknemers aan de dag zullen leggen. "We zijn een vak centrale van werknemers én werklozen, 't Zou slecht zijn wanneer dat niet zo was. Ik denk ook niet dat de werklozen in het gedrang zullen komen tijdens het afwegingsproces. Ik ben er zelfs van overtuigd dat wanneer de sociale zekerheid vijfjaar ge leden aan het bedrijfsleven was overgedragen, de uitkeringen minder gekort zouden zijn dan nu is gebeurd". De solidariteit tussen "Je kunt de problemen rond het korter werken natuurlijk ook opkloppen. Ik proef bij te veel ondernemers de houding dat nu het weer wat beter gaat met hun bedrijf, de werkloosheid als "om gevingsverschijnsel" wordt afge daan. Ik hoop maar dat ik me vergis, want 't is ook hun zorg". „Een loongolf zou een ramp zijn.... Laat ik het zo zeggen: in de jaren vijftig moest ik op een gegeven moment onderhandelen bij een ijzergieterij, waar mensen vreselijk zwaar werk verrichtten en veel rugklachten kregen. Die mensen wilden hoger loon. Wij hebben onderhandeld over ver lichting van het werk, 't aanbren gen van takels en dergelijke. Dat resultaat zinde ze helemaal niet". "Ik vind datje er bij voorbeeld bij de brandweer naar moet stre ven die mensen niet meer zestig uur paraat te laten zijn. Dat is een moeilijk proces. Maar dat laat ik liever aan het CFO over, die zit ten met het probleem dat Riet kerk de deur naar arbeidstijdver korting bij de overheid op slot heeft gedaan". "Wou je trouwens nog weten hoe dat bij die ijzergieterij is af gelopen? De mensen hebben het onderhandelingsresultaat ge slikt, en waren later blij dat het werk lichter was geworden". Nog een paar nachtjes slapen en dan doen een paar honderddui zend landgenoten de lange latten weer onder. De bergen, de sneeuw; de ontspanning van de wintersport tijdens de kerstdagen. Ze vormen de voorhoede van het grote legioen van 900.000 wintersporters. Hoeveel van de mensen komen ongeschonden terug en hoeveel zullen er gewond of gekneusd van hun wintervakantie terugkeren? Daarover zou sinds kort duidelijk heid bestaan. Van de 900.000 ko men er 855.000 volkomen gezond terug. En 45.000 skiërs zouden een kneuzing tot een botbreuk oplo pen. Dat blijkt uit de cijfers die twee Limburgse onderzoekers on langs bekend maakten. Het onderzoek van de heren drs. Lex Bouter (wetenschappelijk me dewerker) en Paul lOiipschild (hoogleraar epidemiologie) aan de Rijksuniversiteit van Maastricht leverde opvallende uitkomsten op, die, om de heren zelf te citeren „verbazingwekkend" waren te door Wim Breedveld Skiën en met een borrel op, na de vorige nacht te zijn doorgezakt en na een slechte lichamelijke voorbe reiding zou minder ongevalsrisico inhouden dan goed getraind, uitge slapen en nuchter een afdaling ma ken. Wintersporters, die aan ski- gymnastiek doen lopen meer risico dan de ongetrainden. Er is hartelijk gelachen om de uitkomsten van de twee heren on derzoekers, maar die toch ook wel enige deining veroorzaakten in de kringen van skitrainers en condi tietrainers. Zou nu echt hun voor lichtingsmissie („skiërs, zorg voor een goede lichamelijke voorberei ding!") voor niets geweest zijn? Waarschijnlijk niet. Er is nog wel een en ander aan te merken op het wetenschappelijk onderzoek van beide heren, die overigens ook he lemaal geen aanbeveling in de zin van veel drinken en weinig slapen hebben gedaan. Neem het percentage ski-gewon den, dat de onderzoekers hebben vastgesteld. Zij zeggen zelf, dat ze dit percentage uit vorige onderzoe ken hebben berekend door het ge middelde van eerdere onderzoe kingen te nemen. Nu blijkt uit hun rapport dat die onderzoekingen dateren van het begin van de jaren '70. De laatste rapporten (1976-1980) geven de laagste risicocijfers aan. De hoog ste risicocijfers (8,2 en 9,1) hebben betrekking op onderzoeken onder leden van skiclubs en skiënde kin deren. Als die cijfers worden weg- geschrapt en ook het lage risicocij- fer van een onderzoek naar onge lukken bij wedstrijden (2,8), dan zou er al een heel ander cijfer naar voren komen. Bovendien zijn de cijfers van be gin '70 moeilijk te vergelijken met de cijfers anno 1985, omdat er in de laatste tien jaar een geweldige ont wikkeling is geweest in de skima terialen, piste-beveiliging en voor bereiding van de skiërs, waardoor het ongevalscijfer gedaald is met de snelheid van een afdaler. Dat ongevalscijfer van vijf moet bovendien niet berekend worden op de 900.000 wintersporters, want daar zitten ook de wandelaars en langlaufers onder. En daarnaar hebben ze geen onderzoek gedaan. Blijft dus over de 70 procent afda- lingsskiërs en dan kom je aan een aantal van hooguit 31.500 gewon den. Hoe is dit aantal nu te rijmen met de 13.100 ski-ongevallen in heel Oostenrijk, die naar voren komen uit een onderzoek van de Tiroler Handelskammer over drie seizoe nen (van '80 tot en met '83)? Die 13.100 ongevallen hebben betrek king op alle skiërs, dus Nederlan ders, Duitsers en Oostenrijkers, om de drie grootste groepen in de Oostenrijkse sneeuw maar eens te noemen. Het onderzoek van de Tiroler Handelskammer klopt wat ernsti ge ongevallen betreft met de uit- komsten van het onderzoek van de repatriëringsorganisatie SOS In ternational. SOS, die hulp verleen de aan 800 slachtoffers in 1985, be rekent op basis van haar gegevens, dat het ongevalspercentage zou kunnen schommelen tussen 0,2 en 0,25 procent. Dat zijn dan wel de „zwaargewonden" en dit percenta ge is niet al te wetenschappelijk berekend. Dan nu die lichamelijke conditie. Want daar komen vreemde gege vens naar boven. Allereerst moet hierbij worden verteld, dat de con clusies eigenlijk alleen betrekking hebben op een vergelijking tussen 520 skislachtoffers en 568 gezond teruggekeerde slachtoffers. Die hebben een vragenlijst van de twee onderzoekers ingevuld en de ver schillen hebben dus uiteindelijk al leen betrekking op die vergelij king. Van de patiënten gaf driekwart op lichamelijk goed voorbereid op wintersportvakantie te zijn gegaan. Enkele tabellen verder geven die personen echter op geen ski- gymnastiek te doen (86 procent), geen conditietraining te volgen (65 procent) en niet te doen aan inten sieve sportbeoefening (65 procent). Waar halen ze dan die goede licha melijke voorbereiding vandaan? Of zou er een verband liggen tus sen de positieve antwoorden en het feit, dat het vragenformulier is op gestuurd door de ANWB en haar verzekeringsorganisatie Uniga- rant? Wie zou in een enquête, die door zijn verzekeringsmaatschap pij wordt gehouden, durven bewe ren dat hij niet goed is voorbereid? Je weet immers maar nooit wat er in de kleine lettertjes staat en wat voor gevolgen dat kan hebben voor de uitkeringen? Ook al stond m de begeleidende brief, dat de gege vens van het onderzoek „geen en kele invloed zou hebben op de be- handeing van de ingediende scha declaim". Het grootste gebrek in de vraag stelling en de „daaruit getrokken conclusie is natuurlijk, dat er geen relatie is gelegd tussen conditie en de omstandigheden van die dag en het skigedrag van het slachtoffer. Welke risico's heeft de skiërs be wust of onbewust genomen? Wie de avond tevoren is doorge zakt heeft doorgaans de andere dag zo weinig conditie, dat hij nauwe lijks aan intensief skiën toekomt. Je kan een afdaling vijf keer achtereen in een lekker tempo af leggen of diezelfde afdaling heel voozichtig één keer doen. In beide gevallen ben je aan het skiën ge weest en misschien nog wel even lang. Het skigedrag en de intensi teit van het skiën bepalen het risi co en niet alleen een bijkomende factor als het drinken van alchol. Wie het komende seizoen naar de wintersport gaat doet er goed aan: de conditie ter plekke op peil te houden door een goede nachtrust en niet teveel te drinken en zeker niet tijdens het skiën. Te weinig nachtrust en te veel drinken ver hoogt de moeheid en vermindert het concentratievermogen en ver hoogt daardoor de kans op onge lukken, dat hebben al voldoende onderzoeken aangetoond. Niet wetenschappelijk, maar vriendelijk bedoeld zou ik willen zeggen: een gewaarschuwd mens telt voor twee, behalve in de statis tieken en onderzoeken. Het brede bestuur ('modera- men') van de Nederlandse Her vormde Kerk heeft ingrijpende maatregelen moeten nemen om een te hoog tekort bij de kas 'al gemeen kerkewerk' te voorko men. Zo worden alle uitgaven verlaagd tot het werkelijke be drag van 1984 en komt er een va caturestop voor alle afdelingen waarvan de Generale Financiële Raad de begroting moet goed keuren. Het kerkbestuur kwam bij de behandeling van de begrotingen al snel tot de conclusie dat er een onaanvaardbaar hoog tekort zou ontstaan bij de kas 'algemeen kerkewerk' als alle deelbegrotin gen zouden worden goedge keurd. Tegenover uitgaven tot ruim f 20,6 miljoen staat een to taal aan inkomsten van ruim f 19 miljoen, zodat het tekort onge veer f 1,6 miljoen zou worden. De verlaging van alle uitgaven tot het niveau van 1984 levert een besparing van f 400.000 op. Alle posten voor verlenging van uit gaven per termijn, voor nieuww taken en voor uitbreiding van werk zijn geblokkeerd. Het kerk bestuur zal van geval tot geval bekijken, of nieuw werk echt no dig is en of de Financiële midde len daarvoor beschikbaar zijn, eventueel door verschuivingen binnen de begrotingen. Deze maatregel bespaart ruim f250.000. Dan resteert nog een tekort van bijna een miljoen. Vóór 1 mei volgend jaar wordt in over leg met de adviescommissie 'Be leid en bezuiniging' een over zicht van prioriteiten opgesteld met maatregelen om de begro ting weer sluitend te krijgen. De vacaturestop blijft in ieder geval van kracht tot de besluitvorming hierover is afgerond. Met de herbezetting van ar beidsplaatsen in verband met de arbeidstijdverkorting zal de Her vormde Kerk uiterst terughou dend zijn. Voorlopig zullen tijde lijke maatregelen de verminder de werktijd moeten compense ren. Er worden geen medewer kers aangetrokken voor langer dan een jaar. Gelden die door ar beidstijdverkorting beschikbaar komen kunnen ook worden ge bruikt voor het behoud van ar beidsplaatsen. Voor het overgrote deel wordt de kas 'algemeen kerkewerk' ge vuld uit de heffingen die de plaatselijke gemeenten moeten opbrengen, de zogenaamde quo ta. De Generale Financiële Raad, de Algemene Kerkvoogdijraad en de Generale Diakonale Raad zullen de komende maanden het beleid van de kerk ten aanzien van de quota kritisch onder de loep nemen. De Hervormde Kerk kent ook nog een 'generale kas'. Die wordt gevuld met bijdragen van de kerkleden, die daarvoor recht streeks een girokaart ontvangen. Per jaar brengt dat zo'n f 8,5 mil joen op. Een deel van de op brengst krijgen de gemeenten te rug. Noodlijdende gemeenten worden uit dit fonds geholpen en ook een deel van het studenten pastoraat wordt ermee gefinan cierd. De Generale Financiële Raad en het synodebestuur gaan bekijken, of er in de verhouding tussen de kas 'algemeen kerke werk' en de 'generale kas' iets zou moeten veranderen. Mis schien kunnen sommige posten van de begroting 'algemeen ker kewerk' uit de generale kas wor den betaald. Uit de problemen. De finan ciële problemen van de kerke- raadscommissie 'Tenach en Evangelie' van de Amsterdamse hervormde gemeente zijn voorlo pig opgelost. De commissie, die aandacht vraagt voor de beteke nis van het jodendom voor de kerk, gaat samenwerken met de hervormde wijkgemeente De Ark - Pro Rege. Deze neemt de helft van de kosten van de (hal ve) predikantsplaats van 'Tenach en Evangelie' voor haar reke ning. ('Tenach' is de joodse aan duiding voor het Oude Testa ment). Tot nu toe werd dat deel be kostigd uit de centrale kas van de hervormde gemeente, maar dat was, gezien de grote tekorten waarmee hervormd Amsterdam zit, niet langer mogelijk. De lan delijke hervormde Raad voor de verhouding van Kerk en Israël fi nanciert het andere deel van de ze predikantsplaats. De maandelijkse 'uitlegdien sten' van de commissie 'Tenach en Evangelie' verhuizen van de Parkkerk-gemeente naar De Ark. Predikant bij 'Tenach en Evangelie' is ds. W. van der Spek (37). Hij geeft cursussen en ver zorgt pastorale contacten en is ook lid van de genoemde raad voor Kerk en Israël. Van der Spek volgde in 1979 ds. K H Kroon (overleden in 1983) op, die in 1950 met de bijbelsociëteit 'Te nach en Evangelie' was begon- Bewustwording De Rooms-Katholiekc Kerk blijft naar alle waarschijnlijkheid vertegenwoordigd in de Nationa le Commissie Voorlichting en Bewustwording Ontwikkelings samenwerking. De secretaris van 'Justitia et Pax Nederland', drs. V. Scheffers, deelde gisteren voor de KRO-radio mee, dat zijn organisatie de bisschoppen zal aanbevelen, de plaats van hun kerk in de commissie te handha- Evenals de andere kerken had de Rooms-Katholieke Kerk ern stig bezwaar tegen de nieuwe op zet van de commissie die minis ter Schoo heeft voorgesteld. Het werk van de commissie zou op het gebied van bewustwording en mensenrechten danig worden beknot. Hoewel minister Schoo haar plan niet heeft gewijzigd, is, volgens 'Justitia et Pax', uit het kamerdebat wel gebleken, dat zij een ruime uitleg voorstaat, die ook tegemoet komt aan de wen sen van rooms-katholieke kant. Hervormde Kerk: aangeno men de benoeming tot bijstand in het pastoraat te Oldebroek (deeltijd) P. Vinke Spakenburg (die ook bijstand in IJsselmui- den blijft). Gereformeerde Kerken: be roepen te Molenaarsgraaf-Brand wijk kandidaat L. P. J. van de Peppel Zeist. Boodschap uit Moskou. Pa triarch Pimen van de Russisch- Orthodoxe Kerk wijst in zijn kerstboodschap de Amerikaanse Star Wars-plannen af. "Het ge bruik van de ruimte voor militai re doeleinden moet worden te gengehouden doordat de staten samenwerken voor een vreedza me ontwikkeling vari alle vol ken", zegt Pimen in zijn bood schap, die op 7 januari in alle 20.000 orthodoxe parochies zal worden voorgelezen. De Russi sche kerk, die ongeveer 50 mil joen gelovigen telt, viert het kerstfeest, volgens de Juliaanse kalender, op die dag. De patriarch pleit ervoor, dat de 'gevaarlijke spiraal van de wa penwedloop' door onderhande lingen wordt omgebogen naar ontwapening. "In deze tijd, waar in de heilige gave van het leven wordt bedreigd door de dood in het helse vuur van een nucleaire holocaust, doet de Russisch-Or- thodoxe Kerk haar uiterste best om een militaire catastrofe te voorkomen. Het is de plicht van priesters en gelovigen om de vre de te prediken en voor de vrede te bidden". Pimen werpt in zijn boodschap alvast een blik naar het 1000-ja- rig bestaan van zijn kerk in 1988. "Al eeuwen en eeuwen is het lot van onze kerk onverbrekelijk ver bonden met het lot van dit volk, welks vreugde en verdriet de vreugde en het verdriet van de kerk werden. In de jaren van te genslag en oorlog heeft onze kerk al het mogelijke gedaan om het lijden van het volk te verlichten en de tijd van vrede en eendracht dichterbij te brengen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 11