'De vlam
moet nu
maar eens in de pan'
Hans Croiset regisseert complete 'Faust'
Grote diversiteit op Ars-expositie
Arielle Vernède: pianiste met een geheel eigen geluid
DONDERDAG 28 NOVEMBER 1985
KUNST
PAGINA 25
Nog nooit werd ïn Nederland Goethes complete Faust opgevoerd. Al vanaf
de première in 1829 in Weimar gaat de tragedie door voor onspeelbaar. Een
conclusie die de schrijver zelf onderschreef: Faust had hij nooit voor het
theater bedoeld. Duitsland kent niettemin een grote traditie in Faust-op-
voeringen, hoewel ook daar deel 2 meestal op de planken blijft liggen. In
Nederland werd deel 1 slechts sporadisch opgevoerd, deel 2 zelfs nooit.
Toneelgroep De Appel durfde het waagstuk aan. Artistiek leider Erik Vos
bood regisseur Hans Croiset optimale condities: een voorbereidingstijd van
dertien maanden en de mogelijkheid om met een grote bezetting een onge
woon lange periode te repeteren in dezelfde ruimte waar ook de opvoering
plaatsvindt. „Bij mijn eigen gezelschap, Het Publiekstheater, heb ik voor
mezelf dergelijke ideale omstandigheden nooit kunnen creëren",zegt Croi
set, „zo'n kans krijg je maar een keer in je leven".
Op 30 november gaat de vijf uur durende voorstelling in het Appelthea
ter in Scheveningen in première. Gereisd wordt er niet. Wie deze mijlpaal
in de Nederlandse theatergeschiedenis wil zien, krijgt drie maanden de tijd
om dit geheel voor de voorstelling omgebouwde theater te bezoeken.
DEN HAAG (GPD) - Hans Croiset
staat op vanachter de regietafel:
"Bedankt allemaal, dit was een
mooie afsluiting' van een zware
dag". Een meter lager, op het
speeloppervlak, gloeien de volda
ne acteursgezichten op. "Ik ben na
tuurlijk nog niet helemaal tevre
den", vervolgt de regisseur, "maar
dat geeft niet hoor", stelt hij gerust,
"dat hoort erbij: een goed regisseur
mag dat nooit zijn". En dan volgt
de kritiek op de gerepeteerde scè
ne: de actrices die het koor vormen
letten nog te veel op elkaar. "Ik zie
jullie tijdens het spel denken: wat
zou mijn buurvrouw op dit mo
ment met haar armen doen. Het
publiek voelt dat ook, het leidt af'.
Het bijwonen van een stukje re
petitie geeft meestal een aardige
indicatie over de uiteindelijke
kwaliteit van een voorstelling. Een
enkel onaf fragment zegt op zich
zelf weinig, onthullend zijn pas de
reacties van de spelers. Kruipen de
acteurs na afloop met bedrukte ge
zichten de kleedkamer in, dan zit
het negen van de tien keer fout.
Wordt er daarentegen gelachen en
druk nagepraat, dan weet je in elk
geval zeker dat de acteurs geloven
in wat ze doen. Een uitstekende ba
sis voor een goede voorstelling.
Bij toneelgroep De Appel zit het
met de stemming wel snor. Croiset
maakt een uitgelaten indruk, en
thousiast napratend met Mefisto
(om misverstanden te voorkomen: De Appel voert een enorm pro-
de acteur Guido de Moor) poseert ject uit. Nog nooit eerder werd in
hij voor de fotograaf in het decor Nederland deel 1 en deel 2 van de
van Goethes Faust. Het eigen Ap- befaamde Faust-tragedie opge-
peltheater in Scheveningen onder- voerd. Met name om deel 2 wordt
ging traditiegetrouw
fose: het publiek zit
kijkt neer op een maximaal
metamor- met een boogje heen gelopen: te
de hoogte moeilijk en te weinig geschikt voor
theater. Johann Wolfgang Goethe
groot speeloppervlak, een décor (1749-1832) werkte zestig jaar aan
dat naar een spoorwegemplace- beide delen. Met recht een levens-
ment verwijst. Ontwerper Ton werk dus, dat veel meer aanroert
Schenk wil hiermee aangeven dat dan het alom bekende gegeven van
heid
Goethes hoofdpersonen, Faust
Mefisto, een symbolisch te nem
reis maken. Een als een worst
plakken gehakte zuil refereert op koopt,
surrealiste wijze naar Goethes gro
te inspiratiebron: de klassieke we
reld. Het kleurgebruik is sober.
(Faust), die in ruil
jeugd zijn ziel en zalig
de duivel (Mefisto) ver-
door
Ericv.d. Velden
Hans Croiset (rechts) en Guido de Moor tijdens de Faust-repetities in het Appel-theater.
"Beide delen helemaal spelen
gaat natuurlijk niet", vertelt Croi
set, "in Zwitserland is dat een keer
gebeurd: de voorstelling moest
over een week worden uitge
smeerd. Wil je Faust speelbaar ma
ken, dan moet er driekwart uit. En
dan nog hou je een voorstelling
van vijf uur over. Goethe maakte
ons het schrappen erg makkelijk.
Je moet bedenken dat hij de Faust
nooit voor toneel bedoeld heeft. Er
zitten heel veel beschrijvingen in
die je moeiteloos in beelden kunt
vertalen. Dat maakt het theatraal
gezien alleen maar interessanter".
Wij sheidstragedie
"Alles wat Goethe aankaart kun
je onmogelijk laten zien. Je moet
keuzes maken, weten wat je wilt
actualiseren, en wat niet. Als ik het
thema moet samenvatten, doe ik
het met schroom. Het stuk is zó
rijk aan ideeèn, dat je Goethe on
recht doet met een korte omschrij
ving. Bovendien moet je maar af
wachten of je het waar kunt ma
ken. Maar goed, ik heb een motto:
'zoeken, niet vinden, en van kwaad
tot erger'. Volgens mij is Faust een
wijsheidstragedie over de mens die
nooit tevreden is, niets leert van
zijn fouten en maar door- en door-
en doordraaft. Waar dat op uit kan
komen leert de geschiedenis. Het
is uitgesproken politiek theater".
- Het tweede deel wordt helemaal
zelden opgevoerd. Het gaat door
voor absoluut onspeelbaar.
Hans Croiset: "Nou, in Duitsland
staat deel 2 regelmatig op het re
pertoire. In Nederland is het inder
daad nog nooit eerder gespeeld, en
ik kan best begrijpen waarom: deel
1 heeft nog een plot, is veel meer
een toneelstuk. Bij deel 2 verdwijn
je in een soort droom. Je kunt deel
2 niet zonder deel 1 spelen, als je
dat doet weet niemand meer waar
over het gaat. Maar persoonlijk is
mij het tweede deel veel liever. Het
is zo rijk aan associaties, zo rijk aan
beelden, je wordt als toneelmaker
uitgedaagd om er zelf theater van
te maken. Er valt veel meer aan te
creëren. Op een bepaald moment
in je leven voel je de moed om dat
te durven doen".
Veel ervaring
Erik Vos, oprichter en artistiek
leider van De Appel, wist heel wat
jaartjes zwaarwegende theaterer
varing voor dit project te interesse
ren. Hans Croiset was respectieve
lijk artistiek leider van Theater,
Haagse Comedie (slechts een jaar
tje) en het Publiekstheater. Guido
de Moor leidde als regisseur en ac
teur dertien jaar lang de Haagse
Comedie. Mede-hoofdrolspeler
Erik Schneider (Faust) maakte
deel uit van de leiding van het
voormalige Nieuw Rotterdams To
neel, kan terugzien op vele belang
rijke rollen en regisseerde boven
dien ook vele malen zelf. Alle drie
begonnen ze ruim twintig jaar gele
den met theatermaken. Generatie
genoten dus. Een andere overeen
komst is dat zowel Schneider,
Croiset als De Moor hun positie in
de grote repertoiregezelschappenn
prijsgaven. De laatse twee recent;
Schneider is al langere tijd niet
meer aan een groot geelschap ver
bonden.
- Deze operatie heeft iets van: Wij
bijna-vijftigers zoeken elkaar op
en zullen de jongere generatie wel
eens even laten zien hoe het moet.
Guide de Moor lacht en zegt dan:
"Ja, die gevoelens zijn er best. Ik
denk dat bij onze generatie wel iets
leeft van: goh, als we nou eens bij
elkaar konden gaan zitten om in-
derdaad.iet te vertegenwoordigen,
iets dat specifiek is voor onze gene
ratie. Niet dat daar geen jongeren
bij zouden kunnen, natuuurlijk
wel, wat graag. Je moet een gezel
schap hebben waar alle generaties
in vertegenwoordigd zijn. Dat is
ook in het belang van jongeren.
Pierre Bokma, ik noem maar een
talentvolle jonge acteur, mag ho
pen dat hij met Ton Lutz kan spe
len, dan speelt hij toch veel beter
als wanneer hij een jongen tegen
over zich heeft die net van de to
neelschool komt. Toen ik vroeger
als broekkie met Ida Wasserman
mocht spelen, nou ik voelde mezelf
groeien...".
Mentaliteit
"Met Hans en Erik heb ik in het
verleden nauwelijks gewerkt. Dat
kwam er gewoon niet van. Wat ons
bindt is een zelfde soort mentaliteit
en dat werkt bijzonder inspire
rend. We denken wel iets anders,
maar in wezen kloppen de ge
sprekken over theater altijd. Vaak
zijn het wanhopige gesprekken, we
zijn verdrietig over dezelfde din
gen. Het Nederlandse toneel is zo
ontzettend versplinterd. Iedereen
begint maar een eigen groepje. Je
ziet jonge mensen veel te hoog grij
pen. Wij komen uit de tijd van de
grote gezelschappenn, daar begon
je, dat was de basis. Nu is alles
door elkaar gehusseld en vooral
mijn generatie zit daar mee".
AMSTERDAM - De actrice Ina
van Faassen presenteerde gister
middag in Amsterdam het door
haar geschreven boek 'En op je kop
een eierdop'. Het bevat gesprekken
met vrouwen.in uniform, van balle
rina tot
Op de foto de schrijfster geflan
keerd door Anja Maat (links) ,en
Marjan Mosterd (rechts), beiden
werkzaam bij de politie in Haar
lem.
(foto ANP)
Leidse dag
voor
vrouwenkunst
LEIDEN - Er komt een Leidse dag
voor de 'Vrouwenkunst'. Met in
gang van volgend jaar is daarvoor
de datum van 7 maart aangewezen,
de dag voorafgaande aan de inter
nationale vrouwendag. Vrouwen
in dienst van de gemeente, die wil
len deelnemen aan activiteiten in
het kader van die dag, krijgen daar
voor vrijaf. Een werkgroep, be
staande uit ambtenaren en een
kunstenares, gaat zich bezighou
den met de organisatie van de dag.
OVERLEDEN - Na een langdurige
ziekte is in Nice op 89-jarige leef
tijd de Franse regisseur Andre Hu-
nebelle overleden.
Hunbelle maakte 38 films, waar
onder Le Bossu (de gebochelde),
Le Capitan en Fantomas. Hoofd
rolspelers in zijn films waren onder
anderen Jean Marais, Louis de Fu-
nes en Bourvil.
BOEKDRUKKUNST - In het mu
seum Meermanno-Westreenianum
aan de Prinsessegracht in Den
Haag wordt tot 8 maart een ten
toonstelling gehouden over hon
derd jaar 'private presses' in Euro
pa en de Verenigde Staten. De ten
toonstelling begint bij de boek
drukkunst van Engeland William
Morris, die vanaf 1890 met zijn
handpers prachtig verzorgde boe
ken ging drukken.
Museum Meermanno-Westree
nianum stelt in totaal 125 werken
tentoon, waaronder ook boeken
van de belangrijkste moderne per
sen en een kleine selectie van he
dendaagse persen uit eigen land.
De tentoonstelling is geopend
van. maandag t/m zaterdag van
13.00 tot 17.00 uur.
Tentoonstelling 'Academie-vrien
den exposeren bij Ars', t/m 14 decem
ber. Ars Aemula Naturae, Pieters
kerkgracht 9, Leiden. Geopend di.,
13.
i 10.00 uur - 12.00 i
i 19.30 - 22.00 uur. 2
0 uur - 16.00 uur.
LEIDEN - 'Academie-vrienden
exposeren bij Ars' toont werk
van een bijna voltallige groep ex-
studenten van de Koninklijke
Academie van Beeldende Kun
sten in Den Haag die in 1979 hun
opleiding voltooiden. Zoals te
verwachten bij een dergelijke
opzet, biedt de tentoonstelling
een grote diversiteit. Dit kan een
nadeel betekenen omdat een be
perkte selectie onvoldoende in
druk geeft van de capaciteiten
van de afzonderlijke deelnemers.
Aan de andere kant geeft het de
mogelijkheid binnen het werk
van één 'klas' bestaande over
eenkomsten of verschillen te sig
naleren.
Globaal gezien kan gesteld
worden dat op de tentoonstelling
vooral de illustratieve/decoratie
ve werkwijze overheerst, zij het
dat daarbinnen grote verschillen
bestaan. Tot deze richting be
hoort het werk van Esther Roo-
zendaal dat zeer duidelijk de in
vloed heeft ondergaan van En
gelse fin-de-siècle tekenaars als
Aubrey Beardsley of Arthur
Rackham. Voorts laat zich de
doorwerking van de Art Nou
veau aanwijzen in de afbeelding
van een vrouw met een parasol
die sterk herinnert aan de affi
ches van de Tsjechische kunste
naar Alfred Mucha. Een meer
realistische uitwerking van een
persoonlijke thematiek paste Es
ther Roozendaal toe in 'Een geur
van Thora' en 'Rachel's droom'
maar ook hier ontbrak naar mijn
mening een eigen stijl.
Evenals Antoinette Simons en
Daniël de Boer heeft Lennie
Dirksen gekozen voor illustra
tief/decoratief tekenen en schil
deren. In de grafiek van de laatst
genoemde is wel een tendens
zichtbaar om vrijer te willen
werken maar in een stuk 'Naar
het licht achter de bergen' is
geen duidelijke keuze gemaakt
tussen de uitbeelding van een
abstract idee of een vertellende
inhoud.
Een intuïtieve werkwijze is te
vinden in de kleuretsen van Ka
tie den Dikken en het drieluik
van Johan Timmers. Timmers'
werk trok mij het meeste aan
door de bijzonder knappe ver
beelding van de natuur, in dit ge
val een berglandschap. Hij is hier
goed geslaagd in zijn streven om
de kracht van de natuur tot uit
drukking te brengen.
De bijdrage op het vlak van de
drie-demensionele kunst is af
komstig van Paul van Laere. De
ze beeldhouwer zoekt zowel in
zijn abstracte objecten als in zijn
'koppen' naar een wisselwerking
tussen de gepolijste en ruwe op
pervlakken. Al met al zijn op de
ze tentoonstelling zeer uiteenlo
pende richtingen bijeenge
bracht. Vooral in het als decora
tief te kenschetsen werk over
heerst vaak de nostalgie. De ex
positie geeft een indruk in welke
richting deze groep zich na de
academie ontwikkeld heeft. On
danks het feit dat het hier gaat
om werk van een wisselend ge
halte zijn er zeker goede kanten
in te ontdekken.
NANCY STOOP
Recital door Arielle Vernède, piano.
Programma: J. Haydn, Sonate in F
gr.t.. Hob. XVI/23; R. Schumann,
Kreisleriana, opus 16; K. Szyma-
nowski, Preludes, opus 1; S. Prokow
jev, Sonate nr. 2, opus 14. Gehoord
op 27 november in de Kapelzaal van
het K&O-gebouw.
LEIDEN - Zoveel pianisten, zo
veel opvattingen. Arielle Vernè
de, die gisteravond een recital bij
K&O gaf, laat een zeer eigen ge
luid horen. De ene keer zijn haar
bedoelingen glashelder, op ande
re momenten kan ik haar moei
lijk volgen.Het eerste deel van de
Sonate in F gr.t. van Joseph
Haydn klonk het meest oneven
wichtig. Vooral het snelle passa-
gewerk had meer (melodisch)
uitgewerkt mogen worden. Wel
werd het fijnzinnige, vaak ook
geestige karakter dat het werk
van Haydn kenmerkt in de hele
sonate goed getroffen. Het twee
de deel was mooi van opbouw en
frasering; door uiterst zorgvuldi
ge klank-dosering kwamen grote
lijnen tot stand, toon na toon hun
intensiteit behoudend.
Robert Schumann componeer-
Hp de Kreisleriana in 1838, geïn
spireerd èn gekweld door zijn
grote liefde voor Clara Wieck.
Vader Wieck probeerde deze ro
mance met alle macht tegen te
gaan, een strijd die hij in 1840
verloor. In 1838 schrijft Schu
mann aan Clara: "Speel je mijn
Kreisleriana wel eens? Uit som
mige bladzijden spreekt een
werkelijk radeloze liefde De
titel is ontleend aan een romanfi
guur van E.T.A. Hofmann, Kreis-
ler, een vreemdsoortige, opvlie
gende kapelmeester.
Schumann leefde z'n fantasie,
hartstocht en angst in dit uit 8
delen bestaande werk volledig
uit. Juist dit heen en weer geslin
gerd worden van de ene in de an
dere heftige gemoedsaandoe
ning kwam in Arielle Vernède's
interpretatie niet voldoende uit
de verf. Haar spel was wederom
rijk aan kleurschakeringen, maar
miste in de diepere, soms 'krank
zinniger' emoties die allesverle-
rende zeggingskracht.
Het hoogtepunt kwam na de
pauze: de Preludes opus 1 van de
Poolse componist Karol Szyma-
nowski waren Arielle Vernède
op het lijf geschreven. Ze vertel
de dat de negen preludes (waar
van zij er zes speelde) zijn ont
staan in 1899, toen de compo-
neertrant van de 18-jarige Szy-
manowski nog geheel geënt was
op Chopin en Rachmaninoff. Pas
later ontwikkelde hij zijn eigen
stijl. Als je Szymanowski zo uit
gevoerd hoort als gisteravond,
met zoveel sensibiliteit en klank-
bewustzijn, betreur je het feit dat
zijn naam zo zelden op recital
programma's prijkt.
De Sonate nr. 2, opus 14 van
Serge Prokowjev is van zijn eer
ste sonates (hij schreef er negen)
de meest virtuoze. In deze sonate
spreekt Prokowjev onmisken
baar zijn eigen taal, los van zijn
laat-romantische voorgangers
Skriabin en Rachmaninoff.
Arielle Vernède lijkt ook in dit.
in het begin van de 20ste eeuw
ontstane werk het meest recht
streeks uit innerlijke beleving te
kunnen putten. Met een' poly
foon spel dat leidde tot prachtige
kleurweefsels, en bijna genade
loze accenten in een soms zwie
rig, dan weer ijzig ritme gaf zij
een meeslepende interpretatie
van deze sonate.
Toch blijft Arielle Vernède een
pianiste die zich niet gemakke
lijk laat kennen; reden om uit te»
zien naar een volgend recital.
FRANCIEN HOMMES
"Niet iedereen is natuurlijk on
gelukkig. Erik voelt zich uitste
kend bij De Appel. De ellende zit
vooral in Amsterdam. En dat merk
ik dan. Bij het Publiekstheater
voelen vrienden van mij zich ge
confronteerd met mislukkingen.
Althans, zij ervaren dat zo. Er zit
geen publiek, dat is frustrerend
hoor. Petra Laseur en Annet Nieu-
wenhuysen, dat zijn toch fantasti
sche acteurs. Maar waar moeten ze
heen? Je kan niet zeggen: ga maar
naar de Haagse Comedie, want die
zit ook hardstikke vol. Theater in
Arnhem dan? Ook een wereld op
zich. Er zit veel talent onder mijn
generatie. Mensen die allemaal
rond dezelfde tijd van de toneel
school kwamen: Kitty Courbois,
Joop Admiraal, Jules Hamel, Petra
Laseur... Het zou interessant zijn
om rond die generatie een nieuw
groot gezelschap mogelijk te ma
ken".
- Waarom zijn Nederlandse Goe-
the-voorstellingen vaak zo saai?
Hans Croiset: "Weet je waarom
Goethe in Nederland vaak zo saai
is? Omdat regisseurs in een klap
een hele ontwikkeling trachten te
overbruggen. Zo'n opvatting van
Karst Woudstra bij Torquato Tas-
so: Op papier perfect, maar alleen
uitvoerbaar als hij door tweehon
derd jaar traditie in het spelen van
Torquato Tasso wordt gedragen.
Dan ontstaat er waarschijnlijk de
hoogste vorm van kunsttheater dat
er bestaat. Maar ja, als je zonder die
traditie en zonder veel eigen erva
ring en dergelijke opvatting tracht
te verwezenlijken, dan is het alsof
je bij het bouwen van een wolken
krabber begint met de hoogste ver
dieping".
"Ik wou verdorie dat het aange
toond kon worden, dat je zonder
ervaring de hoogste vorm van thea
ter kunt bereiken. Als dat zo was,
dan zou ik ook heel wat brutalere
dingen hebben gedurfd. Ik heb er
vijfentwintig jaar regie-ervaring
voor nodig gehad om de hoogmoed
.te hebben om de Faust te spelen.
- Is deze regieopvatting te zien
als een reactie op Woudstra's inge
togen versie van Torquatto Tasso
Croiset: "Op die mislukte ingeto
genheid bedoel je. Het liefst zie ik
toneelspelers in een totale verstil
ling, op het toppunt van hun moge
lijkheden. Maar bij Goethe kun je
een naar binnengekeerde werkwij
ze niet permiteren. Dan zou het pu-
bliel al na een half uur zijn afge
haakt. Ik hou van toneel dat bruist,
dat mensen op het puntje van hun
stoel brengt en waarvan je ontzet
tend veel mee krijgt. Het moet af
wisselend zijn, en daarin word ik
bijzonder goed door Goethe gehol
pen. Ondanks het feit dat hij bij het
schrijven absoluut niet aan de rea
liseerbaarheid op toneel dacht, is
de Faust toch heel in- en uitade
mend geschreven. Na iets heel
exuberants volgt een naar binnen
gekeerd moment, die weer in een
uitbarsting overgaat. Die ritmiek
moet in de voorstelling zitten".
Hoog niveau
"Ik zet me niet af, dat zou geen
goededrijfveer zijn. Een bewuste
reactie is niet het uitganspunt ge
weest. Maar nadat ik veel van dat
slaapverwekkende gedoe om me
heen heb gezien - ik ben een ui
terst trouw theaterbezoeker - heb
ik wel iets gekregen van: en nou
moet de vlam maar eens in de pan,
anders is het afgelopen met het to
neel in Nederland. Wat bij het Pu-
bliektheater gebeurt, is zo ver
schrikkelijk bedacht, en met zo
veel haat tegen de toneelspelers.
Dat kun je zien. De acteurs zijn de
slachtoffers van al die ponsens, die
kale concepten. Ik wil op absoluut
hoog niveau spektakel bieden, zon
der dat iemand ziet dat het spekta
kel is. Je moet niet kijken met het
idee van: nou, nou, daar zit een
know-how achter. Nee, het moet er
uitzien alsof het allemaal vanzelf
gaat".