Armsten der armen hebben
de VARA overeind gehouden
De primitiefste aller kunsten
TV-rubriek
Jan de Troye over zestig jaar rooie omroep
Festino: weloverwogen
Verfijnde uitvoering Toonkunstkoor
Yuki Matsuzawa maakt belofte waar
Lachen blijft uit bij komedie Bent
door
Nico Scheepmaker
ZATERDAG 2 NOVEMBER 1985
RADIO-TV-KUNST
PAGINA 31
Wat is televisie toch eigenlijk een
primitief medium! Donderdag
avond was ik ooggetuige van de
opnamen van het Mozart Gala,
dat maandagavond door de
AVRO wordt uitgezonden. Mooi
programma, waarin Han de Vries
(KV 314), Isabelle van Keulen
(KV 211), het Radio Symfonie
Orkest (KV 384), Cristina Deute-
kom (KV 384 bis). Wolfgang
Meyer (KV 622) en Imogen Coo
per (KV 488) allemaal Mozart
spelen zoals de KV's al aange
ven, om daarmee de aandacht te
vestigen op de premieplaat voor
F1 6,95 in het kader van de 'Geef
Klassiek Kado'-aktie van de
Stichting Platen 1 O-Daagse. Als
u van dat programma een casset
tebandje opneemt, hebt u, na het
kopen van de Kado-plaat zelfs
twee geheel verschillende Mo
zart Gala's, wam geen van de ar
tiesten die u op TV ziet komen
op de plaat voor, en geen van de
stukken die op de plaat ten geho
re worden gebracht zijn op dit
Mozart Gala gespeeld. Want op
de plaat staan KV 412, KV 315,
KV 207, KV 336, KV 40, KV 19a
en nog wat onduidelijke contra
dansen!
Zo ingewikkeld zit televisie nu
in elkaar: via de TV-Mozart recla-
me maken voor de plaat-Mozart,
met andere musici en andere Mo-
zart-stukken!
Maar daarop baseer ik mijn
conclusie dat televisie zo'n pri
mitief medium is nog niet eens.
Natuurlijk weet ik, na 25 jaar tv-
kritiek, wel zo'n beetje hoe het
toegaat bij tv-opnamen, maar je
staat toch steeds weer verbaasd.
Op de vloer van 't Spant reden
twee rijdende camera's rond, be
diend door een cameraman en
een dollyduwer, beiden in smo
king, want het was immers een
gala. De dollyduwer (hij heet
vast anders) helpt de camera een
beetje duwen en (zijn voornaam
ste taak) hij verlegt de kabel
waarmee de camera als met een
navelstreng aan de regiekamer is
verbonden. Het is een nederige
functie, maar God beware Hil
versum als hij (wegens geldge
brek) zou worden afgeschaft, net
als de tweede piloot in de Airbus.
Alles zou in de soep lopen. Hij
kan ook maar niet z'n eigen gang
gaan, hij moet opletten wat het
draaiboek dat blaadje voor
blaadje aan de camera hangt aan
choreografische bewegingen van
de camera verlangt, en hij moet
de knikjes en handgebaren van
de cameraman begrijpen als deze
Weer een nieuwe manoeuvre wil
gaan uitvoeren. Daarbij moet hij
zich in een soort rechtopgaande
tijgersluipgang over de vloer be
wegen, want elk geluid is bij de
opname van een concert natuur
lijk een geluid te veel. Zo moest
de Engelse pianiste Imogen Coo
per de laatste 23 maten van het
pianoconcert in A, KV 488, nog
eens met het Radio Symfonie Or
kest o.l.v. Jan Stulen over doen,
omdat de strijkbout (althans
daar leek het een beetje op) met
een harde klap van een der came
ra's op de grond was gevallen.
Maar goed, dat was nog een in
cidentje, er vielen veel funda
menteler primitivismen te signa
leren. In de eerste plaats natuur
lijk die idiote slangen, waar de
camera's nog steeds aan vast zit
ten. Als zo'n Challenger beelden
naar de aarde zendt, zit-ie dan
ook vast aan een heeeeeel lange
kabel? Ja maar, die beelden zijn
dan ook lang zo perfect niet! Dat
is waar, en perfectie is waar naar
gestreefd wordt. Toen de opna
men begonnen was de handca
mera kapot. Later werkte hij
weer. Cees van Drongelen moest
een inleidende tekst overzeggen,
want bij het lopen was hij tien
centimeter van zijn landingsba
sis terecht gekomen, en hij dekte
een deel van Mozarts beeltenis
af. Het intro van het orkest moest
nog een kéer over, ik geloof om
een betere klankbalans of zoiets
te krijgen, en op een gegeven
moment werden de opnamen
even stilgelegd voor een volley-
bal-achtige dweilpauze, omdat er
met de bloemenspuit wat >yater
op de rubber wieltjes van camera
1 (of 2) moest worden gespoten,
wijl die last hadden van statische
elektriciteit. Ook moest elke keer
een hoog opgetast bloemstuk op
wieltjes het podium worden op
gereden om een vrouwelijke so
list te flankeren, en weer worden
weggereden als zij werd opge
volgd door een mannelijke solist,
want u weet: bloemen houden
van mensen, maar alleen als dat
vrouwen zijn. „Ik vond dat een
mooi effect, die vrouwen in hun
prachtige jurken, en daar dan die
bloemen bij," zei regisseur Joop
Stokkermans na afloop, maar af
gezien van het feit dat de 18-jari-
ge Isabelle van Keulen (Van
Drongelen moest haar introduc
tie ook overdoen omdat hij haar
19 had gemaakt) geen jurk of ja
pon aan had maar een speciaal
voor haar ontworpen, George
Sand-achtige smoking, lykt het
mij juist zinniger wat fleurige
bloemen naast een in het zwart
geklede solist te zetten, dan
naast een toch avëleurige (blau
we en steenrode) soliste.
Het zal er straks, in de praktijk
(dus op het scherm) ongetwijfeld
prachtig uitzien en Mozart zal
ook klinken als een klok, maar er
zit toch iets geks in dat van de
musici verwacht wordt dat zij
hun aandeel in het geheel met
een perfect ten gehore brengen,
terwijl de televisie daar, in haar
drang naar perfectie maar ook in
de wetenschap dat het later alle
maal in de montagekamer naad
loos aan elkaar gebreid kan wor
den, maar zo'n beetje tussen
door scharrelt. Niet de hobo is
stuk. maar de camera. Niet
Christina Deutekom zingt de
verkeerde tekst, maar Cees van
Drongelen. Niet de violist laat
zijn strijkstok kletterend op de
grond vallen, maar de camera
verliest een onderdeel. Niet het
orkest speelt te hard of te zacht,
maar de geluidsopname is niet
goed afgesteld. Niet de wieltjes
van de piano weigeren dienst als
hij opgereden wordt, maar de
wieltjes van de camera. Ook na
34 jaar is televisie nog zonder
concurrentie de primitiefste van
alle takken van kunst!
4
HILVERSUM (GPD) - „Ik onder
scheid drie perioden in het bestaan
van de VARA: de vooroorlogse, de
naoorlogse en de periode na 1967.
De vooroorlogse periode noem ik
ook wel de periode van de apart
heid, omdat alle omroeporganisa
ties toen hun eigen technici in
dienst hadden en eigen studio's be
zaten. Er bestond geen samenwer
king, geen omroepbijdrage, dus de
leden moesten hun eigen club in
stand zien te houden. Voor de VA
RA was dat natuurlijk het moei
lijkst, omdat bij deze omroep de
minst draagkrachtigen waren aan
gesloten. De VARA had "Wel een
hele sterke binding met die leden.
Voor veel mensen betekende het
socialisme toen een soort geloof,
en dan een geloof in die zin dat het
de vrede en veiligheid niet predik
te in het hiernamaals, maar bereik
baar op aarde".
„De binding was zo sterk, dat,
ondanks de crisisjaren, de armsten
der airmen de VARA eigenlijk over
eind hebben gehouden door hun
kleine bijdragen en bijzondere ac
ties. Daar kreeg je dan een VARA-
troffeltje voor". De Troye wijst
naar een muur in zijn kamer waar
zo'n troffeltje hangt. „Uit de op
brengsten van dergelijke acties
kon de VARA als eerste in de voor
oorlogse jaren een echte radiostu
dio bouwen".
door
Agnes Zuiker
„Na de oorlog hebben we de aan
vankelijk moeizame strijd gehad
om het omroepbestel overeind te
krijgen. In de oorlog waren er ver
schrikkelijk veel voorstanders ge
groeid voor een nationale omroep.
Men zocht natuurlijk naar eenheid.
Toch was het duidelijk dat men
wel een verdergaande samenleving
wilde, maar zonder die eenheid.
Men wilde zijn eigen zelfstandig
heid behouden. Dat gold zowel
voor de mensen die in het progres
sief denkend Nederland actief wa
ren, als ook voor een heleboel men
sen uit de katholièkeen protestant-
christelijke kringen. De pogingen
van de regering om een nationale
omroep te vormen, zijn vrij snel in
het parlement gestrand. Zeker ook
dank zij het bestaan van een ver
eniging als de VARA".
„Het natuurreservaat van het so
cialisme, heette de VARA toen. De
socialisten wilden wel een verre
gaande samenwerking, en die is er
ook gekomen. Aanvankelijk in de
stichting van de RVU, later in de
NTS. Dat betekende een gemeen
schappelijk gebruik van studio's
en technische voorzieningen. Dat
werd, in mijn ogen, de grote bloei
periode voor de omroepen. Daar
waar het zinvol was wilde men sa
menwerken, maar zonder dat dat
ten koste ging van de eigen identi
teit".
Verloedering
„Tegen alle verdrukking in
groeide de VARA rond 1960 uit tot
een omroep met 550.000 leden. Op
zich natuurlijk een verheugend
verschijnsel, al is het niet altijd
voorspeld. Zo lang ik daar werkte -
en dat was vanaf 1946 - las je om de
vijfjaar in de kranten: „Het einde
van het bestel is nabij", en: „Haalt
dit bestel 1950?", „Haalt het
I960?", „Haalt het 1965?", enzo
voort enzovoort. Dat heb ik veertig
jaar meegemaakt. Zonder nu te
willen zeggen dat het bestel niet in
gevaar zou zijn op dit moment, en
dat eigenlijk voortdurend is, geeft
me het toch een beetje hoop dat je
het bestel al die jaren lang ziet
overleven".
„Waar de grote moeilijkheid voor
dit bestel gekomen is? Bij de om-
roepwetgeving in 1966/1967. De
wetgeving moest toen zorgen voor
openheid in het bestel. Ook ande
ren zouden moeten kunnen toetre
den. Men vond een compromis tus
sen de voorstanders van die natio
nale omroep en van degenen die
Jan de Troye werd in 1920 geboren in Leiden en werd in
1946 free-lancer bij de omroep die dit weekeinde haar
60-jarig bestaan viert, de VARA. In 1947 kwam De Troye
in vaste dienst bij de rooie omroep, waar hij onder ande
re de functie van chef reportagedienst bekleedde. In 1970
volgde hij de heer Rengelink op als omroepsecretaris
voor televisiezaken bij de VARA, welke omroep hij te
vens vertegenwoordigde in de raad van beheer van de
NOS. In 1983 maakte hij gebruik van de regeling voor
60-jarigen om met vervroegd pensioen te gaan. De Troye
duikt in de historie van de omroep der 'minderbedeel
den'.
Jan de Troye: 'In linkse organisaties bestrijdt 1
open vizier'.
het zogenaamde 'zuilensysteem'
aanhingen. Het tragische is dat je
nu, na twintig jaar, ziet dat het ge
zamenlijke programma omstreden
is. Dat betekent dat het principe
omstreden is en dat die openheid
naar mijn idee ontaard is in een
verkeerd soort openheid".
„De opkomst van clubs als Vero
nica en de TROS is een gevolg van
die openheid. Deze clubs hebben
geen principiële doelstelling, ze
werken onder het motto 'wij zijn er
voor u, wij doen wat de mensen
willen'. Mijn motto is altijd ge
weest: „Eigenlijk zou je moeten
doen wat de mensen zouden moe
ten willen, maar op een dusdanige
wijze dat ze het willen". Dat is een
moeilijker formulering, ja, maar ik
sta daar achter".
„Verloedering van het bestel, zo
noem ik de komst van die puur op
de markt gerichte clubs. Qua iden
titeit zijn ze praktisch gelijk. Nie
mand kent toch het verschil tussen
TROS, AVRO en Veronica? Van de
andere kant zou je kunnen zeggen
dat met de komst van de televisie
een soort marktprincipe is inge
voerd, het werken voor de grote
massa, waar de meer principieel
gerichte omroepen een antwoord
op moesten vinden. Je moet ten
slotte je publiek proberen vast te
houden. Naar mijn stellige overtui
ging is dat gepaard gegaan met
kwaliteitsverlies. Door de concur
rentiestrijd bedienden de niet-
commerciële omroepen de minder
heidsgroepen niet zoals ze zouden
moeten doen, waardoor de zin van
de public service van de omroep in
het gedrang is gekomen. Allemaal
onder druk van die zogenaamde
openheid".
„Ik denk dat de principiële doel
stellingen van omroeporganisaties
overeind blijven doordat men gaat
zoeken naar de iets moeilijker pro
grammering. Kwalitatief moet je
dan wel op een dusdanig niveau
zitten, dat je de concurrentie met
de meer neutrale organisaties die
zuiver op de markt mikken, aan
kunt. Dat is een hele moeilijke
zaak, maar het kan wel. Met goed
Nederlands drama kun je heel
goed op tegen die commerciële
buitenlandse series. Maar, en dat is
mijn grote zorg, dan moet je als
principiële omroep wel voldoende
steun krijgen van de overheid".
Marcel van Dam
„Wat we de laatste tijd zien, is
een bedenkelijke ontwikkeling. Er
wordt zoveel bezuinigd, dat je wel
gedwongen wordt over te stappen
naar dat goedkopere, aangekochte
produkt. Gelukkig vreest nu ook
Brinkman dat de redelijke invloed
van de principiële organisaties
hierdoor achteruit gaat. Hij heeft
niet voor niets laatst in een spreek
beurt het idee geopperd om zend
gemachtigden zendtijd voor een
vaste periode te geven. Dat lijkt
my een uitstekend voorstel. Je
hoeft dan niet bang te zijn dat je
meteen afgestraft wordt door gede
gradeerd te worden van de A-sta-
tus naar de B-status als je iets doet
wat niet populair is bij de grote
massa".
„Verder kleven er ontzettend
veel bezwaren aan de ontwerp-Me-
diawet. Ik denk niet dat die beter is
dan de wet uit 1967, alhoewel ik dat
echt een dieptepunt in de geschie
denis van de omroepen vind. Wel
ke bezwaren dat zijn? De omroep
weet niet waar hij precies aan toe
is. Deze ontwerpwet is een vol--
strekt onduidelijk en onzuiver sys
teem, een compromis tussen VVD
-en CDA. Er wordt te weinig geko
zen tussen de bescherming van de
publieke dienstverlening die de
omroep moet zijn, en de mogelijke
commerciële benadering".
„Bij de VARA is wel het een en
ander veranderd. Vroeger was de
VARA een spreekbuis van vakbe
weging en partij. Tegenwoordig is
de VARA een zelfstandige organi
satie die zich wil laten inspireren
door de gedachten die leven in par
tij en vakbeweging, maar die toch
een eigen, kritische opstelling
claimt ten opzichte van deze orga
nisaties. Marcel van Dam mag van
mij best spreektijd hebben in Ach
ter het Nieuws. Als vroeger een
meneer Hoogendijk bij de AVRO
optrad, verweet niemand hem dat
hij tegelijkertijd in Elsëviers Maga
zine schreef. In de confessionele
wereld zijn er figuren die tot voor
kort nog hoofdredacteur waren
van een krant, en tevens parle
mentslid. Ik vind dat geen enkel
probleem".
Gokelement
„In linkse organisaties krijg je al
tijd gerommel, ze zijn daar alle
maal lastig. Dat geldt zowel voor
de VARA als voor de Partij van de
Arbeid. Edward Heath, de conser
vatieve vroegere Britse premier,
werd eens verweten dat hij de La-
bourpartij te weinig aanviel. Heath
sprak toen de gedenkwaardige
woorden: 'Dat vind ik een dwaze
vraag, want ik kan het nooit zo
goed doen als Labour het zelf
doet!' In linkse organisaties be
strijdt men elkaar met open vizier,
dat hoort nu eenmaal bij die open
heid. Zo'n periode van interne
strijd heeft de VARA natuurlijk
ook gekend, recentelijk nog. Een
hele moeilijke tijd was dat. De
emoties binnen de vereniging laai
den meerdere malen hoog op. La
ter hebben we dat nog eens gehad,
als een soort nawerking van Nieuw
Links. We kregen toen de bekende
discussies of we niet nog sterker
uitsluitend identiteitsgerichte pro
gramma's moesten maken".
„In die befaamde periode, waar
in André Kloos er ten slotte het
bijltje bij neergooide, heb ik wel
eens gezegd: 'Er is iets mis met een
club die mensen als Kloos en Te
Nuyl verspeelt'. Gelukkig is daar
later een schrikreactie op gevolgd,
zodat de stemming veranderde.
Maar het staat voor mij vast dat het
inherent aan links is om meningen
liefst uit te schreeuwen. Als je bij
zo'n organisatie wilt werken, moet
je toch een beetje eelt hebben".
„Ik geloof niet in een VARA die
uitsluitend identiteitsgerichte pro
gramma's brengt op informatief
terrein. Voor mij staat vast dat een
omroep alle soorten programma's
moet brengen, dus ook spelpro-
gramma's met een gokelement, zo
als de Knock Out Show en de Ster
renshow. Wat niveau is, blijft toch
een subjectieve zaak".
'Festino', een madrigaalkomedie
van Adriano Banchieri (1568-1634)
door vocaal ensemble 'Coqu'
op 1 november in de Muzenhof.
LEIDERDORP - Een madrigaal-
komedie mag je volgens de pro
grammatoelichting met de mo
derne term 'muziektheater' ver- j
gelijken. Zeker na het zien van
de première van 'Festino' kan
dat alleen maar van harte onder
schreven worden. Wars van alle
vormgestrengheid - men heeft
nadrukkelijk niet naar een au
thentieke uitvoering gestjpefd -
wordt er met enthousiasme
geëxperimenteerd met combina
ties van zang, muziek, dans en to
neelspel.
Het resultaat is een sfeerrijk en
fantasievol programma, dat op
ongedwongen wijze voor het
voetlicht wordt gebracht. 'Festi
no' bestaat uit twintig madriga
len, die door zoiets als een ver
haallijn en door spel en dans met
elkaar worden verbonden. Ab
Heijdens geeft als verteller in
treffende Commedia dell'arte-
stijl Nederlandstalig commen
taar op (en de vertaling van) de
Italiaanse teksten. Sommige ver
halen speelt hij samen met twee
danseressen (Lida Hiemstra en
Dorothée Wortelboer) en met le
den van 'Coqu', waarna dan door
dit vocaal ensemble de meestal
uitbundige madrigalen ten geho
re worden gebracht.
Op het toneel staat voortdu-
rend een grote groep i
bontgekleurde uitmonstering
(ook dat is een duidelijk eigen
keuze van de uitvoerenden), voor
wie in de regie steeds weer aardi
ge opstellingen zijn voorzien.
De titel 'Festino' verwqst naar
het feest van Vette Donderdag,
de donderdag voor de vastentijd,
waarop allerlei carnavaleske fes
tiviteiten zoals zang, dans en
spelletjes plaatsvonden. Een in
strumentaal ensemble begeleidt
op historische instrumenten een
enkele keer de zang en verzorgt
een paar intermezzi. De aanpak
van dit 'muziektheaterstuk' doet
weloverwogen aan; het speelple-
zier straalt er dan ook van af.
WIJNAND ZEILSTRA.
Toonkunstkoor Leiden en Omstre
ken, m.m.v. Petra Veenswijk, orgel;
Mieke Walta en Ton Stauttener, pia
no. Het geheel onder leiding van
Hans van der Toorn. Met liederen
van J. Haydn, E. Elgar, Fr. Schubert,
C. Franck en A. Dvovrak.
LEIDEN - Verfijnd en met een
heel 'eigen' gevoel voor stijl con
certeerde gisteravond het Toon
kunstkoor Leiden en Omstreken
in de Lutherse Kerk met een pro
gramma van onder meer: J.
Haydn, E. Elgar, G. Franck en F.
Schubert. Liedkunst van het zui
verste water, dat onder de inven
tieve leiding van Hans van der
Toorn uitgroeide tot een zeer
speciale klasse: Epgels, maar
dan zonder de steriliteit en gere
serveerde braafheid die deze stijl
dikwijls zo kenmerkt. Van der
Toorn houdt zijn ruim zestig
toonkunstenaars wel onneder-
lands strak en ingetogen in de
hand, maar weet daarnaast zo'n
onderhuidse warmte in de uit
voering tot uitdrukking te bren
gen dat het werk een heel eigen
en indringend karakter geeft.
Zoals in de prachtige drie- en
vierstemmig gezongen liederen
van J. Haydn, waarin het jonge
en professionele stemmenmate-
riaal van sopranen en alten een
bijzondere lichte en zuivere rol
.speelden. Als charmant inter
mezzo de vierhandig gespeelde
Fantasie in F van Frans Schu
bert, die door het piano-duo Mie
ke Walta en Ton Stauttener, on
danks een wat (te) intensief pe-
daalgebruik, pittig en expressief
over het voetlicht werd gebracht.
Schitterend in eenvoud en per
fect van compositie en uitvoe
ring klonken daarna vier motet
ten van Edgar Elgar welke door
het Toonkunstkoor zonder enig
machtsvertoon, maar met des te
meer diepte en tederheid uitge
voerd diepe indruk achterlieten.
Terwijl diezelfde warmte en de
votie door het koor werd ten
toongesteld in de Franstalig ge
zonden Psalm 150, Cesar
Franck's niet meest briljante,
maar wel meest gezongen com
positie.
Niet al te vast ingezet, maar la
ter als een bastillon van homoge
niteit klonk tenslotte de Mass in
D (Opus 86) van Antonin Dvo-
vrók, een bijzonder fraai getoon
zet werk met bijna gregoriaanse
tendensen, waar het koor, afge
wisseld door enkele stemmen
een prachtig evenwicht wist te
bereiken.
ANNEKE VAN VLIET.
Pianorecital door Yuki Matsuzawa.
Programma: J.S. Bach- Italiaans
Concert, BWV971, L.v. Beethoven-
Sonate in C, opus 2 nr. 3, F. Chopin-
Ballade in F, opus 38 nr. 2, - Mazur
ka's opus 59 nrs. 1, 2 en 3, -Sonate in
bes, opus 35. Gehoorde op 1 nov. in
de Kapelzaal van het K&O-gebouw.
LEIDEN - De stelling dat iets
door zeer hooggespannen ver
wachtingen alleen nog maar te
gen kan vallen is door Yuki Mat
suzawa gelukkig niet bewezen.
De vooraankondiging klonk
veelbelovend: een Japanse pia
niste, 26 jaar, winnares van vele
grote pianoconcoursen en in
1982 onderscheiden met de gou
den Carlos Cebro-medaille voor
haar Beethoven-vertolkingen;
Yuki Matsuzawa maakte ook gis
teravond de belofte waar.
Ze begon haar recital met het
Italiaans Concert van Bach. In
dit driedelige werk wilde Bach
duidelijk een solist en een orkest
laten klinken. Voor de bespeler
van de moderne piano is dit een
hele opgave, omdat wij ons niet
meer kunnen wenden tot ver
schillende registers en daarom
alle klankkleurverschillen zelf
moeten maken. Yuki Matsuzawa
koos voor behoorlijk snelle tem
pi van de beide buitenste delen
en voor een zeer langzaam an
dante daar tussenin. Van de
vroege Beethoven-sonate maak
te ze een virtuoos en mooi ge
heel; in het begin soms wat kort
van toon, maar later getuigend
van een grote natuurlijke muzi
kaliteit.
Na de pauze kwam Chopin aan
bod met stuk voor stuk fantasti
sche werken: de 2de Ballade, de
drie Mazurka's op. 59 en de grote
sonate op. 35. Van deze composi
ties heb ik het meest genoten.
Yuki Matsuzawa laat de piano
zingen, ze blijft niet dralen by de
tails, maar speelt ook nergens
overheen. Tevens gehoorzaamt
ze aan Chopins aanwijzing om
nooit eenzelfde motief op dezelf
de wijze te spelen; ze beschikt
over vele subtiliteiten om te blij
ven variëren.
De toegift, Chopins etude op.
10 nr. 8 zat iets minder gebeiteld
dan het voorgaande, maar klonk
daarom niet minder mooi. De
koek moet ook een keer op zijn,
zeker als je in anderhalf uur tijd
zoveel eetlust toont.
Yuki Matsuzawa is een intege
re pianiste, ze luistert en laat
klinken wat ze hoort zonder ooit
ergens op uiterlijk vertoon te
mikken. Door haar grote concen
tratie en beheersing spring je na
de slotnoten niet direct overeind:
de ingetogenheid van haar spel
werkt door. Het is niet ondenk
baar dat zij zich in de toekomst
zal voegen in de kleine ry van
zeer grote pianisten.
FRANCIEN HOMMES.
Voorstelling 'Mannen onder 't Mes'
van Alan Hlcasdalc door Ensemble
v.z.w. Bent. Regie: Paul Chamber
lain en Jaak Vissenaken. Decor: Co
lin Winslow. Gezien op 1 november
in Leidse Schouwburg.
Waarom de - mensen van Bent
met 'Mannen onder 'l Mes' bewe
ren een spetterende komedie te
brengen is mij een raadsel: welis
waar wordt er veel druk op en
neer gerend en gedaan alsof er
iets leuks gaande is. maar het
stuk gaat zeer nadrukkelijk over
niet mis te verstane thema's als
abortus, bcjanrdenscx en - vooral
- de atoomdreiging. De Engelse
auteur Alan Blcasdale lijkt hel
dunne verhaalt je van zijn stuk al
leen als excuus te gebruiken om
eens lekker en vooral veilig
over deze thema's te kunnen mn
raliscren: abortus mag. 65-plus-
sers zijn nog lang niet uilgevrijd
en de bom is heel eng.
Hel gegeven van het stuk lijkt
onschuldig genoeg: in een kli
niek waar voornamelijk facelifts
worden gedaan, zitten vier man
nen te wachten op hun sterilisa
tie.
Gaandeweg blijkt dat twee van
hen gesteriliseerd willen worden
uit angst voor de bom: Leo is
bang voor de lockomst en Marcel
werkt bij de rampencommissie
die in actie moet komen bij een
kernaanval. Tegen die tijd begint
het publick het programmaboek
je nog eens door te bladeren: we
zouden toch 'gewoon lekker
theater' krijgen? Waar blijfl do
Humor?
Die komt niet. Bent komt zijn
belofte niet na en slaagt er niet
één keer in dit lacligrage publiek
waar voor z'n geld te geven. Do
weinige grappen die er in het
stuk zitten worden niet of nuu
welijks gemaakt of verdwijnen
in een algehele drukdoenerij.
Nergens ?yn er komische vond
sten gedaan en alleen een aantal
operatickamer 'routines' zoals
het heen en weer gooien van ver
doofde patiënten welen hier en
daar een lach op te roepen. In hel
individuele spel weet alleen Leo
(Jakob Boks) hel publick regel
matig te amuseren, terwi jl hij na-
"tabenc degene is die 't het meest
over de bom heeft! Om alle
misverstanden te voorkomen, la
ten de regisseurs de bom aan het
eind 'echt' vallen: de acteurs
wenden zich naar het publiek en
verstarren verschrikt als er een
fel licht op gaat. Tegen die lijd
verlangde hel ptibliek naar hel
late journaal, dal op deze eerst®
november een heel wat diep
gaanderc bijdrage aan de wereld
problematiek leverde dun deze
voorstelling.
PAUL DEVILKK
Het feest van de Vette Donderdag gespeeld in bontgekleurde uitmon
stering. (foto Holvast».