'Geen roddelpagina maar leuke feiten' 'Seks komt er in kinderboek allerschandelijkst vanaf Gedrukte variant op RUR ZATERDAG IJ OKTOBER M85 Vanavond begint Jan Lenferink een nieuwe serie RUR-programma's. Naast de talkshow is hij tegenwoordig ook actief als schrijvend journalist. In praktisch heel Nederland kan wekelijks kennis worden genomen van een gedrukte variant op RUR. Deze pagina is opgenomen in huis-aan-huis-bladen. "In dat soort bladen sta je boven de partijen", legt Lenferink de voorkeur voor die bladen uit. De formule van programma en pagina is echter dezelfde: "Informatief en om te lachen". door Bart Jungmann 'Opent deuren die voor andere gesloten zijn' is een slogan waarmee Jan Lenferink niet graag in verband wordt gebracht. "Het antwoord is néé", trekt de journalist/tv-presentator er zelf een dikke streep onder. Voor zijn RUR-pagina belooft hij: "Niet alleen showbizz en geen roddèèl om het zo maar eens te zeggen, maar leuke feiten. Zeker geen Privé-achtige pagina. Ik ga niet de broer van Vanessa of de zus van André Hazes opbellen voor wat achterklap. Ik vind het alleen leuk als Vanessa en André samen een kind krijgen en dat moet dan nog fotografisch bewezen worden ook". Maar Ruud Kalusche, de man met wie Lenferink een RUR-pagina voor de huis- aan-huis-bladen-- heeft opgezet, spant even later toch een lijntje naar Henk van der Meyden. "Voor Jan gaan deuren open die voor anderen gesloten blijven", citeert hij de Privé-leuze. "Jan is geen journalist, hij is een bekend journalist. Neem nu zo'n verhaaltje met Cruyff. Die man houdt voor iedereen de boot af, die doet voorlopig geen interviews meer. Maar als Jan Lenferink 'm belt, dan blijkt hij toch wel wat te willen zeggen. Dat is nu net het grote verschil". Snelkookpan In tachtig procent van de Nederlandse brievenbussen glijdt sinds vorige week de RUR-pagina, na twee weken is op een stukje Noord-Holland na heel Neder land door RUR 'gedekt'. Het is kort sa mengevat een gedrukte variant op het populaire praatprogramma dat van avond zijn nieuwe seizoen in gaat. De formule is dezelfde: "Informatief en om te lachen", zoals Lenferink dat schetst. Onderling verband zal ook worden ge legd, zij het vrij beperkt Lenferink: "Als de mensen de RUR-pagina van deze week goed lezen, zullen ze weten wie één van mijn gasten in het eerste pro gramma is". Aan dat programma zal ove rigens verder niets veranderen. In de vlotte babbel van Lenferink heet dat: "Gewoon drie mensen in een snelkook pan". R-Pers is de naam van de uitgeverij die Kalusche en Lenferink voor hun we kelijkse pagina in het leven hebben ge roepen. Aan de Keizersgracht in Amster dam is daarvoor een eigen ruimte gevon den die net deze week werd betrokken. Schilders zijn nog druk bezig de sporen van een pas begonnen bedrijfje te trek ken. Jan Lenferink: "Ik wilde al lange tijd weer gaan schrijven. Iets dat ik vroeger ook veel heb gedaan, bij Haagse Post en andere bladen op free lance-basis. Een belletje, een stukje maken, dat vind ik nog altijd het allerleukste werk". En: "Ik wilde al jaren een eigen blad maken, een tv-blad. Niet zoals de om roepbladen maken, maar geïnspireerd op het Belgische Humo en de Ameri kaanse bladen". Zoiets laat zich in Nederland niet zo makkelijk realiseren, zo bleek Lenfe rink. Een ontmoeting met media-advi seur Ruud Kalusche bracht hem op an dere ideeën. "Ruud bedacht toen het concept voor de huis-aan-huis-bladen". Dat bleek tevens de weg naar pen en blocnote waar Lenferink zo naar hun kerde. "Ik had in de tussentijd al genoeg aanbiedingen gehad, maar dan zou je weer gelijk in een bepaald hoekje belan den. Dit zou veel leuker zijn omdat je bij huis-aan-huis-bladen boven de partijen staat, die bladen zijn onpartijdig". Met een voorbeeld van hoe de RUR- pagina er uit zou moeten zien, maakte het duo in maart een ronde langs de uit gevers van advertentiebladen. "Het idee viel verrassend goed", herinnert Kalu sche zich. De RUR-partners zochten vooral con tact met de kleinere uitgevers. Kalu sche: "Bewust niet met een groot con cern als Wegener". Het ging dan in de meeste gevallen veelal om bedrijven die ook regionale dagbladen uitgeven en juist hun enthousiasme verbaasde Kalu sche. "Zoals bekend is de financiële po sitie van regionale bladen de laatste ja ren sterk verminderd. De concurrentie van juist de huis-aan-huis-bladen is ster ker geworden en veel bladen zijn op een 'point of no return' aangekomen". Kalusche en Lenferink hadden daar om gerekend op een wat afwachtende houding, maar volgens de eerste rea geerden de meeste als volgt: "Zoiets helpt ook onze dagbladen. Ze zijn afge stapt van het idee dat zo'n huis-aan-huis- blad er bij hangt. Ik ken die houding zelf nog wel toen ik bij De Telegraaf werkte en wij De Echo uitgaven. Maar ze gaan er nu van uit dat alle bronnen de krant moeten voeden, dus ook de huis-aan- huis-bladen". Aardig idee In Zuid-Holland wordt RUR door de Sijthoff-Pers onder de lezers gebracht en dat betekent voor de regio Leiden dat de pagina is opgenomen in de Leidse Post en de Zuid-Holland Post. Directeur Versteegen van de twee laatste bladen vertelt dat de beslissing om de RUR-pa gina mee te nemen, is genomen in het Rijs wij kse hoofdkantoor. Aan een oor deel wil hij zich nog niet wagen. "Dat is nog een beetje te vroeg, zo'n pagina moet groeien. Maar het is een heel aardig idee en ik geloof ook dat het tot iets leuks kan uitgroeien". Blijft die groei achterwege of is een af levering onder de maat, kan een pagina dan geweigerd worden? "Die vrijheid hebben de uitgevers altijd", zegt Ver steegen stellig. "Maar daar is normaal gesproken natuurlijk niemand mee ge diend". Stel nu echter dat de uitgever vreest dat een bepaalde tekst slecht valt bij lezers. Versteegen: "Die komt er be slist niet door. We denken natuurlijk wat commerciëler dan dagbladen en zullen geen lezers schofferen". Uit Amsterdam klinkt over die kwes tie een heel ander geluid. Kalusche: "De uitgevers hebben een publicatieplicht. Pas na overleg kunnen er wijzigingen in de pagina worden aangebracht". Zijn partner hoopt en verwacht echter dat de ze kwestie van redactionele verantwoor delijkheid "een academische vraag blijft". Lenferink: "Je zit met een heel ver schillend publiek, dat is duidelijk. Zand- voort waar ze met blote borstjes rondlo pen en Harderwijk waar de zwarte kou- senkerk nog regeert. Maar op de televi sie werkt dat toch eigenlijk net zo. Daar kijkt toch ook iedereen naar, van libe raal tot zwaar gereformeerd. Ook nooit moeite mee gehad". Toch veroorloven Lenferink en zijn gasten zich op de televisie wel eens een dubbelzinnigheid die in Harderwijk niet zo amusant zal worden gevonden. "Dat is waar, maar op papier zijn die dubbel zinnigheden sowieso niet leuk. Er is een heel verschil of je wat schrijft of dat je wat zegt. Met een bepaalde intonatie kun je er een heel andere wending aan geven. Dat soort dubbelzinnigheden zul len dus om die reden al worden verme den". Als was het afgesproken werk. komen even later twee kistjes ter tafel waarin flessen wijn ter ruste zijn gelegd. Ca deautje van een tevreden uitgever. Re den voor Kalusche om de goede ver standhouding nog eens te onderstrepen: "Ik verwacht daarover echt geen proble men, we zijn het aardig eens geworden". De pagina's worden door de verschil lende bladen zelf gedrukt. Kalusche: "Wij maken het model van de pagina, één op groot formaat en één op week endformaat. Ze gaan op zondagavond de deur uit en de bladen hebben hem dan die nacht in hun bezit". Kalusche weet nog te vertellen dat een dergelijke toelevering niet helemaal nieuw is. "Stel dat er een nieuwe auto op de markt komt, dan zijn er reclamebu- reau's die daar een pagina over maken. Huis-aan-huis-bladen kunnen die dan meenemen, maar natuurlijk ook laten liggen". In dat opzicht is de RUR-formu- le wel nieuw. Kalusche: "Het is qua aard heel anders en qua volume veel omvang rijker". Of het de aanzet is tot een nog grotere opzet - een eigen blad - daar wil Kalu sche nog niet aan denken. "We durven eerlijk gezegd nauwelijks verder te kij ken. We zijn al dankbaar dat dit heeft mogen lukken". Lenferink die een bu reau verder aan het telefoneren is: "Dankbaar, dankbaar, wat zijn dat voor rare woorden". Kalusche laat zich niet van de wijs brengen en poneert vervolgens een filo sofie over nut en plaats van huis-aan- huis-bladen. Voor de R-Pers als toeleve raar van meer pagina's voor de bladen ziet hij ook geen toekomst. "Ik denk dat je er met één pagina nationaal entertain ment wel bent. Nemen ze meer van dat soort pagina's, dan treedt er functiever lies op". Huis-aan-huis-bladen moeten in zijn visie (en zijn woorden) 'as local as possi ble' zijn. "Die bladen zijn door de men sen ontdekt als nieuwsbron". Hij kop pelt er een lesje voor regionale journalis ten aan vast. "Het nieuws dat zich om de hoek afspeelt, de buurman die zijn enkel heeft verstuikt, dat wordt vergeten. Veel journalisten houden zich bezig met bui tenlands nieuws, met de kruisraketten, maar ze vergeten dat juist dat kleine s het belangrijkste x is. Daar zijn ze voor". Niet onderschatten De RUR-pagina kan aldus sléchts een alleenstaand nationaal element zijn in de regionale bladen zijn. Op die pagina is voor twee advertenties plaats ingeruimd Eén die door de bladen afzonderlijk kan worden ingevuld, de ander is van een zoutjesfabrikant die er een felicitatie- en groetenrubriek van wil maken. Daar blijft het ook bij, belooft Kalu sche. Er zal niet verder aan de tekstruim te worden geknabbeld. Een ploeg van vier mensen neemt dat gedeelte voor zijn rekening. De redactionele rol van Lenferink daarin moet volgens partner Kalusche niet onderschat worden. "Jan doet meer dan je misschien zou denken. Hij schrijft zelf veel en elke letter van anderen gaat door zijn handen". Niettemin zal het tv-team nog worden, uitgebreid, juist omdat de leden daarvan worden geacht mee te denken en mee te werken aan de gedrukte RUR-uitgave. Lenferink: "En we hebben de beschik king over een geheim net van correspon denten. Niet alleen journalisten, maar ook autoriteiten en prostituees". Wil hij ten slotte een oordeel geven over de eerste pagina. "Die was nog niet je dat", zegt hij eerlijk. "De eerste was nog niet leuk genoeg. Maar dat kan ook niet, zoiets moet groeien", is hij het eens met Versteegen. "De tweede is al veel aardiger en let op: het derde kind heeft al leuke krulletjes". Als een volleerd bladenman waar schuwt Lenferink vervolgens voor zelf genoegzaamheid. "Onze ambitie moet zijn dat iedereen onze pagina inkijkt". Kalusche: "Vroeger verdwenen de ad vertentiebladen direct in de prullenbak. Ons streven is dat dat niet meer ge beurt". Trude de Jong: "Kinderen overleven omdat ze niet te lang stil staan bij hun rottigheid". „Niets, bijna niets, wordt er in Nederlandse kinderboeken over seks geschreven. Er gebeurt niets. En als het ter sprake komt, is het altijd leuk en enig, nooit eens rottig en moeilijk. Seks komt er in kinderboeken allerschandelijkst vanaf. Verliefdheden zijn hoogstens kriebels in de buik, van enig realisme is geen sprake". Dat is krachtige taal van schrijfster Trude de Jong (39), die onlangs voor haar boek 'Aram en de bende van de boomstam' met een zilveren griffel is bekroond. Een boek dat trouwens door lang niet iedereen juichend is ontvangen. „Of ik er op uit was om de Jan Wolkers van de Nederlandse jeugdliteratuur te worden, vroeg men zich af. Critici van mijn boekje gaven me de wind van vo ren. Omdat er een masturbatiehoofd stukje in stond. Ze vielen vreselijk over me heen. Kinderen hoeven toch niet ook nog eens met die problemen geconfron teerd te worden. Kinderen moeten be schermd worden tegen nare dingen. En daar hoort voor hen ook seks bij. Daar kunnen ze later nog wel eens kennis mee maken". Niet interessant Niet dat ze er 's nachts wakker van ligt, maar het is haar wel een doorn in het oog. Jeugd- en kinderboeken, ook die van tegenwoordig, roeren nog veel te weinig aan thema's die kinderen echt in teresseren. Of hen in elk geval aangaan. Als kind hield ze daarom al het meest van boeken die eigenlijk voor volwasse nen bedoeld waren. Kees de Jongen van Theo Thijssen verslond ze, Nescio be hoorde tot haar favorieten. Nu nog. door Frank Poorthuis Goed elf jaar geleden publiceerde ze haar eerste verhalen voor kinderen. Al hoewel ze op haar tiende al een boek ge schreven had, waaruit ze nog steeds ideeën put. Ze was afgestudeerd neer landica inmiddels, had voor de klas ge staan en gewerkt in een boekhandel. De kinderboeken die ze daar onder ogen kreeg gaven haar de overtuiging dat het anders moest kunnen: „Ik vond de boeken dië ik las zo flauw. Het was niet dat ze echt slecht geschreven waren, maar de onderwerpen waren zo vrese lijk. Zo saai. Het was allemaal zo braaf. Daar wilde ik verandering in brengen". Realistisch Trude de Jong had weinig moeite een uitgever voor haar boeken te vinden, wist zich daardoor gesterkt en bleef ver halen schrijven en boeken maken. Voor kinderen van vier en acht, voor jonge tie ners. Realistische verhalen over kinder angsten ("enge mannen, leuke spel letjes die niet echt leuk zijn, een nieuwe onderwijzer die heel streng is, heim wee"), maar ook meer fantasievolle als het bekroonde Aram en een peuterboek als Miepjes fantastische vlechten,- over een meisje met vlechten van enkele me ters lang, waarmee ze de meest fantasti sche dingen kan doen. Ze schrijft nog steeds verhalen voor de kinderkrant De Blauw geruite Kiel van Vrij Nederland, Goochem van het Pa rool en hoorspelen voor VARA en NCRV en ze werkte mee aan Sesam straat. „Ik verzon die enge meneer Aart, want ook bij Sesamstraat is alles zo ver schrikkelijk lief. Veel te lief'. Het verhaal van haar laatste boek 'Lein de Liefde' is simpel en eenvoudig! Het handelt over een meisje dat na de vakantie terecht komt in een voor haar nieuwe klas, in het begin maar geen con tact kan maken met de andere leerlingen en zich daardoor vreselijk eenzaam voelt. Daartussendoor speelt haar vere ring voor popidool Anna, die een hoog tepunt vindt in een desondanks ont nuchterende ontmoeting met de zange res. Een vlot geschreven verhaal, realis tisch en vol humor, maar ook melancho lie. Eenzaamheid „Vriendschap, eenzaamheid en de ac ceptatie door een groep zijn de belang rijkste thema's van het boek. Kinderen zijn ontzettend hard. Een klas die een leerling niet accepteert, sluit haar uit. Dat maakt Lein eenzaam, maar ze kan het niet laten zien, want kinderen klagen bijna niet". Kinderen klagen niet. Het is het pro bleem dat Trude de Jong in Lein de Lief de heeft willen aansnijden. Aanstippen is misschien beter gezegd. Want uitge breid verhandeld over die problemen wordt er in het boekje niet. Voor de vol wassen lezer lijkt het zelfs alsof de schrijfster er overheen „scheert". Maar is dan ook geen boek voor volwassenen, betoogt De Jong. Het is geschreven voor kinderen en dat vergt een aparte en vooral andere aanpak. „Weetje, kinderen reageren heel intui- tief op dingen. Ze krijgen buikpijn als ze problemen hebben of zenuwachtig zijn, maar denken daar niet al te lang over na. Je kunt een hoofdpersoon in een kinder boek geen bespiegelingen laten houden. Want dat gebeurt in het echt ook niet. Kinderen zijn heel oppervlakkig. Daarin verschillen ze juist van volwassenen. Ik wil mijn hoofdpersonen niets laten uit leggen, want zo zijn kinderen niet. Je moet de kinderziel niet psychiatrisch gaan ontleden. Dat gebeurt al veel te veel". "Het is juist de redding voor kinderen dat ze zo oppervlakkig zijn. Rottige din gen overkomen hen. Ze zijn blij als het over is. Kinderen overleven juist omdat ze niet te lang stil staan bij hun rottig heid" „Lein heeft het bijvoorbeeld op een bepaald moment zo moeilijk dat ze zelf moord overweegt. Dat is een heel reëel moment in haar leven. Daar mag je niet aan voorbijgaan. Een volwassene zou daar nog lang over nadenken. Een kind doet dat niet. Als die depressie over is, is het voor Lein ook echt voorbij. En dat is juist haar redding". Tobber „Ik was zelf een vreselijke tobber, zat altijd met mijn neus in de boeken. Ik weet wat het is om als kind eenzaam en alleen rond te lopen. Altqd de schijn op te moeten houden dat alles wel goed zit. Niet durven zeggen dat je ergens bang voor bent. Dat is het grote probleem voor kinderen. Dat is waarover ik wil schrijven". „En daar ligt ook een belangrijke rol voor ouders, denk ik. Die zouden zich eens een keer niet zo alwetend en al machtig moeten opstellen. Niet die hou ding van: wij weten wel hoe 't moet. Dat altijd maar tegen je kinderen zeggen van 'gewoon doorzetten joh'. Altijd maar weer dat 'stel je niet zo aan'. Waarom niet eens een keer toegegeven dat je het zelf ook niet meer weet?". Lenferink (rechts) en Kalusche: "We hebben de beschikking over alleen journalisten, maar ook autoriteiten en prostituees". geheim net van correspondenten. Niet (foto GPD)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 27