De orde der parvenu's SNV: wegenwacht voor machtelozen Nederlandse letterkunde in de jaren '40-'45 ZATERDAG 5 OKTOBER 1985 EXTRA PAGINA 23 In de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag is tot 1 november een tentoonstelling te zien over de Nieuwe Orde en de Nederlandse letterkunde gedurende de jaren 1940-1945. Behalve een stapeltje prutboeken ligt daar een indrukwekkende verzameling brieven, foto's en andere documenten die herinneren aan een tijd waarin tweede- en derderangs schrijvers hun kans roken en zich alras ontwikkelden tot knechten die hun meesters in knevelarij naar de kroon staken. De massaliteit der collaboratie is hier wederom een van de schokkende ontdekkingen. Andreas Oosthoek nam er een kijkje. door Andreas Oosthoek t De dichter Martien Beversluis en zijn vrouw omslag 'Het Zaad'), (foto gpdi kleine, bonte stoet nazi's de Zeeuwse dreven in. Jan de Vries, pruilend afge gaan toen de bezetter hem niet zwaar ge noeg achtte om secretaris-generaal Goe- dewaagen op te volgen, vestigt zich in Oostburg, aangenaam dicht by de Groot-Vlaamsche grens. Dr J. van Ham, die weinig onbeproefd heeft gelaten om de vrije letteren en hun beoefenaars te knevelen eri te knechten, wordt weer in staat gesteld de jeugd te onderhouden over... de schone letteren. Hij doet dat enige jaren als docent aan de Middelburgse rijkskweekschool. In Sint-Anna, nog dichter by de grens, zit Jan Eekhout aan zyn 'eerherstel' en financiën te werken. Beversluis vindt Dignate Robbertz - zonder lichtkogels - terug in zyn Veerse Veste. Schuilnaam En Oostburg mag óók het triumviraat Wensink-De Sévooy-Ponteyne ontvan gen. Deze gedrevene slaat het vizier op nieuw neer en bedient zich van wéér een andere schuilnaam. Als Willem Enzinck sticht hij - voornamelijk tot versprei ding van eigen werken - fluks de (Duit se) Galatrapresse, ontvangt en passant vanwege zijn verdiensten voor de (Duit se) cultuur de prijs van de stad Minden èn, als promotor voor het Schoon van (Neerlandsch) Bosch en Beemd, de Prijs van de Algemene Nederlandse Wielrij ders Bond. De strijder tegen decadentie en ontaarding in de kunst vindt voorts als recensent onderdak by een dagblad gaat de leden van de Zeeuwse Kunst kring balloteren en wordt door de ge meente Vlissingen aangesteld als advi seur voor de BKR-aankopen en -op drachten. Van Ham, Houwink en Enzinck publi ceren braafjes in het Zeeuws Tijdschrift. Het leven heeft - met andere woorden - zijn gangetje hernomen en wat niet weet deert immers niet. Men hóeft niet onwetend te blijven. De tentoonstelling in de Koninklijke Bi bliotheek geeft een instructief overzicht van dat literaire, semi-literaire en doctri naire aspect van wat sommigen als hun 'Heilige Jaren' zagen. Dat gebeurt aan de hand van boeken, brieven, foto's en andere documenten en een puntige catalogus die veel versprei de informatie bundelt. Het gaat om dé vijf jaren die Neder land nu al bijna een halve eeuw bezig houden, om vragen over 'goed' en 'fout', onderdrukking en verzet. Het gaat voor al, in deze vunze poel van onvrijheid, om de kracht van het vrije woord. De verbij stering blijft. Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. Cata loog samengesteld door Jan Jaap Kelder, Willem Huberts, Marja Geesink en Frank van den Boogaard. Uitgave: Bureau voor de Bibliografie van de Neerlandistiek. Tentoon stelling tot 1 november. „Te 21.50 uur geeft Officier Vliegkamp Veere telefonisch ken nis dat gezien is dat uit de woning van den bekenden dichter Martien Beversluis te Veere lichtkogels zijn afgeschoten, terwijl B. per rijwiel op weg is naar Middelburg. Onderzoek wordt ingesteld door hoofdagent Verhage". Het is 10 mei 1940 en de vyfde-kolon- ne-paniek grijpt om zich heen. Alles dat verdacht is geeft aanleiding tot wild ge ruis. Beversluis is verdacht. Men kent hem - zij het sinds kort - als deutsch- freundlich, een moffenvriend. Martien Beversluis zal enkele jaren la ter de geschiedenis ingaan als het proto type van de schrijver-collaborateur. Communist was hij, 'jong protestant', socialist, pacifist, windvaan en draaier. Overal zocht hij - rusteloos - storm en nergens vond hij luwte. Of, het moet ge weest zijn in het nationaal socialisme. Augustus 1942 merkt hij in zijn Levens berichten op dat dit nieuw gevonden ge loof hem 'een verlossing' was. Schokkend Neerlands bard, populair Vara-man en dienaar van veelgelezen natuurlyriek, brengt het tot NSB-burgemeester van Veere. Al in november 1940 zendt hij de Beauftragte van Seyss-Inquart in Zee land zijn 'Liederen van de Arbeid' als be wijs van 'myn hartelijke en niet meer te breken kameraadschap voor u'. Luttele (zes) jaren daarvoor was hij een van de Nederlanders die het 'Bruinboek van de Hitlerterreur' hun steuntje gaven. Het kan verkeren. Oude Veerenaars herinneren zich het sterk gereduceerde postverkeer in de bezettingstijd. Men ging buiten het stad je om brieven posten. Burgemeester B. immers placht de censuur zelf ter hand te nemen en het was géén geheim dat de schilder Karei van Veen op die manier in het gijzelaarskamp was terechtgeko- Martien Beversluis is nu uit de hand boeken van de letteren verdwenen. Wie terug wil gaan naar de kleine vijf jaren die zijn 'duizendjarig rijk' mochten du ren, ziet hem op een ruim bemeten plaats. Beversluis krijgt - bijna twintig jaar na zijn dood - die plaats op de ten toonstelling 'De Nieuwe Orde en de Ne derlandse Letterkunde 1940-1945' die de Koninklijke Bibliotheek tot 1 november laat zien. Het is een in menig opzicht schokkende tentoonstelling. De opzet is voorbeeldig sober maar toch ontkomt men niet aan de massaliteit van de colla Geitewollen sokken, sandalen, baard en vooral veel idealisme. Een kruising tussen missionaris, revolutionaire wereldverbeteraar en padvinder. Zo ziet een ontwikkelingswerker er in de ogen van veel buitenstaanders uit. Volgens de Stichting Nederlandse Vrijwilligers (SNV) klopt dat beeld van geen kanten. Zij kan het weten, want de SNV heeft jaarlijks ruim 500 jonge ontwikkelings werkers aan het werk in 29 Derde We reld-landen. Daarnaast gaf ze vorig jaar ruim 11 miljoen gulden uit aan projecten in ontwikkelingslanden en bemiddelde ze voor 32 andere. De stichting viert haar twintigste verjaardag. De SNV stuurt al sinds 1965 artsen, landbouwkundigen, economen, auto monteurs en andere technische vrijwilli gers naar de Derde Wereld om daar 27 maanden de handen uit de mouwen te steken. Minister Schoo van ontwikke lingssamenwerking verschaft het beno digde geld (41 miljoen gulden per jaar, nog niet één procent van haar totale budget) en levert daarnaast bijna hon derd bureaumedewerkers. Daarvan werken er 55 op het hoofdkantoor in Den Haag. De anderen begeleiden de vrijwilligers in de Derde Wereld. Bijna een kwart van de uitgezonden SNV-ers Idealisme „Een SNV-er is idealistisch", vertelt B. Barten, voorzitter van het bestuur van SNV, „maar ook een zucht naar avon tuur en de wil om wat te zien van de we reld spelen een grote rol. De 'gemiddel de ontwikkelingswerker' is zeker geen wazige, geitewollen sokken-figuur. Die gaat in een Derde Wereld-land binnen een week op zijn gezicht. In de ontwik kelingslanden is de scheidslijn tussen le ven en dood veel smaller dan in Neder land. De dagelykse werkelijkheid komt daar harder op je af dan hier. Daar moet je als vrijwilliger tegen kunnen". Barten werkte van 1972 tot 1973 als au tomonteur in Nigeria. Na terugkomst belandde hij in het SNV-bestuur. Vijf jaar geleden nam hij de voorzittersha mer over van prins Claus. In het dage lijks leven werkt hy op de onderdelenaf- boratie, het heulen met een knottende, rovende en moordende vijand. Hoe is het mogelijk - zo vraagt men zich af - dat op deze verschrikkelijke schaal dienaren van het woord elke vrije kracht aan dat woord hebben kunnen ontnemen? Ze stelden zich zonder veel voorwaarden in dienst van een nieuwe orde die alles dat niet met het Nieuwe Evangelie van nazisme en Fascisme strookte, wilde verpletteren. Wat ervan rest is - behalve wat prut- boeken - verbijstering en de waarschu wing tegen wat zich - ook vandaag de dag - opnieuw aan anti-democratische krachten presenteert. Kultuurkamer De Nieuwe Orde is de orde der parve nu's. Mensen die voordien niet of nau welijks slagje aan de bak kwamen, zien - vaak niet zonder wraakzucht - hun kan sen schoon op het moment dat de vrije meningsuiting moet plaatsmaken voor het dictaat. Prulpoëetjes hebben al te lang zitten wachten op het moment dat ze kunnen afrekenen met de schrijvers van een an der (hoger) aanzien. Ze vinden gehoor by de bezettende Teutoon en ontwikkelen zich ras tot vol ijverige knechten die hun meesters in knevelarij naar de kroon steken. Het ali bi heet Ideaal. Bezet Nederland krygt zijn Kultuurrraad, krijgt zijn Kultuurka mer. Veel mensen van niveau vindt men in dat gezelschap niet. Op 30 mei van het jaar opent Seyss- Inquart, temidden van veel uniformen, de Nederlandse Kultuurkamer in de Haagse Stadsschouwburgen het Lette- rengilde ontmoet men weinig bekenden. Onderliggers trachten bovendrijvers te worden. Zeker, men ziet de gevierde na men van moreel zwakke broeders als een Van Deyssel, een Boutens. De nieu we machthebbers ontlenen evenwel al te veel moed aan hun aanwezigheid. De rest van de fine fleur bedankt, de bruine pressie ten spijt. Liever monddood of in de illegaliteit dan deutschfreundlich, is het parool. Het grote succes voor de Kul tuurkamer blijft uit. Dichters en schrijvers tussen de derde en de zestiende rang, verdwaasde regio- nalisten en nationalisten, folklorepredi- kers en andere grossiers in meligheid schieten omhoog. Het regent literaire prijzen in van Groot-Dietsers, de Frie- sche Nationalen en andere Zeer Authen tieke Volk- en Grondaanbidders. Wie zich in die kringen minder thuis voelt en zich niet aanmeldt als lid van de Kul tuurkamer, heeft een publicatieverbod op zak. deling van een handel in vorkheftrucks. Voor zweverige praat is dus geen plaats in de Derde Wereld. Flexibiliteit en inlevingsvermogen zijn vereisten voor een ontwikkelingswerker, want niet alle wereldburgers zijn als Neder landers. „Een SNV-er moet niet zo sterk resul taatgericht en efficiënt willen werken als hij hier in Nederland gewend was", merkt Fon van Oosterhout op. Hij is sinds één jaar veldleider op de Filippij nen en heeft de leiding over 15 vrijwilli gers in dat land. j Van Oosterhout: „Hij zal ook moeten leren inzien dat daar vaak andere nor men en waarden in het leven belangrijk zijn dan in onze maatschappij". Een ex- vrijwilligster geeft als voorbeeld dat het voor een leraar in Oost-Kameroen be langrijker is om zijn zieke broer in het westen van het land bij te staan, dan om de school draaiende te houden. „Als je daar iets van zegt, word je raar aangeke ken", vertelt ze. „Ontwikkelingswerkers in de Derde Wereld zijn kansrijk in het ontwikkelen van zichzelf', meent Van Oosterhout, „ze doen veel ervaringen op die onbe taalbaar zyn. Ikzelf leer op de Filippij nen een soort 'gemak' ontwikkelen. Doe ik bijvoorbeeld mijn best, maar lukt iets niet of komt iemand zijn afspraken niet na, nou dan maar niet!" Frustraties „Een niet-gefrustreerde vrijwilliger heeft niet goed genoeg rondgekeken in zijn gastland", stelde Barten ooit. Hij legt uit: „Frustraties zijn helemaal niet erg. Het betekent alleen dat je je doel niet bereikt en er een katterig gevoel aan overhoudt. Maar de SNV stelt zich ten doel de armoede in de hele wereld te be strijden. Dan is het niet gek dat je als individuele SNV-er niet la minute re sultaat ziet". De term 'vrijwilliger' suggereert een grote opofferingsgezindheid. In de prak tijk valt dat wel mee. Het loon van de SNV-er is lager dan een academicus of HBO-er in Nederland zou verdienen, maar een stuk hoger dan de meeste men sen in de Derde Wereld in hun handje krijgen. De sociale voorzieningen zijn naar Hollandse normen geregeld en ook Censuur Al vóór de plechtige installatie van dat op bloed, bodem en volk gerichte gezel schap der minvermogenden is de bezet ter een radicale ombuiging begonnen. Sinds juni 1941 functioneert op het De partement voor Volksvoorlichting en Kunsten doctor Johannes van Ham. Hij, als bloemlezer bekend in de beperkte kring van de protestants-christelijke li teratuur, had afscheid genomen van het onderwijs te Leiden om zich geheel - en met overgave - te wijden aan de verbrei ding van de beginselen van de Nieuwe Orde. Van Ham wordt ten departemente hoofd van de afdeling Boekwezen. Daar bekrachtigt hij met zijn handtekening de censuur op namen en titels. Joodse en andere 'verdachte' auteurs worden uitgesloten. Hij beschikt mèt zijn Duitse 'collega' Bergfeld over de papiertoewij zing en geeft de bezetter ook aanbevelin gen over de aanpak die onwillige schrij vers zijns inziens behoren te ondergaan. Intussen vergeet hij niet de belangen van de willige auteurs. Hun papier is verzekerd, hun persjes draaien, hun ge schrijf mag de Nieuwe Ideologie stutten. We vinden ze in de Kultuurkamer, onder de beschermende handen van topnazi's als dr. Tobie Goedewaagen en professor Jan de Vries. We vinden ze ook op deze tentoonstelling: Beversluis en Eekhout, Kettmann, Van Rheenen, Van Ammers-Küller, Bruning, Wijde- veld, Van der Heiden, de bekroonde Friezen, Kuyle, Houwink, Delsing, Mien Proost en - in mindere mate - Van Deys sel, Boutens, Dirk Coster, Werumeus Buning, Gerretson. Niet ieder is de Nieuwe Orde zo toege daan dat een indeling bij de nationaal- socialisten op haar plaats is. Er zijn ban gerikken, meelopers en mensen die lie ver niet zien dat hun inkomsten door een publikatieverbod geschaad worden. Pseudoniemen Anders, heel anders is dat met de SS- ers, NSB-ers en zonder specifiek bla zoen opererende nazi's. In de Koninklij ke Bibliotheek ziet men daar wonderlij ke staaltjes van. Zo mag men nog eens meegenieten van de (volgens Pierre Dubois in 'ordi naire taal' gestelde) aanval van ene Jo- han Ponteyne op de 'decadenten' in de Nederlandse literatuur. Ponteyne doelt daarmee op de schrijvers rond de tijd schriften 'Criterium' en 'Forum', meer bepaald Ter Braak, Du Perron, Greshoff en Vestdijk. Ponteyne noemt die aanval 'baanbrekend' en bewondert liever de carrièreperspectieven blijven voor de meeste vrijwilligers overeind. Is er dan eigenlijk nog wel verschil tussen SNV-ers en officiële ontwikke lingswerkers, uitgezonden door het mi nisterie van ontwikkelingssamenwer king of de Verenigde Naties? „Dat on derscheid is er bijna niet", concludeert Barten nuchter. „Het verschil zit veel meer in de organisaties. De SNV voert een eigen beleid, onafhankelijk van mi nister Schoo". Het bestuur van de SNV neemt uitein delijk de beslissing wie in welk project wat gaat uitvoeren. Minister Schoo heeft schrijvers als zijn 'goeden kameraad' de SS-Kriegsberichter George Kettmann en de weinig frisse Vlaamse activist Jef Hinderdael. Hij krijgt even later bijval van de dichter-schrijver George de Sé- vooy. Géén wonder, want Ponteyne en De Sévooy blijken één en dezelfde man: pseudoniemen van de zich letterkundi ge noemende Aleid Johan Herman Au gust Wensink. Deze drieëenheid staat zo ongeveer voor nul in de letteren. Ze is meer curio sum dan een factor van betekenis, een brullend ratje dat meent de prijsdieren van een nieuwe, gezonde en vooral volksche letterkunde de enig juiste weg te moeten wijzen. Als George de Sévooy signeert deze ij deltuit zijn portretten en schrijft hij brie ven aan de bewonderde SS-kameraad Kettmann waarin hij, gesteund door de nieuwe tijden, laat weten: 'Wij zullen eindelijk onze tanden moeten tonen'. De firma Ponteyne De Sévooy heeft intussen weinig suces. Kettmann laat weten dat de anti-Criterium-brochure een mislukking is (geen enkel exem plaar verkocht) en dat de poëziebundel tjes zeer matig verkopen. Alles bij elkaar krijgt de letterkundige Wensink een be drag van f 16,41 en een welgemeend 'Heil Hitler' van zijn uitgever. Jan H. Eekhouts aanbeveling: 'In de liederen van George de Sévooy klinkt vogelslag en windgeruisch...' heeft wei nig in het laadje gebracht. Bloei Andere auteurs gaat het beter. Eekhout, 's lands grootste plagiator, krijgt mede voor zijn letterdiefstal de Meesterprijs.' Beversluis schrijft in alle foute bladen alle lege bladzijden vol en ziet zichzelf en zijn vrouw Jo (de ook al foute schrijf ster Dignate Robbertz) op de omslag van zijn bundel 'Zaad' geconterfeit door het hertenjong Van Meegeren die Hitier te keningen stuurde 'dem geliebten Führer gewidmet'. De nazi-uitgeverijen Oceanus, de Am- sterdamsche Keurkamer en Nenasu ma ken enige bloei door en de 'decadenten' en voortbrengers van 'entartete Kunst' lijkt voorgoed het zwijgen opgelegd. Dat pakt evenwel anders uit. Op de be zetting volgen het ontzet en de berech ting. Véél helpt het allemaal niét. De Ereraad voor de Letteren behan delt ruim driehonderd gevallen, maar - alle pogingen tot uitsluiting ten spijt - binnen korte tijd schrijven de Alte Ka meraden alweer. Over medeplichtigheid aan de daden van een verfoeilijk sys teem wordt nog nauwelijks gerept. Niet lang na de bevrijding trekt een in het bestuur echter een vertegenwoor diger met vetorecht en zij beslist in laat ste instantie ook over het geld. Het be stuur bestaat verder uit ex-vrijwilligers, vertegenwoordigers van de SNV-ers in de Derde Wereld en afgevaardigden van de Haagse ambtelijke staf en particulie re organisaties zoals NOVIB, missie en vrouwengroepen. Volgens de SNV is de oorzaak van de armoede in de Derde Wereld een combi natie van feitelijke onderontwikkeling en een bewuste of gegroeide achterstel ling door de Rijke Wereld of rijke men sen in deze landen. Hieraan probeert men wat te veranderen door de interna tionale economische structuren aan te pakken. Daarnaast probeert de uitzend organisatie de ongelijke machtsverhou dingen tussen armen en rijken in de on derontwikkelde landen zelf te doorbre ken. Dat is een hele klus. Met veel pijn en moeite heeft de SNV bedacht hoe ze dat wil doen. Gastorganisaties In tegenstelling tot de deskundigen van het ministerie van ontwikkëlings. - samenwerking zoekt de SNV daarvoor aansluiting bij autochtone gastorganisa ties. Die moeten aan vijf voorwaarden voldoen: gericht zijn op de armen, aan de wensen van die achtergebleven groe pen willen voldoen, werken aan de ver zelfstandiging van de arme mensen, aan dacht schenken aan de speciale positie van vrouwen en ten slotte geen geld heb ben om zelf werknemers in te huren. In een land waar de overheid oog heeft voor de ellende van de bevolking kan ook een regering als gastorganisatie op treden. Bij minder mensvriendelijke overheden (bijvoorbeeld Filippijnen of Peru) haakt de vrijwilligersorganisatie aan by vakbonden, kerken of vrouwen organisaties. De deskundigen van Schoo werken veel meer samen met overheden in grote, dure projecten. „Dat betekent niet dat de SNV alle doelstellingen van de gastorganisaties onderschrijft", vult Barten aan. „Dan zouden we in geen enkel project meer kunnen werken. Als we een vrijwilliger bijvoorbeeld inzetten in een bisdom in Bolivia, geeft dat niet aan dat de SNV alle ideeën van de katholieke kerk al daar een warm hart toedraagt. Het bete kent alleen dat het bisdom net als wij de armen wil bereiken en denkt dat we dat ook samen kunnen". Bij het African National Congres (ANC) heeft SNV ook een aantal leraren gestationeerd, maar als die betrokken zouden raken bij wapensmokkel, dan kunnen ze ogenblikkelijk in Den Haag hun laatste loonzakje ophalen, waar schuwt de voorzitter. Barten erkent dat onderontwikkeling, behalve door natuurgeweld, vaak wordt veroorzaakt door politiek. Veel Derde Wereld-ellende vraagt daarom ook om een politieke oplossing. „Maar de arme mensen in de Derde Wereld vragen ont wikkelingswerkers niet om te demon streren of actie te voeren, maar om prak tisch werk te verrichten", verklaart hij. „Ontwikkelingswerkers zijn niet al leen te duur om ze over straat te laten lopen met spandoeken, de mensen kun nen dat ook prima zelf'. SNV-ers zijn en blijven klusjesmensen; een wegenwacht voor gestrande machtelozen in dé Derde Wereld. Effect Helpt de SNV-hulp? Voorzitter Barten moet opvallend lang nadenken voordat hij zijn antwoord formuleert; „Het helpt wel, alleen minder dan je zou willen. De resultaten zijn vooral in de dorpen, ge zinnen of bij individuen te zien en niet in de grote regeringsstructuren. Het is heel frustrerend om te zien hoe kleine suc- cesjes snel onder je handen afbreken". Fon van Oosterhout blijft als man van de praktijk toch wijzen op lichtpuntjes. „Het werk van SNV levert concrete, tast bare resulaten op voor de arme mensen. Maar het succes van een enkele ontwik kelingswerker gaat verder dan een windmolen of een nieuwe visméthode. Het is voor de armen in de Derde Wereld heel belangrijk om te zien dat er mensen solidair met ze zijn, daadwerkelijk met ze willen meeleven en daar ook een paar jaar van hun leven in willen steken". Daarnaaét stuurt de SNV veel vergaarde kennis door naar diverse instanties, zo dat ook anderen daarvan kunnen profi teren. Met hulp van de Kontaktgroep Neder landse Vrijwilligers (KNV, een organisa tie van teruggekeerde ontwikkelings werkers) organiseren ex-SNV-ers infor matie- en vormingsdagen over ontwik keling en onderontwikkeling. Daarnaast probeert de SNV direkter de verbinding te leggen tusen Nederland en de ellende in de Derde Wereld door het koppelen van gemeenten en beroepsgroepen; bij voorbeeld Wageningen helpt een dorp in Rwanda en IJsselmeervissers steunen hun collega's rond een Filippijns meer. Die bewustmakingsdoelstelling van SNV raakte in het verleden nogal bedol ven onder de concrete klussen in de Der de Wereld. Als het aan Barten ligt komt daar snel verandering in. Ontwikke lingshulp houdt niet op by 27 maanden timmeren of knutselen in een Derde We reld-land; het gaat ook om structurele veranderingen in onze rijke wereld. (GPD) Een SNV-ster adviseert een Nicaraguaanse vrouw bij haar werk in moes tuinen. (foto GPD)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 23