De orde der parvenu's
SNV: wegenwacht voor machtelozen
Nederlandse letterkunde in de jaren '40-'45
ZATERDAG 5 OKTOBER 1985
EXTRA
PAGINA 23
In de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag is tot 1 november een tentoonstelling te
zien over de Nieuwe Orde en de Nederlandse letterkunde gedurende de jaren
1940-1945. Behalve een stapeltje prutboeken ligt daar een indrukwekkende
verzameling brieven, foto's en andere documenten die herinneren aan een tijd waarin
tweede- en derderangs schrijvers hun kans roken en zich alras ontwikkelden tot
knechten die hun meesters in knevelarij naar de kroon staken. De massaliteit der
collaboratie is hier wederom een van de schokkende ontdekkingen. Andreas
Oosthoek nam er een kijkje.
door Andreas Oosthoek
t De dichter Martien Beversluis en zijn vrouw omslag 'Het Zaad'), (foto gpdi
kleine, bonte stoet nazi's de Zeeuwse
dreven in. Jan de Vries, pruilend afge
gaan toen de bezetter hem niet zwaar ge
noeg achtte om secretaris-generaal Goe-
dewaagen op te volgen, vestigt zich in
Oostburg, aangenaam dicht by de
Groot-Vlaamsche grens.
Dr J. van Ham, die weinig onbeproefd
heeft gelaten om de vrije letteren en hun
beoefenaars te knevelen eri te knechten,
wordt weer in staat gesteld de jeugd te
onderhouden over... de schone letteren.
Hij doet dat enige jaren als docent aan
de Middelburgse rijkskweekschool.
In Sint-Anna, nog dichter by de grens,
zit Jan Eekhout aan zyn 'eerherstel' en
financiën te werken. Beversluis vindt
Dignate Robbertz - zonder lichtkogels -
terug in zyn Veerse Veste.
Schuilnaam
En Oostburg mag óók het triumviraat
Wensink-De Sévooy-Ponteyne ontvan
gen. Deze gedrevene slaat het vizier op
nieuw neer en bedient zich van wéér een
andere schuilnaam. Als Willem Enzinck
sticht hij - voornamelijk tot versprei
ding van eigen werken - fluks de (Duit
se) Galatrapresse, ontvangt en passant
vanwege zijn verdiensten voor de (Duit
se) cultuur de prijs van de stad Minden
èn, als promotor voor het Schoon van
(Neerlandsch) Bosch en Beemd, de Prijs
van de Algemene Nederlandse Wielrij
ders Bond. De strijder tegen decadentie
en ontaarding in de kunst vindt voorts
als recensent onderdak by een dagblad
gaat de leden van de Zeeuwse Kunst
kring balloteren en wordt door de ge
meente Vlissingen aangesteld als advi
seur voor de BKR-aankopen en -op
drachten.
Van Ham, Houwink en Enzinck publi
ceren braafjes in het Zeeuws Tijdschrift.
Het leven heeft - met andere woorden -
zijn gangetje hernomen en wat niet weet
deert immers niet.
Men hóeft niet onwetend te blijven.
De tentoonstelling in de Koninklijke Bi
bliotheek geeft een instructief overzicht
van dat literaire, semi-literaire en doctri
naire aspect van wat sommigen als hun
'Heilige Jaren' zagen.
Dat gebeurt aan de hand van boeken,
brieven, foto's en andere documenten en
een puntige catalogus die veel versprei
de informatie bundelt.
Het gaat om dé vijf jaren die Neder
land nu al bijna een halve eeuw bezig
houden, om vragen over 'goed' en 'fout',
onderdrukking en verzet. Het gaat voor
al, in deze vunze poel van onvrijheid, om
de kracht van het vrije woord. De verbij
stering blijft.
Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. Cata
loog samengesteld door Jan Jaap Kelder,
Willem Huberts, Marja Geesink en Frank
van den Boogaard. Uitgave: Bureau voor de
Bibliografie van de Neerlandistiek. Tentoon
stelling tot 1 november.
„Te 21.50 uur geeft Officier
Vliegkamp Veere telefonisch ken
nis dat gezien is dat uit de woning
van den bekenden dichter Martien
Beversluis te Veere lichtkogels zijn
afgeschoten, terwijl B. per rijwiel op
weg is naar Middelburg. Onderzoek
wordt ingesteld door hoofdagent
Verhage".
Het is 10 mei 1940 en de vyfde-kolon-
ne-paniek grijpt om zich heen. Alles dat
verdacht is geeft aanleiding tot wild ge
ruis. Beversluis is verdacht. Men kent
hem - zij het sinds kort - als deutsch-
freundlich, een moffenvriend.
Martien Beversluis zal enkele jaren la
ter de geschiedenis ingaan als het proto
type van de schrijver-collaborateur.
Communist was hij, 'jong protestant',
socialist, pacifist, windvaan en draaier.
Overal zocht hij - rusteloos - storm en
nergens vond hij luwte. Of, het moet ge
weest zijn in het nationaal socialisme.
Augustus 1942 merkt hij in zijn Levens
berichten op dat dit nieuw gevonden ge
loof hem 'een verlossing' was.
Schokkend
Neerlands bard, populair Vara-man en
dienaar van veelgelezen natuurlyriek,
brengt het tot NSB-burgemeester van
Veere. Al in november 1940 zendt hij de
Beauftragte van Seyss-Inquart in Zee
land zijn 'Liederen van de Arbeid' als be
wijs van 'myn hartelijke en niet meer te
breken kameraadschap voor u'. Luttele
(zes) jaren daarvoor was hij een van de
Nederlanders die het 'Bruinboek van de
Hitlerterreur' hun steuntje gaven. Het
kan verkeren.
Oude Veerenaars herinneren zich het
sterk gereduceerde postverkeer in de
bezettingstijd. Men ging buiten het stad
je om brieven posten. Burgemeester B.
immers placht de censuur zelf ter hand
te nemen en het was géén geheim dat de
schilder Karei van Veen op die manier in
het gijzelaarskamp was terechtgeko-
Martien Beversluis is nu uit de hand
boeken van de letteren verdwenen. Wie
terug wil gaan naar de kleine vijf jaren
die zijn 'duizendjarig rijk' mochten du
ren, ziet hem op een ruim bemeten
plaats. Beversluis krijgt - bijna twintig
jaar na zijn dood - die plaats op de ten
toonstelling 'De Nieuwe Orde en de Ne
derlandse Letterkunde 1940-1945' die de
Koninklijke Bibliotheek tot 1 november
laat zien. Het is een in menig opzicht
schokkende tentoonstelling. De opzet is
voorbeeldig sober maar toch ontkomt
men niet aan de massaliteit van de colla
Geitewollen sokken,
sandalen, baard en vooral
veel idealisme. Een kruising
tussen missionaris,
revolutionaire
wereldverbeteraar en
padvinder. Zo ziet een
ontwikkelingswerker er in de
ogen van veel
buitenstaanders uit. Volgens
de Stichting Nederlandse
Vrijwilligers (SNV) klopt dat
beeld van geen kanten.
Zij kan het weten, want de SNV heeft
jaarlijks ruim 500 jonge ontwikkelings
werkers aan het werk in 29 Derde We
reld-landen. Daarnaast gaf ze vorig jaar
ruim 11 miljoen gulden uit aan projecten
in ontwikkelingslanden en bemiddelde
ze voor 32 andere. De stichting viert haar
twintigste verjaardag.
De SNV stuurt al sinds 1965 artsen,
landbouwkundigen, economen, auto
monteurs en andere technische vrijwilli
gers naar de Derde Wereld om daar 27
maanden de handen uit de mouwen te
steken. Minister Schoo van ontwikke
lingssamenwerking verschaft het beno
digde geld (41 miljoen gulden per jaar,
nog niet één procent van haar totale
budget) en levert daarnaast bijna hon
derd bureaumedewerkers. Daarvan
werken er 55 op het hoofdkantoor in
Den Haag. De anderen begeleiden de
vrijwilligers in de Derde Wereld. Bijna
een kwart van de uitgezonden SNV-ers
Idealisme
„Een SNV-er is idealistisch", vertelt B.
Barten, voorzitter van het bestuur van
SNV, „maar ook een zucht naar avon
tuur en de wil om wat te zien van de we
reld spelen een grote rol. De 'gemiddel
de ontwikkelingswerker' is zeker geen
wazige, geitewollen sokken-figuur. Die
gaat in een Derde Wereld-land binnen
een week op zijn gezicht. In de ontwik
kelingslanden is de scheidslijn tussen le
ven en dood veel smaller dan in Neder
land. De dagelykse werkelijkheid komt
daar harder op je af dan hier. Daar moet
je als vrijwilliger tegen kunnen".
Barten werkte van 1972 tot 1973 als au
tomonteur in Nigeria. Na terugkomst
belandde hij in het SNV-bestuur. Vijf
jaar geleden nam hij de voorzittersha
mer over van prins Claus. In het dage
lijks leven werkt hy op de onderdelenaf-
boratie, het heulen met een knottende,
rovende en moordende vijand.
Hoe is het mogelijk - zo vraagt men
zich af - dat op deze verschrikkelijke
schaal dienaren van het woord elke vrije
kracht aan dat woord hebben kunnen
ontnemen? Ze stelden zich zonder veel
voorwaarden in dienst van een nieuwe
orde die alles dat niet met het Nieuwe
Evangelie van nazisme en Fascisme
strookte, wilde verpletteren.
Wat ervan rest is - behalve wat prut-
boeken - verbijstering en de waarschu
wing tegen wat zich - ook vandaag de
dag - opnieuw aan anti-democratische
krachten presenteert.
Kultuurkamer
De Nieuwe Orde is de orde der parve
nu's. Mensen die voordien niet of nau
welijks slagje aan de bak kwamen, zien -
vaak niet zonder wraakzucht - hun kan
sen schoon op het moment dat de vrije
meningsuiting moet plaatsmaken voor
het dictaat.
Prulpoëetjes hebben al te lang zitten
wachten op het moment dat ze kunnen
afrekenen met de schrijvers van een an
der (hoger) aanzien.
Ze vinden gehoor by de bezettende
Teutoon en ontwikkelen zich ras tot vol
ijverige knechten die hun meesters in
knevelarij naar de kroon steken. Het ali
bi heet Ideaal. Bezet Nederland krygt
zijn Kultuurrraad, krijgt zijn Kultuurka
mer. Veel mensen van niveau vindt men
in dat gezelschap niet.
Op 30 mei van het jaar opent Seyss-
Inquart, temidden van veel uniformen,
de Nederlandse Kultuurkamer in de
Haagse Stadsschouwburgen het Lette-
rengilde ontmoet men weinig bekenden.
Onderliggers trachten bovendrijvers te
worden. Zeker, men ziet de gevierde na
men van moreel zwakke broeders als
een Van Deyssel, een Boutens. De nieu
we machthebbers ontlenen evenwel al te
veel moed aan hun aanwezigheid. De
rest van de fine fleur bedankt, de bruine
pressie ten spijt. Liever monddood of in
de illegaliteit dan deutschfreundlich, is
het parool. Het grote succes voor de Kul
tuurkamer blijft uit.
Dichters en schrijvers tussen de derde
en de zestiende rang, verdwaasde regio-
nalisten en nationalisten, folklorepredi-
kers en andere grossiers in meligheid
schieten omhoog. Het regent literaire
prijzen in van Groot-Dietsers, de Frie-
sche Nationalen en andere Zeer Authen
tieke Volk- en Grondaanbidders. Wie
zich in die kringen minder thuis voelt en
zich niet aanmeldt als lid van de Kul
tuurkamer, heeft een publicatieverbod
op zak.
deling van een handel in vorkheftrucks.
Voor zweverige praat is dus geen
plaats in de Derde Wereld. Flexibiliteit
en inlevingsvermogen zijn vereisten
voor een ontwikkelingswerker, want
niet alle wereldburgers zijn als Neder
landers.
„Een SNV-er moet niet zo sterk resul
taatgericht en efficiënt willen werken als
hij hier in Nederland gewend was",
merkt Fon van Oosterhout op. Hij is
sinds één jaar veldleider op de Filippij
nen en heeft de leiding over 15 vrijwilli
gers in dat land.
j Van Oosterhout: „Hij zal ook moeten
leren inzien dat daar vaak andere nor
men en waarden in het leven belangrijk
zijn dan in onze maatschappij". Een ex-
vrijwilligster geeft als voorbeeld dat het
voor een leraar in Oost-Kameroen be
langrijker is om zijn zieke broer in het
westen van het land bij te staan, dan om
de school draaiende te houden. „Als je
daar iets van zegt, word je raar aangeke
ken", vertelt ze.
„Ontwikkelingswerkers in de Derde
Wereld zijn kansrijk in het ontwikkelen
van zichzelf', meent Van Oosterhout,
„ze doen veel ervaringen op die onbe
taalbaar zyn. Ikzelf leer op de Filippij
nen een soort 'gemak' ontwikkelen. Doe
ik bijvoorbeeld mijn best, maar lukt iets
niet of komt iemand zijn afspraken niet
na, nou dan maar niet!"
Frustraties
„Een niet-gefrustreerde vrijwilliger
heeft niet goed genoeg rondgekeken in
zijn gastland", stelde Barten ooit. Hij
legt uit: „Frustraties zijn helemaal niet
erg. Het betekent alleen dat je je doel
niet bereikt en er een katterig gevoel aan
overhoudt. Maar de SNV stelt zich ten
doel de armoede in de hele wereld te be
strijden. Dan is het niet gek dat je als
individuele SNV-er niet la minute re
sultaat ziet".
De term 'vrijwilliger' suggereert een
grote opofferingsgezindheid. In de prak
tijk valt dat wel mee. Het loon van de
SNV-er is lager dan een academicus of
HBO-er in Nederland zou verdienen,
maar een stuk hoger dan de meeste men
sen in de Derde Wereld in hun handje
krijgen. De sociale voorzieningen zijn
naar Hollandse normen geregeld en ook
Censuur
Al vóór de plechtige installatie van dat
op bloed, bodem en volk gerichte gezel
schap der minvermogenden is de bezet
ter een radicale ombuiging begonnen.
Sinds juni 1941 functioneert op het De
partement voor Volksvoorlichting en
Kunsten doctor Johannes van Ham. Hij,
als bloemlezer bekend in de beperkte
kring van de protestants-christelijke li
teratuur, had afscheid genomen van het
onderwijs te Leiden om zich geheel - en
met overgave - te wijden aan de verbrei
ding van de beginselen van de Nieuwe
Orde.
Van Ham wordt ten departemente
hoofd van de afdeling Boekwezen. Daar
bekrachtigt hij met zijn handtekening
de censuur op namen en titels. Joodse
en andere 'verdachte' auteurs worden
uitgesloten. Hij beschikt mèt zijn Duitse
'collega' Bergfeld over de papiertoewij
zing en geeft de bezetter ook aanbevelin
gen over de aanpak die onwillige schrij
vers zijns inziens behoren te ondergaan.
Intussen vergeet hij niet de belangen
van de willige auteurs. Hun papier is
verzekerd, hun persjes draaien, hun ge
schrijf mag de Nieuwe Ideologie stutten.
We vinden ze in de Kultuurkamer,
onder de beschermende handen van
topnazi's als dr. Tobie Goedewaagen en
professor Jan de Vries. We vinden ze
ook op deze tentoonstelling: Beversluis
en Eekhout, Kettmann, Van Rheenen,
Van Ammers-Küller, Bruning, Wijde-
veld, Van der Heiden, de bekroonde
Friezen, Kuyle, Houwink, Delsing, Mien
Proost en - in mindere mate - Van Deys
sel, Boutens, Dirk Coster, Werumeus
Buning, Gerretson.
Niet ieder is de Nieuwe Orde zo toege
daan dat een indeling bij de nationaal-
socialisten op haar plaats is. Er zijn ban
gerikken, meelopers en mensen die lie
ver niet zien dat hun inkomsten door
een publikatieverbod geschaad worden.
Pseudoniemen
Anders, heel anders is dat met de SS-
ers, NSB-ers en zonder specifiek bla
zoen opererende nazi's. In de Koninklij
ke Bibliotheek ziet men daar wonderlij
ke staaltjes van.
Zo mag men nog eens meegenieten
van de (volgens Pierre Dubois in 'ordi
naire taal' gestelde) aanval van ene Jo-
han Ponteyne op de 'decadenten' in de
Nederlandse literatuur. Ponteyne doelt
daarmee op de schrijvers rond de tijd
schriften 'Criterium' en 'Forum', meer
bepaald Ter Braak, Du Perron, Greshoff
en Vestdijk. Ponteyne noemt die aanval
'baanbrekend' en bewondert liever
de carrièreperspectieven blijven voor de
meeste vrijwilligers overeind.
Is er dan eigenlijk nog wel verschil
tussen SNV-ers en officiële ontwikke
lingswerkers, uitgezonden door het mi
nisterie van ontwikkelingssamenwer
king of de Verenigde Naties? „Dat on
derscheid is er bijna niet", concludeert
Barten nuchter. „Het verschil zit veel
meer in de organisaties. De SNV voert
een eigen beleid, onafhankelijk van mi
nister Schoo".
Het bestuur van de SNV neemt uitein
delijk de beslissing wie in welk project
wat gaat uitvoeren. Minister Schoo heeft
schrijvers als zijn 'goeden kameraad' de
SS-Kriegsberichter George Kettmann
en de weinig frisse Vlaamse activist Jef
Hinderdael. Hij krijgt even later bijval
van de dichter-schrijver George de Sé-
vooy. Géén wonder, want Ponteyne en
De Sévooy blijken één en dezelfde man:
pseudoniemen van de zich letterkundi
ge noemende Aleid Johan Herman Au
gust Wensink.
Deze drieëenheid staat zo ongeveer
voor nul in de letteren. Ze is meer curio
sum dan een factor van betekenis, een
brullend ratje dat meent de prijsdieren
van een nieuwe, gezonde en vooral
volksche letterkunde de enig juiste weg
te moeten wijzen.
Als George de Sévooy signeert deze ij
deltuit zijn portretten en schrijft hij brie
ven aan de bewonderde SS-kameraad
Kettmann waarin hij, gesteund door de
nieuwe tijden, laat weten: 'Wij zullen
eindelijk onze tanden moeten tonen'.
De firma Ponteyne De Sévooy heeft
intussen weinig suces. Kettmann laat
weten dat de anti-Criterium-brochure
een mislukking is (geen enkel exem
plaar verkocht) en dat de poëziebundel
tjes zeer matig verkopen. Alles bij elkaar
krijgt de letterkundige Wensink een be
drag van f 16,41 en een welgemeend
'Heil Hitler' van zijn uitgever.
Jan H. Eekhouts aanbeveling: 'In de
liederen van George de Sévooy klinkt
vogelslag en windgeruisch...' heeft wei
nig in het laadje gebracht.
Bloei
Andere auteurs gaat het beter. Eekhout,
's lands grootste plagiator, krijgt mede
voor zijn letterdiefstal de Meesterprijs.'
Beversluis schrijft in alle foute bladen
alle lege bladzijden vol en ziet zichzelf
en zijn vrouw Jo (de ook al foute schrijf
ster Dignate Robbertz) op de omslag van
zijn bundel 'Zaad' geconterfeit door het
hertenjong Van Meegeren die Hitier te
keningen stuurde 'dem geliebten Führer
gewidmet'.
De nazi-uitgeverijen Oceanus, de Am-
sterdamsche Keurkamer en Nenasu ma
ken enige bloei door en de 'decadenten'
en voortbrengers van 'entartete Kunst'
lijkt voorgoed het zwijgen opgelegd.
Dat pakt evenwel anders uit. Op de be
zetting volgen het ontzet en de berech
ting. Véél helpt het allemaal niét.
De Ereraad voor de Letteren behan
delt ruim driehonderd gevallen, maar -
alle pogingen tot uitsluiting ten spijt -
binnen korte tijd schrijven de Alte Ka
meraden alweer. Over medeplichtigheid
aan de daden van een verfoeilijk sys
teem wordt nog nauwelijks gerept.
Niet lang na de bevrijding trekt een
in het bestuur echter een vertegenwoor
diger met vetorecht en zij beslist in laat
ste instantie ook over het geld. Het be
stuur bestaat verder uit ex-vrijwilligers,
vertegenwoordigers van de SNV-ers in
de Derde Wereld en afgevaardigden van
de Haagse ambtelijke staf en particulie
re organisaties zoals NOVIB, missie en
vrouwengroepen.
Volgens de SNV is de oorzaak van de
armoede in de Derde Wereld een combi
natie van feitelijke onderontwikkeling
en een bewuste of gegroeide achterstel
ling door de Rijke Wereld of rijke men
sen in deze landen. Hieraan probeert
men wat te veranderen door de interna
tionale economische structuren aan te
pakken. Daarnaast probeert de uitzend
organisatie de ongelijke machtsverhou
dingen tussen armen en rijken in de on
derontwikkelde landen zelf te doorbre
ken. Dat is een hele klus. Met veel pijn
en moeite heeft de SNV bedacht hoe ze
dat wil doen.
Gastorganisaties
In tegenstelling tot de deskundigen
van het ministerie van ontwikkëlings. -
samenwerking zoekt de SNV daarvoor
aansluiting bij autochtone gastorganisa
ties. Die moeten aan vijf voorwaarden
voldoen: gericht zijn op de armen, aan
de wensen van die achtergebleven groe
pen willen voldoen, werken aan de ver
zelfstandiging van de arme mensen, aan
dacht schenken aan de speciale positie
van vrouwen en ten slotte geen geld heb
ben om zelf werknemers in te huren.
In een land waar de overheid oog heeft
voor de ellende van de bevolking kan
ook een regering als gastorganisatie op
treden. Bij minder mensvriendelijke
overheden (bijvoorbeeld Filippijnen of
Peru) haakt de vrijwilligersorganisatie
aan by vakbonden, kerken of vrouwen
organisaties. De deskundigen van Schoo
werken veel meer samen met overheden
in grote, dure projecten.
„Dat betekent niet dat de SNV alle
doelstellingen van de gastorganisaties
onderschrijft", vult Barten aan. „Dan
zouden we in geen enkel project meer
kunnen werken. Als we een vrijwilliger
bijvoorbeeld inzetten in een bisdom in
Bolivia, geeft dat niet aan dat de SNV
alle ideeën van de katholieke kerk al
daar een warm hart toedraagt. Het bete
kent alleen dat het bisdom net als wij de
armen wil bereiken en denkt dat we dat
ook samen kunnen".
Bij het African National Congres
(ANC) heeft SNV ook een aantal leraren
gestationeerd, maar als die betrokken
zouden raken bij wapensmokkel, dan
kunnen ze ogenblikkelijk in Den Haag
hun laatste loonzakje ophalen, waar
schuwt de voorzitter.
Barten erkent dat onderontwikkeling,
behalve door natuurgeweld, vaak wordt
veroorzaakt door politiek. Veel Derde
Wereld-ellende vraagt daarom ook om
een politieke oplossing. „Maar de arme
mensen in de Derde Wereld vragen ont
wikkelingswerkers niet om te demon
streren of actie te voeren, maar om prak
tisch werk te verrichten", verklaart hij.
„Ontwikkelingswerkers zijn niet al
leen te duur om ze over straat te laten
lopen met spandoeken, de mensen kun
nen dat ook prima zelf'. SNV-ers zijn en
blijven klusjesmensen; een wegenwacht
voor gestrande machtelozen in dé Derde
Wereld.
Effect
Helpt de SNV-hulp? Voorzitter Barten
moet opvallend lang nadenken voordat
hij zijn antwoord formuleert; „Het helpt
wel, alleen minder dan je zou willen. De
resultaten zijn vooral in de dorpen, ge
zinnen of bij individuen te zien en niet in
de grote regeringsstructuren. Het is heel
frustrerend om te zien hoe kleine suc-
cesjes snel onder je handen afbreken".
Fon van Oosterhout blijft als man van
de praktijk toch wijzen op lichtpuntjes.
„Het werk van SNV levert concrete, tast
bare resulaten op voor de arme mensen.
Maar het succes van een enkele ontwik
kelingswerker gaat verder dan een
windmolen of een nieuwe visméthode.
Het is voor de armen in de Derde Wereld
heel belangrijk om te zien dat er mensen
solidair met ze zijn, daadwerkelijk met
ze willen meeleven en daar ook een paar
jaar van hun leven in willen steken".
Daarnaaét stuurt de SNV veel vergaarde
kennis door naar diverse instanties, zo
dat ook anderen daarvan kunnen profi
teren.
Met hulp van de Kontaktgroep Neder
landse Vrijwilligers (KNV, een organisa
tie van teruggekeerde ontwikkelings
werkers) organiseren ex-SNV-ers infor
matie- en vormingsdagen over ontwik
keling en onderontwikkeling. Daarnaast
probeert de SNV direkter de verbinding
te leggen tusen Nederland en de ellende
in de Derde Wereld door het koppelen
van gemeenten en beroepsgroepen; bij
voorbeeld Wageningen helpt een dorp in
Rwanda en IJsselmeervissers steunen
hun collega's rond een Filippijns meer.
Die bewustmakingsdoelstelling van
SNV raakte in het verleden nogal bedol
ven onder de concrete klussen in de Der
de Wereld. Als het aan Barten ligt komt
daar snel verandering in. Ontwikke
lingshulp houdt niet op by 27 maanden
timmeren of knutselen in een Derde We
reld-land; het gaat ook om structurele
veranderingen in onze rijke wereld.
(GPD)
Een SNV-ster adviseert een Nicaraguaanse vrouw bij haar werk in moes
tuinen. (foto GPD)