m
Ontbossing dreigt wereld
te herscheppen in woestijn
Fundamentalisten
in Tripoli met
rug tegen de muur
Gereformeerden blijven in cijfers achteruitgaan
Reportage
Roofbouw op natuur staat centraal op Wereldvoedseldag
VRIJDAG 4 OKTOBER 1985
PAGINA 17
mm—ag
mm
In Europa en Noord-Amerika zijn het de zure regen en
andere milieuvervuilers die grote woudgebieden ern
stig aantasten. In de landen rond de Middellandse
Zee dragen bosbranden bij aan de aftakeling. Maar de
grootste dreiging gaat uit van de armoede en de be
volkingsexplosies in de Derde Wereld, die gelden als
de voornaamste oorzaken van massale ontbossing in
de tropische regenwouden.
Als er niets verandert, zal tussen nu en het jaar 2000
ongeveer 226 miljoen hectare regenwoud en savanne
worden herschapen in woestijn, bijna een kwart van
het huidige bosbestand. De vruchtbare bodem zal
worden weggespoeld; duizenden dier- en plantesoor-
ten zullen verdwijnen; miljarden mensen komen zon
der brandstof- en voedselbronnen te zitten.
In een poging die ontwikkeling een halt toe te roe
pen heeft de FAO, de voedsel en landbouworganisatie
van de Verenigde Naties, 1985 uitgeroepen tot het In
ternationaal jaar van het Woud. Want een oplossing is
er wel, maar er zal met man en macht aan gewerkt
moeten worden.
doende brandhout. In Soedan
bijvoorbeeld heeft de lokale be
volking in de afgelopen jaren in
het wilde weg bossen gekapt, bij
gestaan door het toenemende
aantal vluchtelingen uit Ethio-
Armoede, in combinatie met een
hoog sterftecijfer, is een bélang-
rijke oorzaak van een groot aan
tal geboorten. Kinderen kunnen
helpen bij het bewerken van de
schrale akkers en kunnen er voor
zorgen dat de ouders in hun laat
ste levensjaren niet van de hon
ger en de dorst omkomen. Maar
door een sterke verbetering van
de gezondheidszorg in de arme
landen is het evenwicht zoek ge
raakt. Er gaapt een groot gat tus
sen die verbeteringen en de ge
zinsplanning die daarvan een lo
gisch uitvloeisel zou moeten zijn,
met als gevolg dat er steeds meer
monden moeten worden gevoed.
De traditionele 'zwerfland
bouw' kan het tempo niet meer
bijbenen. Die methode - boeren
kappen hout, branden het land
af, bebouwen het en laten het
achter op zoek naar nieuw land -
werkt alleen als het achtergela
ten land de tijd krijgt om te her
stellen. Door de toenemende be-
pië.
Droogte, honge,
door
Leslie Leijenhorst
volkingsdruk, en de steeds grote
re vraag naar voedsel en brand
hout, is dat steeds minder vaak
het geval.
In tropisch Amerika, waar de
bossen in een sneller tempo wor
den gekapt dan in Azië en Afrika,
is deze wijze van landbouw oor
zaak van ongeveer 35 procent
van de ontbossing van de selva's,
de regenwouden. Met name
geldt dat in Mexico, Centraal-
Amerika en de Andeslanden. In
de regenwouden van Afrika is de
zwerflandbouw zelfs verant
woordelijk voor 70 procent van
de ontbossing in zowel de regen
wouden als de savanne-gebie
den. In Azië zijn het de schierei
landen in het zuid-oosten, die de
ontbossing voor de helft danken
aan deze vorm van landbouw.
Veestapel
Als de menselijke bevolking
toeneemt, dijdt niet zelden ook
de veestapel uit. De overmatige
concentratie van herders en hun
kudden rond waterputten en
langs wegen doet de vegetatie
nog meer verschralen. De geiten
en schapen eten de bast en de
laatste bomen op en maken de
uitgedroogde grond nog on
vruchtbaarder. Dit probleem van
'overbegrazing' speelt vooral in
de Sahel, Kenia, Tanzania, Ethio
pië, Syrië en Irak. In landen als
Mexico en Brazilië stimuleren
ontwikkelingsmaatschappijen
en de Banco Rural, de boeren
leenbank, de vestiging van grote
veeteeltbedrijven. De regenwou
den moeten wijken voor gras.
En dan is er de brandhoutcri
sis, die met name Afrika teistert.
Het lijkt wel of de ontbossing ten
behoeve van de agrarische pro-
duktie, die de hoge bevolkings
groei moet bijhouden, moet we
dijveren met de overexploitatie
van de wouden als leverancier
van brandhout. En dat, terwijl
nog steeds op grote schaal hout
wordt verspild door open vuren
en slecht functionerende houto
vens. Momenteel zijn er al hon
derd miljoen mensen die niet
kunnen beschikken over vol-
Vluchtelingen
De spiraalwerking is funest.
Hoge bevolkingsgroei gaat sa
men met een grote afhankelijk
heid van de zelfverzorgende
landbouw en intensievere be
bouwing. Het kappen van bo
men en struikgewas in steppege
bieden leidt er echter toe dat
steeds meer vruchtbare land
bouwgrond verdwijnt, zodat er
nieuwe bossen ontgonnen moe
ten worden om aan de steeds toe
nemende behoefte te voldoen.
Als ook die mogelijkheden raken
uitgeput, ontstaat vervolgens de
trek naar de stad of het buiten
land. Van Jamaica is bekend dat
één op de vijf autochtonen zijn
toevlucht heeft gezocht in de
Verenigde Staten. Ze staan te
boek als 'ecologische vluchtelin
gen'.
Gedurende de laatste twintig
jaar hebben de bevolkingsgroei
en de aanleg van wegen al grote
bosgebieden in West-Afrika
doen verdwijnen. In de Afrikaan
se savannen heeft de overexploi
tatie van brandhout en de aanleg
van wegen en spoorlijnen al ge
leid tot het ontstaan van woestij
nachtige vlaktes in een cirkel
van veertig kilometer rond ste
den als Kartoem (Soedan) en
Oeagadoegoe (Burkina Faso, het
vroegere Bóven Volta).
In Azië is de 'geplande koloni
satie' van de wouden voor vijftig
procent oorzaak van ontbossing.
Maleisië zet laaglandbossen om
in plantages voor palmolie en
rubber. De Indonesische rege
ring zet aan tot massale verhui
zingen van Java naar dunbevolk
te eilanden aan de rand van de
archipel.
Desastreus
Als er niet zorgvuldiger mee
wordt omgesprongen en er geen
massale herbebossing plaats
vindt, zullen rond het jaar 2000
2,3 miljard mensen met ernstige
brandstoftekorten kampen. Bo
vendien zullen - bij de huidige
bevolkingsgroei en het handha
ven van de traditionele land
bouwmethoden - niet minder
dan 64 landen, waarvan 29 in
Afrika, niet in staat zijn hun ei
gen bevolking te voeden.
De gevolgen van ontbossing
zijn ook in andere opzichten des
astreus. Met de tropische regen
wouden dreigen er ook een mil
joen dier- en plantesoorten te
verdwijnen in de komende vijf
tien jaar. Waar regenwouden
stonden zorgt de bodemerosie in
heuvel- en bergachtige gebieden
voor het wegspoelen van de
grond, zodat alleen kale rotsen
overblijven.
De grond wordt meegevoerd
naar de dalen met als gevolg dat
er steeds vaker overstromingen
plaats vinden. Werden in de ja
ren zestig 5,2 miljoen mensen
daarvan het slachtoffer, in de ja
ren zeventig liep het aantal
slachtoffers van deze 'natuur
rampen' al op tot ruim 15 mil-
Een kameel, beladen met een 'complete Ethiopische hu
naar nieuw te ontginnen stuk,land. Zwerflandbouw is een l
ke oorzaak vanm de voortgaande ontbossing in Afrika.
joen. Ook leidt de bodemerosie
tot verzanding van stuwmeren.
Zo werd een stuwdam op de Phi-
lippijnen na 32 jaar dienst on
bruikbaar. In India verzanden
zeventien grote reservoirs drie
maal sneller dan was verwacht.
Vrouwen
Het belang van de bosbouw zal
een belangrijk thema zijn op 16
oktober, Wereld Voedsel Dag. De
FAO, de veertig jaar oude.land
bouw- en voedselorganisatie van
de Verenigde Naties die 1985
heeft uitgeroepen tot Internatio
naal jaar van het Woud, zal daar
bij bijzondere aandacht besteden
aan de rol van de vrouw: zij be
steedt bijvoorbeeld in Centraal-
Tanzania 250 tot 300 dagen per
jaar aan het verzamelen van
hout. En directe betrokkenheid
van de bevolking bij herbebos
sing is een eerste vereiste. Is die
er niet, dan wordt het hout al
weer gekapt voor het goed en
wel is opgeschoten.
In India zijn goede ervaringen
opgedaan in de staat Gujarat,
waar de dorpsraden verantwoor
delijk zijn voor het beheer van de
bosprojecten. Dorpsbossen kun
nen zowel brandhout levéren als
de voortschrijdende woestijn
een halt toeroepen, zo luidt de
boodschap van de FAO. Snel
groeiende boomsoorten als de
acacia albida en de eucalyptus
kunnen de houtopbrengst per
hectare verzesvoudigen. Goed
beheer is daarbij een voorwaar
de.
Bij herbebossing wordt ge
bruik gemaakt van speciale
droogtebestendige boomsoorten
die de grond vasthouden en ver
rijken, terwijl ze tegelijkertijd
zorgen voor beschutting, scha
duw en een betere waterbeheer
sing. Dat schept gunstiger voor
waarden voor de landbouw. De
bomen leveren veevoer, brand
hout en bouwmateriaal en soms
zelfs exportoogsten zoals dadels
en palmnoten.
Verspilling
Niet minder belangrijk dan het
herbebossen is het zorgen voor
betere verbrandingsmethoden.
Open vuren lejden tot grote ver
spilling. Maar ook de meeste
ovens die in ontwikkelingslan
den worden gebruikt zijn uiterst
onrendabel. Ze benutten slechts
tien procent van de warmte. Pro
jecten van de Stichting Neder
landse Vrijwilligers en de Novib
in Mali, Burkina Faso en Senegal
hebben al geleid tot besparingen
van vyftig procent.
De FAO helpt ook bij het op
zetten van strategieën om woes
tijnvorming tegen te gaan. Dat
kan door het aanleggen van ge
metselde muren of dammen en
windkeringen en door het zaaien
van gras. Zo zijn er projecten
voor de stabilisatie van zanddui
nen uitgevoerd in Zuid-Marok-
ko, Tunesië en Somalië.
In gebieden waar weinig mo
gelijkheden voor de landbouw
zyn, stimuleert de FAO het opne
men van nationale parken en
wildbeheerschema's in groot
schalige projecten voor bosbouw
en waterbeheer. Toerisme (foto-
safari's) en gecontroleerde jacht
leveren dan inkomsten op voor
arme plattelandsgebieden en
vreemde valuta voor de nationa
le autoriteiten. Ook kunnen nieu
we vormen van wildbeheer, zoals1
het houden van antilopen, voed
sel opleveren.
Industrielanden
Maar hoe belangrijk dergelijke
projecten ook zijn, ze nemen de
problemen en de oorzaken daar
van niet weg. De Derde-Wereld
landen hebben in feite geen geld
om de dure olie- en voedselim-
porten te betalen, terwijl ze zich
evenmin kunnen permitteren
om nog meer bomen te kappen
voor brandhout en landbouw
grond. En intussen gaat de be
volkingsgroei voort.
De industrielanden zullen dan
ook niet langs de kant kunnen
blijven staan. Niet alleen zullen
zij hun eigen ontbossing, als ge
volg van de milieuvervuiling, tot
staan moeten brengen, ook zul
len zij zich moeten herbezinnen
op de ontwikkelingsstrategie.
Sociale, economische en ecologi
sche doelstellingen dienen met
elkaar te worden verzoend, ten
einde de dreiging van een we
reldomvattende natuurramp af
te wenden.
BEIROET - Het lijkt de beslissen
de strijd te zijn, het gevecht tot het
bittere einde. Vanuit het noorden,
oosten en zuiden worden de islami
tische fundamentalisten, die in de
Noordlibanese havenstad Tripoli
verschanst zitten, aangevallen. Zij
staan letterlijk met hun rug tegen
de zee.
Twee jaar geleden bood die Mid
dellandse Zee nog een uitweg voor
Jasser Arafat en zijn trouwe PLO-
strijders toen de Noordlibanese ha
venstad voor het eerst de gastheer
speelde van een kleine oorlog tus
sen Syrië en zyn tegenstanders in
Libanon. Maar het moet betwijfeld
worden of ditmaal Griekse passa-
giersboten ingehuurd worden om
de strijders uit de zwaar gehavende
stad weg te voeren naar minder ge
welddadige oorden.
door
Aernout van Lynden
De slag in Libanons tweede
grootste stad is zo'n drie jaar gele
den begonnen, toen Tawheed Isla
nd, de islamitische eenheidsbewe
ging, steeds meer steun begon te
vinden onder de grotendeels soen
nitische moslim-bevolking. Door
de linkse partijen, en met name de
Arabische Démocratische Partij
van de alawietische minderheid in
Tripoli, werd de opkomst van de
fundamentalisten, niet zonder re
den, als een bedreiging gezien.
De overwegend kleine milities,
die allen op enige steun van Syrië
konden rekenen, hadden samen
met de PLO in de jaren voordien
de stad in handen gehad. Nu werd
hun gezag ondermijnd door fana
tieke moslims, aangevoerd door
een religieuze leider die zichzelf de
„Emir" (prins) van Tripoli liet noe
men, sjeik Faid Shabaan.
Shabaan is een voorbeeld van de
invloed die de islamitische revolu
tie in Iran en de oproep van ayatol
lah Chomeini tot een terugkeer
naar de fundamenten van de Islam
heeft gehad. En dat die invloed
zich niet beperkt heeft tot alleen de
sji'itische moslimgemeenschap in
Libanon.
Toen Tawheed, dat ondersteund
wordt door een drietal andere fun
damentalistische soennitische
groepen met namen als Joundallah
- de soldaten van Allah - in 1983
voor het eerste werkelijk tot een of
fensief overging en bijvoorbeeld
de communistische partij geheel
uit de stad verdreef (na eerst in
koelen bloede vyftig communisten
vermoord te hebben), volgde al
snel een oproep van Shabaan tot
de oprichting van een islamitische
republiek in Libanon.
Van deze eis is de kleine „prins"
nimmer meer afgestapt. Hij werd
in zijn oproep ondersteund door
groepen als Hezbollah, de sji'iti
sche fundamentalitische beweging
die in Beiroet en het zuiden van Li
banon als een paddestoel uit de
grond gerezen is na de Israëlische
invasie en bezetting van Libanon
in 1982.
Deze oproep tot de vestiging van
een islamitische republiek in een
land waar zeker 35 procent van de
bevolking christen is, en daarnaast
altijd een centrale, zelfs politiek
een beslissende rol heeft gespeeld,
kan nauwelijks realistisch ge
noemd worden.
Voor Syrië, dat nu al ruim ander
half jaar lang tracht een oplossing
van de al ruim tien jaar durende Li
banese burgeroorlog te vinden, be
tekenen de fundamentalisten een
nieuw obstakel. Want behalve hun
oproep tot de oprichting van een
islamitische staat; wijzen de funda
mentalisten besprekingen met de
rechtse christelijke militie perti
nent van de hand.
De schuld voor het conflict in Li
banon ligt, volgens de fundamen
talisten, bij de christenen, die ook
jarenlang nauwe betrekkingen on
derhielden met Israël - de aartsvij
and van de fundamentalisten.
Deze weigering om enig contact
te hebben of compromis te sluiten
met de christenen, sluit per defini
tie elke politieke oplossing of na
tionale verzoening uit, die de Sy-
riërs juist nu proberen te zoeken.
Vorige week werden voor het
eerst besprekingen in Damascus
gehouden onder toezicht van de
Syriërs, tussen de drie grootste mi
lities in Libanon - de christelijke
militie, de zogenaamd Libanese
strijdkrachten, enerzijds en de
Druzische PSP en de sji'itische be
weging Amal anderzijds.
Deze besprekingen, die overi
gens in eerste instantie niets ople
verden (behalve nieuwe artillerie
beschietingen tussen christen-
Oost en moslim-West-Beiroet, wer
den direct als „verraad" betiteld
door de fundamentalisten.
Voor Syrië betekenen de funda
mentalisten dus een lastig obstakel
in hun pogingen in Libanon een
blijvende vrede te regelen. Maar
dat is niet de enige reden voor de
huidige oorlog in Tripoli.
Tot voor kort werd in Tripoli
slechts gevochten tussen enerzijds
de soennitische fundamentalisten
en anderzijds de alawietische min
derheid die hun heil hebben ge
zocht in de zogenaamd Arabische
Democratische Partij. Deze strijd
heeft zijn wortels in een honderden
jaren oude vete tussen de twee ge
meenschappen.
De alawieten zyn een vrijzinnige
sekte van de sji'itische tak van de
Islam, die oorspronkelijk alleen in
Syrië te vinden was. Door de soen
nitische meerderheid werden zij
beschouwd als het laagste van het
laagste. In een „fatwa", een reli
gieuze rechtspraak, uit de 14e
eeuw, werden zij omschreven als
„minder gelovig dan de christenen
of de joden", die inderdaad ook
eeuwenlang in Syrië beter behan
deld werden.
In de vorige en deze eeuw zijn
veel alawieten uit Syrië geëmi
greerd, voornamelijk naar Zuid-
Amerika en naar de Libanese ste
den. Maar ook in Libanon konden
de alawieten niet ontsnappen van
de discriminatie van de soennie
ten. In Tripoli hadden zij bijvoor
beeld altijd de slechtse banen - de
schoenenpoetsers, de vuilnis-
Maar in Syrië zelf zijn het de ala
wieten geweest die in de jaren na
de onafhankelijkheid steeds meer
aan de macht kwamen - via de se
culiere socialistische Baath-party
en het leger. Het huidige regime
wordt beheerst door alawieten,
met name door president Hafez el
Assad zelf.
Deze lange historische achter
grond speelt een belangrijke rol.
De soennitische meerderheid in
Tripoli wenst niet door de alawieti
sche minderheid beheerst te wor
den, en wederzijds zijn de alawie
ten bang voor de gevolgen van
soennitische fundamentalistische
macht - want voor religieuze lei
ders als sheik Shabaan zijn de ala
wieten nog altijd „ongelovigen".
De Syrische ondersteuning voor
de linkse militie is daarnaast ook
logisch gezien het feit dat het regi
me van Assad en de andere Alawie
ten in Syrië zelf eèn minder
heidsregering is en zy altijd het
meeste te vrezen hebben gehad
van de zogenaamde Moslim Broe
ders, een oude soennitische funda
mentalistische beweging die ook
in andere Arabische landen be
staat. Wat de Syrische regering ze
ker niet wil .zien is een machtige
fundamentalistische beweging in
het buurland Libanon, dat ian Sy
rische soenniten steun zou kunnen
geven.
Het aantal belijdende leden
van de Gereformeerde Kerken in
Nederland is vorig jaar weer met
ruim 3000 achteruit gegaan, te
weten van 464.580-tot 461.524.
Het aantal doopleden zakte met
ruim 5000, van 354.205 naar
349.161. De plaatselijke kerken
namen met 2 toe (Maasbracht en
Weert).
Tot de Gereformeerde Kerken
werden vorig jaar 2935 nieuwe le
den toegelaten, maar er onttrok
ken zich 8289 leden aan dit kerk
verband. Er werden 331 leden in
geschreven die voordien geen lid
van een kerk waren. Daartegen
over bedankten 5030 mensen als
lid zónder lid van een andere
kerk te worden.
Conclusie van deze cijfers uit
de voorlopige statistiek over
1984 is, dat de teruggaande ont
wikkeling van de laatste jaren
zich duidelijk doorzet.
Het aantal mensen dat in 1984
geloofsbelijdenis aflegde was 10
procent minder dan in 1983.
Sinds 1969 is er sprake van een
daling. Bij de doop is ook een te
ruggang waar te nemen, maar
wel minder. Gereformeerden
trouwen nog vaak in de kerk.
Ruim 80 procent van de huwelij
ken met twee gereformeerde
partners wordt kerkelijk beves
tigd.
Studenten. In Leiden, Gro
ningen, Amsterdam (Universiteit
van Amsterdam en Vrije Univer
siteit), Utrecht en Kampen stu
deren op dit ogenblik ongeveer
1800 studenten theologie. De ver
wachting is, dat dit de komende
jaren zal dalen tot ongeveer 1300,
van wie 500 gereformeerd en 800
hervormd. Als in de jaren 90 de
zes opleidingen door wederzijd
se erkenning alle dienen als
ambtsopleiding voor de samen
werkende of gefuseerde protes
tantse kerken én het studenten
tal afneemt naar wordt verwacht,
dan ligt verkleining van het aan
tal opleidingsplaatsen, vanuit de
overheid gezien, voor de hand.
Dat staat in een rapport van de
curatoren van de theologische -
hogeschool van de Gereformeer
de Kerken in Kampen aan de ge
reformeerde synode. Kwantita
tief gezien is nu al het aantal
theologische opleidingen opmer
kelijk groot te noemen en de ge
middelde omvang van de theolo
gische faculteiten opmerkelijk
gering, schrijven de curatoren.
De Kamper hogeschool heeft nu
ongeveer 425 studenten. Dat zul
len er begin 1990 ongeveer 300
zijn. Ook aan de Vrije Universi
teit zal het studentental dalen.
De plaatsingsmogelijkheden
van afgestudeerden worden ook
minder. In de gesubsidieerde
sector (legerpredikant, gods
dienstleraar, wetenschapper)
loopt het aantal functies terug en
ook zijn er steeds minder vacatu
res voor gemeentepredikanten.
Voeg daarbij, dat de hervormde
en gereformeerde synodes al ge
sproken hebben over wederzijd
se erkenning van de opleidingen,
dan staan - naar de Kamper cu
ratoren voorzien - belangrijke
veranderingen voor de deur.
Hervormde Kerk: beroepen
te Lekkerkerk A. J. Schalkoort
Streefkerk, voor ziekenhuispas
toraat in Amsterdam kandidaat
mevr. E. M. Plantier aldaar, te
Lelystad (hervormd-gerefor
meerd 'Samen op weg') L. A.
Nell Middelburg; aangenomen
de benoeming tot bijstand in het
pastoraat te Spijk (ZH) J. van
den Bom (binnenkort met pen
sioen) Nieuwe Tonge; bedankt
voor Delft A. W. van der Plas
Bergambacht.
Gereformeerde Kerken Vrij
gemaakt: beroepen te Bergen-
theim H. Hidding Bunschoten.
Oegstgeest. De Oegstgeester
gereformeerde predikant J. Th.
Heemskerk (56 jaar, sinds 1969 in
Oegstgeest) is voornemens, eme
ritaat aan te vragen. Dat houdt
verband met zijn gezond
heidstoestand.
Leiden. De classis Leiden
van de Gereformeerde Kerken is
akkoord gegaan met uitbreiding
van het kerkelijke evangelisatie
werk in Leiden. Ds. M. van der
Velden, tot nu toe als evangelisa
tiepredikant werkzaam in de
Transvaalburt, gaat werken in de
Slaaghwijk (deel van Merenwijk)
en in de Transvaalbuurt komt
voorlopig een parttimer.
Voor het evangelisatiewerk
heeft de gereformeerde kerk van
Leiden een legaat ontvangen.
Daardoor blijven met deze uit
breiding de kosten voor de clas
sis beperkt.
Leiden. Professor dr. F. O.
van Gennep (Leiden) zal op zon
dag 20 oktober om half 3 in de
Vredeskerk kandidaat J. Mooij
bevestigen tot predikant voor
buitengewone werkzaamheden.
Mooij, die vorig jaar als vicaris in
de wijk van de Vredeskerk heeft
gewerkt, wordt vlootpredikant.
Jubileum. De in Amsterdam
wonende hervormde dominee H.
J. Kater (74) herdenkt zondag,
dat hij 50 jaar geleden tot predi
kant werd bevestigd. Hij kreeg
algemene bekendheid door zijn
jarenlange verzorging van de
vroegere VPRO-rubriek 'Deze
week' en door zijn inzegening in
1966 van het huwelijk van prin
ses Beatrix en prins Claus. Bea
trix had eerder openbare geloofs
belijdenis bij hem afgelegd.
Kater was achtereenvolgens
predikant in Drimmelen, Bata
via, Enschede en Amsterdam. In
1976 ging hij met pensioen.
'Kerk en Vrede' (christen-pa
cifisten) heeft de hervormde en
gereformeerde synodes ge
vraagd, zich even krachtig tegen
de kernwapens uit te spréken als
de 'Reformierte Bund' in West-
Duitsland dat vorig jaar deed.
Deze bond deed toen de uit
spraak, dat het vraagstuk van de
kernbewapening niet minder
dan een 'zaak van belijden' is.
Aanvaarding van de kernbewa
pening is dan in strijd met de be
lijdenis.
"Deze manier van spreken is
voor de kerken in Nederland een
uitdaging", zegt 'Kerk en Vrede'.
"Ook wij zullen kerkelijk moeten
spreken, vanuit het hart van het
evangelie".
Synode. Volgend jaar hoopt
de synode van de Christelijke
Gereformeerde Kerken in Den
Haag bijeen te komen. De verga
deringen zijn vastgesteld op 26
en 27 augustus, 16 tot en met 19
september en 7 tot en met 10 ok
tober.
Orgelconcert. Anton
Doornhein, onlangs winnaar van
een nationaal orgelconcours in
Leiden in de afdeling romantiek,
bespeelt vanavond om kwart
over 8 het orgel van de Imma-
nuelkerk (Kerkstraat) in Rijns
burg.
Rome. De Rooms-Katholieke
Kerk heeft de Wereldraad van
Kerken en tien afzonderlijke ker
ken waarmee zij een theologisch
gesprek voert, gevraagd waarne
mers te zenden naar de komende
wereld-bisschoppensynode.
Vertrouwen. De Europese
Baptistenfederatie doet in brie
ven een beroep op president
Reagan en partijleider Gorbats-
jov (Sovjet-Unie) om bij hun ont
moeting volgende maand in Ge-
nève "de basis te leggen voor een
duurzame periode van vertrou
wen tussen Oost en West".