m Ontbossing dreigt wereld te herscheppen in woestijn Fundamentalisten in Tripoli met rug tegen de muur Gereformeerden blijven in cijfers achteruitgaan Reportage Roofbouw op natuur staat centraal op Wereldvoedseldag VRIJDAG 4 OKTOBER 1985 PAGINA 17 mm—ag mm In Europa en Noord-Amerika zijn het de zure regen en andere milieuvervuilers die grote woudgebieden ern stig aantasten. In de landen rond de Middellandse Zee dragen bosbranden bij aan de aftakeling. Maar de grootste dreiging gaat uit van de armoede en de be volkingsexplosies in de Derde Wereld, die gelden als de voornaamste oorzaken van massale ontbossing in de tropische regenwouden. Als er niets verandert, zal tussen nu en het jaar 2000 ongeveer 226 miljoen hectare regenwoud en savanne worden herschapen in woestijn, bijna een kwart van het huidige bosbestand. De vruchtbare bodem zal worden weggespoeld; duizenden dier- en plantesoor- ten zullen verdwijnen; miljarden mensen komen zon der brandstof- en voedselbronnen te zitten. In een poging die ontwikkeling een halt toe te roe pen heeft de FAO, de voedsel en landbouworganisatie van de Verenigde Naties, 1985 uitgeroepen tot het In ternationaal jaar van het Woud. Want een oplossing is er wel, maar er zal met man en macht aan gewerkt moeten worden. doende brandhout. In Soedan bijvoorbeeld heeft de lokale be volking in de afgelopen jaren in het wilde weg bossen gekapt, bij gestaan door het toenemende aantal vluchtelingen uit Ethio- Armoede, in combinatie met een hoog sterftecijfer, is een bélang- rijke oorzaak van een groot aan tal geboorten. Kinderen kunnen helpen bij het bewerken van de schrale akkers en kunnen er voor zorgen dat de ouders in hun laat ste levensjaren niet van de hon ger en de dorst omkomen. Maar door een sterke verbetering van de gezondheidszorg in de arme landen is het evenwicht zoek ge raakt. Er gaapt een groot gat tus sen die verbeteringen en de ge zinsplanning die daarvan een lo gisch uitvloeisel zou moeten zijn, met als gevolg dat er steeds meer monden moeten worden gevoed. De traditionele 'zwerfland bouw' kan het tempo niet meer bijbenen. Die methode - boeren kappen hout, branden het land af, bebouwen het en laten het achter op zoek naar nieuw land - werkt alleen als het achtergela ten land de tijd krijgt om te her stellen. Door de toenemende be- pië. Droogte, honge, door Leslie Leijenhorst volkingsdruk, en de steeds grote re vraag naar voedsel en brand hout, is dat steeds minder vaak het geval. In tropisch Amerika, waar de bossen in een sneller tempo wor den gekapt dan in Azië en Afrika, is deze wijze van landbouw oor zaak van ongeveer 35 procent van de ontbossing van de selva's, de regenwouden. Met name geldt dat in Mexico, Centraal- Amerika en de Andeslanden. In de regenwouden van Afrika is de zwerflandbouw zelfs verant woordelijk voor 70 procent van de ontbossing in zowel de regen wouden als de savanne-gebie den. In Azië zijn het de schierei landen in het zuid-oosten, die de ontbossing voor de helft danken aan deze vorm van landbouw. Veestapel Als de menselijke bevolking toeneemt, dijdt niet zelden ook de veestapel uit. De overmatige concentratie van herders en hun kudden rond waterputten en langs wegen doet de vegetatie nog meer verschralen. De geiten en schapen eten de bast en de laatste bomen op en maken de uitgedroogde grond nog on vruchtbaarder. Dit probleem van 'overbegrazing' speelt vooral in de Sahel, Kenia, Tanzania, Ethio pië, Syrië en Irak. In landen als Mexico en Brazilië stimuleren ontwikkelingsmaatschappijen en de Banco Rural, de boeren leenbank, de vestiging van grote veeteeltbedrijven. De regenwou den moeten wijken voor gras. En dan is er de brandhoutcri sis, die met name Afrika teistert. Het lijkt wel of de ontbossing ten behoeve van de agrarische pro- duktie, die de hoge bevolkings groei moet bijhouden, moet we dijveren met de overexploitatie van de wouden als leverancier van brandhout. En dat, terwijl nog steeds op grote schaal hout wordt verspild door open vuren en slecht functionerende houto vens. Momenteel zijn er al hon derd miljoen mensen die niet kunnen beschikken over vol- Vluchtelingen De spiraalwerking is funest. Hoge bevolkingsgroei gaat sa men met een grote afhankelijk heid van de zelfverzorgende landbouw en intensievere be bouwing. Het kappen van bo men en struikgewas in steppege bieden leidt er echter toe dat steeds meer vruchtbare land bouwgrond verdwijnt, zodat er nieuwe bossen ontgonnen moe ten worden om aan de steeds toe nemende behoefte te voldoen. Als ook die mogelijkheden raken uitgeput, ontstaat vervolgens de trek naar de stad of het buiten land. Van Jamaica is bekend dat één op de vijf autochtonen zijn toevlucht heeft gezocht in de Verenigde Staten. Ze staan te boek als 'ecologische vluchtelin gen'. Gedurende de laatste twintig jaar hebben de bevolkingsgroei en de aanleg van wegen al grote bosgebieden in West-Afrika doen verdwijnen. In de Afrikaan se savannen heeft de overexploi tatie van brandhout en de aanleg van wegen en spoorlijnen al ge leid tot het ontstaan van woestij nachtige vlaktes in een cirkel van veertig kilometer rond ste den als Kartoem (Soedan) en Oeagadoegoe (Burkina Faso, het vroegere Bóven Volta). In Azië is de 'geplande koloni satie' van de wouden voor vijftig procent oorzaak van ontbossing. Maleisië zet laaglandbossen om in plantages voor palmolie en rubber. De Indonesische rege ring zet aan tot massale verhui zingen van Java naar dunbevolk te eilanden aan de rand van de archipel. Desastreus Als er niet zorgvuldiger mee wordt omgesprongen en er geen massale herbebossing plaats vindt, zullen rond het jaar 2000 2,3 miljard mensen met ernstige brandstoftekorten kampen. Bo vendien zullen - bij de huidige bevolkingsgroei en het handha ven van de traditionele land bouwmethoden - niet minder dan 64 landen, waarvan 29 in Afrika, niet in staat zijn hun ei gen bevolking te voeden. De gevolgen van ontbossing zijn ook in andere opzichten des astreus. Met de tropische regen wouden dreigen er ook een mil joen dier- en plantesoorten te verdwijnen in de komende vijf tien jaar. Waar regenwouden stonden zorgt de bodemerosie in heuvel- en bergachtige gebieden voor het wegspoelen van de grond, zodat alleen kale rotsen overblijven. De grond wordt meegevoerd naar de dalen met als gevolg dat er steeds vaker overstromingen plaats vinden. Werden in de ja ren zestig 5,2 miljoen mensen daarvan het slachtoffer, in de ja ren zeventig liep het aantal slachtoffers van deze 'natuur rampen' al op tot ruim 15 mil- Een kameel, beladen met een 'complete Ethiopische hu naar nieuw te ontginnen stuk,land. Zwerflandbouw is een l ke oorzaak vanm de voortgaande ontbossing in Afrika. joen. Ook leidt de bodemerosie tot verzanding van stuwmeren. Zo werd een stuwdam op de Phi- lippijnen na 32 jaar dienst on bruikbaar. In India verzanden zeventien grote reservoirs drie maal sneller dan was verwacht. Vrouwen Het belang van de bosbouw zal een belangrijk thema zijn op 16 oktober, Wereld Voedsel Dag. De FAO, de veertig jaar oude.land bouw- en voedselorganisatie van de Verenigde Naties die 1985 heeft uitgeroepen tot Internatio naal jaar van het Woud, zal daar bij bijzondere aandacht besteden aan de rol van de vrouw: zij be steedt bijvoorbeeld in Centraal- Tanzania 250 tot 300 dagen per jaar aan het verzamelen van hout. En directe betrokkenheid van de bevolking bij herbebos sing is een eerste vereiste. Is die er niet, dan wordt het hout al weer gekapt voor het goed en wel is opgeschoten. In India zijn goede ervaringen opgedaan in de staat Gujarat, waar de dorpsraden verantwoor delijk zijn voor het beheer van de bosprojecten. Dorpsbossen kun nen zowel brandhout levéren als de voortschrijdende woestijn een halt toeroepen, zo luidt de boodschap van de FAO. Snel groeiende boomsoorten als de acacia albida en de eucalyptus kunnen de houtopbrengst per hectare verzesvoudigen. Goed beheer is daarbij een voorwaar de. Bij herbebossing wordt ge bruik gemaakt van speciale droogtebestendige boomsoorten die de grond vasthouden en ver rijken, terwijl ze tegelijkertijd zorgen voor beschutting, scha duw en een betere waterbeheer sing. Dat schept gunstiger voor waarden voor de landbouw. De bomen leveren veevoer, brand hout en bouwmateriaal en soms zelfs exportoogsten zoals dadels en palmnoten. Verspilling Niet minder belangrijk dan het herbebossen is het zorgen voor betere verbrandingsmethoden. Open vuren lejden tot grote ver spilling. Maar ook de meeste ovens die in ontwikkelingslan den worden gebruikt zijn uiterst onrendabel. Ze benutten slechts tien procent van de warmte. Pro jecten van de Stichting Neder landse Vrijwilligers en de Novib in Mali, Burkina Faso en Senegal hebben al geleid tot besparingen van vyftig procent. De FAO helpt ook bij het op zetten van strategieën om woes tijnvorming tegen te gaan. Dat kan door het aanleggen van ge metselde muren of dammen en windkeringen en door het zaaien van gras. Zo zijn er projecten voor de stabilisatie van zanddui nen uitgevoerd in Zuid-Marok- ko, Tunesië en Somalië. In gebieden waar weinig mo gelijkheden voor de landbouw zyn, stimuleert de FAO het opne men van nationale parken en wildbeheerschema's in groot schalige projecten voor bosbouw en waterbeheer. Toerisme (foto- safari's) en gecontroleerde jacht leveren dan inkomsten op voor arme plattelandsgebieden en vreemde valuta voor de nationa le autoriteiten. Ook kunnen nieu we vormen van wildbeheer, zoals1 het houden van antilopen, voed sel opleveren. Industrielanden Maar hoe belangrijk dergelijke projecten ook zijn, ze nemen de problemen en de oorzaken daar van niet weg. De Derde-Wereld landen hebben in feite geen geld om de dure olie- en voedselim- porten te betalen, terwijl ze zich evenmin kunnen permitteren om nog meer bomen te kappen voor brandhout en landbouw grond. En intussen gaat de be volkingsgroei voort. De industrielanden zullen dan ook niet langs de kant kunnen blijven staan. Niet alleen zullen zij hun eigen ontbossing, als ge volg van de milieuvervuiling, tot staan moeten brengen, ook zul len zij zich moeten herbezinnen op de ontwikkelingsstrategie. Sociale, economische en ecologi sche doelstellingen dienen met elkaar te worden verzoend, ten einde de dreiging van een we reldomvattende natuurramp af te wenden. BEIROET - Het lijkt de beslissen de strijd te zijn, het gevecht tot het bittere einde. Vanuit het noorden, oosten en zuiden worden de islami tische fundamentalisten, die in de Noordlibanese havenstad Tripoli verschanst zitten, aangevallen. Zij staan letterlijk met hun rug tegen de zee. Twee jaar geleden bood die Mid dellandse Zee nog een uitweg voor Jasser Arafat en zijn trouwe PLO- strijders toen de Noordlibanese ha venstad voor het eerst de gastheer speelde van een kleine oorlog tus sen Syrië en zyn tegenstanders in Libanon. Maar het moet betwijfeld worden of ditmaal Griekse passa- giersboten ingehuurd worden om de strijders uit de zwaar gehavende stad weg te voeren naar minder ge welddadige oorden. door Aernout van Lynden De slag in Libanons tweede grootste stad is zo'n drie jaar gele den begonnen, toen Tawheed Isla nd, de islamitische eenheidsbewe ging, steeds meer steun begon te vinden onder de grotendeels soen nitische moslim-bevolking. Door de linkse partijen, en met name de Arabische Démocratische Partij van de alawietische minderheid in Tripoli, werd de opkomst van de fundamentalisten, niet zonder re den, als een bedreiging gezien. De overwegend kleine milities, die allen op enige steun van Syrië konden rekenen, hadden samen met de PLO in de jaren voordien de stad in handen gehad. Nu werd hun gezag ondermijnd door fana tieke moslims, aangevoerd door een religieuze leider die zichzelf de „Emir" (prins) van Tripoli liet noe men, sjeik Faid Shabaan. Shabaan is een voorbeeld van de invloed die de islamitische revolu tie in Iran en de oproep van ayatol lah Chomeini tot een terugkeer naar de fundamenten van de Islam heeft gehad. En dat die invloed zich niet beperkt heeft tot alleen de sji'itische moslimgemeenschap in Libanon. Toen Tawheed, dat ondersteund wordt door een drietal andere fun damentalistische soennitische groepen met namen als Joundallah - de soldaten van Allah - in 1983 voor het eerste werkelijk tot een of fensief overging en bijvoorbeeld de communistische partij geheel uit de stad verdreef (na eerst in koelen bloede vyftig communisten vermoord te hebben), volgde al snel een oproep van Shabaan tot de oprichting van een islamitische republiek in Libanon. Van deze eis is de kleine „prins" nimmer meer afgestapt. Hij werd in zijn oproep ondersteund door groepen als Hezbollah, de sji'iti sche fundamentalitische beweging die in Beiroet en het zuiden van Li banon als een paddestoel uit de grond gerezen is na de Israëlische invasie en bezetting van Libanon in 1982. Deze oproep tot de vestiging van een islamitische republiek in een land waar zeker 35 procent van de bevolking christen is, en daarnaast altijd een centrale, zelfs politiek een beslissende rol heeft gespeeld, kan nauwelijks realistisch ge noemd worden. Voor Syrië, dat nu al ruim ander half jaar lang tracht een oplossing van de al ruim tien jaar durende Li banese burgeroorlog te vinden, be tekenen de fundamentalisten een nieuw obstakel. Want behalve hun oproep tot de oprichting van een islamitische staat; wijzen de funda mentalisten besprekingen met de rechtse christelijke militie perti nent van de hand. De schuld voor het conflict in Li banon ligt, volgens de fundamen talisten, bij de christenen, die ook jarenlang nauwe betrekkingen on derhielden met Israël - de aartsvij and van de fundamentalisten. Deze weigering om enig contact te hebben of compromis te sluiten met de christenen, sluit per defini tie elke politieke oplossing of na tionale verzoening uit, die de Sy- riërs juist nu proberen te zoeken. Vorige week werden voor het eerst besprekingen in Damascus gehouden onder toezicht van de Syriërs, tussen de drie grootste mi lities in Libanon - de christelijke militie, de zogenaamd Libanese strijdkrachten, enerzijds en de Druzische PSP en de sji'itische be weging Amal anderzijds. Deze besprekingen, die overi gens in eerste instantie niets ople verden (behalve nieuwe artillerie beschietingen tussen christen- Oost en moslim-West-Beiroet, wer den direct als „verraad" betiteld door de fundamentalisten. Voor Syrië betekenen de funda mentalisten dus een lastig obstakel in hun pogingen in Libanon een blijvende vrede te regelen. Maar dat is niet de enige reden voor de huidige oorlog in Tripoli. Tot voor kort werd in Tripoli slechts gevochten tussen enerzijds de soennitische fundamentalisten en anderzijds de alawietische min derheid die hun heil hebben ge zocht in de zogenaamd Arabische Democratische Partij. Deze strijd heeft zijn wortels in een honderden jaren oude vete tussen de twee ge meenschappen. De alawieten zyn een vrijzinnige sekte van de sji'itische tak van de Islam, die oorspronkelijk alleen in Syrië te vinden was. Door de soen nitische meerderheid werden zij beschouwd als het laagste van het laagste. In een „fatwa", een reli gieuze rechtspraak, uit de 14e eeuw, werden zij omschreven als „minder gelovig dan de christenen of de joden", die inderdaad ook eeuwenlang in Syrië beter behan deld werden. In de vorige en deze eeuw zijn veel alawieten uit Syrië geëmi greerd, voornamelijk naar Zuid- Amerika en naar de Libanese ste den. Maar ook in Libanon konden de alawieten niet ontsnappen van de discriminatie van de soennie ten. In Tripoli hadden zij bijvoor beeld altijd de slechtse banen - de schoenenpoetsers, de vuilnis- Maar in Syrië zelf zijn het de ala wieten geweest die in de jaren na de onafhankelijkheid steeds meer aan de macht kwamen - via de se culiere socialistische Baath-party en het leger. Het huidige regime wordt beheerst door alawieten, met name door president Hafez el Assad zelf. Deze lange historische achter grond speelt een belangrijke rol. De soennitische meerderheid in Tripoli wenst niet door de alawieti sche minderheid beheerst te wor den, en wederzijds zijn de alawie ten bang voor de gevolgen van soennitische fundamentalistische macht - want voor religieuze lei ders als sheik Shabaan zijn de ala wieten nog altijd „ongelovigen". De Syrische ondersteuning voor de linkse militie is daarnaast ook logisch gezien het feit dat het regi me van Assad en de andere Alawie ten in Syrië zelf eèn minder heidsregering is en zy altijd het meeste te vrezen hebben gehad van de zogenaamde Moslim Broe ders, een oude soennitische funda mentalistische beweging die ook in andere Arabische landen be staat. Wat de Syrische regering ze ker niet wil .zien is een machtige fundamentalistische beweging in het buurland Libanon, dat ian Sy rische soenniten steun zou kunnen geven. Het aantal belijdende leden van de Gereformeerde Kerken in Nederland is vorig jaar weer met ruim 3000 achteruit gegaan, te weten van 464.580-tot 461.524. Het aantal doopleden zakte met ruim 5000, van 354.205 naar 349.161. De plaatselijke kerken namen met 2 toe (Maasbracht en Weert). Tot de Gereformeerde Kerken werden vorig jaar 2935 nieuwe le den toegelaten, maar er onttrok ken zich 8289 leden aan dit kerk verband. Er werden 331 leden in geschreven die voordien geen lid van een kerk waren. Daartegen over bedankten 5030 mensen als lid zónder lid van een andere kerk te worden. Conclusie van deze cijfers uit de voorlopige statistiek over 1984 is, dat de teruggaande ont wikkeling van de laatste jaren zich duidelijk doorzet. Het aantal mensen dat in 1984 geloofsbelijdenis aflegde was 10 procent minder dan in 1983. Sinds 1969 is er sprake van een daling. Bij de doop is ook een te ruggang waar te nemen, maar wel minder. Gereformeerden trouwen nog vaak in de kerk. Ruim 80 procent van de huwelij ken met twee gereformeerde partners wordt kerkelijk beves tigd. Studenten. In Leiden, Gro ningen, Amsterdam (Universiteit van Amsterdam en Vrije Univer siteit), Utrecht en Kampen stu deren op dit ogenblik ongeveer 1800 studenten theologie. De ver wachting is, dat dit de komende jaren zal dalen tot ongeveer 1300, van wie 500 gereformeerd en 800 hervormd. Als in de jaren 90 de zes opleidingen door wederzijd se erkenning alle dienen als ambtsopleiding voor de samen werkende of gefuseerde protes tantse kerken én het studenten tal afneemt naar wordt verwacht, dan ligt verkleining van het aan tal opleidingsplaatsen, vanuit de overheid gezien, voor de hand. Dat staat in een rapport van de curatoren van de theologische - hogeschool van de Gereformeer de Kerken in Kampen aan de ge reformeerde synode. Kwantita tief gezien is nu al het aantal theologische opleidingen opmer kelijk groot te noemen en de ge middelde omvang van de theolo gische faculteiten opmerkelijk gering, schrijven de curatoren. De Kamper hogeschool heeft nu ongeveer 425 studenten. Dat zul len er begin 1990 ongeveer 300 zijn. Ook aan de Vrije Universi teit zal het studentental dalen. De plaatsingsmogelijkheden van afgestudeerden worden ook minder. In de gesubsidieerde sector (legerpredikant, gods dienstleraar, wetenschapper) loopt het aantal functies terug en ook zijn er steeds minder vacatu res voor gemeentepredikanten. Voeg daarbij, dat de hervormde en gereformeerde synodes al ge sproken hebben over wederzijd se erkenning van de opleidingen, dan staan - naar de Kamper cu ratoren voorzien - belangrijke veranderingen voor de deur. Hervormde Kerk: beroepen te Lekkerkerk A. J. Schalkoort Streefkerk, voor ziekenhuispas toraat in Amsterdam kandidaat mevr. E. M. Plantier aldaar, te Lelystad (hervormd-gerefor meerd 'Samen op weg') L. A. Nell Middelburg; aangenomen de benoeming tot bijstand in het pastoraat te Spijk (ZH) J. van den Bom (binnenkort met pen sioen) Nieuwe Tonge; bedankt voor Delft A. W. van der Plas Bergambacht. Gereformeerde Kerken Vrij gemaakt: beroepen te Bergen- theim H. Hidding Bunschoten. Oegstgeest. De Oegstgeester gereformeerde predikant J. Th. Heemskerk (56 jaar, sinds 1969 in Oegstgeest) is voornemens, eme ritaat aan te vragen. Dat houdt verband met zijn gezond heidstoestand. Leiden. De classis Leiden van de Gereformeerde Kerken is akkoord gegaan met uitbreiding van het kerkelijke evangelisatie werk in Leiden. Ds. M. van der Velden, tot nu toe als evangelisa tiepredikant werkzaam in de Transvaalburt, gaat werken in de Slaaghwijk (deel van Merenwijk) en in de Transvaalbuurt komt voorlopig een parttimer. Voor het evangelisatiewerk heeft de gereformeerde kerk van Leiden een legaat ontvangen. Daardoor blijven met deze uit breiding de kosten voor de clas sis beperkt. Leiden. Professor dr. F. O. van Gennep (Leiden) zal op zon dag 20 oktober om half 3 in de Vredeskerk kandidaat J. Mooij bevestigen tot predikant voor buitengewone werkzaamheden. Mooij, die vorig jaar als vicaris in de wijk van de Vredeskerk heeft gewerkt, wordt vlootpredikant. Jubileum. De in Amsterdam wonende hervormde dominee H. J. Kater (74) herdenkt zondag, dat hij 50 jaar geleden tot predi kant werd bevestigd. Hij kreeg algemene bekendheid door zijn jarenlange verzorging van de vroegere VPRO-rubriek 'Deze week' en door zijn inzegening in 1966 van het huwelijk van prin ses Beatrix en prins Claus. Bea trix had eerder openbare geloofs belijdenis bij hem afgelegd. Kater was achtereenvolgens predikant in Drimmelen, Bata via, Enschede en Amsterdam. In 1976 ging hij met pensioen. 'Kerk en Vrede' (christen-pa cifisten) heeft de hervormde en gereformeerde synodes ge vraagd, zich even krachtig tegen de kernwapens uit te spréken als de 'Reformierte Bund' in West- Duitsland dat vorig jaar deed. Deze bond deed toen de uit spraak, dat het vraagstuk van de kernbewapening niet minder dan een 'zaak van belijden' is. Aanvaarding van de kernbewa pening is dan in strijd met de be lijdenis. "Deze manier van spreken is voor de kerken in Nederland een uitdaging", zegt 'Kerk en Vrede'. "Ook wij zullen kerkelijk moeten spreken, vanuit het hart van het evangelie". Synode. Volgend jaar hoopt de synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Den Haag bijeen te komen. De verga deringen zijn vastgesteld op 26 en 27 augustus, 16 tot en met 19 september en 7 tot en met 10 ok tober. Orgelconcert. Anton Doornhein, onlangs winnaar van een nationaal orgelconcours in Leiden in de afdeling romantiek, bespeelt vanavond om kwart over 8 het orgel van de Imma- nuelkerk (Kerkstraat) in Rijns burg. Rome. De Rooms-Katholieke Kerk heeft de Wereldraad van Kerken en tien afzonderlijke ker ken waarmee zij een theologisch gesprek voert, gevraagd waarne mers te zenden naar de komende wereld-bisschoppensynode. Vertrouwen. De Europese Baptistenfederatie doet in brie ven een beroep op president Reagan en partijleider Gorbats- jov (Sovjet-Unie) om bij hun ont moeting volgende maand in Ge- nève "de basis te leggen voor een duurzame periode van vertrou wen tussen Oost en West".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 17