Vliegen boven
gestolde lava
Ernst: Vredesbeweging blijft zich moreel verzetten
Nederlandse Orion gaat oefenen in IJsland
Auteur rekent af met
misverstanden rond
bombardement R'dam
DONDERDAG 19 SEPTEMBER 1985
PAGINA 11
Reportage
REYKJAVIK - Het klein
ste en waarschijnlijk on
aantrekkelijkste stukje
grondgebied van IJsland.
Zo kan de landtong waar
op de NAVO-basis Kefla-
vik ligt het beste worden
beschreven. Natuur
schoon is er niet en alleen
aan de horizon is nog iets
moois te ontwaren. Of
men moet een immens ge
stold lavaveld, dat over
gaat in de Atlantische
Oceaan, als zodanig be
stempelen.
door
Gerben de Jong
De enige variatie bestaat uit de
mensen, gebouwen, auto's en
vliegtuigen van de Iceland De
fense Force, de Amerikaanse
eenheid die in NAVO-verband
de taak heeft het IJslandse terri
torium te verdedigen. Nog dit
jaar zal ook een Nederlandse
eenheid, bestaande uit beman
ning en grondpersoneel van een
P-3 'Orion' onderzeebootbestrij-
dingsvliegtuig (gestationeerd op
Valkenburg), deel gaan uitma
ken van deze strijdmacht.
De geschiedenis van de Ameri
kaanse aanwezigheid op IJsland
gaat terug tot de Tweede Wereld
oorlog. Hoewel IJsland enige
zelfstandigheid bezat - er was
een parlement dat kon opereren
in een soort koninkrijksverband
met Denemarken - had het geen
leger. Deze taak was voor de De
nen. Na de inval van de Duitsers
in Europa, bezetten aanvankelijk
eerst de Engelsen het onverde
digde eiland. Het ligt immers op
een uiterst strategische plaats in
de Atlantische Oceaan: tussen de
VS en Engeland.
In 1941, toen ook Amerika ging
deelnemen aan de oorlog, werd
het overgenomen door een Ame
rikaans detachement. IJsland
zou een belangrijke tussenstop
worden voor vele konvooien van
de VS naar Engeland en het Rus
sische Moermansk. Het waren de
Amerikanen die het vliegveld
Kevlavik aanlegden als een
plaats waar vliegtuigen op weg
naar Europa een tussenstop kon
den maken.
Na de capitulatie vertrokken
de meeste Amerikaanse troepen,
hoewel men via een overeen
komst met de IJslanders het
vliegveld mocht blijven gebrui
ken. In 1949 werd IJsland, dat in
middels een onafhankelijke re
publiek geworden was, lid van
de NAVO. In feite een unieke po
sitie binnen het bondgenoot
schap, omdat het lidmaatschap
geen aanwezigheid van eigen- of
NAVO-troepen in vredestijd ver
langt. Maar door de toenemende
spanning in de wereldpolitiek en
wijzigingen in de strategische
opvattingen en technologie
kreeg IJsland een totaal andere
plaats in de wereld.
Radar
In 1951 werd een defensieover
eenkomst met de VS getekend,
en de Iceland Defense Force
werd opgericht. De VS namen de
taak van verdediging van het IJs-
lands grondgebied op zich. In de
loop der jaren is de opdracht aan
de eenheid diverse malen veran
derd. Op het ogenblik is de
hoofdtaak het herkennen en
vroeg signaleren van zowel zee
als luchtstrijdkrachten in het ge
bied tussen Groenland, IJsland
en Europa. Daartoe is een lange-
afstandsradarsysteem geïnstal
leerd dat samenwerkt met twee
vanaf IJsland opererende
Awacs-toestellen. Het systeem is
in NAVO-verband doorgescha
keld. Verder beschikt men over
P-3 'Orion'-toestellen voor het
opsporen van onderzeeërs, en
een squadron F-15 'Eagle' ge
vechtstoestellen voor het onder
scheppen van vliegtuigen. Bo
vendien heeft men een helikop
tereenheid voor reddingswerk
zaamheden en voor het vervoer
van een eenheid mariniers.
Ook in vredestijd levert de Ice
land Defense Force een bijdrage
aan de IJslandse maatschappij.
De landingsbaan van Keflavik
wordt gebruikt door de IJsland
se luchtvaartmaatschappijen en
men bouwt nu voor de IJslan
ders een nieuw luchthavenge
bouw. De Amerikaanse red
dingshelikopters worden verder
geregeld ingezet bij het opsporen
van schipbreukelingen en het
vervoer van gewonden in het
slecht toegankelijke IJslandse
landschap. Bovendien levert
men weerberichten en kijken
veel IJslanders ook naar het tele
visieprogramma van de Ameri
kaanse zender.
Volgens de voorlichtster van
de basis, commander Dorothy J.
Schmidt, is de officiële taak, de
zogenaamde voorwaartse waar
neming, van het grootste belang
en komt men zeker zo'n 150 keer
per jaar oog in oog met Russi
sche vliegtuigen. „Ze proberen
ons uit met bijvoorbeeld lange-
afstandsbommenwerpers als de
Tupolev 'Bear', maar ook mét de
nieuwe Backfire-bommenwer-
per". Het belang werd begin deze
zomer nog eens onderstreept tij
dens de grootste Russische
vlootoefening aller tijden. De
Russische vloot uit Moermansk
oefende toen op het doordringen
tot de handelsroute tussen de VS
en Europa, terwijl eenheden uit
de Zwarte Zee een NAVO-strijd-
macht simuleerden. „We hebben
toen heel wat gegevens verkre
gen", aldus Schmidt.
Op afstand
De contacten tussen de basis
en de IJslandse bevolking is het
beste te karakteriseren als een
dulden op afstand. Dat wordt in
de werkelijkheid nog eens geïllu
streerd door de plaats van de ba
sis, door zo'n dertig kilometer ge
stolde lava gescheiden van de
'bewoonde' wereld- Neil Arm
strong oefende er ooit vóór hij op
de maan landde. Later gaf hij toe
dat het landschap precies het
zelfde was.
De IJslanders moeten ver in
hun geschiedenis teruggaan om
een bloedige veldslag te kunnen
aanhalen, en de enige keer dat ze
enthousiast een schot zouden
willen lossen, is wanneer hun
Commodore Dorothy Schmidt wijst op de onderkomens van de Amerikaanse militairen in een karakte
ristiek landschap. Op het Amerikaanse gedeelte groeit grasde rest is kale, gestolde lava.
(foto Gerben de Jong/Leeuwarder Courant)
visgronden worden bedreigd.
Dat blijkt althans uit gesprekken
met willekeurige IJslanders. Wel
herinneren ouderen zich dat in
het begin van de oorlog de angst
leefde voor een bombardement
door jie Duitsers op Reykjavik,
maar nog meer beangstigde hun
destijds het verschijnsel dat IJs
land in de oorlog meer geallieer
den op zijn grondgebied had dan
IJslanders.
Dat is ook een van de redenen
waarom de Amerikaanse aanwe
zigheid beperkt n\oet blijven tot
3100 militairen en ruim tweedui
zend familieleden. Die regel
wordt zelfs zo streng nageleefd,
dat er Amerikanen moeten ver
trekken wanneer de Nederland
se bemanning op IJsland wordt
gelegerd. Om de beschikbare
plaatsen optimaal te benutten,
wordt veel gebruik gemaakt van
IJslands personeel op daartoe
geëigende functies. Zo'n duizend
IJslanders hebben een vaste
baan, terwijl er variërend van
drie- tot vijfhonderd een part-ti
me fufttie hebben. „Hierdoor is
ongeveer vier en een half procent
van het nationale inkomen van
IJsland afkomstig van de VS en
zijn we met zo'n 900 woningen de
op vjjf na grootste stad van het
land", aldus commander
Schmidt.
Amerikaanse bases in het bui
tenland hebben, terecht of ten
onrechte, het' odium gekregen
dat er drugs worden gebruikt.
Jongeren in Reykjavik bevesti
gen dat er via Amerikanen drugs
zijn te verkrijgen, maar commo
dore Schmidt ontkent dit heftig.
„Ons is van excessen niets be
kend. In een jaar tijd hebben we
drie incidenten op dit vlak ge
had", zegt ze. Op de vraag hoe
het gesteld is met afleiding en
vermaak voor het personeel wijst
ze op de talloze faciliteiten waar
over de basis beschikt. Dat va
rieert van theaters, bioscopen tot
eigen scholen, zwembad en
sportvelden. Over het algemeen
zijn er volgens haar betrekkelijk
weinig problemen met de men
sen om de donkere dagen tussen
na- en vooijaar door te komen.
„Misschien kun je het sociale
klimaat hier het beste schetsen
door te wijzen op het feit dat me
nigeen hier twee jaar blijft en zijn
gezin laat overkomen uit de Sta
tes". Zelf regelt ze met haar IJs
landse assistent Fridthor Kr. Ey-
dal een kennismakingsprogram
ma voor de nieuwkomers. „En
dan vindt men al gauw zijn of
haar weg".
De komst van de Nederlandse
eenheid wordt nog deze maand
of begin volgende maand ver
wacht. Naar kapitein ter zee W.
P. Boerop van de Admiraliteit in
Den Haag desgevraagd meedeel
de, is de diplomatieke toestem
ming van IJsland inmiddels ver
kregen en zijn de diverse regelin
gen over eventuele schade afge
rond.
Commander Dorothy Schmidt
zal de manschappen met genoe
gen begroeten: „Hoewel we hier
tijdelijk al eens wat Nederlan
ders op de basis hebben gehad, is
het prettig, dat er eens anderen
komen en dat het hier niet alleen
meer een Amerikaanse aangele
genheid is".
ROTTERDAM (ANP) - In tegen
stelling tot wat tot nu toe is aange
nomen is het bombardement van
Rotterdam in de middaguren van
14 mei 1940 wel degelijk volledig
volgens plan uitgevoerd. Alle ne
gentig Heinkels-III die aan het
bombardement deelnamen, heb
ben hun last op de stad laten val
len, zoals ook van begin af aan de
bedoeling is geweest. Dit blijkt uit
het boek 'Als de dag van gisteren'
van K. Mallap. Het eerste exem
plaar werd gisteren aan burge
meester Peper van Rotterdam aan
geboden.
De Heinkels van het Kampf-
geschwader 54 kwamen in twee
aanvalsgolven om de stad te bom
barderen en daarmee de Neder
landse capitulatie te versnellen. De
eerste aanval, 54 toestellen onder
kolonel Lackner, wierpen hun bri
santbommen volgens plan af. De
tweede groep, 36 vliegtuigen onder
de overste Höhne, werden echter
geconfronteerd met de berucht ge
worden rode lichtkogels. Op dit
punt wijken de bevindingen van
Mallan (58) af van de tientallen an
dere beschrijvingen van het bom
bardement.
De schrijver heeft tien jaar aan
zijn boek gewerkt. Aanvankelijk
uitsluitend uit interesse, pas later
werd het idee van een boek gebo
ren. 'Als de dag van gisteren' be
schrijft de Duitse overrompeling
van Rotterdam, met als belangrijk
ste onderdeel een analyse van het
bombardement dat de auteur zelf
als 13-jarige meemaakte.
Mallan heeft in totaal met 350 ge
tuigen voor zijn boek gesproken.
Zij waren in veruit de meeste ge
vallen ooggetuige van het bombar
dement waarbij het centrum van
Rotterdam grotendeels werd ver
woest en dat het leven kostte aan
tussen de zes- en negenhonderd
mensen. Hun verklaringen vormen
de basis van de afwijkende conclu
sies die Mallan over het bombarde
ment trekt.
Mallan sprak met aanvallers en
verdedigers. Voor de eerste groep
reisde hij geregeld naar de Bonds
republiek waar hij een aantal keren
reünies bezocht van oud-strijders.
Dat viel de auteur niet licht. „Ik zei
het wel eens tegen mijn vrouw, dat
als men mij toen had gezegd dat ik
later met de Duitsers over het bom
bardement zou spreken, ik had ge
zegd: over mijn lijk", aldus Mallan.
Maar het is het allemaal waard
geweest, al was het alleen maar
omdat volgens Mallan de waarheid
over het bombardement in zijn
boek nu eindelijk uit de doeken
wordt gedaan.
Onderhandelingen
De meest gehoorde lezing over
het bombardement is dat onder
handelingen over de overgave van
Rotterdam nog tot de mogelijkhe
den behoorden. Zou het werkelijk
zo ver komen, dan zouden de Hein
kels over de radio worden terugge
roepen, of desnoods met rode licht
kogels vanaf de grond worden ge
waarschuwd dat het afwerpen van
de bommen niet meer hoefde. De
komst van een Nederlandse onder
handelaar werd inderdaad aange
kondigd.
Na de oorlog hebben de Duitsers
steeds verklaard dat de vliegtuigen
al te ver weg waren voor radiocon
tact. „Maar dit type toestel onder
scheidde zich nu juist van de 'ge
wone' Heinkel doordat hij zeer gea
vanceerde radio-apparatuur aan
boord had", zegt Mallan. Radio
contact had dus wel degelijk tot
stand kunnen worden gebracht,
ook over die afstand.
De lichtkogels, door de groep on
der Lackner niet waargenomen,
werden door Höhne wèl gezien. Hij
liet zijn groep afdraaien, echter
niet met de bedoeling het bombar
dement niet te laten doorgaan: „De
lichtkogels hadden geen andere
bedoeling dan de piloten een aan
duiding te geven van de plaats
waar de eigen troepen zaten. Meer
dere Duitse getuigen hebben deze
versie onafhankelijk van elkaar be
vestigd".
De gangbare lezing dat de Duitse
generaal Schmidt de lichtkogels
vanaf het Noordereiland ter voor
koming van een catastrofe voor de
stad liet afschieten, wordt dan ook
door de auteur bestreden. „De
lichtkogels werden bij de zuidelij
ke Maasbrugtoegang op last van de
Oberstleutnant Von Choltitz afge
schoten met geen andere bedoe
ling dan te waarschuwen: hier zit
ten wij, de bommen elders afwer
pen". Zo luidden volgens Mallan
de vooraf vastgelegde richtlijnen
voor de Duitsers.
Wind
Ook op een ander punt wijkt
Mallan af van de gangbare histori
sche analyses. De 36 Heinkels van
kolonel Höhne draaiden inderdaad
af, maar hebben geen alternatief
doel elders gezocht of hun brisant
bommen weer mee terug naar
Duitsland genomen. Alle toestel
len draaiden ongeveer 270 graden
en wierpen hun lading alsnog ten
noorden van de eigen troepen af.
Het toenemen van de brandhaar
den is dan ook niet te wijten aan
het draaien en aanwakkeren van
de wind, zoals tot nu toe steeds
werd aangenomen, maar is uitslui
tend toe te schrijven aan het feit
dat alle negentig vliegtuigen van
het Kampfgeschwader 54 aan het
bombardement hebben deelgeno
men. Wat de wind betreft heeft de
auteur eenvoudig de KNMI-metin-
gen van 14 mei voor Rotterdam op
gevraagd.
Mallan is ervan overtuigd defini
tief te hebben afgerekend met alle
vorige versies over het bombarde
ment. Volgens de in de voorlich
tingsbranche werkzame auteur
had een officieel onderzoek veel
sneller tot dezelfde conclusies kun
nen leiden. „Onbegrijpelijk dat dit
in al die jaren niet is gebeurd",
vindt hij. Behalve de nieuwe be
vindingen over het bombardement
trekt Mallan in 'Als de dag van gis
teren' nog een aantal conclusies
dat in meer of mindere mate af
wijkt van wat tot dusverre als vast
staand werd beschouwd.
Zo schrijft hij dat vanuit het Ne
derlands gezantschap in Berlijn
meerdere waarschuwingen zijn ge
geven over het op grote schaal in
zetten van parachutisten. De groot
schalige luchtlandingen binnen de
Vesting Holland hadden dus geen
volslagen verrassing hoeven te be
tekenen.
Het 'Paard van Troje-verhaal' dat
Duitse militairen in de dagen voor
afgaand aan de inval in Nederland
in Rijnaken of andere vaartuigen
verborgen zaten om op 10 mei plot
seling te voorschijn te komen ver
wijst Mallan, overigens niet als eer
ste, naar het rijk der fabelen. De rij
naken werden gewoon gebruikt als
opstapje om op de wal te komen
door de Duitsers die in roeibootjes
op de rivier zaten.
Verder beschrijft Mallan de veel
besproken en geroemde Neder
landse mariniersactie in de vroege
ochtenduren van 13 mei, met de
Willemsbrug als inzet.
Het heeft bisschop Ernst van
Breda, ondervoorzitter van de in
ternationale rooms-katholieke
vredesbeweging 'Pax Christi',
geschokt dat christenen in Euro
pa hebben meegewerkt aan de
plaatsing van een nieuwe genera
tie nucleaire wapens. Die plaat
sing luidt, naar zijn oordeel, een
verdere etappe in van de nucleai
re bewapening.
Bisschop Ernst uitte dat ge
voelen in een vraaggesprek met
de journalist Rex Brico, dat is af
gedrukt in het boek 'In vrede ge
loven'. Gisteren werd dit boek in
Utrecht gepresenteerd. Het be
vat behalve het vraaggesprek
toespraken en artikelen die de
bisschop in de loop der jaren
over het thema 'vrede' heeft ge
houden en geschreven, waaron
der zijn rede tijdens de vredesde
monstratie van 29 oktober 1983
in Den Haag.
Ernst spreekt in het vraagge
sprek de wens uit dat zijn kerk
zich, in navolging van de Wereld
raad van Kerken, zal verklaren
zowel tegen gebruik als tegen be
zit van kernwapens. "Vooral van
wege de uitgangspunten die de
kerk heeft moet zij tot een ver
dergaande veroordeling van de
kernbewapening komen", meent
de bisschop van Breda.
De demonstratie in Den Haag
ziet hij als het hoogtepunt in zijn
activiteit voor ontwapening.
"Want daaruit bleek, dat in brede
lagen van de bevolking een gro
tere bewustwording tot stand
was gebracht. En dét is wat de
vredesbewegingen beogen".
Een dieptepunt in zijn vredes
werk was, dat de gezamenlijke
vredesbewegingen niet in staat
zijn geweest, de plaatsing van
kernraketten voor de middellan
ge afstand te voorkomen.
Bij de presentatie gisteren van
het boek wees bisschop Ernst er
op, dat de regering na een besluit
tot plaatsing van kruisraketten
niet mag verwachten dat de vre
desbeweging zich neerlegt "bij,
wat tegen haar diepste overtui
ging ingaat". "De vredesbewe
ging zal dan moreel verzet bie
den en in overeenstemming met
haar doelstelling actie voeren,
daarbij de regels van de demo
cratie eerbiedigend".
Het boek over bisschop Ernst
heeft een woord vooraf van kar
dinaal Alfrink, die van 1952 tot
1976 voorzitter was van 'Pax
Christi Nederland' en van 1965
tot 1978 de internationale vredes
beweging leidde.
Vredesdag. Zo'n 550 v
lijke religieuzen, leden van ver
schillende orden en congrega
ties, komen zaterdag van 10 tot 4
uur bijeen in de San Salvator-
kerk in Den Bosch voor een 'na
tionale vredesdag'. Aan het be
gin van de Vredesweek willen zij
getuiigen van hun wil tot vrede
onder het motto 'En wij verhalen
van vrede'.
Organisator van deze dag is de
'Samenwerking Nederlandse
Vrouwelijke Religieuzen'. Op het
programma staan inleidingen,
discussie en gesprek. Ook is er
gelegenheid een toelichting te
geven op eigen vredesactivitei-
Toch predikant. De classis
Groningen van de Christelijke
Gereformeerde Kerken heeft de
theologische kandidaat D. A.
Brienen na drie afwijzingen el
ders aangenomen als aanstaand
predikant. Brienen zal binnen
kort worden bevestigd in de kerk
van Delfzijl, waar een vacature
ontstond door het vertrek van ds.
J. C. Hardeman naar Brazilië.
Tot tweemaal toe wees de clas
sis Rotterdam kandidaat Brie
nen af. Dat herhaalde zich bij de
regionale synode van het zuiden.
Een voornaam punt was zijn op
stelling tegenover de zogenaam
de 'Nadere Reformatie'. Dat was
een stroming binnen de Refor
matie die sterk de nadruk legde
op de persoonlijke geloofsbele
ving ('bevinding').
De Groningse predikant R.
Soeters, die de classisvergade-
ring voorzat, verklaarde na de
toelating van kandidaat Brienen,
dat de gronden waarop deze
eerst werd afgewezen nu niet
meer 'in diezelfde zin' golden.
(Op het classicale examen
wordt een kandidaat achter ge
sloten deuren getoetst op zijn be
kwaamheid om de bijbel uit te
leggen, zijn kennis van de kerk
leer, zijn vermogen tot preken en
zijn opstelling tegenover het
ambt van predikant).
chem-Kerkwijk, te Moordrecht
(deelgemeente) P. Teeuw Blauw-
kapel-Groenekan, te Ouderkerk
aan de IJssel G. Hendriks 's Gre-
velduin-Capelle, te Stad aan 't
Haringvliet kandidaat J. de Rijke
Vlissingen; bedankt voor Wijk
(bij Heusden) A. W. van der Plas
Bergambacht.
Gereformeerde Kerken Vrij
gemaakt: beroepen te Delft G.
Gunnink Mussel.
Gereformeerde Gemeenten:
aangenomen naar Scherpenzeel
J. Koster Klaaswaal; bedankt
voor Nykerk W. Hage Kruinin-
gen.
Afscheid. De Haagse remon
strantse predikant J. Spijker
gaat met pensioen. Op zondag 29
september om half 11 neemt hij
afscheid in de kerk Laan van
Meerdervoort 955. Spijker heeft
meer dan dertig jaar in Den Haag
gewerkt. Hij begon in 1945 zijn
loopbaan als voorganger van de
vrijzinnige hervormden in Som-
melsdijk.
Diaken. Bisschop Bar zal za
terdag om 11 uur in de kathedra
le kerk van Rotterdam zes man
nen wijden tot diaken, onder wie
Bosco Beijk uit Sassenheim en
Joost de Lange uit Noordwijk.
Na een jaar als diaken te hebben
gefungeerd zullen zij tot priester
worden gewijd.
Het bisdom Rotterdam heeft
nu aan verschillende instituten
ruim 20 jongemannen in oplei
ding voor het priesterschap.
Beschuldiging. De Brazi
liaanse bisschoppenconferentie
ontkent, dat zij ontwikkelings
geld uit onder andere West-
Duitsland, Nederland en België
heeft doorgeschoven naar de
linkse arbeiderspartij. .In een
communiqué reageren de bis
schoppen op beschuldigingen
van dien aard in het parlement.
Van particulieren en over
heidsinstellingen in de 'Eerste
Wereld' krijgt de bisschoppen
conferentie 'zo nu en dan' finan
ciële hulp voor eenmalige pro-
jekten of projekten van wat lan
gere duur. Een deel wordt ge
bruikt voor het organiseren van
de landloze boeren in vakbon
den.
De 'pastorale commissie voor
het grondbezit' geeft toe, dat de
buitenlandse hulp niet
centrale banken Brazilië binnen
komt. Ze verklaart zich bereid
belasting daarover te betalen.
Maar dat moet dan ook
'absurde winsten' van de ban
kiers, industriëlen, winkeliers en
grootgrondbezitters. Die steken
schril af tegen de ellende van
ker 40 procent van de Braziliaan
se bevolking.
"Nog veel meer illegaal zyn de
fondsen om grootgrondbezitters
en huurmoordenaars van landlo
ze boeren te verdedigen en de
landhervormingen tegen te
gaan", zegt de pastorale