Talent en artisticiteit voorop Tweesnijdend zwaard van de vrouw Prix de Rome in Amsterdamse Rijksacademie regisseur Julian Beck (60) overleden Fonografisch Museum gaat verhuizen Niet veel belangstelling voor Leidse beatnacht Nauwkeurig 'Spel' in Beckett-programma Fatal Flowers en L'Attentat in LVC: Breestraat even Route '66 MAANDAG 16 SEPTEMBER 1985 RADIO-TV-KUNST PAGINA 11 AMSTERDAM (GPD) - Honderd jaar Prix de Rome, de tentoonstelling die vori ge week in de Amsterdamse Rijksakademie werd ge opend, levert niet het beeld op dat van de titel zou kun nen worden verwacht. De expositie geeft geen over zicht van deze periode, maar concentreert zich op twee tijdvakken: die rond 1900 en 1980. Het eerste is in zekere zin een fixatie van het beeld zoals dat over de Prix bestond tot aan de gro te veranderingen in de jaren '80. Een werkelijke prijs vraagjurering en de studie reizen (al eerder afgeschaft) die de bekroonde kunste naars moesten maken. En niet te vergeten de kritiek die een dergelijke wedstrijd met zich bracht. Die kritiek kwam van buitenaf, maar viel ook heel duidelijk te be luisteren in de juryrapporten van de Prix de Rome zelf, vooral de laatste jaren. Inhoud en vorm wer den ter discussie gesteld. Een en ander leidde ertoe dat het dit jaar tot een nieuwe opzet kwam. En ook al bleef het principe van de Prix de Rome ongewijzigd, name lijk beeldende kunstenaars èn ar chitecten in hun verdere ontwikke ling te stimuleren, er werden ook enige verruimingen ingebouwd. door Frans Keijsper Zo werden de leeftijdsgrenzen ver schoven van 20 tot 30 jaar naar 25 tot 35 jaar en werden ook de gebie den waarvoor de prijsvraag werd opengesteld verbreed. Dit leidde tot een herwaardering van de toe gepaste kunst. Er is nu sprake van twee wedstrijden met in totaal drie onderdelen: beeldhouwen, grafiek en schilderkunst. In 1986 zal de Prix de Rome voor de bouwkunst worden gehouden. Ook het wedstrijdelement is ge wijzigd. Zo hoeven de deelnemers niet meer gedurende een week een aantal proeven af te leggen, maar vindt de voorselectie in feite plaats aan de hand van tien kleurendia's. Er worden tien kunstenaars uitge kozen; deze moeten vijf tot tien re cente werken leveren. Hieruit wor den vervolgens vier deelnemers gekozen die gedurende twee maan den in de Rijksakademie kunnen werken. Dit resultaat geldt voor de eindbeoordeling. De twee keer vier geselecteerden (dus voor beide Prix de Rome) val len eigenlijk al in de prijzen. Elk krijgt een basisprijs van tien mille; degenen die de gouden medaille winnen krijgen daar nog eens 30 mille bovenop. Bij elkaar een flin ke financiële verbetering, want vroeger kreeg alleen de winnaar van de gouden medaille een geld prijs en die was aanzienlijk lager. De Prix de Rome dient ter aan moediging van de kunstenaars, in teressante vraag daarbij is hoeveel van die kunstenaars nadien ook werkelijk zijn 'doorgebroken'. Wel ke grote namen kan men zich na dien nog herinneren? In zijn ope ningswoord van de expositie merkte Jan Kassies op: „Iemand heeft in het proefexemplaar van de catalogus die ik mocht meenemen de namen aangeduid van degenen die haar of hem wat zeiden; hij of zij kwam tot achttien stipjes. Ik kwam er tot meer, maar niet véél meer. Het is als met de Nobelprij zen, zelfs - of misschien juist - die voor wetenschappelijke discipli nes: na vele jaren zeggen ons de na men niet veel meer". Hetgeen volgens hem niet bete kent dat dergelijke prijzen dan maar zouden moeten worden afge schaft. Integendeel, we leren er al leen uit, zegt Jan Kassies, dat de tijdgenoot in bepaalde opzichten onbevoegd is, „namelijk om vast te stellen welke kwaliteitsmaatstaven blijvend zullen zijn. Dat zegt niets over de kwaliteit van de eertijds bekroonde werken, het zegt alles over de betrekkelijkheid van ons oordeel. Wat topkunst zal blijken te zijn, weten we niet en het gaat ons niet aan. Of we gebloeid heb ben zal later wel blijken Hoewel er nostalgische elemen ten in de expositie zitten, is het er toch niet een geworden van om zien in weemoed. En al stemt het enorme hiaat in de tijd wel enigs zins teleur, de samenstellers ervan hebben met hun accenten toch een redelijke indruk weten te geven. Bij hun onderzoek kwamen ze tot de ontdekking dat ondanks het feit dat de prijsvraag al een eeuw oud is, er slechts weinig informatie over gebundeld was. Het idee van de Prix de Rome is overigens al ouder, het is afkom stig van Nederlands eerste koning, Lodewijk Napoleon, dus ten tijde van het Franse bewind. Hij wilde kunsten en wetenschappen in Ne derland bevorderen door het stich ten van instellingen die wel in Frankrijk, maar nog niet in Neder land bestonden. Onder de Frans man werd de opdracht gegeven een koninklijke akademie te stich ten en voorts voerde hij de Prix de Rome in. Maar aangezien de akade mie nog niet bestond vonden er geen wedstrijden plaats. Wel wer den enige „kwekelingen" in staat gesteld naar Rome en Parijs te gaan waar zij beroemde kunstwer ken moesten kopiëren. Het was ko ning Willem I die de ideeën van Lo dewijk Napoleon overnam. Hoewel minister Thorbecke in 1851 wegens de hoge kosten de Prix de Rome al in de wieg deed stikken, werd de prijs toch op nieuw ingesteld; het was toen al 1870. Feitelijk ging de Prix pas veel CONCERTGEBOUW HOUDT OPEN HUIS AMSTERDAM - Kijkje in het concertgebouw, waar eind vorige week de tradionele opening van het nieuwe muziekseizoen werd gevierd met een open huis. Behalve in de grote zaal werd ook feestelijk gemusiceerd in de kleine zaal, de solistenfoyer en in de foyer van het noodgebouw. Het open huis stond ditmaal geheel in het teken van het koor en de orkesten van de NOS. Het is dit najaar namelijk veertig jaar geleden dat in Hilversum het koor- en orkestapparaat van de omroep werd opgericht. <foto anp> NEW YORK (AFP/ANP) - De Ame rikaanse regisseur Julian Beck, die de stichter was van het 'Living Theatre', is op 60-jarige leeftijd aan kanker overleden. De op 31 mei 1925 in New York geboren Beck was achtereenvol gens acteur, schrijver, regisseur en theaterproducent. Van de vele to neelstukken die hij schreef is 'Pa radise Now' het bekendst gewor den. In de jaren '50 stichtte hij met zijn vrouw Judith Malina het 'Li ving Theatre', waarmee hij een om streden vorm van toneel schiep. Zijn gezelschap, dat verscheide ne internationale onderscheidin gen kreeg, maakte in de jaren '60 en '70 ettelijke tournees in Europa. Veel critici menen dat de belang rijkste invloed die van het 'Living Theatre' is uitgegaan, de poging van het gezelschap is het verschil tussen het theater en het gewone leven op te heffen. later betekenis krijgen. Tot die eer ste winnaars behoorde de Haar lemmer Jacobus van Looy, die dan ook nadrukkelijk aan het begin van de tentoonstelling staat. En een andere interessante figuur was Jan Sluyters. Hij was het enige be kende geval aan wie voor de twee de keer het jaargeld werd gewei gerd, omdat zijn kunstopvatting af wijkend was geworden van die van de academie. En juist Sluyters was niet de minste met talent. Talent en artisticiteit, die staan nu in de Prix de Rome vooraan. In dat opzicht is er wel iets ten goede veranderd. Honderd jaar Prix de Rome, Rijksakademie, Stadhouderskade 86, Amsterdam. Open: maandag t m donderdag 10.00 tot 21.00 uur, vrijdag 10.00 tot 16.00 uur, zondag 13.00 tot 17.00 uur, zaterdag geslo ten. Tot en met 27 september. AMSTERDAM (ANP) - Het Fono grafisch Museum in Amsterdam verandert van standplaats: na drie jaar in een veel te krappe behui zing in de hoofdstad te hebben ge bivakkeerd, krijgt de fonografi sche collectie deze maand een riant onderdak in het winkelcentrum Hoog Catharijne in Utrecht. En met een betere ruimte zijn meteen de vooruitzichten voor het noodlij dende museum ook een stuk rooskleuriger, verwacht P.Solle- veld, van de stichting Fonografisch Museum. Het museum bezit volgens de stichting een unieke collectie van historische geluidsdragers. Het is zelfs het enige museum in Europa, voegt beheerder-conservator Har ry Belle er trots aan toe, dat de chronologische ontwikkeling laat zien van wasrol tot compact-disc. „De collectie is een van de meest vooraanstaande en uitgebreide ter wereld" aldus Belle. Tot zijn grote verdriet kwam die verzameling in het veel te kleine museum in Amsterdam absoluut niet tot zijn recht. Slechts een klein gedeelte kon worden uitgestald. LEIDEN - De derde Leidse beatnacht heeft weinig belangstellenden naar de Stadsgehoorzaal getrokken. Organisator Simon Platteel schat dat er tussen 's avonds acht en 's morgens vijf uur zeshonderd betalende bezoe kers zijn geweest. Om middernacht bood de grote zaal een desperate in druk. Een handjevol publiek, dat tot op dat moment alleen Surprise met Dino van Es, de zoon van Theo van de Shoes, aan het werk had gezien. De Blues Bastards met saxofonist Rinus Groenevelt lieten het in verband met een dubbele boeking afweten. Gitarist Chris Koene maakte nog wat goed met een geïmproviseerde set. Het programma liep door die afzegging zodanig uit, dat na de optre dens van de Ram Jam Band en Flavium nog één van de op het program ma staande bands moest komen te vervallen. De organisatie had de keus de Crazy Rockers of de Shoes te laten spelen en koos met het oog op de trouwe fans in de zaal voor de laatste. De Crazy Rockers keerden onver- richterzake naar het Gelderse terug. Op de foto (van Wim Lamboo) de zanger van bluesgroep Flavium. 'Elena's Aria' door Rosas. Choreo grafie. Anne Teresa de Keersmae- ker. Met: Fumiyo Ikeda, Michèle An- de Mey, Nadine Ganase, Roxane '"Fljan o 'c A o Huilmand en Anne Teresa de Keers- J-lilClld 5 ill ld maeker. Gezien op 15 september in de Stadsschouwburg, Amsterdam, van A nno I oroco Aldaar ook vanavond. V dll /illHc 1 CLCbd AMSTERDAM - De Belgische Anne Teresa de Keersmaeker werd na 'Fasen' en 'Rosas danst Rosas' alom bejubeld als een zeer getalenteerd en compromis loos choreografe. Vorige week verdiende ze er nog de CJP-prijs mee. De opvolger 'Elena's Aria', die al enkele keren in ons land te zien was, kreeg vervolgens aan merkelijk minder bijval. Toch is 'Elena's Aria' een voortzetting van de ontwikke ling die in haar eerdere werk zichtbaar werd. Ze keert zich steeds verder af van het zuiver herhalende en staat meer beteke nisvolle bewegingen toe in de dans. Ze bekommert zich er min der om of wat ze maakt nog wel dans is, en gebruikt meer thea trale elementen. 'Elena's Aria' is wat dat betreft geen stapje, maar een grote stap vooruit. Ze vraagt zodoende een en ander van haar publiek, van wie een aantal het gisteravond voortijdig voor ge zien hield. Het is een voorstelling zonder muziek. Goed, soms zijn er op de achtergrond flarden van operet temuziek te horen, maar die heb ben verder geen ritmische func tie. De bewegingen bepalen het ritme, en dan vooral het ge klikklak van de hakken die de danseressen dragen. Hakken zijn het tweesnijdende zwaard van de vrouw; ze staan verleidelijk, maar kunnen ook als wapen die nen. Ze beperken bovendien de bewegingsvrijheid, zoals in vroe ger tijden het harnas die van een ridder. De vrouwelijkheid is in 'Ele na's Aria' nadrukkelijk aanwe zig. In de strakke jurKjes en in de vanuit de heupen komende be wegingen. Maar het is alsof de danseressen er geen weg mee weten. De ruggen zyn vaak ge kromd, de hoofden gebogen. Struikelend en vallend bewegen de vrouwen zich voort, op het laatste moment nog steun vin dend bij een stoel, waarvan er tientallen op de dansvloer staan. de Keersmaeker Vaak zitten ze tijden lang met de rug naar de zaal, te wachten op niets. Hun koketteren is niet meer dan een onhandig optrek ken van de rok. Waar in 'Fasen' de muziek saamhorigheid bracht en in 'Rosas' de groep eensge zind agressie ontlaadde, daar zijn het hier vijf individuen, die wei nig met elkaar uit te staan heb ben. Hun woede is naar binnen gekeerd; een fanatisme zonder uitzicht. Het zal duidelijk zijn: 'Elena's Aria' is geen opgewekte voorstel ling. De sfeer is onbehaaglijk, oorlogen en geruchten van oorlo gen hangen in de lucht. De be lichting is donker, net als het achterdoek en op een filmpje zijn instortende gebouwen te zien. Pas in de epiloog wordt met een verrassende wending het vooraf gaande gerelativeerd. Van mij had dat niet gehoeven. Een aantal eerdere stijlken merken wordt in 'Elena's Aria' verder uitgewerkt. De mooiste daarvan vind ik de snelle bewe gingen die als vanuit een impuls ontstaan, maar op het laatste mo ment worden afgeremd; wat er uitziet als een rechtse directe kan nog net in toom wordt gehouden, in een streling veranderen. Mis- maar steeds andere uitwegen schien is dat typerend voor De vindt. Keersmaeker: een agressie die ARIEJAN KORTEWEG Krapp's laatste band en Spel van Sa muel Beckett, gespeeld door Lou Landré en drie leden van de HC-Stu- dio. Vertaling: Jacoba van Velde. Re gie: Lou Landré. Gezien op 14 sep- de DEN HAAG - Het nu door de Haagse Comedie gepresenteerde Beckett-programma is een voort zetting van de voorstelling van Krapp's laatste band, waarmee Lou Landré aan het eind van het vorige seizoen zo verrassend voor de dag kwam. De voorstel ling bestaat nu uit twee delen en voert het kleine groepje toe schouwers (maximaal 26) na de pauze naar een ander deel van de kelders, waar drie jonge leden van de Haagse Comedie Bec kett's Spel ten gehore brengen. Inderdaad ten gehore brengen, want Spel is niet bedoeld om op traditionele wijze gespeeld te worden. In zijn tekst heeft Bec kett nauwgezet voorgeschreven hoe de drie acteurs in hun urnen opgesteld moeten zijn, hoe het spel van de schijnwerper een in quisiteur moet suggereren en hoe het ritme van de tekst moet worden aangehouden met een nauwkeurigheid als betrof het een muziekpartituur. De door Lou Landré geregisseerde voor stelling bezat bij de zogenaamde persvoorstellingen al een opmer kelijke precisie die in de komen de weken zeker nog verder verfijnd zal kunnen worden. Dit driestemmig en in hoog tempo gereciteerde verslag van een driehoeksverhouding blijft een merkwaardig stuk, maar kan een grotere mate van fascinatie op roepen naarmate de uitvoering de perfectie meer benadert. De absolute perfectie lijkt in middels door Lou Landré be reikt in zijn vertolking van Krapp's laatste band. Het tempo leek iets hoger te zijn (wat later bevestigd werd als het gevolg van het werken met een nieuwe geluidsband), aar de uitwerking is nog gedetailleerder dan voor heen en de manier waarop Land ré met zijn rol vergroeid is ge raakt, l(jkt soms angstwekkend. Dit spel over het lichamelijk en geestelijk afsterven van een ge desillusioneerde oude man wordt daarmee tot een demon stratie van acteertalent zoals men die zelden op deze manier te zien krijgt. N.B. In tegenstelling tot eerde re aankondigingen beginnen de voorstellingen al om kwart o acht. PAUL KORENHOF Vrijeti OP iijds Centrum. LEIDEN - Met een variant op de Boulevard of Broken Dreams kwam de Breestraat zaterdag avond in aanmerking voor de be naming Route '66. Terwijl de Stadsgehoorzaal met de derde Leidse Beatnacht in het teken stond van nostagie naar de jaren zestig, speelden twee deuren ver der de erfgenamen van die muzi kale generatie in het Vrijetijds centrum. L'Attentat en Fatal Flo wers zijn jonge bands uit Am sterdam, die hun inspiratie put ten uit de hoogtijdagen van de popmuziek en daar ook rond voor uit komen: Roots '66. Twee bands met dezelfde oerbezetting (twee gitaren, bas en drums) en een identieke instelling: elke zaal ;len en dat zonder flauwe kul. L'Attentat grijpt van die twee het verst terug. Hun wortels lig gen tegen de rock en roll aan. En hoe dichter ze daarbij in de buurt komen, hoe beter ze gaan klin ken. De snelle nummers zijn overtuigend, vooral ook door de drummer die de boel hard en strak aan elkaar slaat. Het wordt helemaal leuk als de bassist er zo'n turbo-variant van een aan de country ontleende baslijn tegen aan gooit. Maar schakelen ze te rug naar een lagere versnelling, dan blijven ze vaak verstrikt in de beperkingen van het genre. Jammer is dat L'Attentat tussen de nummers door grote pauzes liet vallen. Juist by dit soort mu ziek moet je je publiek niet de tijd gunnen om bij te komen. Fatal Flowers had dat beter door. Vanaf het eerste nummer 'Fatal Flower' stond de trein op de rails en denderde door tot de toegift 'Baby Blue'. Dat was ove rigens de enige cover die ze speelden. Verder was alles eigen werk, een aardige prestatie voor een band die nog geen jaar be staat. Dat in aanmerking genomen klinkt Fatal Flowers ook zeer hecht en ingespeeld. Bas en drums zetten een koers uit waar op de twee gitaren blind hun weg kunnen vinden. In de solo's klinkt heel wat psychedelica door en is het soms alsof de da gen van Hot Tuna en de Quicksil ver Messenger Service herleven. Beide gitaristen brengen veel va riatie in hun spel. Gierende so lo's worden afgewisseld met dro ge slagpartyen en ook de trek haak op de gitaarkast, die jaren in het vergeethoekje van de pop muziek bivakkeerde, is by hen in ere hersteld. Het volume was be hoorlijk hard, zodat gitaren en zang heerlijk tegen elkaar kon den aanleunen. Desondanks bleef het geluid helder. De afwisseling geeft hen een ruime voorsprong op L'Attentat. Die wordt mede bereikt doordat de groep in Richard Janssen en Marco Braam twee prima zan gers heeft. Fatal Flowers verstaat de kunst pakkende popsongs te schryven. 'Billy*, 'Midnight train' en 'Crying over sin', die ook op hun debuutplaat staan, zijn hele maal volgens de klassieke begin selen gemaakt en hebben een refrein dat je niet snel vergeet. Alleen de teksten zyn nogal on beholpen. Fatal Flowers is zowel op het podium als op de plaat één van de betere nieuwe gitaarbands en kan zich meten met Amerikaan se soortgenoten als Green on Red, Jason and the Scorchers en Guadalcanal Diary. ARIEJAN KORTEWEG

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 11