Pont: Wat wij proberen is fenomenaal' Kok: 'Ik verlaat geen zinkend schip' ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1985 EXTRA PAGINA 21 Jaap zegt het, Pont legt het uit. Zo was twee jaar geleden de taakverdeling bij de AbvaKabo, toen er nog gestaakt werd in ambtenarenland en toen de vuilniszakken zich opstapelden. Het waren de dagen van Jaap van de Scheur, voorzitter van de FNV-bond voor overheidspersoneel. De dagen van de koel redenerende Hans Pont zijn pas nu aangebroken. Sinds woensdag mag hij zich voorzitter noemen van de grootste vakcentrale in ons land. Nel van Bemmel sprak de 47-jarige ambtenaarszoon, die zijn loopbaan begon in Alphen aan den Rijn en die nu al meer omstreden is dan zijn één jaar jongere voorganger ooit is geweest. Die voorganger, Wim Kok, verlaat na 12 jaar de FNV om zijn heil te zoeken in de politiek. Twee interviews. door Nel van Bemmel Luid gejuich bleef uit toen bekend werd wie Wim Kok als voorzitter van de FNV zou opvolgen. 'Aan vaardbaar', was een veel gehoorde kwalificatie voor de persoon van de nu 47-jarige H. Pont, voormalig tweede voorzitter van de FNV-amb- tenarenbond AbvaKabo achter de spraakmakende voorzitter Jaap van de Scheur. Alleen de Voedings bond, altijd het meest dwars binnen de vakcentrale, wees zijn kandida tuur openlijk af. „Te relativerend, te weinig herkenbaar voor de leden", oordeelde voorzitter Greetje Lubbi. Pont oogt als een mijnheer. In een rus tige bijeenkomst napraten over de mil joenennota is hem 'meer op het lijf ge schreven', erkent hij, dan een zaal toe spreken bij een arbeidsconflict. In het najaar van 1983 leidde hij samen met Jaap van de Scheur de golf van ambte- narenacties. Kort samengevat was hun taakverdeling: Jaap roept het, Pont legt het uit. Weren Pont etaleert gedurende het gesprek een nuchtere, overwogen kijk op de din gen. Voor elke mening heeft hy zijn ar gumenten, voor elke situatie zijn uitleg. Hij formuleert genuanceerd, zyn spreek trant doet in niets denken aan vaak door zijn collega's gebezigde harde 'vakbond- staal'. Wanneer hij ergens van wakker ligt, is dat „figuurlijk gesproken". Kri tiek zoals die van de Voedingsbond brengt hem niet aan het twijfelen. „Ik trek het me wel aan. Maar ik plaats de kritiek tegenover andere opvattingen en bezie dat in zijn proporties". Pont groeide op in een ambtelijk mi lieu. „Mijn vader was belastingambte naar. Belangrijk was dat het gezin lid was van de Partij van de Arbeid. Daar kwam een bepaalde mate van activiteit uit voort. Wij mengden ons wel in de ver kiezingsstrijd, plakten de kop van de ou de Drees voor het raam". Van jongsaf aan moest hij zich weren, vooral op school. „Ik ben niet kerkelijk opgevoed maar zat op een christelijke school. Dat was om praktische redenen. Men was daar bij ons thuis altijd nuchter in. Voor velen was het in die tijd niet vanzelfspre kend dat dat christelijke en dat sociaal democratische door elkaar heen liepen". Het gezin was niet arm, maar ook niet rijk. Pont: „Hoewel in die tijd vaak ge sproken werd over de stille armoede van de ambtenaar. „Vast werk, vaste armoe de" zei men dan, omdat het overheids personeel in zijn verdienste achterliep bij het bedrijfsleven. Er werd een beetje smalend gedaan over het bestaan van de ambtenaar op materieel gebied". Alphen Na een driejarige hbs-opleiding ging hij aan het werk op de loonadministratie van een scheepsmotorenfabriek in Al phen aan de Rijn. „Ik kwam veel in de fabriekshallen. Dat maakte indruk op me, zo van school in zo'n bedrijf'. Daar na volgde hij een opleiding voor land meetkundig ambtenaar en kwam hij in dienst van het kadaster. Daarbij deed hij avondstudies en op zijn 29ste trad hij in dienst van de FNV-ambtenarenbond Abva als bestuurder voor de PTT-werk- nemers. Na diverse functies werd hij tweede voorzitter, totdat hij vorig jaar werd gekozen in het FNV-bestuur. - Bent una een leven vooral in de ambtelijke sfeer, voldoende in staat om de cultuur aan te voelen van bouwvak kers en werknemers in de industrie? Pont: „Er is een groot verschil tussen de taal spreken en de taal verstaan. Het laatste is een vereiste. Het eerste is niet goed doenlijk. Er zijn binnen de FNV veel meer schakeringen dan die welke u nu over tafel brengt. Het is uitgesloten dat iedere groep zich in je zou herken nen. Dan moetje bijna als een kameleon door het leven. Ik dacht wel dat ik de taal voldoende versta, ja. Er zal wel eens wat aan mankeren. Ik heb vooral erva ring in de collectieve sector, niet in de marktsector. Ik ga ervan uit dat ik een hoop heb te leren". „Lubbers spreekt grote delen van de bevolking zeer aan. Terecht. Hij is een man die op grond van argu menten politiek voert. Je kunt het met hem eens zijn of niet, maar het is in elk geval een tegenstander van formaat. Hij heeft een stijl die mij persoonlijk meer ligt dan die van politici die van carnaval naar carna val lopen en alleen op de emoties van de mensen spelen". Wim Kok (46), net afgetreden als voor zitter van de FNV en toekomstig Kamer lid voor de PvdA, steekt zijn bewonde ring voor de huidige premier niet onder stoelen of banken. Maar hij doet dat vooral omdat hij nog slechte herinnerin gen heeft aan de voorganger van Lub bers. „Presentatie van beleid is in de poli tiek de laatste jaren belangrijker gewor den. Een sprekend voorbeeld daarvan is Van Agt die naast zijn inhoudelijke kwa liteiten vooral lette op de presentatie. Ik voel er niets voor om uiterlijke zaken te laten winnen van de argumenten". Arrogant Liever Lubbers dus. Maar dat bete kent geenszins dat Kok zijn vakbonds loopbaan nu al is vergeten. De premier mag dan kwaliteiten hebben en indruk maken, hij staat wel voor een „arrogant beleid dat vervreemdend werkt bij de kiezers en de politiek onvermijdelijk zal opbreken". Kok: „De invloed van ieder een die het niet met het kabinetsbeleid eens is, is getaand. Dat geldt niet alleen voor de vakbeweging, maar bijvoor beeld ook voor de vredesbeweging en de mensen die zich verzetten tegen kern energie. Het kabinet jaagt die nieuwe centrales er doorheen; het lijkt erop dat in november gewoon besloten wordt die kruisraketten te plaatsen". Volgens Kok heeft vooral „een ijzeren regeerakkoord" de breuk geslagen in het traditionele overlegsysteem in ons land. „Dat akkoord bood geen ruimte voor een wezenlijke dialoog. Realisti sche alternatieven van de vakbeweging voor het bezuinigingsbeleid werden hooghartig genegeerd. Maar geen kabi net kan het zich permitteren om zich langdurig en blijvend te distanciëren van beïnvloeding van het beleid vanuit - Uw manier van spreken is die van geschoolde mensen. Pont: „Ik ben niet zo'n voorstander van het onderscheid geschoold/onge schoold. In de situatie van vandaag gaan hoofd- en handarbeid steeds meer sa men. Ik heb, wanneer ik een zaal toe spreek, niet de indruk dat men niet be grijpt wat ik bedoel. Ik streef ernaar zo te spreken dat het acceptabel is voor ie dereen. Een zaal met leden is een zaal met leden. Die moeten begrijpen waar het om gaat. Die moet je niet te geleerd en niet te eenvoudig aanspreken. Daar doe je mensen onrecht mee". Blozen Het gaat niet alleen, zo proberen wij, om moeilijke of gemakkelijke woorden. Het gaat ook om een verschil van toon. de samenleving. Engeland is wat dat be treft een goed voorbeeld van hoe het niet moet, en daar gaat het dan ook hand over hand slechter". Straks, bij de verkiezingen in mei 1986, zal volgens Kok blijken of de protesten van de vakbeweging tegen de bezuinigingen op sociale zekerheid ge rechtvaardigd waren. Het stemgedrag in de Tweede Kamer is daarvoor niet bepa lend, meent Kok, want voor de meerder heid daar telt alleen de zoveel-miljard. „Wij waren bereid een premie-offer te aanvaarden. Maar het automatische ant woordapparaat van het kabinet zei on middellijk: het past niet in het regeerak koord". Verstarrend Wim Kok werd twaalf jaar geleden, op 35-jarige leeftijd, voorzitter van de FNV. Hij werkte toen al 12 jaar bij de vakbe weging. „Je moet de eerste man en een organisatie niet te lang tot elkaar veroor delen. Dat werkt verstarrend. Sommige mensen begrijpen niet dat ik vrijwillig terugtreed, maar je bent te laat als ande re mensen je erop gaan wijzen dat het misschien weieens tijd wordt om naar een andere functie te gaan uitzien. Voor anderen wist ik altijd zo goed dat ze eens wat meer mobiliteit moesten tonen. Waarom zou dat voor mijzelf dan niet gelden?" „Die mobiliteit wordt in Nederland overigens wel met de mond beleden, maar in de praktyk wordt het de mensen wel moeilijk gemaakt om van betrek king te wisselen. Neem nu alleen maar de pensioenen. Ik heb 20 jaar pensioen bij de vakbeweging opgebouwd. Nu komt daar een breuk in en ga ik opnieuw mijn pensioen opbouwen. Dat is toch ei genlijk te gek om los te lopen. Let wel, ik klaag niet, maar het wordt veel mensen toch wel moeilijk gemaakt om eens naar een andere baan om te zien". Kok vindt niet dat hij een zinkend schip verlaat. Het zorgwekkend hoge le Ter illustratie herinneren wij aan een bij eenkomst met zeer kritische Amster damse FNV-leden vorig najaar in het ge bouw De Hoeksteen, waar hij met zijn nuchtere toespraak over de beperkte macht van de vakbeweging gejoel en ge fluit in de zaal oogstte. De herinnering aan De Hoeksteen doet hem heel even blozen. Maar zijn vermogen tot relativeren wint snel. „Een bijeenkomst als toen in De Hoeksteen tref je nooit, dat is zeer ongebruikelijk. En natuurlijk ben ik wel gevoelig voor de kritiek die daaruit voortvloeit. Voor zover het mijn persoon geen geweld aan doet, wil ik daar wel aan schaven. Maar wel onder die restrictie. Mij lijkt dat men dat zal respecteren". - Een andere vraag is of de vakbewe ging de mensen nog wel aanspreekt. Het denverlies bij de FNV in de afgelopen jaren (zo'n 40.000 mensen per jaar) lijkt voor het eerst dit jaar tot staan te komen. Bovendien heeft de vakbeweging toch het nodige bereikt op het gebied van werkgelegenheid en medezeggenschap en zit er perspectief in de toekomst, meent hij. „Ik geef toe, atv, medezeggenschap: het gaat misschien traag, maar het zijn langzame, moeizame processen. Vooral na het akkoord in de Stichting van de Arbeid in '82 zijn we wat atv betreft dui delijk op streek geraakt. Ik zal niet zeg gen dat we die atv maar eventjes gere geld hebben. Maar je hoort mij ook niet zeggen dat we onze neus hebben gesto ledenverlies wordt weliswaar minder, maar gaat toch nog steeds door. Pont: „Je zou verwachten: als je posi tie verzwakt, als de weerstand van poli tiek en werkgevers groter wordt, brengt dat een sterkere neiging tot organisatie met zich mee. Maar je ziet in het alge meen het omgekeerde. Daar heb je goed rekening mee te houden". Hij stelt vast dat je de precieze oorzaak zou moeten kennen van het slinkend ledental, en wijst erop dat hij voorzitter is van een FNV-groep die de plaats en functie van de vakbeweging onderzoekt". Vervolgens signaleert hij dat de re- geerstijl van het kabinet Lubbers het de vakbeweging moeilijk maakt haar beïn vloedende rol in de samenleving te spe len. Hij zou graag zien dat werknemers, werkgevers en overheid gezamenlijk de ten en nu weer naar andere zaken moe ten uitzien. We zijn nog lang niet aan het einde van de rit". Instrument Volgens Kok heeft de vakbeweging zich hier nadrukkelijk bewezen als be langrijke maatschappelijke organisatie. „De vakbond als instrument tegen de massawerkloosheid en niet alleen maar als een organisatie die zorgt voor brood en beleg voor de mensen aan het werk. Een beweging die zich niet alleen bezig houdt met pure belangenbehartiging, maar die strijdt voor een betere kwaliteit van het bestaan. Daarom blijven we ons grote maatschappelijke problemen aan pakken. „Dat zou de economische groei stimuleren, alleen al door het psycholo gische effect dat ervan zou uitgaan. Dan gelooft men er weer in". Snelle vernieuwing Wat zouden de vakbondsleden daar van in de praktijk merken? Pont stapt over op de situatie op de werkvloer. „Er is sprake van een snelle vernieuwing van de technologie. We moeten de zeker heid geven dat de kansen die de techno logie biedt, toevallen aan de mensen die erin werken. Het zou fnuikend zijn als die mensen hun ontslag zouden krijgen, nadat ze zich constructief hebben opge steld. Daarom is het belangrijk afspra ken te maken met werkgevers over bij- bezighouden rhet vrede en veiligheid, milieu en internationale solidariteit" Kok is niet ontevreden over het con cept-verkiezingsprogram, zoals dat on langs door de PvdA is gepresenteerd. „De hele PvdA kenmerkt zich zo langza merhand door een grote mate van reali teitszin. Een zo grote partij als de onze is dat ook aan zichzelf en aan de kiezers verplicht. We moeten geen gouden ber gen beloven of luchtkastelen op drijf zand bouwen, maar we moeten natuur lijk wel de verschillen met andere partij en goed duidelijk maken, zonder ze te overdrijven. Het ontwerp-program is een degelijk en realistisch werkstuk, waarmee we een reële mogelijkheid heb ben om mee te gaan regeren". Eén noot van kritiek hij wel kwijt: in de toelichting op het program staat dat in het bedrijfsleven slechts vijftig pro cent van de arbeidsplaatsen wordt her bezet die door arbeidstijdverkorting vrijkomen. „Hier ontstaat een confronta tie tussen PvdA en FNV. Het kan na tuurlijk niet de bedoeling zijn dat de mensen voor de atv meer moeten inleve ren dan de herbezetting kost. Natuurlijk, atv heeft een bepaalde prijs, maar die mag niet hoger zijn dan ze aan werkgele genheid oplevert". Aanzien Het ligt voor de hand dat Kok, nu hij de politiek in gaat, zich vooral met so ciaal-economische onderwerpen gaat bezighouden. „Maar als we zo groot wor den dat we een fractie krijgen die bijna niet meer te overzien is, sta ik echt niet te springen om collega-Kamerleden van hun plaats te drukken om zo nodig ook eens een kwartiertje spreektijd in de Ka mer te krijgen", aldus Kok. Hij hoopt wel een rol te kunnen spelen bij het bepalen van de algemene politie ke lijn van de fractie. „Niet alleen op so ciaal-economisch terrein, maar ook op het internationale vlak, waarin ik door mijn vakbondswerk ook aardig ben scholing van de werknemers, zoals in het PTT-automatiseringsstatuut. Dat wordt vast en zeker positief gewaar deerd door de leden". Een ander punt om de leden meer te binden noemt Pont een uitbreiding van de individuele dienstverlening. Bijvoor beeld informatie verschaffen voor leden die een persoonlijke arbeidsovereen komst moeten afsluiten. Maar ook aan leden die willen controleren of informa tie die zij krijgen van bijvoorbeeld ban ken en verzekeringen wel betrouwbaar In meer opzichten moet de vakbewe ging, meent hij, inspelen op ver anderingen in de samenleving. Zoals tij delijk werk en afroepcontracten. Pont: „We moeten die gemarginaliseerde ar- beid aan de zelfkant van de arbeidsorga nisatie zoveel mogelijk tegengaan. Iets anders is dat er meer behoefte komt, ook van de mensen zelf, aan deeltijdarbeid. Dat moet dan onder even keurige om standigheden worden geregeld als full time arbeid. Die deeltijdwerkers kunnen we het best gebonden houden door ze duidelijk te maken dat we voor hun be langen staan. En daar zijn bewijzen ge noeg voor. het staat steeds op het pro gramma voor de cao-onderhandelin gen." Wapen - Full-timers die staken voor de belan gen van part-timers? Pont: „U moet een beetje af van het idee, mocht u dat al hebben, dat je gaat staken om iets te bereiken. Meestal staak je als je niets bereikt hebt. Het is als wapen wel belangrijk. Maar je moet het alleen hanteren als je een redelijke kans hebt op succes, anders devalueert het gauw. Je moet de wil hebben lang vol te houden. De meeste resultaten boek je aan de onderhandelingstafel. Maar u heeft gelijk: full-timers zijn het vaak wel eens met de eisen van deeltijd werkers, maar ervoor actievoeren is vers twee". - Is de FNV niet genoodzaakt, evenals laatst de AbvaKabo, meer nadruk te leg gen op koopkracht in plaats van op ar beidstijdverkorting? In een uitgebreide toelichting nuan ceert Pont het 'koopkrachtverhaal' van de AbvaKabo. Hij stelt dat de ambtena renbond slechts de bonden in de markt sector wil volgen, zoals voorheen de ge woonte was. Het FNV-beleid mikt op een werkweek van gemiddeld 32 uur in 1990, gefinancierd uit economische groei en eveneens met behoud van koopkracht. „Indien de economische groei onvoldoende is, zullen wij per jaar aan de leden voorleggen of zij bereid zijn een deel van de prijscompensatie voor arbeidstijdverkorting in te leveren. Dat zal dan zeker enorme discussies met zich meebrengen". Maar hij denkt dat het lukt met bf- houd van koopkracht: „De herbezettiri loopt nu op tot 50 procent in de indul- trie. Ons plan gaat uit van 70 procent, w moeten die 70 procent zichtbaar kunneh maken om de arbeidstijdverkorting ak een succes te beschouwen. Ik heb er ver trouwen in dat we dat halen". Subcultuur - De cijfers van het Centraal Planbu reau geven u geen gelijk. Pont: „Het CPB is op dit terrein steecfc zeer terughoudend, zeer sceptisch. Ik wil ons plan best ambitieus noemeii, maar ik ben niet sceptisch, dat is geeh basis. Dergelijke publicaties van hqt Centraal Planbureau werken behoorlijk tegen. Net als wanneer de president vap de Nederlandsche Bank zich negatief uitlaat. En de werkgevers, die ook niqt zover willen gaan als de vakbeweging"; Na een korte stilte: „Eigenlijk is het fenomenaal wat wij proberen. Met dje steun van een groot deel van onze leden. Het risico bestaat dat er straks een cate gorie van een paar honderdduizend structureel werklozen bestaat die meh links laat liggen. Wat mogelijk wordt doordat het probleem de rest niet raakt. Voor zo'n groep structureel werklozeji zou er veel gebeuren, alles wordt anders, er ontstaat een subcultuur. Dat is eeh zorgelijke ontwikkeling. Daar lig ik - fi guurlijk gesproken - van wakker". thuis geraakt". Dat is nogal bescheiden uitgedrukt. Kok is enige jaren voorzitter van het Europees Verbond van Vakver enigingen geweest en hij geniet interna tionaal groot aanzien. Publiek geheim is ook dat hij, mocht het zover komen, de ministerspost van buitenlandse zaken ambieert. Sociale Zaken ziet hy in elk geval niet zitten. "Ik zou het onverstandig vinden om zo kort na mijn voorzitterschap van de FNV al direct de ministerspost te bezetten die daar het nauwst bij betrokken is. Ik wil daarvan eerst enige afstand kunnen ne- Kok zelf vindt het intussen nogal voor barig, al dat gespeculeer over een even tueel ministerschap. „Het is helemaal niet beneden mijn stand om Kamerlid te zijn. Ik erger me mateloos aan mensen die het Kamerwerk afdoen als krullen- jongenswerk. Een goed functionerend parlement is essentieel in een democra tie. De waarde van het parlement hangt af van de honderdvyftig mensen die erin zitten. Het kabinet moet niet op de Ka mer neerkijken". Van Aardenne Verklaarbaar vindt hy het wel, dat er nogal laatdunkend wordt gedaan over het Kamerlidmaatschap en de politiek in het algemeen. „De politici hebben dat in belangrijke mate aan zichzelf te wij ten. De wijze waarop de regeringspartij en zich in deze kabinetsperiode afsluiten voor beïnvloeding vanuit de maatschap pij speelt een rol. Dan heb je de RSV- zaak. Wat is er uiteindelijk met die parle mentaire enquête gebeurd? Van Aar denne mocht de hele boel voor de gek houden en vervolgens rustig blijven zit ten. Later, bij die kerncentrales, deden WD en CDA er weer zand over" „Je ziet ook dat veel ex-bewindslieden helemaal niet of maar heel kort in het parlement willen zitten, gunstige uitzon deringen als Den Uyl en Lubbers daar gelaten. Wat mij als burger opvalt zijn die vaak lege Kamerbanken bij debat ten. Dat grote groene veld met hier en daar een enkel Kamerlid. Ik weet wel hoe het werkt en dat die andere Kamer leden weer ergens anders belangrijke dingen moeten doen, maar het blijft een raar gezicht en ik denk toch dat dat soort zaken van invloed is op het denken van de mensen". (ANP/GPD) „Er ontstaat een subcultuur. Daar lig ik - figuurlijk gesproken - van wakker". "Het automatisch antwoordapparaat van het kabinet zei onmiddellijk: het past niet in het regeerakkoord". iroio ar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 21