Vliegen blijft het veiligst ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1985 E MM ^^^^^^BIJWG^A^IE^EIDSCH/ALPHEN^AGBWD PAGINA17 Sinds op de allereerste dag van dit jaar al 29 mensen bij een vliegramp om het leven kwamen is het mis in de luchtvaart. De meest recente vliegramp vond vorige week vrijdag plaats. Een DC-9 met 45 passagiers aan boord stortte bij de luchthaven van Milwaukee in de Amerikaanse staat Wisconsin neer. Hierbij kwamen minstens 14 personen om het leven. Nu al staat vast dat 1984, het veiligste jaar uit de luchtvaartgeschiedenis, werd gevolgd door een absoluut rampjaar. De luchtvaartwereld is nog steeds in rep en roer na het ongeluk met de Britse Boeing 737, twee weken eerder, waarbij 54 passagiers het leven lieten. Overal worden de motoren op de procfbank gezet. Hoe komt het dat de Pratt Whitney tijdens de start explodeerde? Is de 737 eigenlijk wel een veilig toestel? Ja, zeggen de statistieken. Met 0.94 fatale ongelukken op 1 miljoen vluchten is het misschien wel het veiligste toestel dat er bestaat. Intussen gingen sinds 1 januari van dit jaar al meer dan 1500 vliegtuigpassagiers de 54 van Manchester vóór in de dood. Is vliegen eigenlijk wel veilig? Ja, zeggen de experts van de luchtvaartmaatschappijen, vliegen is nog steeds de veiligste manier van reizen en elk jaar wordt het veiliger. door Guus Visscher Waar letten veiligheidsmensen op als ze in een vliegtuig stappen? Van een brandweercommandant is bekend dat hij altijd eerst de blusmiddelen en de vluchtwegen inspecteert alvorens in een vreemd hotelbed onder de wol te krui pen. Moll: „Ik kijk altijd waar de deuren en de nooduitgangen zijn ten opzichte van mijn stoel. En verder lees ik de vei ligheidsvoorschriften". Wondergem: „De klacht van het cabi nepersoneel is vaak dat de mensen zo slecht luisteren. Tijdens de veiligheids presentatie door de stewardessen bly- ven ze gewoon hun krantje lezen". Analyse De start en de landing zijn de kritieke fasen van de vlucht. Een analyse van 26 ongelukken uit 1984 leert dat 19 procent daarvan plaatsvond tijdens de start en 4 procent tijdens de daaropvolgende klim. 11 procent vond plaats op kruishoogte, 27 procent tijdens de nadering voor een landing, 35 procent tijdens de landing zelf en 4 procent op de grond. Statistie ken over een langere reeks van jaren ge ven aan dat het dalen van kruis- naar landingshoogte goed is voor 12 procent van de ongelukken. In 70 procent van de gevallen zou de schuld gezocht moeten worden in het fa len van mensen; bemanningen in de eer ste plaats, maar ook verkeersleiders en onderhoudspersoneel. Piloten, zo fcegt een zeer recent IATA-rapport, hebben de neiging zich tijdens de landing in si tuaties te begeven die ze niet beheersen. Vaak gaan ze dan toch door, in plaats van de fout te erkennen en nog een keer rond te vliegen alvorens een nieuwe lan dingspoging te doen. Het aantal onge lukken tijdens de landing neemt de laat ste jaren toe. Het rapport spreekt van ge brek aan discipline en assertiviteit, over matig zelfvertrouwen en zelfgenoeg zaamheid, veroorzaakt door het gladde verloop van ontelbare vluchten. Sinds de rampen by Air India, JAL en British Airtours staan de Boeings in een kwade reuk. De 737, die rich verdacht maakte nadat bij de start in Manchester een motor was ontploft, heeft deson danks een indrukwekkende staat van dienst. De 1136 vliegtuigen van dit type hebben de afgelopen 17,5 jaar samen 20,4 miljoen uren- gevlogen en 1,3 mil jard passagiers vervoerd. Er gingen 20 toestellen verloren, in 15 gevallen waren daarbij doden te betreuren. Op een mil joen vluchten eindigden niet meer dan 0,94 (dus nog niet één) fataal. Bomaanslag Van de Boeing 747, waarvan eerder dit jaar exemplaren bij JAL en Air India verongelukten, zijn er tot nu toe 620 af geleverd. Ze hebben in 15 jaar zo'n 17 miljoen uren gevlogen en 580 miljoen passagiers vervoerd. Zeven zijn er tij dens de vlucht verongelukt, daarvan minstens vyf door geweld van buitenaf. Een Koreaanse Boeing werd door Russi sche jagers neergeschoten toen het toe stel boven Sowjet-gebied kwam. Een vliegtuig van Air India ging door een bomaanslag verloren. Het jongste ongeluk met een Boeing van Air India moet mogelyk eveneens aan een bom worden toegeschreven. Van het neerstorten van de JAL-Boeing is de oorzaak nog duister. De 747 met de meeste vlieguren doet dienst bij de Amerikaanse maatschappij TWA. Dit toestel heeft nu 62.098 uren oftewel ruim zeven jaar in de lucht doorgebracht. Per mihoen vluchten zyn er 2,1 747's verlo ren gegaan. Van de 3-motorige Boeing 727 sneu velden er 0,9 per 1 miljoen vluchten. Dit veiligheidsrecord wordt, behalve door de 737. geëvenaard door de Lockheed L- 1011 Tristar. De DC-9 volgt met 1,2 per miljoen, de Airbus A-300 met 1.7. de DC- 10 met 3.7 en de F-28 van Fokker met 5,8 per miljoen vluchten. Volgens de heren Moll en Wondergem neemt de vliegveiligheid gestadig toe. In 1980 was er één total loss per 580.000 vluchten, in 1981 1 op 1.070 000, in 1982 1 op 500.000, in 1983 1 op 400.000 en in 1984 1 op 1.380.000. Ondanks de pieken en dalen kruipt de gemiddelde lyn on miskenbaar omhoog. Moll: „Het publiek raakt in de war door de grote schommelingen van jaar tot jaar. Natuurlijk, het gaat om veel mensenlevens, maar eigenlijk gaat het elk jaar om een relatief gering aantal on gevallen. Een paar ongelukken erby en je zit in zo'n jaar meteen op een verdub beling van wat dan 'onveiligheid' ge noemd wordt". Veiliger Wondergem verwacht dat de verdere vergroting van de vliegveiligheid zich met name op twee gebieden zal afspelen. Het eerste gebied is het weer. De meteo rologen komen er steeds meer achter dat bij ongelukken tijdens onweer zware valwinden of z.g. microbursts minstens zo'n belangrijke rol spelen als de wind- shear, de plotselinge verandering in win drichting en -snelheid, waaraan dit soort ongelukken tot nu toe werd toegeschre ven. In Amerika zetten ze hier en daar al een ring van windmeters rond het vlieg veld om de microburst op te sporen. Ook wordt gewerkt aan verbeterde radars en aan cockpit-instrumenten die de beman ning tijdig kunnen waarschuwen. Het tweede gebied waarop volgens Wondergem belangrijke vorderingen te verwachten zijn is dat van de automati sche landingen. De meeste KLM-vlieg- tuigen kunnen nu al landen bij een hori zontaal zicht van niet meer dan 200 me ter. Bij de nieuwste Airbus zou 75 meter al voldoende zijn. De heren zyn het eens met de statistie ken die zeggen dat de mens de grootste bedreiging is voor de luchtvaart. Maar anders dan de statistieken zijn ze banger voor de passagiers dan voor de mensen in de cockpit. Moll: „Denk maar aan het internationale terrorisme. Ook al loopt het goed af, zo'n bemanning wordt toch aan een geweldige stress blootgesteld. Los daarvan: de mensen gedragen zich vaak uiterst ongedisciplineerd. Ze ne men gevaarlijke stoffen mee aan boord, roken op het toilet of slepen meer hand bagage mee dan is toegestaan. Als je dan in een noodsituatie zo'n vliegtuig snel moet ontruimen kun je daar knap last van ondervinden". Potje koken „We hebben het beleefd dat een man met een koffer vol aanstekers aan boord kwam. Eén aansteker mag, een koffer vol is levensgevaarlijk. Een paar jaar ge leden is er bij Riad een Tristar veronge lukt doordat een stel pelgrims een houtskoolvuur op de cabinevloer had aangelegd om er hun potje op te koken. Een man of tweehonderd dood dus. Ik zeg wel eens: eigenlijk zou er op alle spiegels in de vliegtuigtoilctten moeten staan: Hier ziet u de persoon die verant woordelijk is voor uw vliegveiligheid". De klap van 1985 is vooral zo hard aangekomen omdat 1984 wat veilig heid betreft alle voorgaande jaren uit de geschiedenis van het straal vliegtuig ver had overtroffen. De in ternationale organisatie voor de burgerluchtvaart ICAO registreerde voor dat jaar in het lijndienstver- keer 15 fatale ongelukken, waarbij 16 vliegtuigen betrokken waren. Er vielen 224 doden. Worden de chartervluchten meegere kend, dan komt het totaal op 51 verloren gegane vliegtuigen en 366 doden. Daar bij moet worden aangetekend dat in de ICAO-statistieken de vliegtuigongeluk ken in de Oostbloklanden ontbreken. De Sowjet-Unie en haar satellietstaten ach ten het niet opportuun aan dit soort inci denten ruchtbaarheid te geven, zodat geen betrouwbare ongevallencijfers uit die wereld voorhanden zijn. 366 doden in 1984 zijn er 366 te veel. Toch waren het er niet meer dan 0,02 per 100 miljoen passagierskilometers, een absoluut laagterecord (het aantal passa gierskilometers kryg je door het totale aantal luchtreizigers met het totale aan tal afgelegde kilometers te vermenigvul digen. Men zou ook kunnen zeggen dat iedere luchtreiziger in 1984 vijf miljard kilometer moest vliegen om statistisch aan zyn einde te komen. En op elke mil joen vluchten waren er maar 1,4 die niet door een veilige landing werden ge volgd). Rare dingen Wat niet wegneemt dat sommige vlieg tuigen al op hun eerste reis zijn veronge lukt en sommige passagiers al in hun eerste vliegkilometers de dood vonden. Statistieken werken met gemiddelden en ze zeggen alleen maar iets over din gen die in het verleden zijn gebeurd. Niet over wat er morgen kan gebeuren. „Statistieken zijn rare dingen", erkent ook ir. H. N. Wolleswinkel. De directeur luchtvaartinspectie van de Rijkslucht vaartdienst noemt in dit verband de sa menstelling van zijn gezin, die er statis tisch gezien inderdaad uitspringt. Hij heeft vijf kinderen. Hoewel daar, gere kend naar de gemiddelden, eveneens jongens als meisjes bij behoren te zijn, heeft hij vier zoons en maar één dochter. Die dochter werd bovendien pas gebo ren nadat mevrouw Wolleswinkel eerst de zonen ter wereld had gebracht. „Zo is het ook met die ongevallensta tistieken", zegt hij. „Veilige en onveilige jaren wisselen elkaar niet regelmatig af. Soms gaat het jaren goed en dan opeens krijg je een paar klappen achter elkaar. Was de luchtvaart in 1965 - met 25 ver ongelukte vliegtuigen - veiliger dan in 1972 met 44? Ik denk het niet. Statistie ken moet je toch op langere termijn be kijken. En als je dat doet zie je dat er in de zeventiger jaren naar verhouding minder doden zijn gevallen dan in de zestiger jaren, en in de tachtiger jaren weer minder dan in de jaren zeventig. 1985 is een tragische uitschieter". Elke morgen klokslag tien uur komen de heren H. F. Wondergem en J. A. Moll met een paar medewerkers in een kamer van het KLM-hoofdkwartier te Amstel veen bij elkaar. De eerste is hoofd van de afdeling vliegtechnische zaken, de afde ling die zich met de feitelijke vluchtuit- voering bezighoudt. De tweede is werk zaam bij de technische dienst, als hoofd van de afdeling inspectie en kwaliteit. Samen houden ze, naast de voortgang, ook de veligheid van de KLM-operaties in het oog. Rapporten Tijdens hun dagelijkse sessies buigen ze zich over de rapporten die via directe radioverbindingen uit alle delen van de wereld door KLM-personeel naar Am stelveen worden gestuurd. Samen geven die rapporten een gedetailleerd verslag van alles wat tijdens de voorafgaande 24 uur onderweg in en met de KLM-vlieg- tuigen is voorgevallen. Rapporten over vertragingen, ziek geworden beman ningsleden, afwijkend gedrag van in strumenten en kapotte onderdelen. Soms over net niet fatale ongelukken, een heel enkele keer over regelrechte rampen. Zoals in maart 1977, toen op Te- nerife een KLM-Boeing bij de start te gen een Amerikaanse jumbo botste en zich de grootste ramp tot dan toe in de geschiedenis van de luchtvaart voltrok: 583 mensen kwamen in de vlammen om. Of zoals bijna vier jaar geleden, toen bij Moerdijk een F-28 van de NLM in he vig noodweer verongelukte, met 17 do den als gevolg. Maar meestal zijn de ge spreksonderwerpen minder dramatisch van aard. In Tokio is een hydraulische pomp van een 747 uitgevallen, by het vertrek naar Houston constateerde de bemanning van een andere 747 een onre gelmatigheid in motor nummer 2, reden waarom besloten werd naar Schiphol te rug te keren na eerst 60 ton brandstof gedumpt te hebben. En in Caracas doet de koffiemachine van een DC-10 het niet De bijeenkomst van 28 augustus sprong er nog min of meer uit. De vorige dag vertrok een Boeing 747 van Schip hol naar Houston. Tijdens de start bleek uit aanwijzingen van de instrumenten dat een vreemd voorwerp een van de motoren was binnengedrongen. Omdat de motor gewoon zijn werk bleef doen besloot de gezagvoerder door te vliegen. Het toestel bereikte zonder problemen zijn bestemming. Daar leerde een onder zoek dat een vogel door de motorinlaat was opgezogen. Kleine stukjes vogellijk werden nog in het inwendige aangetrof fen. Moll: „Dat betekent dus dat je een paar onderdelen van zo'n motor moet vervangen". Wondergem: „En dat het vliegtuig dus niet op tijd naar Nederland terugkomt". De meeste rapporten die de heren Moll en Wondergem te behande len krijgen kunnen zonder meer worden bijgezet in het archief. Maar ze hebben ook nieuwe voorschriften en aanbeve lingen tot gevolg, die de punctualiteit en de veiligheid van de KLM-operaties ver der moeten vergroten. Twaalfde plaats Vraag aan de beide heren: hoe veilig of onveilig is de luchtvaart? Moll: „Ik denk dat we verschrikkelijk veilig zijn". Won dergem: „Volgens Amerikaanse onder zoekers is. het verkeersvliegtuig het ve- ligste transportmiddel. Ik ken ook geen onveilige lijndienstmaatschappijen". Het Britse luchtvaarttijdschrift Flight kent zulke maatschappijen blijkbaar wel. In elk geval onderscheidt het gra den van veiligheid en daarby reikt de KLM niet hoger dan op een twaalfde plaats. Vooral Tenerife heeft de Neder landse maatschappij geen goed gedaan. De Australische maatschappij Qantas is volgens Flight de veiligste maatschappij ter wereld. De lijst komt aardig overeen met de veiligheidstabellen die de auteurs van het boek 'Op weg naar het noodlot' heb ben opgesteld. Dat boek werd geschre ven in 1976, naar aanleiding van het on geluk met de Turkse DC-10 bij Parijs. Een niet goed gesloten vrachtdeur leid de toen tot een ramp die aan 346 mensen het leven kostte. De schrijvers komen tot een indeling in zes groepen. Groep een is de veiligste, elke volgende groep is volgens de auteurs grofweg half zo veilig als de vorige. Ook hier is Qantas, samen met de Portugese maatschappij TAP, lijstaanvoerder. Ook maatschappijen als Delta Airli nes, American, SAS, Japan Airlines, Lufthansa en Iran Air kregen een plaats in de eredivisie. De KLM kwam terecht in groep 2, samen met ondernemingen als TWA, Air Canada, Pan Am, El Al, Swissair en British Airways. De KLM was in die groep overigens de enige die de laatste tien jaar zonder ongelukken had gevlogen (Tenerife moest toen nog komen). Turkish Airlines (van de DC-10-ramp bij Parijs) belandde in groep vijf, en als treurige hekkesluiters in groep zes fun geerden Tarom (Roemenië), Egyptair, VIASA (Venezuela) en Alia (Jordanië). Tendentieus De heren Moll en Wondergem kunnen weinig enthousiasme voor het boek op brengen. „Misschien een leuk verhaal", zegt Moll. „Maar ook erg tendentieus. Dit soort veiligheidslijsten is zeer aan vechtbaar. Het onheil komt vaak van buiten op je af. Je kunt er niets aan doen, maar als het je treft sta je wel meteen te boek als onveilige maatschappij". Hij verwijst naar het eerder genoemde ongeluk met de F-28 bij Moerdijk. „Dat was nou puur een 'act of nature'. Dat vliegtuig is door een windhoos gegrepen die geen enkele meteoroloog kon voor spellen. Je staat volmaakt machteloos, maar zo'n ongeluk komt wel terecht in de veiligheidsstatistieken". De heer Wondergem mag dan geen on veilige lijndienstmaatschappijen ken nen, zijn collega Moll geeft toe dat er maatschappijen zijn waarmee hij toch liever niet vliegt. „Soms heb je geen keus. Maar ik ben wel eens bly dat ik er weer uit ben". De ramp in Manchester, augustus 1985. Statisch verongelukt een Boeing 737 slechts 0.94 (dus nog niet één) keer op 1 miljoen vluchten. (foto ANP, De wrakstukken van Tenerife, maart 1977: niet best voor image KLM.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 17