'Schrijver in Nederland te zijn
is al een avontuur op zichzelf
Keramiek van de
schilder Picasso
W.F Hermans over proza en poëzie
d0i
VRIJDAG 26 JULI 1985
PARIJS (GPD) - De conflicten
rond de persoon van Willem
Frederik Hermans laaiden in
1971 hoog op. Hoewel een on
derzoek aan de Groningse uni
versiteit, waar Hermans als
lector fysische geografie
werkzaam was, uitwees dat
zijn tegenstanders ongelijk
hadden, was de sfeer toch dus
danig onaangenaam gewor
den dat de schrijver besloot
een definitieve stap te zetten.
Hermans verhuisde eind 1973
i haar Parijs. Hij betrok er een
I luxueus appartement aan een
van de brede avenues in het
noorden van die stad.
door
Ed van Eeden
In 1969 zei Hermans in een inter
view: „In Parijs wonen, dat is iets
typisch Nederlands, de mislukte
vlucht uit wat ze provincialisme
rjpemen. Ik ga in Parijs wonen en
dan ontkom ik er aan - dat is on
zin". Vier jaar later ging hij zelf"
naar Parijs. Waarom?
WFH: Maar er is mij geen andere
ujtweg overgebleven. Ik heb in het
provinciaalste van het provinciale,
Groningen, twintig jaar gewoond.
Verder zonder bezwaar, maar ja,
het was niet mogelijk om daar te
blijven. Ja, het was wel mogelijk
geweest, maar dan was ik van el
lende doodgegaan. Ik ben niet in
parijs gaan wonen om het provin-
pialisme te ontvluchten, maar
doodeenvoudig omdat het een
prettige stad is om te zijn.
- U woont dan wel in Parijs,
yiaar u blijft gericht op Nederland,
door lezingen daar, verschijningen
pp televisie en...
Nou, een enkele keer, ja. Ik ben
gemiddeld niet vaker dan één keer
n het halfjaar een dag in Neder
land.
?*- En hoe is het om daar dan weer
zijn?
Akelig, eigenlijk. Ach, de men
den zijn wel heel lief en vriendelijk
voor me, maar... Zo'n stad als Am
sterdam, dat is zo'n verschrikkelij
ke varkensstal geworden, dat is
Jicht beschamend. En u heeft kun
nen zien dat hier, in Parijs, de stra
ten tenminste nog behoorlijk aan
geveegd worden. In Amsterdam
niet meer.
- Bent u nu NederlanderFrans
man of 'Internationalist'hoe zjgt u
txchzelf?
c Als een Nederlands auteur. Ik
schrijf al vanaf mijn vierdejaar Ne
derlands.
- Maar buiten het feit dat iemand
woont in zijn taal", zoals Canetti
zegt, vóélt u zich nog Nederlander?
S' Nou, Nederlander, ik weet het ei
genlijk niet precies: ik schrijf in
het Nederlands en probeer dat zo
goed mogelijk te doen. Verder inte
resseert het me niet zoveel wat er
in Nederland gebeurt. Het is een
avontuur op zichzelf om schrijver
te zijn in een land als Nederland,
dat absoluut geen literaire traditie
•heeft. Dat is werkelijk haast uniek.
In Nederland is eigenlijk geen en
kel echt klassiek boek, en in som
mige tijden zelfs geen enkel boek.
Kijk eens naar de 18e eeuw in Ne
derland: geen één boek dat de
moeite van het lezen waard is in
een hele eeuw!
RADIO-TV-KUNST
En het plant zich steeds voort: el
ke keer komt er weer een nieuwe
generatie op, die elke keer weer
boeken, nieuwe boeken voort
brengt, waarvan ze denken dat het
waardevolle boeken zijn, en die
;lan achteraf óók niet leesbaar zijn.
Dat zie je met de Tachtigers, die
dachten: „Ah, nu gaan wij eens
even Nederland hoog opstoten,
midden in de Vaart der Volken".
Maar er is maar heel, héél weinig
van overgebleven. Als je ziet dat
uit dat hele lange leven van Kloos
niet meer dan vier sonnetten, maar
dan ook absoluut niet meer dan
viér, de moeite waard zijn: de rest
is allemaal karton en gips en nage
maakt neo-classicisme.
Ja, die vind ik helemaal niet zo
goed als altijd gezegd wordt. Gor
ter vind ik saai, dat is ook niet iets
dat je voor je plezier leest. Er zijn
mensen die zo'n afschuwelijke rij
melaar als Dèr Mouw een belang
rijk dichter vinden, maar dat is gé-
knars en gepiep en heeft absoluut
niets met poëzie te maken. Bloem
is onoorspronkelijk en Leopold en
Roland Holst zo moeilijk. Ik be
doel: als iemand gedichten wil ma
ken, goed, maar dan niet precies
als wanneer iemand een schaak
wedstrijd wil winnen en daarom
zelf de regels gaat bedenken.
Zo gaat het in Nederland met het
dichten: ga maar een móéilijk ge
dicht maken, allemaal móéilijke
sonnetten. Dat is heel moeilijk,
wantje moet dan wel vier keer met
dezelfde rijmklank werken! Dus
wat doe je dan? Dan ga je allemaal
woorden zelf verzinnen en woor
den die te lang zijn, daar kap je ge
woon een lettergreep af... Op die
manier is er geen pest aan! Het is
allemaal ofwel heel gekunsteld, of
wel zonder enige diepgang.
- En de moderne dichters dan, een
Lucebert of Vroman?
Vroman? Ach, dat is ook alle
maal veel en veel te veel, hè? En
Lucebert... Er zijn heel wat gedich
ten van Lucebert die ik wel met
grote bewondering heb gelezen. Ie
mand als Baudelaire was niet al
leen een groot dichter, maar ook
een groot kunstcriticus: een man
die ook revolutionaire ideeën had
en in de toekomst kon zien en daar
prachtige essays over kon schrij
ven. Maar in Nederland heb je zo
dikwijls van die mensen die zeg
gen: „Nou heb ik tien of twintig ge
dichten geschreven en nou moet ik
voor mijn boterhammetje nog even
een stukje voor de krant schrijven,
maar daar doe ik mijn best niet zo
op". Dat vind ik ontzettend.
- Op de Nacht van de Poëzie 1981
in Utrecht heeft u op het laatste mo
ment moeten afzeggen; had u daar
poëzie willen lezen?
W.F. Hermans: 'Ik schrijf al vanaf mijn vierde j
Nee, want dat doe ik dus niet
meer: ik had er wat van mijn recen
te Milosz-vertalingen willen voor
lezen. Zelf schrijf ik alleen nog
maar af en toe een spotversje of
een nonsensgedichte.
- Waarom zo negatief over de poë-
Ik geloof dat er in de totale mo
derne literatuur tien gróte dichters
zijn geweest, en zolang je die niet
allemaal uit het hoofd kent, hoefje
eigenlijk geen andere gedichten te
lezen.
Ik dacht wel dat u dat zou vra
gen. Eens kijken, telt u mee? Shel
ley, Swinburne, Baudelaire, Rim
baud, dat zijn er al vier. Hölderlin,
vijf. Apollinaire, zes. Yeats mis
schien, zeven. Nu ben ik pas bij ze
ven... Acht!: Hendrik de Vries, een
merkwaardig onderschat dichter.
Oh Trakl, die vergeet ik. Nu ben ik
bij negen, hè? Dan nog misschien
Maurice Gilliams of Paul van Os-
taijen. Zo" heb ik dus tóch drie Ne-
derlandstaligen! Het hemd is nader
dan de rok: allicht heeft een Neder
landse dichter voor een Nederland
se lezer het voordeel dat er niet
over een misschien niet erg hoge,
maar toch altijd aanwezige taalbar
rière gesprongen hoeft te worden.
- U heeft zich nooit erg lovend uit
gelaten over de beleidsmakers, in
'Klaas kwam niet' schreef u: „Ne
derland, land waar de autoriteiten
er een soort eer in stellen nooit iets
te lezen en menen hun populariteit
niet beter te kunnen vergroten dan
door op cultuurgebied de boeren
kinkel uit te hangen". Is dat exem
plarisch voor de politiek?
Ja natuurlijk! Moet u eens horen,
ik heb een paar maanden geleden
een lezing gehouden, 'Relikwieën
en Documenten', bij de opening
van het Letterkundig Museum.
Daar werd ook een lezing gehou
den door die minister Brinkman,
die zich met dat soort zaken moet
bezighouden. Nou, die man begon
uit te pakken over de achterban,
het budget en al dat soort plat
vloersheden.
Dat lijkt me een man die nooit
van zijn leven een boek leest, en
ook geen enkel idee heeft wat nu
de eisen zijn als in eèn beschaafd
land een minister een dergelijke
culturele instelling opent. Niet dat
al die Franse ministers die toespra
ken allemaal zelf kunnen schrij
ven, maar ze zoeken tenminste ie
mand uit die een mooie feestrede
schrijft. Maar iemand die bij zo'n
gelegenheid gaat zaniken over de
achterban, de centen en dergelijke,
dat is toch ongelofelijk!
- En het cultuurbeleid?
Het subsidiëren van schrijvers
loopt op niets uit. Ik geloof dat ie
dereen die wil schrijven in Neder
land wel een baantje kan vinden,
zodat hij in zijn vrije tijd kan schrij
ven. En als hij niet van plan is zijn
vrije tijd op te offeren aan zijn
schrijverschap, dan moet hij gaan
voetballen of zo.
- Dus een schrijver moet er een be
taalde baan bij hebben?
Natuurlijk! Ik heb zelf toch ook
twintig jaar een betaalde baan er
naast gehad?
- Maar een huisarts valt dan al af
als schrijver, die heeft normaal ge
sproken geen tijd.
Een huisarts moet ook helemaal
niet schrijven, dat lijkt me slécht
voor zijn praktijk. Ik zou zelf geen
huisarts nemen die daarnaast
schreef, zo'n man moet 24 uur per
dag huisarts zijn.
- Wat verwacht u van een literai
re kritiek op een van uw boeken?
Aha! Dat is een heel interessante
vraag! Daar verwacht ik ten eerste
van, meneer, dat de mensen niet
dingen lezen in mijn verhalen die
er niet in staan. En verder hoop ik
dat ze het net zo mooi vinden als
ikzelf, want als ik het zelf niet mooi
vond, zou ik het niet publiceren.
- Het ene verhaal kan natuurlijk
mooier of minder mooi zijn dan het
andere.
Ja, maar de critici moeten wel de
moeite nemen om goed te lezen
wat er in staat, en dat gebeurt soms
niet. Waarom dat zo is, is natuurlijk
iets dat geen enkele schrijver naast
zich neer kan leggen, want je bent
altijd geneigd te denken dat het je
eigen schuld is, al zal je dat in het
openbaar niet toegeven. Zowel in
ten kritiek als in een roman als in
een polemiek moet alles watje gaat
beweren goed voorbereid zijn.
Zo is Du Perrons pamflet 'Uren
met Dirk Coster' niet te lezen als je
het werk van Dirk Coster niet kent,
en dat werk is zó verschrikkelijk
vervelend, daar kom je gewoon
niet toe. Terwijl Multatuli's stuk
'Bosscha's Pruisen en Nederland'
te waarderen is zonder dat je Bos
scha's boek ooit hebt gelezen. Dat
moet ook gelden voor een kritiek.
- In uw vroege werk was er spra
ke van personages die de chaos van
de werkelijkheid ervoeren. In het
latere werk wordt die ervaring ook
geprojecteerd op de lezer: er is geen
houvast meer voor een éénduidige
interpretatie.
PAGINA 19
Dat ben ik niet met u eens. In 'De
Zegelring' bijvoorbeeld is in het
verhaal zelf geen enkel personage
dat precies van de gebeurtenissen
op de hoogte is, maar dat is de lézer
wel! Nu blijkt dat sommige lezers
zich in de war laten brengen door
de personages, maar de aandachti
ge lezer kan toch precies weten wat
er gebeurd is.
- Om de chaotische werkelijkheid
weer te geven, grijpt een aantal
postmodern genoemde schrijvers
naar een bewust chaotische struc
tuur van hun werk. U heeft daar
niet voor gekozen.
Nee, natuurlijk niet, ik zou er
niet over denken. Ik geloof dat dat
ook niets anders kan zijn dan een
steriele poging om oorspronkelijk
te lijken. Maar oorspronkelijkheid
is alleen daar nodig waar het be
staande niet goed genoeg is. Litera
tuur is zoiets vreselijk ouds, alles is
al eens, ooit ter wereld, gepro
beerd. Zelfs het perfecte imiteren
van een bestaande stijl is een hele
prestatie. Als de theologische en fi
losofische inzichten veranderen, is
het ondenkbaar dat dat geen weer
slag heeft op de romankunst. Het
leven in onze eeuw is niet chaoti
scher dan twee, drie eeuwen gele
den, en is op veel gebieden zelfs
veel geordender. Ik kan dus geen
reden bedenken waarom de roman
dan wel chaotisch zou moeten zijn.
- U heeft eens gezegd: „Een ro
manschrijver schrijft steeds weer
dezelfde roman". Gaat dat ook op
Dat is iets, dat wordt me zoveel
onder de neus gewreven! En dan
wordt er gezegd: „Ja hoor, die Her
mans verzint nooit wat nieuws!".
Nou, dat is natuurlijk helemaal
niet zo, maar ik heb zelf het gevoel
dat inderdaad al die boeken over
een bepaald oergegeven gaan, dat
mij verder ook onbekend ife, maar
dat ik in elk boek weer poog te be
naderen.
- U houdt een. dagboek bij en
schrijft veel brieven. Wordt dat al
lemaal nog eens gepubliceerd?
Nee, daar voel ik niets voor, ik
vind dat een goedkope manier van
literatuur maken.
Ja, maar dan is het geen briei
meer, maar een essay met „Beste
Piet" er boven en „Hartelijke groe
ten, Jan" er onder. Het is dan mis
schien wel amusant om te lezen,
maar ik vind het geen hoogstaande
manier van literatuur bedrijven: je
kunt alles maar opschrijven dat je
te binnen valt. Ikzelf wil literatuur
als een kerk bouwen, of desnoods
alq een gevangenis, maar ik ga
geen hoeveelheid ruw bouwmate
riaal op een hoópje gooien! Een
dagboek vind ik geen prestatie om
je hoed voor af te r
- In éen van uw vroege interviews
zei u: „Ik ben niet geschikt voor een
groot oeuvre". Toch beslaat de cate
gorie Hermans in mijn boekenkast
inmiddels een volle plank.
Ja, ik wist toen nog niet hou oud
ik zou worden. Toen Zola zo oud
was als ik, was hij al een jaar dood:
hij is maar 62 geworden. En heeft u
wel eens de volledige werken van
Zola gezien?
Iemand die Zola volledig wil le
zen, komt nergens anders meer aan
toe. Het mooiste is eigenlijk om
een oeuvre na te laten dat het nage
slacht ook van A tot Z kan lezen en
ook leest. Daarom zou het eigenlijk
niet te groot moeten zijn...
Exposities
Vijftig kunstluchtfoto's,
aantal van zeer groot formaat, vullen
tot en met 25 augustus de expositie
ruimte van Schiphol. Het gaat om fo-
to's, die zijn gemaakt door KLM Ae-
rocarto. De expositie laat zien waar
toe men op het gebied van de luchtfo
tografie tegenwoordig in staat is. De
fotös zijn met een speciaal voor de
luchtfotografie ontwikkelde camera
gemaakt. Het negatief van negen bij
twaalf centimeter maakt daarbij reus
achtige vergrotingen mogelijk. De
•tentoonstelling omvat zowel vogel
vluchtfoto's, die schuin vanuit het zij
raam van het vliegtuig worden geno-
~men, als foto's, die verticaal, door een
opening in de bodem van het toestel,
worden geschoten.
Leiden
De Lakenhal - Aspecten van Neder
landse tekenkunst 1945-1985, tot 12/8;
'Verzameld en getoond', over oude
sleutels en sloten, t/m 2/9; di t/m za
van 10-17 uur, zo 13-17 uur.
Holiday Inn - pentekeningen Rob
*van der Horst en Karei Lengkreek, t/
m 31/7; dag. 10-22 uur.
Galerie van der Vlist - Joop van IJl
den, keramiek, Beatrice de Metz,
wandkleden, Ronnie Meerts, grafief,
tot 15/9; di t/m za 10-17 uur.
Schmid, t/m 2/8.
Stelling - Lange Mare, 'Eenzaam
maar niet alleen', tekeningen, schilde
rijen en sculpturen; t/m 3/8; di t/m za
van 12-17 uur.
Pijpenkabinet - 'Een ander gezicht',
met zeldzame Franse figuralè pijpen,
t/m 11/8; zo van 13-17 uur.
Rijksmuseum voor Volkenkunde -
'Poolstreken, over leven en overle-
'Groenland, tastbaar verle-
Museum van Oudheden - 'Op goede
gronden' over de eerste boeren in NW
Europa, t/m 1/9; di t/m za van 10-17
Galerie Oude Rijn - Stille Mare, te
keningen, aquarellen en houtsnedes/
collage van Tjade Witmaar, t/m 31/8;
dag. 11-18 uur, do tot 21 uur.
Piggelmee - Jan Vossensteeg,
'vrouwen van het nachtleven', geëtst
getekend in houtskool en pastel
Pourquoi Pas - Nieuwe Beesten
markt, Lilian Groeneveld, Jossy Gus-
sen, aquarellen, tot 31/8; di t/m za 9-22
uur, zo van 11-22 uur.
Leiderdorp
Leythenrode - Franse aquarellen
Christaan Groothoff, t/m 8/8; dag. van
10-20 uur.
Gemeentehuis - expositie gemeen
telijke kunstaankopen, t/m 10/9; ma V
m do 8-17 uur, vr 8-15 uur.
Oegstgeest
Kapsalon Jacques van Bellen - li
tho's van Louis de Vries, 30/7 tot 13/9;
do,
3-18 i
r 9-21 i
za 9-17
Warmond
Galerie De Pomp - Dorpsstraat, An-
ja Serlie, gouaches, gemengde tech
nieken, portrettekeningen, t/m 8/8; di
Het Oude Raadhuis - Dorpsstraat,
Frans Jan van der Heide met maritie
me schilderijen en olieverf, t/m 1/8;
woe, do, zo 14-16 uur, di 19-21 uur, za
10-16 uur.
Wassenaar
Auberge De Kieviet - Stoeplaan,
schilderijen en tekeningen van Mar-
gemmy Geraedts, t/m 5/9; di t/m zo
van 9-12 en 15-19 uur.
Beeldentuin De Narwal - Oud Clin-
gendaal, beeldenexpositie, t/m 29/9;
mat/mvr van 11-17 uur.
Concerten
LEIDEN - Charles de Wolff bespeelt
vanavond het orgel van de Pieters
kerk in de reeks zomerconcerten van
K&O. Hij zal werken vertolken van
o.a. Brahms, Bach, Mendelssohn, Re-
ger en Franck. Aanvang kwart over
acht.
Het wekelijkse wandelconcert op
zaterdagmiddag in de Hartebrugkerk,
onder auspiciën van de Stichting Or-
gelstad Leiden, wordt ditmaal ver
zorgd door Arthur Koopman. Aan
vang kwart voor twee.
Het lunchconcert op woensdag
middag in de Hooglandse kerk wordt
komende week gegeven door de orga
nist Anton Doornheim. Aanvang half
Het Amerikaanse Pennsylvania Co-
rale geeft donderdagavond in het ka
der van de Leidse Lakenfeesten een
concert in de Hartebrugkerk. Mede
werking wordt verleend door de orga
nist Anton Doornheim. Het program
ma vermeldt de namen van o.a. Duru-
flé, Brahms, Morley en Billings. Aan
vang kwart over acht.
Te kijk in het Kruithuis in Den Bosch
DEN BOSCH (GPD) - Veertig jaar
nadat Pablo Picasso het meest be
langwekkende schilderij van de
20ste eeuw heeft vervaardigd, be
gint hij zich te interesseren voor
keramiek. In het Zuidfranse dorpje
Vallauris raakt hij geboeid door de
eeuwenoude manier waarop men
daar potten maakt. Hij richt er een
atelier in en zo ontstaat vanaf 1949
een opmerkelijk genre keramiek.
Een deel van de vooral in de jaren
vijftig vervaardigde schalen, pot
ten en vazen zijn op het ogenblik te
zien op de unieke expositie 'Picas
so keramiek' in Museum Het
Kruithuis in Den Bosch.
door
Rob Schoonen
Het zij beter maar onmiddellijk
toegegeven: juist op deze expositie
is het niet eenvoudig zonder be
paalde herinneringen of zelfs voor
oordelen rond te lopen. Weliswaar
spelen driedimensionale werken
van Picasso je door het hoofd. Pen
dan vooral de kubistische esembla-
ges en de 'objects trouves' maar de
schilder- en tekenwerken blijven
domineren.
Zeg Picasso en je ziet onmiddel
lijk de vibrerende structuur van
'Les demoiselles d'Avignon' voor
je. Om vervolgens een keur aan
soortgelijke indringende werken
de revue te laten passeren, waarin
het krachtige spel van tinten en to
nen je steeds weer verbijsteren.
Maar daarmee wordt de 'kunste
naar Picasso te kort gedaan.
Ruimtelijk
Ook ruimtelijk wist de man im
mers zijn ideeën vorm tegeven.
Achteraf bezien niet vreemd: ook
in zijn schilderijen en tekeningen
is hij uitgegaan van driedimensio
nale objecten en heeft hij ze even
ruimtelijk weergegeven. Het vormt
de grondslag voor het kubisme die
in zijn prilste vorm een verbeel
ding is van de natuur door deze
weer te geven in een verzameling
kubussen, kegels, bollen en andere
stereometrische vormen.
Het gegeven dat je niet gelijk
denkt aan keramiek als je praat
over Picasso heeft ook een andere
oorzaak. De geschiedenis en dan
vooral de acceptatie van het kera
miek heeft daar alles mee van
doen. Het beroep van pottenbak
ker is lange tijd op de tocht blijven
staan. De hokjesgeest is ér debet
aan dat tot voor kort zowel klei als
de pot dikwijls eng en nog vaker
verkeerd wordt beoordeeld.
Waardering
Een bord, schaal of vaas bezien
als kunstwerk anders dan ge
bruiksvoorwerp is duidelijk iets
van de laatste twintig jaar. Er is
zonder twijfel sprake van een alge
hele waardering voor de holle plas
tische kunst. En dat juist ook nu
keramiek van Picasso, Chagall, Mi-
ro, Redon en Matisse (weer) in de
belangstelling staat, is in dat op
zicht dan ook niet meer dan lo
gisch te noemen.
Men kan tegenwoordig dus tege
lijkertijd schilder en pottenbakker
zijn. Dat neemt niet weg, of beter:
het is dan ook logisch dat het één
invloed heeft op het ander. In het
geval van Picasso is er de scherf,
veelal in de vorm van ambachtelij
ke, zeer simpele potten, tegels of
schalen waarop op een zeer oor
spronkelijke wijze is getekend, ge
krast en/of gepenseeld. De klei als
drager van een verbeelding. Dus
toch de schilder Picasso die als bij
toeval de klei als prettige drager
heeft ontdekt?
i Visageeen in 1963 vervaardigd werkstuk van Pablo Picasso, (foto gpd»
Combinatie
Dat wordt énigszins tegenge
sproken door de manier waarop de
verbeelding is gecombineerdmet
de vorm van de scherf. Op knappe
wijze weet Picasso kader en gla
zuur tot 'n eenduidig geheel te ma
ken. Lijnen, krassen of vlakken
hadden op geen andere plaats kun
nen staan dan juist op die plaats
waar ze staan of liggen. En om een
vaas (in tegenvorm) weer te geven
op een vaas...: Picasso, dus.
De kinderlijke, naieve schilde
ringen laten zich perfect combine
ren met de even eenvoudige, soms
krakkemikkige pot-schaalvormen.
Anders gezegd: de extreme ab
stracties in dit werk van Picasso
leidt terug naar de oorsprong van
de kunst, naar de oervorm. En zijn
keramiek naar borc^n en vaatwerk
als elementaire gebruiksvoorwer
pen. In die zin had de kunstenaar
voor geen andere vormen, dan
voor de vaas, de pot en de schaal
kunnen kiezen. En kan hij zelfs zo
ver gaan een schaal te maken waar
op een stierengevecht is weergege
ven: een schaal die je in Spanje bij
tientallen in souvenierswinkels
ziet liggen en laat liggen.
Expositie: 'Picasso keramiek'.
Museum voor hedendaagse kunst
Het Kruithuis, Citadellaan 7, Den
Bosch. Open: maandag t/m zon
dag van 11.00-17.00 uur. Tot en
met 10 augustus.
Catalogus met teksten van
Yvonne Joris, Lambert Tegen-
bosch, Francois Mathey en Ro
land Doschka plus kleurafbeel
dingen van alle geëxposeerde
werken, 250 pagina's, 45 gulden.
NTB boos over
contracten
Cremer-musical
GRONINGEN (GPD) - „Volstrekt
ten onrechte", aldus een boze Ton
Post. Als mede-producent van de
rockopera ,Ik Jan Cremer' wijst hij
de kritiek van de Nederlandse
Toonkunstenaars Bond pertinent
van de hand. Deze bond heeft de
leden geadviseerd niet in zee te
gaan met de producenten van de
show, die op 10 augustus in Gro
ningen zijn première beleeft. De
NTB noemt de contracten van de
muzikanten „a-sociaal" en neemt
het de producenten kwalijk dat
vooraf geen overleg is gevoerd.
Volgens de bond moeten de mu
sici beschikbaar blijven tot sep
tember 1986, terwijl hen slechts tot
31 december van dit jaar salaris
wordt gegarandeerd. Verder zou
den de vakantierechten „per con
tract aan de medewerkenden wor
den ontstolen".
De NTB geeft de leden ten slotte
zelfs het ajlvies niet mee te werken
aan wat een „experiment" wordt
genoemd. Dit temeer omdat geen
uitkering zal worden verstrekt bij
ziekte of bij het uitvallen van een
voorstelling als een solist ziek is.
Niet waar, aldus Ton Post (te
vens directeur van de Groninger
Stadsschouwburg). Hij zegt dat er
geen sprake is van een a-sociale
overeenkomst.
„We hanteren de normale stan
daard-contracten zoals deze gelden
voor dit soort vrije theaterproduk-
ties. Daarin komen alle mogelijke
bepalingen voor over het vervallen
van voorstellingen, maar alleen als
er sprake is van „noodweer". Er is
plezierig onderhandeld. Natuurlijk
kunnen we niet alles garanderen.
Bijvoorbeeld of de voorstelling een
publiekssucces wordt. Tot 31 de
cember zitten we met het uitkopen
van 130 voorstellingen goed. Wat ei
daarna gebeurt hangt af van hoe
ver we komen. We hebben geen op
tie op de jongens, maar toen aan de
orde kwam of ze optredens zouden
mogen nemen voor een seizoen
verder, hebben wij hen gevraagd
voor de Cremer-produktie be
schikbaar te blijven. Zodra er ze
kerheid is praten we individueel ol
collectief verder".