'Schrijver in Nederland te zijn is al een avontuur op zichzelf Keramiek van de schilder Picasso W.F Hermans over proza en poëzie d0i VRIJDAG 26 JULI 1985 PARIJS (GPD) - De conflicten rond de persoon van Willem Frederik Hermans laaiden in 1971 hoog op. Hoewel een on derzoek aan de Groningse uni versiteit, waar Hermans als lector fysische geografie werkzaam was, uitwees dat zijn tegenstanders ongelijk hadden, was de sfeer toch dus danig onaangenaam gewor den dat de schrijver besloot een definitieve stap te zetten. Hermans verhuisde eind 1973 i haar Parijs. Hij betrok er een I luxueus appartement aan een van de brede avenues in het noorden van die stad. door Ed van Eeden In 1969 zei Hermans in een inter view: „In Parijs wonen, dat is iets typisch Nederlands, de mislukte vlucht uit wat ze provincialisme rjpemen. Ik ga in Parijs wonen en dan ontkom ik er aan - dat is on zin". Vier jaar later ging hij zelf" naar Parijs. Waarom? WFH: Maar er is mij geen andere ujtweg overgebleven. Ik heb in het provinciaalste van het provinciale, Groningen, twintig jaar gewoond. Verder zonder bezwaar, maar ja, het was niet mogelijk om daar te blijven. Ja, het was wel mogelijk geweest, maar dan was ik van el lende doodgegaan. Ik ben niet in parijs gaan wonen om het provin- pialisme te ontvluchten, maar doodeenvoudig omdat het een prettige stad is om te zijn. - U woont dan wel in Parijs, yiaar u blijft gericht op Nederland, door lezingen daar, verschijningen pp televisie en... Nou, een enkele keer, ja. Ik ben gemiddeld niet vaker dan één keer n het halfjaar een dag in Neder land. ?*- En hoe is het om daar dan weer zijn? Akelig, eigenlijk. Ach, de men den zijn wel heel lief en vriendelijk voor me, maar... Zo'n stad als Am sterdam, dat is zo'n verschrikkelij ke varkensstal geworden, dat is Jicht beschamend. En u heeft kun nen zien dat hier, in Parijs, de stra ten tenminste nog behoorlijk aan geveegd worden. In Amsterdam niet meer. - Bent u nu NederlanderFrans man of 'Internationalist'hoe zjgt u txchzelf? c Als een Nederlands auteur. Ik schrijf al vanaf mijn vierdejaar Ne derlands. - Maar buiten het feit dat iemand woont in zijn taal", zoals Canetti zegt, vóélt u zich nog Nederlander? S' Nou, Nederlander, ik weet het ei genlijk niet precies: ik schrijf in het Nederlands en probeer dat zo goed mogelijk te doen. Verder inte resseert het me niet zoveel wat er in Nederland gebeurt. Het is een avontuur op zichzelf om schrijver te zijn in een land als Nederland, dat absoluut geen literaire traditie •heeft. Dat is werkelijk haast uniek. In Nederland is eigenlijk geen en kel echt klassiek boek, en in som mige tijden zelfs geen enkel boek. Kijk eens naar de 18e eeuw in Ne derland: geen één boek dat de moeite van het lezen waard is in een hele eeuw! RADIO-TV-KUNST En het plant zich steeds voort: el ke keer komt er weer een nieuwe generatie op, die elke keer weer boeken, nieuwe boeken voort brengt, waarvan ze denken dat het waardevolle boeken zijn, en die ;lan achteraf óók niet leesbaar zijn. Dat zie je met de Tachtigers, die dachten: „Ah, nu gaan wij eens even Nederland hoog opstoten, midden in de Vaart der Volken". Maar er is maar heel, héél weinig van overgebleven. Als je ziet dat uit dat hele lange leven van Kloos niet meer dan vier sonnetten, maar dan ook absoluut niet meer dan viér, de moeite waard zijn: de rest is allemaal karton en gips en nage maakt neo-classicisme. Ja, die vind ik helemaal niet zo goed als altijd gezegd wordt. Gor ter vind ik saai, dat is ook niet iets dat je voor je plezier leest. Er zijn mensen die zo'n afschuwelijke rij melaar als Dèr Mouw een belang rijk dichter vinden, maar dat is gé- knars en gepiep en heeft absoluut niets met poëzie te maken. Bloem is onoorspronkelijk en Leopold en Roland Holst zo moeilijk. Ik be doel: als iemand gedichten wil ma ken, goed, maar dan niet precies als wanneer iemand een schaak wedstrijd wil winnen en daarom zelf de regels gaat bedenken. Zo gaat het in Nederland met het dichten: ga maar een móéilijk ge dicht maken, allemaal móéilijke sonnetten. Dat is heel moeilijk, wantje moet dan wel vier keer met dezelfde rijmklank werken! Dus wat doe je dan? Dan ga je allemaal woorden zelf verzinnen en woor den die te lang zijn, daar kap je ge woon een lettergreep af... Op die manier is er geen pest aan! Het is allemaal ofwel heel gekunsteld, of wel zonder enige diepgang. - En de moderne dichters dan, een Lucebert of Vroman? Vroman? Ach, dat is ook alle maal veel en veel te veel, hè? En Lucebert... Er zijn heel wat gedich ten van Lucebert die ik wel met grote bewondering heb gelezen. Ie mand als Baudelaire was niet al leen een groot dichter, maar ook een groot kunstcriticus: een man die ook revolutionaire ideeën had en in de toekomst kon zien en daar prachtige essays over kon schrij ven. Maar in Nederland heb je zo dikwijls van die mensen die zeg gen: „Nou heb ik tien of twintig ge dichten geschreven en nou moet ik voor mijn boterhammetje nog even een stukje voor de krant schrijven, maar daar doe ik mijn best niet zo op". Dat vind ik ontzettend. - Op de Nacht van de Poëzie 1981 in Utrecht heeft u op het laatste mo ment moeten afzeggen; had u daar poëzie willen lezen? W.F. Hermans: 'Ik schrijf al vanaf mijn vierde j Nee, want dat doe ik dus niet meer: ik had er wat van mijn recen te Milosz-vertalingen willen voor lezen. Zelf schrijf ik alleen nog maar af en toe een spotversje of een nonsensgedichte. - Waarom zo negatief over de poë- Ik geloof dat er in de totale mo derne literatuur tien gróte dichters zijn geweest, en zolang je die niet allemaal uit het hoofd kent, hoefje eigenlijk geen andere gedichten te lezen. Ik dacht wel dat u dat zou vra gen. Eens kijken, telt u mee? Shel ley, Swinburne, Baudelaire, Rim baud, dat zijn er al vier. Hölderlin, vijf. Apollinaire, zes. Yeats mis schien, zeven. Nu ben ik pas bij ze ven... Acht!: Hendrik de Vries, een merkwaardig onderschat dichter. Oh Trakl, die vergeet ik. Nu ben ik bij negen, hè? Dan nog misschien Maurice Gilliams of Paul van Os- taijen. Zo" heb ik dus tóch drie Ne- derlandstaligen! Het hemd is nader dan de rok: allicht heeft een Neder landse dichter voor een Nederland se lezer het voordeel dat er niet over een misschien niet erg hoge, maar toch altijd aanwezige taalbar rière gesprongen hoeft te worden. - U heeft zich nooit erg lovend uit gelaten over de beleidsmakers, in 'Klaas kwam niet' schreef u: „Ne derland, land waar de autoriteiten er een soort eer in stellen nooit iets te lezen en menen hun populariteit niet beter te kunnen vergroten dan door op cultuurgebied de boeren kinkel uit te hangen". Is dat exem plarisch voor de politiek? Ja natuurlijk! Moet u eens horen, ik heb een paar maanden geleden een lezing gehouden, 'Relikwieën en Documenten', bij de opening van het Letterkundig Museum. Daar werd ook een lezing gehou den door die minister Brinkman, die zich met dat soort zaken moet bezighouden. Nou, die man begon uit te pakken over de achterban, het budget en al dat soort plat vloersheden. Dat lijkt me een man die nooit van zijn leven een boek leest, en ook geen enkel idee heeft wat nu de eisen zijn als in eèn beschaafd land een minister een dergelijke culturele instelling opent. Niet dat al die Franse ministers die toespra ken allemaal zelf kunnen schrij ven, maar ze zoeken tenminste ie mand uit die een mooie feestrede schrijft. Maar iemand die bij zo'n gelegenheid gaat zaniken over de achterban, de centen en dergelijke, dat is toch ongelofelijk! - En het cultuurbeleid? Het subsidiëren van schrijvers loopt op niets uit. Ik geloof dat ie dereen die wil schrijven in Neder land wel een baantje kan vinden, zodat hij in zijn vrije tijd kan schrij ven. En als hij niet van plan is zijn vrije tijd op te offeren aan zijn schrijverschap, dan moet hij gaan voetballen of zo. - Dus een schrijver moet er een be taalde baan bij hebben? Natuurlijk! Ik heb zelf toch ook twintig jaar een betaalde baan er naast gehad? - Maar een huisarts valt dan al af als schrijver, die heeft normaal ge sproken geen tijd. Een huisarts moet ook helemaal niet schrijven, dat lijkt me slécht voor zijn praktijk. Ik zou zelf geen huisarts nemen die daarnaast schreef, zo'n man moet 24 uur per dag huisarts zijn. - Wat verwacht u van een literai re kritiek op een van uw boeken? Aha! Dat is een heel interessante vraag! Daar verwacht ik ten eerste van, meneer, dat de mensen niet dingen lezen in mijn verhalen die er niet in staan. En verder hoop ik dat ze het net zo mooi vinden als ikzelf, want als ik het zelf niet mooi vond, zou ik het niet publiceren. - Het ene verhaal kan natuurlijk mooier of minder mooi zijn dan het andere. Ja, maar de critici moeten wel de moeite nemen om goed te lezen wat er in staat, en dat gebeurt soms niet. Waarom dat zo is, is natuurlijk iets dat geen enkele schrijver naast zich neer kan leggen, want je bent altijd geneigd te denken dat het je eigen schuld is, al zal je dat in het openbaar niet toegeven. Zowel in ten kritiek als in een roman als in een polemiek moet alles watje gaat beweren goed voorbereid zijn. Zo is Du Perrons pamflet 'Uren met Dirk Coster' niet te lezen als je het werk van Dirk Coster niet kent, en dat werk is zó verschrikkelijk vervelend, daar kom je gewoon niet toe. Terwijl Multatuli's stuk 'Bosscha's Pruisen en Nederland' te waarderen is zonder dat je Bos scha's boek ooit hebt gelezen. Dat moet ook gelden voor een kritiek. - In uw vroege werk was er spra ke van personages die de chaos van de werkelijkheid ervoeren. In het latere werk wordt die ervaring ook geprojecteerd op de lezer: er is geen houvast meer voor een éénduidige interpretatie. PAGINA 19 Dat ben ik niet met u eens. In 'De Zegelring' bijvoorbeeld is in het verhaal zelf geen enkel personage dat precies van de gebeurtenissen op de hoogte is, maar dat is de lézer wel! Nu blijkt dat sommige lezers zich in de war laten brengen door de personages, maar de aandachti ge lezer kan toch precies weten wat er gebeurd is. - Om de chaotische werkelijkheid weer te geven, grijpt een aantal postmodern genoemde schrijvers naar een bewust chaotische struc tuur van hun werk. U heeft daar niet voor gekozen. Nee, natuurlijk niet, ik zou er niet over denken. Ik geloof dat dat ook niets anders kan zijn dan een steriele poging om oorspronkelijk te lijken. Maar oorspronkelijkheid is alleen daar nodig waar het be staande niet goed genoeg is. Litera tuur is zoiets vreselijk ouds, alles is al eens, ooit ter wereld, gepro beerd. Zelfs het perfecte imiteren van een bestaande stijl is een hele prestatie. Als de theologische en fi losofische inzichten veranderen, is het ondenkbaar dat dat geen weer slag heeft op de romankunst. Het leven in onze eeuw is niet chaoti scher dan twee, drie eeuwen gele den, en is op veel gebieden zelfs veel geordender. Ik kan dus geen reden bedenken waarom de roman dan wel chaotisch zou moeten zijn. - U heeft eens gezegd: „Een ro manschrijver schrijft steeds weer dezelfde roman". Gaat dat ook op Dat is iets, dat wordt me zoveel onder de neus gewreven! En dan wordt er gezegd: „Ja hoor, die Her mans verzint nooit wat nieuws!". Nou, dat is natuurlijk helemaal niet zo, maar ik heb zelf het gevoel dat inderdaad al die boeken over een bepaald oergegeven gaan, dat mij verder ook onbekend ife, maar dat ik in elk boek weer poog te be naderen. - U houdt een. dagboek bij en schrijft veel brieven. Wordt dat al lemaal nog eens gepubliceerd? Nee, daar voel ik niets voor, ik vind dat een goedkope manier van literatuur maken. Ja, maar dan is het geen briei meer, maar een essay met „Beste Piet" er boven en „Hartelijke groe ten, Jan" er onder. Het is dan mis schien wel amusant om te lezen, maar ik vind het geen hoogstaande manier van literatuur bedrijven: je kunt alles maar opschrijven dat je te binnen valt. Ikzelf wil literatuur als een kerk bouwen, of desnoods alq een gevangenis, maar ik ga geen hoeveelheid ruw bouwmate riaal op een hoópje gooien! Een dagboek vind ik geen prestatie om je hoed voor af te r - In éen van uw vroege interviews zei u: „Ik ben niet geschikt voor een groot oeuvre". Toch beslaat de cate gorie Hermans in mijn boekenkast inmiddels een volle plank. Ja, ik wist toen nog niet hou oud ik zou worden. Toen Zola zo oud was als ik, was hij al een jaar dood: hij is maar 62 geworden. En heeft u wel eens de volledige werken van Zola gezien? Iemand die Zola volledig wil le zen, komt nergens anders meer aan toe. Het mooiste is eigenlijk om een oeuvre na te laten dat het nage slacht ook van A tot Z kan lezen en ook leest. Daarom zou het eigenlijk niet te groot moeten zijn... Exposities Vijftig kunstluchtfoto's, aantal van zeer groot formaat, vullen tot en met 25 augustus de expositie ruimte van Schiphol. Het gaat om fo- to's, die zijn gemaakt door KLM Ae- rocarto. De expositie laat zien waar toe men op het gebied van de luchtfo tografie tegenwoordig in staat is. De fotös zijn met een speciaal voor de luchtfotografie ontwikkelde camera gemaakt. Het negatief van negen bij twaalf centimeter maakt daarbij reus achtige vergrotingen mogelijk. De •tentoonstelling omvat zowel vogel vluchtfoto's, die schuin vanuit het zij raam van het vliegtuig worden geno- ~men, als foto's, die verticaal, door een opening in de bodem van het toestel, worden geschoten. Leiden De Lakenhal - Aspecten van Neder landse tekenkunst 1945-1985, tot 12/8; 'Verzameld en getoond', over oude sleutels en sloten, t/m 2/9; di t/m za van 10-17 uur, zo 13-17 uur. Holiday Inn - pentekeningen Rob *van der Horst en Karei Lengkreek, t/ m 31/7; dag. 10-22 uur. Galerie van der Vlist - Joop van IJl den, keramiek, Beatrice de Metz, wandkleden, Ronnie Meerts, grafief, tot 15/9; di t/m za 10-17 uur. Schmid, t/m 2/8. Stelling - Lange Mare, 'Eenzaam maar niet alleen', tekeningen, schilde rijen en sculpturen; t/m 3/8; di t/m za van 12-17 uur. Pijpenkabinet - 'Een ander gezicht', met zeldzame Franse figuralè pijpen, t/m 11/8; zo van 13-17 uur. Rijksmuseum voor Volkenkunde - 'Poolstreken, over leven en overle- 'Groenland, tastbaar verle- Museum van Oudheden - 'Op goede gronden' over de eerste boeren in NW Europa, t/m 1/9; di t/m za van 10-17 Galerie Oude Rijn - Stille Mare, te keningen, aquarellen en houtsnedes/ collage van Tjade Witmaar, t/m 31/8; dag. 11-18 uur, do tot 21 uur. Piggelmee - Jan Vossensteeg, 'vrouwen van het nachtleven', geëtst getekend in houtskool en pastel Pourquoi Pas - Nieuwe Beesten markt, Lilian Groeneveld, Jossy Gus- sen, aquarellen, tot 31/8; di t/m za 9-22 uur, zo van 11-22 uur. Leiderdorp Leythenrode - Franse aquarellen Christaan Groothoff, t/m 8/8; dag. van 10-20 uur. Gemeentehuis - expositie gemeen telijke kunstaankopen, t/m 10/9; ma V m do 8-17 uur, vr 8-15 uur. Oegstgeest Kapsalon Jacques van Bellen - li tho's van Louis de Vries, 30/7 tot 13/9; do, 3-18 i r 9-21 i za 9-17 Warmond Galerie De Pomp - Dorpsstraat, An- ja Serlie, gouaches, gemengde tech nieken, portrettekeningen, t/m 8/8; di Het Oude Raadhuis - Dorpsstraat, Frans Jan van der Heide met maritie me schilderijen en olieverf, t/m 1/8; woe, do, zo 14-16 uur, di 19-21 uur, za 10-16 uur. Wassenaar Auberge De Kieviet - Stoeplaan, schilderijen en tekeningen van Mar- gemmy Geraedts, t/m 5/9; di t/m zo van 9-12 en 15-19 uur. Beeldentuin De Narwal - Oud Clin- gendaal, beeldenexpositie, t/m 29/9; mat/mvr van 11-17 uur. Concerten LEIDEN - Charles de Wolff bespeelt vanavond het orgel van de Pieters kerk in de reeks zomerconcerten van K&O. Hij zal werken vertolken van o.a. Brahms, Bach, Mendelssohn, Re- ger en Franck. Aanvang kwart over acht. Het wekelijkse wandelconcert op zaterdagmiddag in de Hartebrugkerk, onder auspiciën van de Stichting Or- gelstad Leiden, wordt ditmaal ver zorgd door Arthur Koopman. Aan vang kwart voor twee. Het lunchconcert op woensdag middag in de Hooglandse kerk wordt komende week gegeven door de orga nist Anton Doornheim. Aanvang half Het Amerikaanse Pennsylvania Co- rale geeft donderdagavond in het ka der van de Leidse Lakenfeesten een concert in de Hartebrugkerk. Mede werking wordt verleend door de orga nist Anton Doornheim. Het program ma vermeldt de namen van o.a. Duru- flé, Brahms, Morley en Billings. Aan vang kwart over acht. Te kijk in het Kruithuis in Den Bosch DEN BOSCH (GPD) - Veertig jaar nadat Pablo Picasso het meest be langwekkende schilderij van de 20ste eeuw heeft vervaardigd, be gint hij zich te interesseren voor keramiek. In het Zuidfranse dorpje Vallauris raakt hij geboeid door de eeuwenoude manier waarop men daar potten maakt. Hij richt er een atelier in en zo ontstaat vanaf 1949 een opmerkelijk genre keramiek. Een deel van de vooral in de jaren vijftig vervaardigde schalen, pot ten en vazen zijn op het ogenblik te zien op de unieke expositie 'Picas so keramiek' in Museum Het Kruithuis in Den Bosch. door Rob Schoonen Het zij beter maar onmiddellijk toegegeven: juist op deze expositie is het niet eenvoudig zonder be paalde herinneringen of zelfs voor oordelen rond te lopen. Weliswaar spelen driedimensionale werken van Picasso je door het hoofd. Pen dan vooral de kubistische esembla- ges en de 'objects trouves' maar de schilder- en tekenwerken blijven domineren. Zeg Picasso en je ziet onmiddel lijk de vibrerende structuur van 'Les demoiselles d'Avignon' voor je. Om vervolgens een keur aan soortgelijke indringende werken de revue te laten passeren, waarin het krachtige spel van tinten en to nen je steeds weer verbijsteren. Maar daarmee wordt de 'kunste naar Picasso te kort gedaan. Ruimtelijk Ook ruimtelijk wist de man im mers zijn ideeën vorm tegeven. Achteraf bezien niet vreemd: ook in zijn schilderijen en tekeningen is hij uitgegaan van driedimensio nale objecten en heeft hij ze even ruimtelijk weergegeven. Het vormt de grondslag voor het kubisme die in zijn prilste vorm een verbeel ding is van de natuur door deze weer te geven in een verzameling kubussen, kegels, bollen en andere stereometrische vormen. Het gegeven dat je niet gelijk denkt aan keramiek als je praat over Picasso heeft ook een andere oorzaak. De geschiedenis en dan vooral de acceptatie van het kera miek heeft daar alles mee van doen. Het beroep van pottenbak ker is lange tijd op de tocht blijven staan. De hokjesgeest is ér debet aan dat tot voor kort zowel klei als de pot dikwijls eng en nog vaker verkeerd wordt beoordeeld. Waardering Een bord, schaal of vaas bezien als kunstwerk anders dan ge bruiksvoorwerp is duidelijk iets van de laatste twintig jaar. Er is zonder twijfel sprake van een alge hele waardering voor de holle plas tische kunst. En dat juist ook nu keramiek van Picasso, Chagall, Mi- ro, Redon en Matisse (weer) in de belangstelling staat, is in dat op zicht dan ook niet meer dan lo gisch te noemen. Men kan tegenwoordig dus tege lijkertijd schilder en pottenbakker zijn. Dat neemt niet weg, of beter: het is dan ook logisch dat het één invloed heeft op het ander. In het geval van Picasso is er de scherf, veelal in de vorm van ambachtelij ke, zeer simpele potten, tegels of schalen waarop op een zeer oor spronkelijke wijze is getekend, ge krast en/of gepenseeld. De klei als drager van een verbeelding. Dus toch de schilder Picasso die als bij toeval de klei als prettige drager heeft ontdekt? i Visageeen in 1963 vervaardigd werkstuk van Pablo Picasso, (foto gpd» Combinatie Dat wordt énigszins tegenge sproken door de manier waarop de verbeelding is gecombineerdmet de vorm van de scherf. Op knappe wijze weet Picasso kader en gla zuur tot 'n eenduidig geheel te ma ken. Lijnen, krassen of vlakken hadden op geen andere plaats kun nen staan dan juist op die plaats waar ze staan of liggen. En om een vaas (in tegenvorm) weer te geven op een vaas...: Picasso, dus. De kinderlijke, naieve schilde ringen laten zich perfect combine ren met de even eenvoudige, soms krakkemikkige pot-schaalvormen. Anders gezegd: de extreme ab stracties in dit werk van Picasso leidt terug naar de oorsprong van de kunst, naar de oervorm. En zijn keramiek naar borc^n en vaatwerk als elementaire gebruiksvoorwer pen. In die zin had de kunstenaar voor geen andere vormen, dan voor de vaas, de pot en de schaal kunnen kiezen. En kan hij zelfs zo ver gaan een schaal te maken waar op een stierengevecht is weergege ven: een schaal die je in Spanje bij tientallen in souvenierswinkels ziet liggen en laat liggen. Expositie: 'Picasso keramiek'. Museum voor hedendaagse kunst Het Kruithuis, Citadellaan 7, Den Bosch. Open: maandag t/m zon dag van 11.00-17.00 uur. Tot en met 10 augustus. Catalogus met teksten van Yvonne Joris, Lambert Tegen- bosch, Francois Mathey en Ro land Doschka plus kleurafbeel dingen van alle geëxposeerde werken, 250 pagina's, 45 gulden. NTB boos over contracten Cremer-musical GRONINGEN (GPD) - „Volstrekt ten onrechte", aldus een boze Ton Post. Als mede-producent van de rockopera ,Ik Jan Cremer' wijst hij de kritiek van de Nederlandse Toonkunstenaars Bond pertinent van de hand. Deze bond heeft de leden geadviseerd niet in zee te gaan met de producenten van de show, die op 10 augustus in Gro ningen zijn première beleeft. De NTB noemt de contracten van de muzikanten „a-sociaal" en neemt het de producenten kwalijk dat vooraf geen overleg is gevoerd. Volgens de bond moeten de mu sici beschikbaar blijven tot sep tember 1986, terwijl hen slechts tot 31 december van dit jaar salaris wordt gegarandeerd. Verder zou den de vakantierechten „per con tract aan de medewerkenden wor den ontstolen". De NTB geeft de leden ten slotte zelfs het ajlvies niet mee te werken aan wat een „experiment" wordt genoemd. Dit temeer omdat geen uitkering zal worden verstrekt bij ziekte of bij het uitvallen van een voorstelling als een solist ziek is. Niet waar, aldus Ton Post (te vens directeur van de Groninger Stadsschouwburg). Hij zegt dat er geen sprake is van een a-sociale overeenkomst. „We hanteren de normale stan daard-contracten zoals deze gelden voor dit soort vrije theaterproduk- ties. Daarin komen alle mogelijke bepalingen voor over het vervallen van voorstellingen, maar alleen als er sprake is van „noodweer". Er is plezierig onderhandeld. Natuurlijk kunnen we niet alles garanderen. Bijvoorbeeld of de voorstelling een publiekssucces wordt. Tot 31 de cember zitten we met het uitkopen van 130 voorstellingen goed. Wat ei daarna gebeurt hangt af van hoe ver we komen. We hebben geen op tie op de jongens, maar toen aan de orde kwam of ze optredens zouden mogen nemen voor een seizoen verder, hebben wij hen gevraagd voor de Cremer-produktie be schikbaar te blijven. Zodra er ze kerheid is praten we individueel ol collectief verder".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 19