Edinburgh-festival groots opgezet
Ambtenarenkoning en organisator
Ditmaal in teken van Schots-Frans bondgenootschap
Erasmusprijswinnaar Delouvrier
Sir Jehudi Menuhin
DONDERDAG 25 JULI 1985
RADIO-TV-KUNST
EDINBURGH (GPD) - Wie de-
ze zomer van Franse kunst wil
genieten kan volop terecht in
de stoere, monumentale Schot
se hoofdstad. Want het thema
van het Edinburgh Internatio
nal Festival (11-31 augustus) is
dit jaar gebaseerd op het histo
rische bondgenootschap tus
sen Schotland en Frankrijk.
Ook dit jaar is het festival,
dat toneel, muziek-theater en
opera, ballet, symfonie- en ka
mermuziek, cabaret, schilderij
en-exposities en nog een reeks
van andere evenementen om
vat, weer veelzijdig van opzet.
Daarnaast is er zoals altijd
het alternatieve festival, de zo
genaamde Fringe (letterlijk
franje, rand, buitenkant) voor
jonge en experimentele kun
stenaars. Vorig jaar werden
430.000 kaarten voor 883 ge
beurtenissen verkocht.
door
Nol Lissauer
Ondanks een periode van streng
calvinisme zijn de Schotten een
volk van zangers en dansers geble
ven.
Op dit 'Auld Alliance' Festival
zal Rudolph Noerejev als gast met
het Schots Ballet in 'La Sylphide'
optreden, in een produktie, waarin
het oorspronkelijke Schotse karak
ter van dit romantische verhaal,
wordt beklemtoond.
Noerejev treedt bovendien sa
men met Yehudi Menuhin op in
een concert van het Schots Kamer
orkest. In een unieke uitvoering ter
gelegenheid van Bachs 300ste ge
boortedag danst Noerejev op
bachs Cello Suite nr. 3 in de cho
reografie van Francine Lancelot
uit Parijs, die met haar dansgroep
'Ris et Danceries'op het festival
van de partij is.
Het Schots Ballet komt met de
wereldpremière van Carmen van
de grote choreograaf Peter Darrell,
die mede bekend staat om de uit
beelding van het verhalend ele
ment in zijn opmerkelijke creaties.
Van Jiri Kylian komen de in 1981
binnen het Parijse Opera Ballet ge
vormde choreografische research-
Noerejev
groep met een serie kleine moder
ne balletten en de reeds genoemde
dansgroep, opgericht door Franci
ne Lancelot wegens de hernieuw
de belangstelling voor 17e en 18e
eeuwse muziek en dans in Frank
rijk. De groep gebruikt oude in
strumenten en voert een stuk uit,
dat op geestige wijze een 'strijd'
uitbeeldt tussen moderne en ba
rokmuziek.
Voor het eerst sedert meer dan
300 jaar zullen Franse, Engelse en
Italiaanse liederen klinken, die on
langs in de universiteitsbiblio
theek van Edinburgh werden ont
dekt.
De partituren zijn afkomstig van
Louis de France, koorleider en
zangleraar aan het hof van Lode-
wijk XIV, die zich in 1675 in Schot
land vestigde.
De liederen, die in het 17e eeuw-
se Schotland populair waren, wor
den ten gehore gebracht in de
vorm van een weergave van een
zangles van Louis de France, ge
speeld door de Franse acteur Louis
Visse met vier jonge Schotse zan
gers als leerlingen.
Opera
Een hoogtepunt van het opera-
programma vormt Claude Debus
sy's beroemde werk Pélleas et Mé-
lisande met zijn scherpe contract
tussen tedere gevoelens en uitbar
stingen van geweld. Dit muziek
drama wordt in een moderne ver
sie (spelend rond 1920) uitgevoerd
door het gezelschap van de Opéra
de Lyon, met in de hoofdrollen
Diana Montague en Francois le
Roux.
Hetzelfde gezelschap treedt op
met de opera L'Etoile van de on
langs in Frankrijk herontdekte
componist Chabrier. Astrologie
vormt de basis van het verhaal. On
danks de dramatische inhoud is
het een hoogst vermakelijk stuk,
dat herinnert aan 'Een Nacht in Ca
sablanca' van de Marx Brothers!
De Parijse dansgroep Les Arts
Florissants (De bloeiende Kun
sten) verschijnt onder andere met
twee kleine opera's in één pro
gramma, namelijk Actéon (de my
thologische Griekse held en zijn
verwikkelingen met de godin Dia
na) van Marc-Antoine Charpentier
(1634-1704), de grootste Franse
componist van oratoria en Ana-
creon (de Griekse dichter van lief
des- en drinkliederen) van Jean-
Philippe Rameau (1683-1764).
Het ensemble ontleent zijn naam
aan een drie eeuwen oude opera
van Charpentier. Ballet vormt een
belangrijk onderdeel van zijn pro-
dukties. In dit geval wordt het bal
let uitgevoerd door de reeds ge
noemde groep 'Ris et Danceries'.
Uit de Verenigde Staten komt de
Connecticut Grand Opera met een
opvoering van Gian Carlo Menot-
Zeventig nieuwe speelfilms worden naast vele
korte films en films die uitgezocht zijn als onder
werp voor discussies met filmmakers, vertoont
op het Internationale Film Festival, dat van 10-25
augustus in Edinburgh wordt gehouden, tevens
zijn er Britse films ter viering van het Britse
Filmjaar.
Gedurende dezelfde periode is er een Boeken
Festival. Van 18-24 augustus kunnen jazzliefheb
bers hun hart ophalen op een Jazz Festival, dat
begint met een optocht langs de historische Prin
ces Street, gevolgd door een openingsbal. Het
jazzfeest speelt zich over de hele stad in tavernes,
zalen en clubs af en vormt met medewerking van
het Schotse Nationale Orkest ook een onderdeel
van het officiële Festival.
Van 16-19 augustus is er tenslotte ook een Tele
visie Festival, waar tv-materiaal het onderwerp
van discussies zal vormen.
Als onderdeel van het Festival wordt in Edin
burgh een reeks tentoonstellingen gehouden, die
voor het belangrijkste deel gewijd zijn aan de
ontwikkeling van de Franse schilderkunst.
Een tentoonstelling in de Royal Scottish Acade
my, wil een beeld gevan het gebruik van kleur
met Matisse als uitgangspunt. Verder zijn er
werken van Bonnard, Delaunay, Dubuffet. Dufy,
Hantai, Lapique Léger, de Stael en Villon, alsme
de van vijf nog werkende schilders (9 augustus-21
september).
In het Schotse Rijksmuseum zijn Franse schil
derijen en beeldhouwwerken uit de periode 1500-
1900 bijeengebracht en in het Schotse Rijksmu
seum van Modem* Knnct voorbeelden te zien
van de Parijse School van 1900-1960 (2 augustus-
22 september).
In het Schotse Nationale Portretmuseum is een
expositie gewijd aan Henri Pierre Danloux (1753-
1804), die na de Franse Revolutie naar Schotland
emigreerde (2 augustus-22 september).
Het Royal Scottish Museum herbergt een spe
ciale tentoonstelling over de langdurige culturele
betrekkingen tussen Frankrijk en Schotland. Er
is onder andere een reis-servies, bestaande uit 150
delen te zien, dat gemaakt is voor Napoleons zus
ter en dat in het bezit kwam van de tiende Hertog
van Hamilton en Napoleons grote theeservies,
dat ten ele eigendom is van het genoemde mu
seum en voor de rest toebehoort aan het Louvre
in Parijs en dat sinds 1919 thans voor het eerst
herenigd is!
In het City Art Centre wordt de 150e geboorte
dag van Schotlands grote zoon Andrew Carnegie
gevierd met een tentoonstelling van Amerikaan
se tekeningen en aquarellen uit het Carnegie In
stituut in pittsburg (3 augustus-21 september).
Carnegie - oprichter van het Vredespaleis in
Den Haag - wordt verder herdacht met een expo
sitie in Schotlands Nationale Bibliotheek, welke
een overzicht geeft van zijn carrière (tot 27 sep
tember). Er worden in Edinburgh ook twee con
certen te zijner ere gegeven.
Twee naar New York uitgeweken Russische
schilders (Komar en Melamid) hóuden in Edin
burgh hun eerste grote Europese expositie met
onder andere satirische commentaren op de poli
tiek van de grootmachten.
ti's opera 'De Consul', onder regie
van Menotti.
Toneel
Bij de toneelvoorstellingen is
Frankrijk vertegenwoordigd door
de Parijse Compagnie Renaud-
Barrault met Victor Hugo's Ange-
lo, Tyran de Padoue, nog steeds
gelden als Jean-Louis Barraults
beste produktie, met Jacques
Dacqmine, Geneviève Page (onder
ander bekend uit Bunuels film Bel
le du Jour) Francois Duval en
Jean-Louis Barrault.
Het Theatre Nationale de Belgi-
que speelt Molière's meesterwerk
Le Misanthrope in een schitteren
de costumering en enscenering.
Er is ook een Schotse produktie,
gebaseerd op Molière's Le Bour
geois Gentilhomme.
Verder is er het debuut van de
Schotse actrice Sharman MacDo-
nald, uitgeroepen als de meest be
lovende toneelschrijfster van het
jaar. Het heet 'Toen ik een meisje
was gilde en schreeuwde ik al
tijd...!' Het behandelt openhartig
en met veel (Schotse) humor de
problemen van de opgroeiende
'vrouwelijke jeugd.
Het Japanse Toho-gezelschap
brengt Shakespeare's Macbeth in
Japanse versie, spelende in een
boeddhistische tempel, onder re
gie van Yukio Ninagawa, die voor
meer dan één miljoen toeschou
wers Romeo en Julia, Hamlet en
King Lear heeft geproduceerd.
Het Baxter Theatre uit Kaapstad
speelt Mejuffrouw Julie van Au
gust Strindberg. Het is een fascine
rende voorstelling met de blanke
actrice Sandra Prinsloo, als de
dochter van een aristocraat, die
verleid wordt door haar vaders lijf
knecht, welke rol gespeeld wordt
door John Kani, die tot de be
roemdste zwarte acteurs ter wereld
behoort.
De vermaarde Russische clown
Oleg Popov komt met het Moskou-
se Staatscircus naar Edinburgh,
waar het in theatervorm zal optre
den. Er is ook een avant-guardisti-
sche groep uit New York met een
komedie, die in Amerika grote suc
cessen heeft geboekt.
Orkesten
Behalve Londense en Schotse
orkesten en ensembles spelen in
Edinburgh o.m. het Orchestre Na
tionale de France, het Orchestre de
Paris, in 1967 door de Franse rege-
rig en de stad Parijs opgericht, ge
leid door zijn vaste dirigent Daniel
Barenboim, het Orchestre de
l'Opera de Lyon, het Pittsburgh
Symphonie Orkest onder Lorin
Maazel en het Russische Nieuw
Symphonie orkest, dat zijn inter
nationaal debuut maakt. Het or
kest is de schepping van zijn diri
gent Gennadi Rozjdestvenski, die
het oprichtte na zijn terugkeer uit
Londen, waar hij gedurende een
periode dirigent was van het BBC
Symphonie Orkest.
Jazz
Het Schotse Nationale Orkest
laat zich horen op een jazzconcert
samen met een reeks jazzsterren.
Daarnaast geeft het o.m. een uit
voering van Mahlers achtste sym
phonie.
Jehudi Menuhin, die ereburger
van Edinburgh is, speelt een grote
rol op dit festival en treedt met ver
schillede musici op, o.m. als diri
gent en solist met het Schotse Ka
merorkest (naast de reeds genoem
de uitvoering van Rudolph Noere
jev) en als dirigent van het school-
orkest van de St. Mary's Music
School in Edinburgh, waarvan hij
beschermheer is.
PARIJS (GPD) - De Erasmusprijs
1985 zal in september worden uit
gereikt aan de Fransman Paul Al-
bert Delouvrier. In haar overwe
ging legt de commissie voor de
prijs keurig uit dat Delouvrier
wordt onderscheiden „voor zijn
fundamentele gedachten in de ste-
debouw en ruimtelijke ordening
en in het bijzonder omtrent de be
heersbaarheid van de groei van de
metropolis".
Het is waar dat de prijswinnaar
grote verantwoordelijkheid heeft
gedragen by de planning van de
Parijse groei. Delouvrier is echter
helemaal geen stadsplanner van
beroep. Hij maakt deel uit van de
selecte groep hoge staatsambtena
ren, van die kleine door de staat ge
koesterde kaste die op alle terrei
nen op elk moment kan worden in
gezet en die symbolisch is voor de
continuïteit van het staatsbestel.
De Erasmusprijs is dit jaar dan ook
allereerst - en wellicht onbedoeld -
een hulde aan het Franse staatssys
teem.
door
Rudolph Bakker
Paul Delouvrier bewoont een
schitterend huis in het bos van
Fontainebleau, maar voor een in
terview vindt je hem in zijn werk
kamer bij de Parijse Porte de la
Villette. Zijn laatste opdracht was
om een gigantisch technisch mu
seum van de grond te krijgen, dat
nu bij de Parijse Porte de la Villet
te ontstaat, miljarden meer kostte
uiteindelijke contouren na jaren
praten en plannen nog maar lang
zaam zichtbaar worden.
Eind vorig jaar ging Delouvrier
met pensioen. Hij was 65 geworden
en het bos van Fontainebleau
wachtte geduldig op zijn komst.
Het kan lang wachten. Hoge amb
tenaren van het type Delouvrier
gaan nooit met pensioen. Als direc
teur-af zetelt hy nog steeds in een
keurige werkkamer met bankstel
en secretaresse en rinkelt de tele
foon of er niets is gebeurd. En wie
zijn stadsplanning vanuit de lucht
wil zien, krijgt zo een helikopter ter
beschikking, die de gepensioneer
de Delouvrier na het uitvaardigen
van enige eenvoudige directieven
weet op te trommelen.
De levensloop van Paul Delou
vrier is een schoolvoorbeeld van
hoe je binnen de kaste komt. Als
bankierszoon bezocht hij het Ly-
cée Henry IV in Parijs. Dat is een
van de grote Parijse lycea die kin
deren met veel hersens en van goe
den huize opleidt tot de roem. Een
van Delouvrier's leraren was er
Georges Pompidou, de latere pre
sident van de republiek en aanvan
kelijk eerste-minister van generaal
De Gaulle.
In die vooroorlogse jaren be
stond de ENA nog niet, de oplei
dingsschool voor het huidige top
talent, maar er waren wel al andere
roemruchte instituten, zoals die
welke opleidt voor het belasting
vak. Hier studeerde Delouvrier in
1941 - net op het nippertje voor de
sluiting - af en droeg hij voortaan
de begeerde titel van 'inspecteur
des finances', wat iets heel anders
is dan de belastinginspecteur in
ons land. Tot zijn professoren op
de school behoorde Maurice Couve
de Murville, de latere minister van
buitenlandse zaken en eerste-mi-
rtister van president De Gaulle.
Aanvankelijk flirtte Delouvrier
met het Vichy van maarschalk Pé-
tain en richtte hij er zelfs een
jeugdbeweging op, maar hij zag al
gauw dat de oude Pétain aan
Frankrijk's roem als zetbaas van de
bezetter niet zou bijdragen. Ais 'in
specteur des finances' maakte hij
vele inspectietochten, vooral langs
de kusten en daar kwam hij in aan
raking met het verzet, dat inlichtin
gen verschafte aan de Engelsen.
Hij sloot zich bij deze groepen aan.
Een man als Delouvrier bleef als
verzetsman niet steken in het doen
ontbranden van karbietlampen in
vochtige vluchtholen. Hy ontmoet
te begin '44 generaal De Gaulle en
diens rechterhand Jacques Del-
mas. De kleine Jacques had Delou
vrier nog als leraar gehad en hij
heette later Chaban-Delmas, nadat
hy met een geheime opdracht in
een dorpje was gedropt dat Cha-
ban heette. Als Jacques Chaban-
Delmas werd de verzetsman later
een van De Gaulle's eerste minis
ters.
Delouvrier werd in het oorlogs
jaar 1944 naar het bos van Fontai
nebleau gestuurd, waar hij de cu
rieuze opdracht kreeg een gewa
pende gevechtsgroep te vormen
die diende te zorgn dat generaal De
Gaulle toch naar Parijs kon wor
den gebracht, ook voor het geval
de bevelhebber van de invasietroe
pen generaal Eisenhower geen toe
stemming zou geven aan de Franse
tweede divisie dit pad der glorie
zelf open te breken. Maar generaal
Eisenhower vond het wel goed en
Delouvrier hielp later met zijn ge
vechtsgroep generaal Patton bij
hfet oversteken van de Seine.
De beproefde marsroute naar de
macht loopt in dit land door de ka
binetten van de ministers en de
premier. Delouvrier werd direc
teur van enkele van deze kabinet
ten en hij sloot zich van '46-'47 aan
by de ploeg van Jean Monnet (later
ook wel een van de vaders van het
na-oorlogse Europa genoemd) die
een plan ontwikkeld had om
Frankrijk er economisch weer bo
venop te helpen.
Het adresboekje van de toen
nauwelijks 30-jarige Delouvrier
was nu zo goed voorzien dat er
niets meer te vrezen viel. Toch wil
de hij nooit minister zijn en koos
hij voor het intellectuele avontuur.
Vooral in de dagen van de Vierde
Republiek, toen ministers vielen
als dominostenen, hadden hoge
ambtenaren als Delouvrier de ze
kerheid van de vluchtweg naar
hun ministerie en zijn vele vertak
kingen, waar ze als verloren zonen
net zo vaak konden terugkeren als
ze maar wilden, met salaris en pen
sioen verzekerd. Deze methode ga
randeert niet alleen dat deze ren
paarden in de ambtenarenstel be
reid zijn de meest uiteenlopende
topbanen te accepteren, maar ook
de vrijheid hebben om daar tegen
hun bazen en andere sta-in-de-
wegs precies te zeggen wat ze op
hun hart hebben.
Vanuit deze zekerheid begon De
louvrier's veelzijde carrière. Op
zijn eigen ministerie installeerde
hij Frankrijk's BTW. Vanaf '53
deed hij mee aan de oprichting van
tal van Europese lichamen, zoals
Euratom.
Van '58 tot '60 vertrouwde presi
dent De Gaulle hem de post van
regeringsafgezant in Algerije toe.
In deze periode maakte Delouvrier
de opstand mee van de Franse ge
neraals, die zich achter de barrica
Paul Albert Delouvrier
den verschansten die ze hadden
»en De Gaulles plan
'ïankelijk Algerije.
Delouvrier bleef zijn directieven
volgen en toonde een onwankelba
re trouw aan De Gaulle.
Stadsplannen
Na zijn terugkeer in Parijs zocht
Delouvrier een baan waarbij niets
meer diende te worden „afge
bouwd - zoals in Algerije - maar
alleen „op"gebouwd; hij sloeg een
ministerspost af, maar accepteerde
De Gaulles voorstel om als nieqw-
bakken stadsplanner schoon schip
te maken in het in zijn groei vastge
lopen Parys. Hij kreeg de titel van
algemeen regeringsgedelegeerde
voor de Parijse regio, die later
werd gewijzigd in die tan prefect.
Deze periode - waarvoor hij met de
Erasmusprijs onderscheiden is -
liep van 1961 tot 1969.
Echte stadsplanners hadden
voor zijn komst al veel graafwerk
verricht. Er was het boek geweest
„Parys en de Franse woestijn", ge
schreven door zijn vroegere mede
werker op het bureau van Monnet,
Jean-Francois Gravier. En er was
het zogenaamde eerste PADOG-
plan, dat al voorzag in de aanleg
van de autoroutes, van de snelweg
rond Parijs, van snelle treinen naar
de buitenwijken (de zogenaamde
RER) en plannen om de groei van
Parijs te stoppen.
Het verschil tussen deze nijvere
denkers en een stoomwals als De
louvrier was dat zij in eerste instan
tie geen kans zagen ministers en
andere barricadebouwers van hun
gelijk te overtuigen, terwijl Delou
vrier de goede namen in zijn boek
je had staan en wist hoe je de din
gen op niveau aanpakte.
PADO staat van „Plan d'Amena-
gement et d'Organisation Générale
de la région Parisienne" en Delou
vrier kwam met een PADOG-2, na
rijp overleg met de mannen van
PADOG-1, die hij zo verstandig
GPD)
was in zijn équipe op te nemen.
Het 'Schéma directeur' dat door
Delouvrier in 1963 werd opgesteld,
is in grote lijnen nog steeds als lei
draad geldigd.
Vast staat dat Paul Delouvrier er
prat op kan gaan verantwoordelijk
te zijn voor de Parijse 'périphéri-
que' (waaraan Nederlanders zich
met hartkloppingen in storten),
voor het autoroutenet, voor de
snelle buurttreinen, voor het vlieg
veld Charles de Gaulle en voor de
vijf 'nieuwe steden' (die met opzet
geen 'slaapsteden' worden ge
noemd) en die in een kring rond
Parijs werden opgetrokken.
Randstad
Delouvrier reisde eerst met zijn
medewerkers de hele wereld rond
voor hij zijn definitieve plan voor
Parijs onder woorden bracht. Hij
was vooral gebiologeerd door de
manier waarop de Nederlanders
hun bevolkingsprobleem met de
'Randstad Holland' hadden op-
glost. En hij stelde in Engeland
vast dat men daar de 'nieuwe ste
den' veel te ver van de hoofdstad
had opgebouwd, zodat die inder
daad tot 'slaapsteden' waren ver
vallen. Delouvrier ging er van uit
dat Parijs in het jaar 2000 zo'n 12
tot 16 miljoen inwoners zou tellen
(deze groeitrend is intussen ge
keerd) en wie buiten de stad ging
wonen had er recht op snel en com
fortabel over de weg of via het
spoor van en naar huis te komen.
De moeilijkheden die de moedi
ge 'haut commis de l'état' had op te
lossen, waren schier bovenmense
lijk. Zijn oude leraar Pompidou
diende hij er in zijn rol van eerste-
minister van te overtuigen dat de
'Périphérique' in beide richtingen
een driebaansweg diende te zijn en
geen tweebaans. Hij slaagde erin
met een grapje en het gevolgenrij-
ke plan werd door de eerste-minis
ter ten slotte met een lachje aan
vaard.
En als Delouvrier zijn al door De
Gaulle goedgekeurde super-plan
voor de regio in de ministerraad
met behulp van een gigantische
kaart verdedigt, mompelt de mi
nister voor cultuur (en beroemd
auteur) André Malraux: „Voor zo
veel groen hebben we hier niet ge
noeg tuinmannen". De bouw van
het tweebaanstoegangsviaduct
naar de tunnel van Saint-Cloud aan
het begin van de westelijke auto
route onttrok zich aan Delouvrier's
competentie. Het werd dan ook de
plek met de meeste opstoppingen
van heel Frankrijk.
Toen Delouvrier in 1969 door
president Pompidou van zijn post
werd ontheven, was dat omdat hij
zich te veel als een zonnekoning
toegenover de eeuwig tegenstrib
belende plaatselijke en regionale
autoriteiten was gaan opstellen.
Met name de tegenwerking bij de
plannen voor 'La defense', het Pa
rijse Manhatten aan de westkant
van de stad, bracht Delouvrier tot
een razernij waaruit niet meteen
vriendschappen voortvloeiden.
Na het verlaten van de hoogste
functie in het lie de France wacht
te Delouvrier een andere belangrij
ke en opbouwende post. Hij werd
president van het Franse staats-
elektriciteitsbedrijf en daarmee
verantwoordelijk voor het latere
plan van president Giscard voor de
bouw van een dicht netwerk van
atoomcentrales voor de opwek
king van energie. Intussen had hij
zich zo diep in de stadsplanning
begraven dat hij over de hele we
reld als raadgever werd uitgeno
digd door grote steden die in hun
eigen bevolkingsaanwas dreigden
te stikken.
Motornozems
Paul Delouvrier is een beschei
den en indrukwekkend man,
wiens kracht in de overreding ligt.
Hij hecht grote waarde aan het
recht van ieder mens op bewe
gingsvrijheid en hij doorziet het
grote reservoir aan opgekropte
agressie dat een ieder in onze geor
ganiseerde samenleving in zich
draagt. Een voorbeeld van hoe hij
ook op kleine schaal wist te hel
pen, is het Carole-incident. Het ge
beurde tijdens de opkomst van de
snelle-motornozems, die met hun
gigantische machines hun kracht
patserij uitleefden op de nieuwe
autoroutes naar Orléans en Char-
tres en op een vaag stuk grond bij
het station van Rungis. Bij een vari
die moordende ritten kwam bij een
ongeluk een bijzitster, genaamd
Carole, om het leven.
Delouvrier bemoeide zich ermee
en sprak met de motornozems,
luisterde naar hun wensen. Hij
stelde een eigen terrein voor hun
liefhebberij voor, aan de zuidkant
van het vliegveld Orly en hij stuur
de een paar van de meest represen
tatieve motornozems op de betrok
ken minister af („Als ik daar zelf
was verschenen om die zaak te be
pleiten, hadden ze me voor gek
verklaard") en hij liet ze om een ei
gen oefenterrein vragen. De wens
werd ingewilligd en het circuit
naar Carole vernoemd.
„Ik ben niet getroffen door de
leeftijd, maar door de leeftijds
grens", grapte Delouvrier bij zijn
officiële afscheid van het Pare de la
Villette, zijn laatste troetelkind. De
66-jarige Erasmusprijswinnaar
heeft de toekomst nog voor zich.
LONDEN (AP) - De violist Jehudi Menuhin is woensdag door de Britse
koningin Elizabeth in de adelstand verheven.
De 69-jarige Menuhin woont al meer dan 25 jaar in Groot-Brittannië,
maar werd pas dit jaar Britse staatsburger. De in de VS geboren violist
heeft nu een dubbele nationaliteit, want hij stond er op ook zijn Ameri
kaanse staatsburgerschap te behouden.
Amerikaans koor op Lakenfeesten
LEIDEN - Het Pennsylvania Corale geeft donderdagavond 1 augustus
een concert in de Hartebrugkerk. Het Amerikaanse jongerenkoor zal
werken van o.a. Brahms, Duruflé, Billings, Morley, Foster en Niles vertol
ken. Het koor treedt in het kader van een tournee door Europa in Leiden
op.
De organist Anton Doornheim zal aan dit concert medewerking verle
nen. Op zijn programma staan werken van Reger en Franck. De toegang
tot dit concert, dat wordt gegeven in het kader van de Leidse Lakenfees
ten in samenwerking met de Stichting Orgelstad Leiden, is gratis. Er zal
wel worden gecollecteerd ter bestrijding van de onkosten. De aanvang
van het concert is kwart over acht.
Charles de Wolff in orgelserie
LEIDEN - Charles de Wolff bespeelt vrijdagavond het orgel van de Pie
terskerk. Hij doet dat in het kader van de serie zomerorgelconcerten van
K&O. Het programma vermeldt composities van o.a. Mendelssohn, Re
ger, Brahms, Franck en Bach. Het orgelconcert begint kwart over acht.
AMSTERDAM - De Amsterdamse spuitbuskunstenaar Ramon aan het
werk aan zijn kunstwerk Rhyme, waarmee hij gisteren de eerste prijs won
in een wedstrijd voor graffiti-spuiters in de hoodstad. De wedstrijd werd
gehouden in de Sporthal Werkspoor. Ook op 1 en 16 augustiLS zullen weer
spuitbuswedstrijden in Amsterdam worden gehouden. (foto anp>.
Sir Jehudi Menuhin in gezelschap van zijn i
(foto AP)