'Bewolking? Dat is gewoon pech' Reportage 'Carrièrevrouw moet Nederlanders en Britten kijken op La Palma naar de sterren extra drempels over' Voorzitters synode niet in comité PAGINA 12 DINSDAG 25 JUNI 1985 Op het Canarische eiland La Palma zullen op 29 juni koning Juan Carlos en koningin Sofia van Spanje een groot Europees sterrenkundig observatorium officieel in ge bruik stellen. Bij de plechtigheid zullen ook koningin Beatrix en prins Claus, konin gin Margreta van Denemarken, koning Carl Gustav en koningin Silvia van Zweden en de presidenten Von Weizsacker van West-Duitsland en Hillery van Ierland aan wezig zijn. De Britse vorstin wordt vertegenwoordigd door de hertog en de hertogin van Gloucester. Hans van Maanen bracht alvast drie dagen door op de sterrenwacht middenin de Atlantische Oceaan. Een reisverslag. Alleen al de reis naar boven, van de rotsige kust van het Canari sche eilandje La Palma naar de top van de Roque de los Mucha- chos, is de moeite waard. He melsbreed is de afstand van het kustplaatsje Santa Cruz naar de sterrenwacht niet meer dan een kilometer of twintig, maar via de weg ruimschoots het dubbele: we doen anderhalf uur over de tocht die ons naar ruim 2300 me ter hoogte, tot boven het wolken dek voert. Door de vorm van het eiland en de ligging midden in de oceaan blijven de wolken meest al hangen op zo'n vijftienhon derd meter. door Hans van Maanen De sterrenwacht staat niet echt op de hoogste top van het eiland maar nabij een subtop van 2369 meter hoogte, de Topo de la Fuente Nueva. Die biedt naar het zuiden uitzicht op de diepe vul kanische krater die de oorsprong van het eiland vormt, naar het noordwesten op een redelijk glooiende helling. Daar staat, pal onder de top, de Jacobus Kap- teyn-telescoop, en een stukje la ger de grotere Isaac Newton-tele- scoop. In de bibliotheek zit een aantal Britse sterrenkundigen en de Leidse hoogleraar Harry van der Laan. Ze bespreken de dagelijk se gang van zaken. De gemoede ren vlammen even op als het ge sprek komt op het monument dat een Spaanse architect heeft ontworpen ter gelegenheid van de officiële opening op 29 juni. Een zuil van beton en staal, met drie grote pieken en een ring. Roy Wallis, mijn begeleider, meldt dat hij erin is geslaagd het monument van het observato riumterrein te weren: het komt nu aan het begin van de weg naar boven. Van der Laan reageert: "Maar het hele ding had weg ge moeten! Het is een afzichtelijk geval in de geest van Hitier en Mussolini, dat hoort helemaal niet op het eiland, en zeker niet in verband met onze sterren wacht". Voor de rondleiding met Van der Laan moeten de jassen aan, want het is niet meer dan een graad of vijf boven nul. Van der Laan legt uit dat de atmosfeer stabiel is en ook vervuiling geen problemen oplevert voor de astronomische waarneming. "De autoriteiten van het eiland, die wel blij zijn met de sterrenwacht, hebben zich bovendien akkoord verklaard de verlichting van het eiland aan onze wensen aan te passen: de straatverlichting zal worden verzorgd door neon bui zen. Daarvan hebben astrono men weinig hinder. En de hemel is hier ook erg donker. Dat klinkt vreemd, maar het komt gewoon doordat we ver van het Noorder licht en het'Zuiderlïcht afzitten. Al met al komt het erop neer dat we hier een bijna ideale plek hebben. Tachtig procent van de tijd kunnen we goede waarne mingen doen"; De keuze van La Pilma komt op rekening van de Britten, die De telescopen op de Topo de la Fuente Nueva. Op de voorgrond de nieuwe Nederlandse Jacobus Kapteyn- telescoop, daarachter de Britse Isaac Newton met een spiegeldiameter van 2,5 meter (foto gpd» een betere plaats zochten voor hun Isaac Newton-telescoop. De Nederlanders zijn pas later naar het Caribische eilandje geko men. Het Nederlandse aandeel vormt de Jacobus Kapteyn-te- lesdcoop, vernoemd naar de gro te Nederlandse sterrenkundige uit het begin van deze eeuw. De telescoop is helemaal nieuw, en de spiegel ervan heeft een door snee van een meter. Hij wordt vooral gebruikt voor het nauw keurig bepalen van de posities en de kleuren van sterren, en voor het opzoeken en bekijken van interessante radiobronnen en röntgenbronnen. Eredivisie Van der Laan is de grote pro motor van het project: "Zo'n tien jaar geleden vroeg ik mij af waar de Nederlandse sterrenkunde over dertig jaar zou zijn. Tegen die tijd zou de radiosterrenwacht in Westerbork, het paradepaard je van de Nederlandse astrono mie, verouderd zijn. Het was dus volgens mij van belang dat wè, wilden we in de eredivisie blij ven meespelen, ook ergens an ders onze sporen zouden kunnen verdienen. Belangrijk was voor ons dat we een optische tele scoop zouden krijgen op het noordelijk halfrond - op het zuidelijk halfrond doen we, via de ESO, al mee aan de sterren wacht in Chili. Vandaar dat ik eens in Engeland een paar bal letjes heb opgegooid". Inmiddels zijn we aangeland bij de William Herschel-tele scoop. Van der Laan doet geen moeite zijn trots over de nieuwe telescoop te verhelen: "Als deze telescoop over twee jaar klaar is, zal het de beste telescoop ter we reld zijn. Hoewel hij niet de grootste is: de Russen hebben een telescoop van zes meter, maar die werkt niet erg goed, en de Amerikanen hebben hun tele scoop van vijf meter op Mount Palomar. Maar we hebben hier op La Palma zulke fantastische astronomische omstandigheden, dat we dingen kunnen waarne men die de grotere telescopen wellicht nooit halen". De William Herschel-telescoop zal een spiegel krijgen met een doorsnee van 4,2 meter. Spiegel- telescopen lijken weinig op de lenzentelescopen van amateurs. Het licht van de sterrenhemel valt, door een gat in de grote koe pel, op een parabolische spiegel. Zo'n spiegel is een soort lach spiegel: het licht wordt niet netjes teruggekaatst naar waar het vandaan komt, maar het wordt allemaal naar een punt ge dirigeerd, het brandpunt. Dat brandpunt ligt in dit geval op een afstand van tien meter van dë spiegel. Om ervoor te zorgen dat de koepel niet extra hoog hoeft te worden, wordt het licht op weg naar dat brandpunt nog een keer teruggekaatst. Door een gat in de grote spiegel valt het licht dan ten slotte in het brandpunt, waar de diverse instrumenten kunnen worden opgesteld. Kijken Het echte avontuur van een be zoek aan een sterrenwacht is het waarnemen zelf. Daarvoor meld ik me 's avonds bij de Isaac New ton-telescoop. 's Middags heb ik van Edwin Valentijn, een astro noom die voor een jaar op La Palma is gestationeerd, gehoord dat de Isaac Newton in feite een oude telescoop is die vanuit En geland naar hier is verscheept. Het is een staketsel van ijzer en hout. Het enige wat aan een ge wone telescoop doet denken is een buis die is opgehangen aan een van de verticale staven, maar dat is een zoektelescoopje. Voor het overige is het een vrij simpel apparaat. Onder de telescopen hangen instrumenten en, vooral, draden. "Dit hier zijn de camera's", legt Valentijn uit, en wijst naar twee onduidelijke dozen die volgens hem elk meer dan een ton waard zijn. Het licht van een ster of een ander object wordt eerst op kleur gesorteerd door een spectrograaf (die het licht in zijn verschillende kleuren splitst). In dat gesorteer de licht (het spectrum) is de astronoom geïnteresseerd. Daar uit kan hij onder meer meer de afstand van het object tot de aar de afleiden, de samenstelling van gassen en de snelheid waarmee het object om zijn as draait. Tijdwinst bij het waarnemen is een van de motoren van de voor uitgang in de astronomie. Dat geldt ook voor de Taurus, een ap paraat dat in staat is de onderde- linge bewegingen van de ver schillende delen van bijvoor beeld een gasnevel of een ster renstelsel in een keer in kaart te brengen. Vroeger moest elk deel van de nevel apart worden opge nomen. De controlekamer is wat nauw; het bedieningspaneel is gevuld met oplichtende knoppen en te levisieschermen. Op een scherm is precies te zien of de schuif van de koepel open is, of er licht door de verschillende lenzen valt, en welke apparaten zijn ingescha keld. Met een licht gerommel draait de koepel zodat de schuif in de juiste positie komt. Als het ge wenste object eenmaal in het vi zier is, zorgt de computer voor het volgen ervan als de sterren hemel om zijn as draait. Maar een oplettend oog om het gewenste object precies te volgen is altijd nog nodig. In de controlekamer bevinden zich vier Britse astronomen: een student is belast met het nauw keurig volgen van de infrarood- bronnen onder studie, naast hem zitten twee wetenschappelijk medewerkers. Achter hen staat Michael Penston, de begeleiden de astronoom die vannacht een oogje in het zeil houdt en af en toe een aanwijzing geeft. Saai Eigenlijk is astronomie een saaie wetenschap. Het is de bedoeling vannacht het spec trum van zoveel mogelijk objec ten te verzamelen die de IRAS, de Europese infrarood-satelliet, als merkwaardig heeft aangewe zen. De hele nacht door geven de astronomen aan de technicus de plaats van de objecten door. Die regelt de instelling van de tele scoop. Er wordt een spectrum van de objecten gemaakt. Terwijl de man achter het toetsenbord het spectrum rekenkundig be werkt, zoekt de telescoop de vol gende positie op. De Britten zijn bezig de afstan den van de infrarood bronnen in kaart te brengen, en ik begin me eerlijk gezegd een beetje te ver velen. Ik stap de deur uit, en sta op de omloop van de koepel. Als mijn ogen na enige tijd aan het donker gewend zijn, zie ik boven mij het mooiste firmament dat ik ooit heb aanschouwd. De Grote Beer is snel gevonden, langza merhand worden ook andere sterrenbeelden uit mijn beperkte repertoire zichtbaar. De Kleine Beer met de Poolster staat inder daad een stuk lager dan ik ge wend ben, en, nog vreemder, de sterren flonkeren veel minder dan thuis. Dat komt natuurlek door de ijlheid en de rust van de aardse atmosfeer hier. De volgende middag komen de wolken opzetten. Ze komen uit de oude vulkaankrater en wor den door een harde wind over de bergtoppen gejaagd. Steeds meer flarden waterdamp trekken voorbij. De wolken hangen waar schijnlijk niet meer dan enkele tientallen meters boven me, en het is daardoor volstrekt onmo gelijk te bezien of het opklaart of niet. Het ene moment is de zon geheel verdwenen, vijf minuten later is het weer stralend blauw. Maar langzamerhand begint het er toch somber voor de Britten uit te zien. Hoe zit dat als je hier een week mag komen om waar nemingen te doen en het is voort durend bewolkt, vraag ik een van de Britten. "Dan heb je ge woon pech gehad. Dan moet je weer een jaar wachten voordatje aanvraag voor een waarneming opnieuw wordt behandeld. Een telescoop is een continu-bedrijf, er wordt zeven nachten per week gewerkt en het is niet mogelijk iemand op een verloren nachtje ertussen te persen". Die avond komt de technicus niet eens opdagen. Het controle lampje 'RAIN' licht op, en de koepel mag niet open. Als ik bed ga, moet ik door een dikke mist en een koude, winterse regen mijn weg in het donker zoeken. De volgende dag schijnt de zon weer, maar in de schaduw van de gebouwen ligt nog ijs. De Britten hadden toch nog een beetje geluk. Om twee uur klaarde het op en hebben ze toch nog dertig objecten kunnen 'doen'. Ze zijn niet ontevreden. DEN HAAG - „In Nederland is het informele circuit binnen be drijven en overheid veel belangrij ker dan in andere landen. Belang rijke beslissingen worden hier vaak niet in, maar buiten de verga derzaal, in de kroeg of tijdens een borrel genomen. Voor vrouwen is het vaak heel moeilijk om in die in formele sfeer door te dringen. Dat gebeurt niet bewust, maar het be tekent voor vrouwen wel een drempel in hun carrière". Nelleke Schoenmaker is sociolo ge bij de PTT. Ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van de Stich ting Vrouwennetwerk organiseer de ze onlangs met freelance journa liste Magda Berman een sympo sium over bedrijfsculturen en de positie van vrouwelijke managers binnen het bedrijf. De stichting werd vijf jaar geleden opgericht door een aantal vrouwen die het belang van informele contacten in de Nederlandse zaken- en ambte narenwereld erkenden. Mannen kennen zulke informele netwerken al veen langer (de Rotary en de Lion's Club zijn daar goede voor beelden van) en maken daar ook gebruik van. De behoefte aan een vrouwen netwerk voor informele bijeen komsten bleek enorm. Inmiddels zijn er pakweg 1500 vrouwen aan gesloten bij de verschillende deel- netwerken. Er zijn netwerken per beroepsgroep zoals journalistes of artsen, per regio of per bedrijf. Magda Berman: „Als je elkaar tij dens een borrel ontmoet, is het makkelijk om eens te roepen: kent iemand die en die en kun je me er mee in contact brengen? Of je hebt een tip voor iemand over een baan die vrijkomt en je kunt haar een in- troduktie geven. Dat soort din gen". „Informele contacten zijn ook heel belangrijk om aan informatie te komen. Even de telefoon pak ken om een kennis op ministerie X te bellen die er wel wat van weet. In dat soort contacten hebben vrouwen een achterstand. Mannen houden bijvoorbeeld de contacten met hun studiegenoten veel beter overeind. Ze zijn daar veel meer op ingesteld". Elitair Nelleke Schoenmaker: „We zijn duidelijk een elitaire groep, ik schaam me er niet voor dat te zeg gen. Maar we hebben wel een dui delijke emancipatiepoot. Laat ik meteen duidelijk stellen dat dat niet betekent dat we tegen mannen zijn. Maar vrouwen die naar een carrière streven, stuiten wel op be paalde problemen. Het onderlinge contact in een vrouwennetwerk is niet alleen goed omdat je adviezen en tips van elkaar krijgt". „We helpen en stimuleren elkaar ook. Vrouwen struikelen vaak over hun gebrek aan lef. Ze durven niet te solliciteren naar hoge functies, ze twijfelen aan hun kwaliteiten. Mannen hebben veel meer vertrou wen in zichzelf, die denken niet: dat kan ik niet. In een netwerk kun je elkaar aanmoedigen, iemand er van overtuigen dat ze wel de juiste kwaliteiten heeft. Veel vrouwen hebben dat nodig. Er is een groot gebrek aan managerscapaciteiten. Reden temeer om ook vrouwelijke sollicitanten op hun waarde te schatten". Nederland loopt op het gebied van vrouwelijke managers achter op de rest van Europa. Slechts vijf procent van dé topfuncties wordt door vrouwen vervuld. Zelfs Span je, waar de vrouw nog een zeer on dergeschikte positie heeft, kent een hoger percentage. Toch wor den vrouwen meestal niet bewust tegengewerkt. „Er zijn nog maar weinig mannen die niets willen we ten van een vrouw in een hogere functie", aldus Nelleke Schoenma kers. „De meeste mannen zijn erg aardig. Wel blijkt dat ze vaak moei lijk een houding weten te bepalen tegenover vrouwen die een hogere functie hebben dan zijzelf'. door Runa Hellinga Eigenschappen Nelleke en Magda wijzen er op dat vrouwen zelf ook vaak een aan tal eigenschappen hebben ontwik keld die hen belemmeren een toppositie te krijgen. Ze hebben minder hoge verwachtingen van zichzelf, zijn wat beducht voor suc ces en hebben niet geleerd zelfbe wust of eventueel zelfs agressief te zijn. Die laatste eigenschappen worden bij vrouwen ook niet ge waardeerd, hoewel ze af en toe no dig zijn om je te kunnen handha- Magda Berman: „Daarnaast zit ten vrouwen vaak met een dubbele moraal. Aan de ene kant hebben ze een schuldgevoel ten opzichte van hun gezin, aan de andere kant wil len ze toch carrière maken. De zorg voor kinderen of ziekelijke ouders, dat komt in de eerste plaats op vrouwen terecht. Dat is natuurlijk ook een belemmering om mee te doen aan dat zo belangrijke infor mele circuit. Vrouwen vinden het normaal dat hun man na werktijd nog een borreltje drinkt met colle ga's. Omgekeerd vindt het gezin het niet normaal als moeder dat ook doet. Je ziet het jonge vrouwen tegenwoordig wel meer doen". Maar het is niet zo dat de vrouw die de juiste papieren heeft en alles op alles zet om carrière te maken er wel komt, zoals wordt veronder- stelt.Allerlei onbewuste hindernis sen spelen een rol. „Bij alle adver tenties voor managers staat bij voorbeeld wel m/v tussen haakjes vermeld, maar als een personeels chef voor ogen heeft dat een mana ger moet voldoen aan een manne lijk beeld, dan kom je daar als vrouw niet doorheen. Ook al ben je beter dan je mannelijke medesolli citanten. Daar kan die man niets aan doen, hij doet het niet bewust. Maar zo werkt het wel". Ongrijpbaar En Nelleke Schoenmakers: Het is opvallend dat ook die vrouwen die wel durven, die wel lef hebben en door willen, op een bepaald mo ment vaak blijven steken. Ik hoor de laatst van een vrouw die eerst in het bedrijfsleven had gewerkt en nu naar de overheid is gegaan. Dat komt maar zelden voor. Ze deed haar werk heel goed en de perso neelschef wilde haar graag hou den. Maar zij voelde de hele tijd dat ze geen kansen had om verder te komen. De personeelschef kende die klacht van meer vrouwen, maar wist ook niet wat hij er aan moest doen. Dat soort ongrijpbare belem meringen zitten in een bedrijfscul tuur zonder dat iemand het be seft". Pas als dat soort culturen verdwenen is, kun je spreken van in beginsel gelijkwaardige kansen voor mannen en vrouwen en heeft Vrouwennetwerk haar doel be reikt. „Onze stichting viert nu haar vijfjarig bestaan, maar ik hoop het vijftigjarig bestaan niet mee te ma ken. Tegen die tijd moeten de vrouwennetwerken overbodig ge worden zijn". Voorzitter Huting van de her vormde en voorzitter Kouwen- hoven van de gereformeerde sy node gaan niet zitten in het comi té van aanbeveling voor het volkspetitionnement tegen de kruisraketten dat het 'Komité Kruisraketten Nee' in het ko mende najaar houdt. Voorzitter Mulder van de Raad van Kerken in Nederland, bisschop Ernst van Breda (voorzitter van de rooms-katholieke vredesbewe ging 'Pax Christi') en de bekende rooms-katholieke theologen Schillebeeckx en mevrouw Hal- kes hebben wel positief gerea geerd op het verzoek. Ds. Huting en dr. Kouwenho- ven verwijzen beiden naar het standpunt van het hervormde sy- nodebestuur en de gereformeer de commissie voor de bestude ring van het oorlogsvraagstuk, dat de kerkleden zelf moeten uit maken of zij aan het petitionne ment meedoen of niet. "Als ik op het verzoek inga, doe ik dat niet als particulier maar als synodevoorzitter", zei Huting voor NCRV-teletekst. "Dat moet ik niet doen, want het is niet wijs om je publiekelijk aan het petitionnement te bin den terwijl het moderamen (be stuur van de synode - red.) dat niet heeft gedaan. Ik ben een de mocraat en dus houd ik mij aan het standpunt van het modera men". Als hij alleen gewoon ge meentepredikant in Rotterdam was, had hij graag in het comité van aanbeveling plaats geno men. "Maar nu vertegenwoordig ik de hele Hervormde Kerk, en dan vind ik het niet juist". Zijn afzijdigheid moet niet worden uitgelegd alsof de Her vormde Kerk ten aanzien van de kernbewapening gas terug neemt, verzekerde de voorzitter van de synode. "Wij huldigen nog steeds hetzelfde standpunt en doen geen stap terug van de hele affaire zoals die zich sinds 1962 heeft ontwikkeld". De gereformeerde dr. Kouwen- hoven juicht zelf het volkspeti tionnement toe, maar het is voor hem de vraag of de kerken zich niet wat zouden overschatten als zij opriepen tot ondertekening. "Dan wordt naar mijn gevoel een bepaalde grens overschreden, namelijk of wij als kerk het volk moeten gaan oproepen om zich in deze zaak massaal tot de over heid te wenden". Met hun uitspraak van 7 maart vorig jaar hebben de Gerefor meerde Kerken zich persoonlijk als kerk tot de overheid gewend. "Daar staan de Gereformeerde Kerken nog voor honderd pro cent achter". "Maar dit is toch een andere, wat verder gaande actie". Kouwenhoven wees ook op de brief over het volkspetitionne ment en de Vredesweek van dit jaar, die de gereformeerde com missie voor de bestudering van het oorlogsvraagstuk naar de kerkeraden heeft gestuurd. "Met een verwijzing naar onze laatste uitspraak van 1984 hebben wij de mensen nog eens voorgelegd, wat van ieder persoonlijk kan worden verwacht". Hij gelooft niet, dat een aanbeveling van sy nodevoorzitters tot grotere deel neming aan het petitionnement zou leiden. "Zo hoog moetje het gewicht van synodevoorzitters niet aanslaan". Jodendom "Onder katholieken bestaat een pijnlijk gebrek aan kennis van de geschiedenis en de tradi tie van het jodendom. Van school schijnen zij alleen de ne gatieve en vaak verwrongen kan ten daarvan te hebben onthou den". Dat staat in 'aanwijzingen' van de Vaticaanse commissie voor de betrekkingen met het jodendom, die gisteren werden gepubli ceerd. Deze aanwijzingen zijn be doeld voor de verkondiging en de catechese in de Rooms-Ka- tholieke Kerk. De Vaticaanse noemt in haar stuk de verhou ding tussen christendom en jo dendom 'uniek', gezien hun 'aan zienlijke gemeenschappelijke erfenis'. Daarom moet het joden dom in catechese, godsdienston derwijs en verkondiging niet een randplaats toegewezen krijgen. Zijn aanwezigheid in het onder wijs is 'onontbeerlijk'. Het document besteedt ook enige aandacht aan de staat Is rael. Ten aanzien van het bestaan en de politiek van de stéét moe ten, volgens de Vaticaanse aan wijzingen, geen godsdienstige opvattingen gelden maar de alge mene criteria van het internatio nale recht. "Het bestaan van Israel is een historisch feit". Maar daarnaast ook 'een teken in het plan van God'. "In ieder geval moeten ka tholieken zich losmaken van de traditionele gedachte dat Israel een gestraft volk is en dat het nog gespaard is om het bestaans recht van het christendom te kunnen verdedigen. Het volk van Israel blijft het uitverkoren volk". Volgens secretaris Pierre Du- prey van het rooms-katholieke secretariaat voor de eenheid on der de christenen is het docu ment een verdere stap in de be trekkingen tussen christendom en jodendom na het conciliestuk uit 1964 over de niet-christelijke godsdiensten en de richtlijnen van het Vaticaan uit 1974 daar over. Vrouwelijke priesters. In een kranteninterview zegt de anglicaanse aartsbisschop van Canterbury, dr. Robert Runcie, dat de tijd werkt in het voordeel van de vrouw als priester. Naar zijn persoonlijke mening is er meer vóór de wijding van de vrouw tot priester dan tegen. Verschil in opvatting daarover kan geen aanleiding zijn tot een breuk in de anglicaanse kerkge meenschap. "Het betreft hier geen principiële geloofsvraag". In dit gesprek wierp Runcie zelf de vraag op of het priester schap wel waarachtig kan wor den vervuld als vrouwen daar van worden uitgesloten. "Vol gens de traditie vervullen wij priesters een bemiddelende rol tussen God en mensheid en tus sen mensheid en God. Wat komt daarvan terecht als de helft de mensheid blijft uitgesloten?" Hervormde Kerk: beroepen te Zalk (Ov.) kandidaat P. Mole naar Huizen. Gereformeerde Kerken: aan genomen naar Aalsmeer W. Stolk Molenaarsgraaf-Brand wijk. Christelijke Gereformeerde Kerken: aangenomen naar Dro- geham H. de Graaf 's Gravenzan- de, naar Delfzijl kandidaat D. A. Brienen Ridderkerk. Gereformeerde Gemeenten in Nederland: bedankt voor Dor drecht W. Verhoeks Arnemui- den.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 12