Schitterlichten of: het steedse vertier BO Jc K E N Doorwrochte roman van Oek de Jong Wisselende historische romans Bandijk: een boek voor op vakantie DE KIEER zandvliet Wonderlijk dierenverhaal DONDERDAG 20 JUNI 1985 BOEKEN PAGINA 17 'De voorbijganger' is het debuut van de in 1953 in Arnhem gebo ren schrijver Herman Koch. Ze ven verhalen telt het boek, dat volgens de uitgever een soeve rein geschreven debuut is. Soeverein - tsja. Ik moet zeggen dat ik 'De voor bijganger' met gemengde gevoe lens heb gelezen. Er staan verha len in dit boek die van talent ge tuigen. In sommige verhalen hoor je echter de echo van een koor andere schrijvers. Nu even voor de goede orde: het is natuurlijk helemaal niet erg als een schrijver schatplich tig is. Integendeel zelfs. Maar voorwaarde is wel dat de auteur een eigen toon heeft. En dat kan helaas niet altijd worden gezegd van Koch. Laten we maar eens een verhaal als voorbeeld nemen: 'De bewonde ring, een handleiding'. Het be gint aldus: "Het was in april 19.. Ik zat in café Luxor op het druk- tste plein van onze stad. We wa ren met zijn vieren: Edward Con- ADVERTENTIE BOEKHANDEL LEIDEN - LEIDERDORP OEGSTGEEST - KATWIJK VOORSCHOTEN Alle op deze pagina besproken boeken zijn bij ons dlrekt lever baar, óf vla onze TERMINAL te bestellen en dan binnen drié da- gen verkrijgbaar. U heeft ze vast wel eens in een kunsttijdschrift aangetroffen, die foto's van met infrarood doorgelichte meesterwerken. Ze tonen de schilderijen onder het schilderij, de voorstellingen die de schilder heeft weggewerkt, die hij niet aan het oog van de toeschouwer bloot wil stellen. Literatuur en schilderkunst hebben wat dat betreft iets ge meenschappelijks. Ook in de laatste kunstvorm kan men diep ere lagen aantreffen. Maar de vergelijking gaat niet hefèmaal op. De schrijver wil, in tegenstel ling tot de schilder, dat de lezer zich juist wel bewust wordt van die onderliggende lagen. Hieraan moest ik denken na het lezen van Oek de Jongs nieuwste roman "Cirkel in het gras", een 431 pagina's tellend boek waaraan hij vijf jaar, 'far from the madding crowd', met het doorzettingsvermogen van een monnik heeft gewerkt. Op het eerste gezicht is deze roman het nauwgezette verslag van de hopeloze liefde tussen Hanna, de Italiaanse correspon dente van een Nederlandse avondkrant, en de dichter/kunst historicus Andrea Simonetti. Via Joe Kurhajec, een Viet- nam-veteraan, die in Rome car rière wil maken als beeldhouwer, komt Hanna in contact met And rea. Tijdens een gezamenlijk etentje voelt ze zich onweer staanbaar aangetrokken tot deze goed ogende, dromerige man. Andrea is niet ongevoelig voor de charmes van de Nederlandse journaliste, maar zijn stukgelo pen huwelijk is er de oorzaak van dat hij toch eerst liever even de kat uit de boom wil kijken. Hanna, echt een vrouw van de ze tijd, neemt het initiatief om Andrea te veroveren. Ze gaat op een dag naar het museum waar Andrea werkt en bekent hem on omwonden haar liefde. Andrea, overrompeld door zoveel vurig heid, laat haar per brief weten dat ze bij hem kan intrekken. rad, de bekende dichter, Stephan Arthuro, Michel Audran en ik. We wachtten op David Orsini, over wie mij al veel was verteld". Die ambiance, het drukke plein, de bijzondere namen van de mensen - het lijkt wel het be gin van een verhaal van de Fran se schrijver Modiano. Of zou dat schijn blijken tijdens het ver volg? Nee, het hele verhaal is in de schaduw van Modiano geschre ven. "Het kwam nooit tot een openlijke breuk. We bleven el kaar sporadisch opzoeken, spra ken af in café Luxor of wandel den door het havenkwartier, maar in onze gesprekken, waarin we van de ene zin naar de andere sprongen zonder in de diepte te durven kijken, teerden we meer en meer op herinneringen, herin neringen aan een tijd die voor goed tot het verleden behoorde". Je moet maar durven. Waarom heeft Koch dit verhaal niet met een de titel van één van Modia- no's boeken gegeven? Schitterlichten In een interview in de Volks krant vertelde de Amerikaanse schrijver Raymond Carver on langs dat in zijn schrijfgroep - In zyn huis aan de Piazza Far- nese ontmoet ze Leda, de doch ter uit Andrea's eerste huwelijk. Vader en dochter zijn sterk aan elkaar gehecht. Leda ontvangt haar 'rivale' niet bepaald gastvrij. Ze ziet met lede ogen toe hoe de indringster het huishouden naar haar hand wil zetten. Hanna "...maakte zichzelf wys dat het haar wel lag om zich ergens naar binnen te moeten vechten, maar in feite vond ze het vreselijk zich een plaats te moeten veroveren in een huis dat niet het hare was en dat een verleden toonde dat ze niet kende". De verhouding tussen Hanna en Andrea wordt gekenmerkt door een voortdurend aantrek ken en afstoten. De verschillen tussen de karakters van de twee geliefden treden al snel aan het licht. Hanna - niet voor niets de dochter van een steenfabrikant - is een zeer aards wezen, een vrouw, die Andrea geheel in be slag wil nemen. Andrea daaren tegen is een dromerige, filoso fisch ingestelde man, die zijn verheven opvattingen over de liefde niet kan terugvinden in de manier waarop Hanna hem be mint. Soms communiceren ze door middel van briefjes. In een van die briefjes schrijft Simonetti: "Mevrouw, alstublieft zet nooit meer uw tanden in enig deel van mijn hoofd. Je mag me bijten in mijn hals en in mijn schouders, maar niet in mijn voorhoofd, mijn oren, mijn neus en mijn lippen. Het was of ik door een hond gebeten werd.... Je beet me en ogenblikkelijk dacht ik: Nu maak ik haar dood, nu maak ik haar koud". Koud maakt Andrea zijn minnares niet, maar hij schopt haar wel op zeer onintellectuele wijze de deur uit. In 'Opwaaiende Zomerjurken' liet Oek de Jong zijn hoofdper soon in een van de innerlijke mo nologen het volgende zeggen- "Bewonder gedachteloos het avondlicht over de stad. Raak Carver doceert creatief schrijven -Jay Mc Inerney zat. Mc Inerney was werkzaam bij de uitgeverij van Carver, Random House, en had wel eens laten weten dat hij graag wilde schrijven. Wat hij schreef voor die groep creatief schrijven werd steeds Herman Koch (foto PR) beter, vertelde Carver. Uiteinde lijk debuteerde Mc Inerney zelfs met een roman waarvan vakge noot Tobias Wolff zei: "Het is een oogverblindend debuut: knap, oprecht, en heel, heel geestig". Oogverblindend zou ik 'Schit terlichten, grote stad' niet willen noemen, maar het is wel een boek dat ik met zeer veel plezier heb gelezen omdat het inderdaad zeer geestig is geschreven. Hoofdpersoon is een jongeman die met zijn vrouw, een prachtig fotomodel, naar New York is ver trokken om de wereld te gaan veroveren. Niets lijkt hem in de weg te staan: in de eerste plaats is er die mooie vrouw, zoals ge zegd, maar de jongeman heeft ook een mooie baan bij een tijd schrift, dat wil zeggen: bij dat tijdschrift heeft hij nu nog een baan op de afdeling feitencontro le, maar waarom zou hij uiteinde lijk niet één van de gevierde schrijvers kunnen worden? En dan komt er een kink in de kabel. Op een dag belt zijn vrouw op die voor een show in Parijs is. "Haar stem klonk eigenaardig. Ze zei dat ze niet naar huis kwam. Je begreep het niet. "Neem je een latere vlucht". "Ik blijf', zei ze. Weg vrouw, en de jonge talent volle feitenverificateur zal de fei ten onder ogen moeten zien: zijn droomkasteel in puin. Hij raakt nu geheel van God los. Ogen schijnlijk heeft hij alles nog steeds in de hand, maar onder tussen. Zijn escapades, stroop tochten naar discotheken en ander werelds vertier, houden ei genlijk maar één ding in: hij is voor zichzelf op de vlucht. En de puinhoop in zijn leven wordt steeds groter, want na tuurlijk komt de dag waarop blijkt dat hij zyn werk niet goed genoeg heeft gedaan en dat heeft tot gevolg dat hij ook zijn baan kwijtraakt. Aan het einde van het boek gaat het de Jonge Held dagen. Hij loopt 's ochtends op straat na tomeloos doorhalen en ruikt op eens de geur van vers brood. Geld heeft hij niet om broodjes te kopen, maar wel een zonnebril als ruilobject. Hy krijgt een zak. "De eerste hap blijft in je keel steken en je kokhalst bijna. Je zult langzaam aan moeten doen. Je zult alles helemaal opnieuw moeten leren". 'Schitterlichten, grote stad' zou je het vlot en goed geschre ven verslag van een gevecht in de grote stad kunnen noemen. Het gevecht om op de been te blijven en niet te bezwijken voor de verlokkingen, die schitteren zoals zilverwerk dat op de bo dem van een heldere beek doet. Dat die strijd humoristisch wordt beschreven, maakt dit de buut tot een zeer lezenswaardig boek. WIM BRANDS De voorbijganger; Herman Koch. Uitgeverij MeulenhofT Schitterlichten, grote stad; Jay Mc Inerney. Vertaling: Arie Visser. Uit geverij Bert Bakker het is tot berstens toe gevuld met een verleden van enkele duizen den jaren, het is vol en ik kom bijna niet meer vooruit". In de figuren van Hanna en Andrea heeft De Jong de onver mijdelijke botsing natuur-cul- tuur gestalte willen geven. And rea is op zoek naar een zuivere, welhaast goddelijke liefde, een liefde die Hanna hem niet kan geven. Veelbetekenend in dit verband is de figuur van Leda, de dochter van Simonetti. Oek de Jong, en haar vader Andrea Simonetti, hebben haar natuur lijk niet voor niets die naam ge geven: het meisje moet het sym bool zijn van zuiverheid. Tegen het eind van de roman lijken de schoonheid en de zuiverheid (lees Andrea en Leda) zich even met elkaar te verenigen door zoiets 'aards' als een tongkus. Ik heb hierboven getracht een van de lagen bloot te leggen van een roman, waarvan ik heb geno ten en waaraan ik mij heb geër gerd. Maar misschien roept alle goede literatuur wel dat soort ambivalente reacties op bij de le- Oek de Jong schrijft helder, precies. Zijn schildering van het Italiaanse landschap is subliem. Als een prachtig gekleurd fresco doemt het op onder zijn zinnen. De passage waarin hij de ver drinkingsdood van Zuccarelli, de museumdirecteur, beschrijft, is zeer aangrijpend. De Jongs zweverigheid, vooral in de frag menten waarin de dromen van de hoofdfiguren worden be schreven, staat my echter tegen. Wat ik in de roman node mis, is eenvoud, maar daarover zullen de literatuurwetenschappers zich vast niet beklagen. Met de publikatie van 'Cirkel in het gras' is er voor hen minstens weer voor een eeuw werk aan de win kel. CEES VAN HOORE Cirkel in het gras, Oek de Jong, MeulenhofT. Amsterdam, 1985. De boog kan niet altijd gespan nen zijn en nu de vakantie na dert, is het - ook op rustige ter rasjes in het zonnige buitenland ontspannen lezen in een boek dat aangenaam tussen literatuur en lectuur inzweeft. Zo'n boek is Bandijk van Wim Hazeu, die eer der niet zo'n opzien baarde met romans als Duitse honden bijten, Een duif boven Parijs en De helm van aarde. Bandijk is een roman die, vrij geslaagd, een stuk of drie ele menten herbergt en die ver vlecht tot één thema: "jacht". Daar is om te beginnen de hoofd persoon, de heer Tulp, televisie maker uit de grote stad, die zich nestelt in een kleine besloten ge meenschap - een dijkdorp aan de Waal. Den Schrijver, zoals de inheemsen hem noemen, ver blijft daar om zijn scheiding te verwerken - bepaalt geen sinecu- Hij mijmert en filosofeert en - een ander belangrijk aspect in het boek - maakt zich zeer druk om het milieu: zure regen, de dreiging van dijkophoging en vooral de jacht! "Uit de ogen en houding van de mannen sprak de onvervalste arrogantie van killers. Dit waren de mannen die zonder zelf risico te lopen letsel toebrachten aan levende wezens. Ze waren trots op het neerleggen van ongewapende dieren, ja, ze ontleenden er hun uitzonderlijke status in de maatschappij aan. Ze vormden de kaste van de doders, de gegoede stand die gemeen schappelijk het plezier in het do den had". Op een van deze jagers zal Den Het enige dat er aan 'Vader Muis en zijn zoon' van de Amerikaan Russell Hoban mankeert is dat biologen het een volkomen on verantwoord dierenverhaal zul len vinden. Afgezien daarvan biedt dit boek iedereen boven de 12 alles wat lezen zo mooi kan maken. Hoban vertelt de geschiedenis van twee opwindbare speelgoed muizen, vader en zoon. Ooit fraai speelgoed in de winkel, wacht het tweetal inmiddels afgedankt en versleten een droevig lot op de vuilnisbelt. Daar worden ze opgepikt door Manneke Rat, die met zijn bende de belt exploi teert. Talloze dieren, waaronder vele opwindbeesten, laat hij als slaven voor zich werken. De beide muizen weten aan de klauwen van Rat te ontsnappen, maar halen zich daarmee diens eeuwige vijandschap op de hals. Voor gek gezet ziet Rat zich ge noodzaakt het tweetal tot in alle uithoeken te achtervolgen om hen te vernietigen. Een slopende tocht, zowel voor de muizen als voor Rat. Waarom de Rat de mui zen blyft achtervolgen is hem op een gegeven moment een raad sel, maar een macht buiten hem zelf drijft het dier voort. Hoe de ze jacht afloopt, leest u dat liever zelf. Schrijver zelf jacht maken, waar mee we komen aan het eigenlijke verhaal dat de rode draad vormt en Bandijk de meeslepende vaart van een thriller geeft. Op het kerkhof in het dorp lig gen twee Engelse oorlogsvlie gers begraven en op een gegeven moment hoort Den Schrijver van hun voormalige commandant hoe het vliegtuig is neergescho ten vlakbij het dorp en hoe een landwachter de Engelsen "op de vlucht" heeft neergeschoten. De inwoners van het dorp weten meer, maar houden hun mond - o.m. uit schaamte en wroeging. Den Schrijver neemt de taak van de commandant, de jacht op de vroegere landwachter over "in een poging om te ontkomen aan de vrouw uit de stad die hem bij het afscheid had gezegd: 'Oud worden met jou? Ik moet er niet aan denken". Met behulp van enige vrienden en dorpelingen met kleurige (bij)-namen als Ysvegele, De Marskramer, de Fotograaf, de Striptekenaar en de Huzaar voor al wordt de "jacht" geopend. Met succes.... Bandijk is vaardig gecompo neerd en spannend verteld, maar de huwelijksproblematiek en vooral de milieumijmeringen doen nogal geforceerd aan. Daar tegenover staan levendige dialo gen, kleurige typeringen, vaart en afwisseling. Een hoogvlieger is Bandijk niet, wel een boek dat u makkelijk even mee kunt ne- ROB VOOREN. Wim Hazeu, Bandijk. Uitg. Nijgh Van Ditmar, Den Haag 1985, 24,90. Je moet er maar opkomen: een verhaal met opwindbeesten in de hoofdrol, 't Klinkt belachelijk, maar Hoban weet er iets wonder lijks van te maken. Een menge ling van spanning, angst, humor en zelfs ontroering. Zoals ge zegd, biologisch is het volkomen onverantwoord. De dieren zijn slechts uiterlijk dier, wat gedrag betreft vertonen zij diep-mense- lijke trekjes. Pure slechtheid, hoop, berouw, rotsvast geloof in het goede, geluk, trots, ijdelheid. Een scala van gevoelens, geëta leerd in uiteenlopende dieren: de ondanks zichzelf waarzeggende Kikker, de toneelspelende Kraai en (Krassers van de Avant-Gar- de), de Vlaamse gaai als vliegende verslaggever, de ge leerde Bisamrat enz. Niets men selijks is hen vreemd. Een verhaal dat geen bladzijde verveelt en avontuur op avon tuur stapelt. Mooi uitgegeven ook, op fraai papier. Iets voor fijnproevers. Enig minpunt vind ik de illustraties van Lillian Ho ban (Russells vrouw). Dat had mooier gekund. Vader Muis en zijn zoon, Russell Hoban, vert. M. en M. Lindenburg, uitg. Bert Bakker, 24,90. MARGOT KLOMPMAKER Oek de Jong. (foto gpd> aan, hou van, open de ogen en Andrea kampt met hetzelfde vergeet". Het is een aansporing gemis aan onbevangenheid als om het leven te nemen zoals het Edo Mesch. Tijdens een van de komt, ook al lykt het op het eer- gesprekken met Hanna zegt hij: ste gezicht banaal. "...ik sleep een net achter me aan, Uitgevergigant Elsevier behan delt haar jeugdboekenfonds de laatste tijd wel erg stiefmoeder lijk. Ooit bood dit fonds genoeg kwaliteit om regelmatig een grif fel te pakken. De ongeinspireer- de uitgaven van de laatste tijd stemmen echter tot droefheid. De stapel met recente jeugd boeken van Elsevier blijkt gro tendeels uit vertaald werk te be staan. Helaas is wat je van ver haalt niet altijd even lekker. Sommige verhalen tonen wel de gelijk kwalititeit, maar missen vaak een essentieel element om ze echt af te maken. Als voorbeeld kan dienen 'Stormklokken over het Avond land', een historisch verhaal van de Duitse schrijfster Ingeborg Engelhardt. Zij vertelt over een voor West-Europeanen betrekke lijk onbekende periode uit de ge schiedenis: de dreigende vernie tiging van de westerse bescha ving door het woeste ruitervolk de Tataren in de 13e eeuw. Hoofdpersoon is de jonge Hon gaarse monnik Julian, die als een van de eersten met de Tataren kennis maakt. Wanhopig pro beert hy zo veel mogelijk men sen te waarschuwen voor hun boze bedoelingen. Maar hy merkt dat weinigen zijn onheils boodschap willen aanhoren. Met fatale gevolgen, uiteraard. Het verhaal is met name aan trekkelijk door het niet alledaag se onderwerp. Karaktertekening is onderbelicht, maar dat is niet ongebruikelijk bij historische ro mans waar het by negen van de tien verhalen meer draait om de loop der gebeurtenissen dan om de personen zelf. Wat de ontwik kelingen rond de Tataren moei lijk te verteren maakt, is de over vloed aan historische informatie die de schrijfster over ons uit stort. Het beste is deze kleine tussenhoofdstukjes gewoon over te slaan, want om het verhaal te kunnen volgen is het niet abso luut noodzakelijk ze te lezen. Vervelender is het gemis van een duidelijke overzichtskaart met alle koninkrijken, landstre ken, steden en rivieren die in het verhaal worden genoemd. Het zijn er nogal wat en wie geen ge degen topografische kennis be zit, gaat het al gauw duizelen. Op deze manier is Stormklokken over het Avondland slechts een boek voor volhouders. Terwijl het verhaal op zichzelf boeiend genoeg is, mede omdat het goed is vertaald. Ander voorbeeld van een min der geslaagde keus is 'De steen' van Margaret Greaves. Een cu rieus historisch verhaal over bij geloof op een Brits eilandje een aantal eeuwen geleden. Een spannend en beklemmend boek, waarvan het leesplezier wat mij betreft wordt bedorven door het plechtstatige, belegen taalge bruik. Het zal eerder aan de schrijfster liggen dan aan de ver taalster, maar waarom niet geko Robin Hood en zijn mannen, illustratie Dick de Wilde. zen voor öf een drastische bewer king öf niet uitgeven? Ik vrees dat veel geïnteresseerde lezers op de gebezigde taal zullen af knappen. Jammer, jammer, want het verhaal van Greaves verdient een groter publiek dan het nu zal krygen. Hoe 't ook kan laat de Engelse schrijfster Rosemary Sutcliff zien in de inmiddels derde druk van haar boek met avonturen van Robin Hood. Smakelijk op gediste, met vaart geschreven verhalen over deze vrijbuiter in het middeleeuwse Engeland. Sutcliff weet als geen ander de ze historische figuur en zijn kor nuiten tot leven te brengen. Een kleurrijk boek vol actie, flitsende dialogen en weinig overbodige uitweiding. Ter verhoging van het leesplezier heeft de Neder landse uitgever Leopold er nog eens illustraties bij laten maken. Zo hoort het. Sutcliffs collega Leon Gar field is een befaamd schrijver van boeken die zich afspelen in een Dickensachtige tijd. Gelief de hoofdpersonen zyn wezen, vondelingen en anderszins ont heemde kinderen. Zo ook in zijn nieuwste verhaal De Poolse dochter, over een baby die uit de smeulende puinhopen van een Pools dorpje wordt gered door een passerende zwerver. Jaren later zien we zwerver en kind terug in Londen, waar bei den een armoedig maar eerzaam bestaan leiden. Rond dit tweetal weeft Garfield 300 bladzijden lang een eindeloze intrige, die heel ingewikkeld lijkt, maar bij nader inzien slechts uit opge klopt schuim bestaat. Verder hanteert Garfield een overdadig taalgebruik en maakt tal van zij sprongetjes rond personen die in het verhaal slechts een onderge schikte rol spelen. Leuk alle maal, maar het is veel te veel. Op deze manier raakt een onderhou dend, romantisch verhaal te veel ondergesneeuwd. Jammer voor Garfield, jammer voor de welwil lende lezer. Alle genoemde historische ro mans zijn geschreven voor lezers vanaf 12 jaar, ook volwassenen. Stormklokken over het Avond land, Ingeborg Engelhardt, vert. Ire ne Eichholtz, uitg. Van Goor/Else vier, 24,50; De Steen, Margaret Greaves, vert. Pauline Moody, uitg. Van Goor/Else- vier, 22,50; De avonturen van Robin Hood, Rosemary SutclifT, vert. Ruth Wolf, ill. Dick de Wilde, uitg. Leopold, ƒ24,90; De Poolse dochter, Leon Garfield, vert. Tine Leiker-Kooijmans, uitg. ADVERTENTIE BOEKHANOH BV Haarlemmerstraat 117 I Leiden-tel. 120421 algemene- en assortimentsboekhandel full-lime bestelafdeling levertijd vanaf 2 dagen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 17