Kryptogram I Kryptogram II Woordenladder Doorloper 1 1 1 Dubbel-filippine r 1 PUZZEL HORIZONTAAL: 1. hiermede wordt naar onze mening alles in de keuken aangemaakt, 4. zolang hij zich maar met zijn sport bezighoudt, hoeft hij niets te vrezen, 8. aangezien ik niet wist welk dier bedoeld werd, liet opa me er een foto van zien, 9. gelukkig heet dat land nu weer Duitsland, 10. dat 'r nog zulk een schip in de vaart is, kan ik niet geloven, 11. glans-spoor, 13. luister: de ou de maat snort!, 14. vaart die Afrikaan ook mee naar Libië?, 16. vloerbedekking voor een vogelwoning?, 18. denkt u op 'n ander tijdstip nog eens te proberen het record te verbete ren?, 20. krijgt u na rust, 21. ook de fierste dient te'beseffen, dat hy zich "een heer in het verkeer" moet tonen, 23. uit chauvinisme zal een Noordhol lander deze wel boven de Goudse verkiezen, 26. zij ston den dicht bij elkaar op een beurt te wachten, 27. het is niet iets om trots op te zijn waar men de hand in heeft, 28. als een nachtwaker zegt dat die er op zit, klinkt het wel komisch. VERTIKAAL: 1. zo te horen komt dit vaatwerk uit Joego slavië, 2. een elft zal zich hierin beslist niet thuis voelen, 3. waarom zou Eva liegen met zulk een ontwijfelbare waar heid?, 4. als uw geliefde die ook nog bezit, bent u wel erg fortuinlijk, 5. sla een paal in die onbebouwde grond, 6. bij elk woestijnkonvooi rijdt een voertuig altijd voorop, 7. wees eerlijk en erken, dat je op school hierin niet uitblonk, 8. hebt u toestemming voor door zending?, 11. met zo'n tegen valler wordt menig vader op vaderdag verrast, 12. materiaal waarnaar een handwerkster verlangt, 15. deed u een poging tot kopen van dekens en la kens?, 16. ik vrees nu dat hij van dat bericht wel zenuwach tig zal zijn, 17. hij zoekt ook wel eens zijn heil op een tak van een boom, 19. zulk een winkel drijft beslist niet op vertrou wen!, 21. als u fier bent moet u proberen haar tot kalmte te brengen, 22. het nauwe straatje liep omhoog, 24. achteraf zult u wel bemerken waarom 't eraf moet!, 25. zwak voor liefde? HORIZONTAAL: 1. een be wonderenswaardige bestraf fing op zolder, 5. teleurge steld is P weggegaan, 7. wan neer er een dier op de lijn staat, 9. met plezier vul je dit in, 11. een oude vogel in de tuin, 12. dierlijke vodden, daar komt geen eind aan, 13. heb je lak aan het dier?, 15. iemand een klein beetje verf er op verkopen, 18. zeer hoogstaande kerk, 19. op dit stuk grond werkt E bij de spoorwegen, 20. een werk tuig met een waarschuwings signaal er op om te eten, 22. probeer het nu eens niet zo moeilijk te vinden want hier mee vind je het zeker, 24. och, hij zal ook wel wat van 28 kennen, 25. hopelijk wordt 21 het weer, 27. wat is hij toch ook een ras-plaaggeest!, 28. correspondentie tussen me dici. VERTICAAL: 1. 't is afgekort van links naar rechts voor 't raam, 2. een van Jan's achter namen is plantaardig, 3. als het je zwart voor de ziet, ben je nergens meer, 4. een Euro peaan die met een grote foto op een zandbank zit, 5. pret tig als het dit ademt, 6. een bloot hondje heeft dus geen kleren aan, 8. snoeperij van een noot, verstel hem eerst, 10. indien de verbinding ver draaid wordt, 11. minnaars, 14. rondwandeling, 16. trek ken en weggeven, 17. zuiver geeft het college acht, 21. de man waar zij van 28 voor zor gen moeten, 22. zo te horen heeft men van haar dit ge zegd, 23. diertje met een pam flet, 26. een sleep en op het water. In elke horizontale rij hokjes worden drie woorden van onderstaande bete kenis ingevuld. De laatste letter van het eerste woord is de eerste van het tweede, de laatste van het tweede woord is de eerste van het derde. Na invulling ontstaat er in de twee verti- kale dikomlijnde rijen een spreek woord. 1. de onderdompeling - télw. - boom, 2. watering - enkel - kans, 3. jong var ken gindse pl. o.d. Veluwe, 4. groot water - Bijb. pl. - keurig, 5. la boratorium job kloosterlinge, 6. dus - myth. fig. - berg op Kreta, 7. open plek in het bos behoeftige- Bijb. fig., 8. lor - mensenmenigte - kerel, 9. voor eiland i.d. Middell. Zee - alpenweide, 10. hemellichaam - ont kenning deel v.d. romp, 11. gelofte handeling - niet geleerd, 12. loopvogel - golf (Lat.) boom, 13. Bijb. fig. heiligenbeeld - troefkaart, 14. algem. handelsvoorwaarden land deksel, 15. lofdicht iedere - Europeaan, 16. voorz. - faam - insekt, 17. algem. poli tieverordening - de verwerping - fam. lid, 18. speelgoed - allee - nieuw, 19. sprookjesfig. - op dezelfde plaats - spoedig. HORIZONTAAL. 1. Euro pees land, land in Europa; 2. kunstenaar, beroep, bloei- wijze, bijwoord; 3. inlands dorp; schoeisel, heilige, wondvocht, pers. vnm. woord; 4. bijwoord, eike schors, toets alleen, bijbels figuur, bloem, bezittelijk vnm. woord, echtgenote; 5. evenhoevig zoogdier, grap, plaats in Noord-Holland; 6. bevrachten, lichte bedwel ming, deel van een schip, grondsoort, rivier in Azië; 7. bloeiwijze, oevergewas, vaststaand, niet door twee deelbaar, Nederland, plaats in Overijssel; 8. hechtpen- netje, deel van het oog, hei lige, loflied, bevroren water, ton; 9. titel, loot, godin, drank, weinig; 10. nadeel, paradijs, vlak, voorzetsel, bergplaats; 11. plaats in Ca nada, regeringsreglement, zonderlinge, vervoermid del, niet door twee deelbaar, muzieknoot, water in Noord-Brabant; 12. voorzet sel, knolgewas, samenhang, reeds, de oudste; 13. kloos ter overste, zak of buidel, niet door twee deelbaar, leidsel, mechanische mens, ongebonden; 14. deel van het hoofd, vis, sportartikel, muzieknoot, oxydatie; 15. meer in Azië, draaien, laag te, gast, open plek in bos; 16. voorzetsel, plaats in Drente, deel van het hoofd, vogel, familielid, jongens naam; 17. bindmiddel, korte rijzing van het zeewater, ge vat, periode van rust; 18. metaal, wig, havermout, ge lijk, heden; 19. draagvat, muzieknoot, vogel, afval van koren, deel van de dag; 20. schaduw, behoeftig, ge weldig, schaakstuk, de da to; 21. rivier in Engeland, vr.schaap, jongensnaam, bid )Lat.), grondsoort, voor zetsel, voedsel; 22. boom, kruipdier, deel van een cir kel, bestanddeel van been. VERTICAAL. 1. Europees land, reinigingsmiddel, vo gel, waarschuwingstoestel, lidwoord; 2. jongensnaam, roem, streling, deel van het jaar, gift; 3. legerplaats in Brabant, deel van de bijbel, gemeen, altijd; 4. muziek noot, bijwoord, gebak, voegwoord, in orde, ver moeid; 5. gezonken schip, voorzetsel, titel, of dergelij ke, vergelding, deel van een boom, muzieknoot, voorzet sel; 6. vogel, voegwoord, en andere, bloem, jongens naam; 7. doorzichtige stof, bedorven, zwak, sluiting, graansoort, Mohamme daanse naam; 8. gelijkge stemd, Nederlandse rivier, gekheid, herkauwer, sierlijk dier; 9. omlaag, vr.munt, meteen, afval; 10. gewicht, 'harde wind, deel van de dag, Europeaan, hij, ver- voersmij; 11. Duitse munt, vis, schaaldier, godheid, meisjesnaam, bijbelse fi guur; 12. dierengeluid, brief-' aanhef,verschiet, stoer, vloerbedekking, plaats in Drente; 13. vervelende ver zwering, werkplaats, lid woord, vervoermiddel; 14. ketting, monster, slagader, deel van een fuik, afgemat; l 3 V 5 6 7 8 'O U 3 'i/ /y ,6 ,f 20 15. roem, plaats in Utrecht, kloosterlinge, roofdier, Greenwich tijd, plaats in Azië; 16. vanzelfsprekend, Europese staat, gevaarlijke stof, deel van een wet; 17. dun stuk hout, wrijfhout bij schepen, metaalsoort, ko raaleiland, winterwortel, feestartikel; 18. vlaktemaat, lastdier, kruiderij, vocht maat, boksterm, plaats in Gelderland; 19. bijwoord, kaartenboek, plaats in Ja pan, omlaag; 20. titel, han delsterm, vochtig, vroeger Russisch keizer, gedroogde halmen, knap. S 77 27 70 2/ iè 6 7 if '2 2S 22 23 r 3 25" Z 76 77 26 79 9 20 757 7 73 Vul volgens hierbij om schreven opgave van 1 tot 29 het diagram in. De nummering is buiten het diagram opgegeven. Na oplossing ontstaat er in de eerste vertikale rij een gezegde. De nummering in het diagram kunt u overne men in het bovenste te keningetje. Ook daar ont staat een spreekwoord. 1. banier, veldteken - 2. vrouwelijk evenbeeld van Baal - 3. dichterbij komen - 4. dag v.d. week - 5. poging tot moord - 6. waardering - 7. grondvesten - 8. plaats waar mosselbanken waren - 9. praten -10. gelasten -11. linie - 12. aan land gaan - 13. aalschaar -14. inviteren - 15. enormst - 16. gebogen vorm - 17. stuk bevroren water -18. uitstel van beta ling - 19. deugdzaam - 20. oxideren - 21. vocht tot zich nemen - 22. werelddeel - 23. op geen enkele plaats - 24. dag v.d. week - 25. deel v.d. dag - 26. lesschema - 27. plantaardig gewas als voedsel - 28. man van adel - 29. aantekening. Woord veranderen Vervang in onderstaande woorden 2 naast elkaar staande letters door 2 ande re, zó, dat andere woorden ontstaan. Achter elkaar ge zet vormen de toegevoegde letters een deel van een week. kind, mier, boot, vlot Koppelraadsel Van de drie achter elkaar staande woorden moeten nieuwe woorden worden gevormd. Op twee rijen, van boven naar onder gelezen worden namen van televi sieprogramma's zichtbaar, rink-dor-koe, gang-mee-net, ruit-cel-job, kuil-rot-mee, blijk-rem-are, slap-met-nel, spar-nar-eek, diep-mos-set, roet-was-tol, roet-sas-lek, guit-rit-den, poot-dal-men, fair-een-tin, roep-gin-ban, nier-tor-sop, vier-rep-gom. wond-her-aai, leer-mok-oor, naar-rit-lek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 27