Ra: ritueel tussen kitsch en pracht
Nachtelijke tocht door Egyptische onderwereld van Leiden
Moderne Nederlandse muziek aandacht waard
Lucinda Childs: dansend eenrichtingsverkeer
MAANDAG 17 JUNI 1985
0ver stTaat/\nj}^t nachtelijk duister van de Leidse binnenstad, op weg naar de Taffehtempel op de binnenplaats Temidden van rook en licht brengt deze zangeres op een verhoging in een hoek van de Hooglandse kerk een aria ten gehore. Ze
van het Rijksmuseum van Oudheden, waar het Ra-ritueel zal worden voortgezet. (foto Frits Faikenhagen) wordt tijdens haar angstjagende optreden omgeven door een menigte kronkelende stumpers. (foto Frits Faikenhagen)
Na drie weken van intensief i
peteren en van strijd tegen al
lerlei produktionele moeilijk
heden is 'Ra' dit weekeinde in
Leiden met twee proefvoorstel-
lingen begonnen. 'Ra' is de ge
dramatiseerde interpretatie
i een drieduizend jaar oud
Egyptisch ritueel, waarbij de
zonnegod Ra de machten
het duister moet overwinnen.
santen, zo op het oog op weg
naar de disco, heffen een 'Ere zij
God' aan. Als de boot is afge
meerd gaat het in optocht naar
de ruïne van de Burcht. We be
stijgen de heuvel, terwijl vanaf
de kantelen het oog van Horus
ons in veelvoud tegemoet blikt.
Voor we door de achterpoort
naar binnen mogen, vraagt de
poortwachter ieder van ons of we
bereid zijn de goden bij te staan
in hun stryd tegen de duistere
machten en niet meer te praten
dan strikt noodzakelijk is. Een
ieder geeft zijn jawoord. Door
drongen van de ernst van de si
tuatie schuifelen we naar binnen.
Daar geeft een Egyptische,
naar later blijkt een assistente
van de hogepriester, uitleg bij de
kleurige hiëroglyfen, die er staan
opgesteld. Helaas grotendeels
onverstaanbaar, omdat boven
haar hoofd trommen worden ge
roerd en fluiten worden gebla
zen. Ik ben bang dat essentiële
kennis me ontgaat waardoor ik
de nacht niet tot een goed einde
zal kunnen brengen.
De hiërophant of hogepriester
stelt zichzelf en zijn assistenten,
de hiërodulen, voor. Zij leren ons
de gezangen, waarmee de goden
moeten worden geroepen. Die
swingen als gospels en dienen
met handgeklap en gewieg van
het bovenlichaam te worden be
geleid. Onwennig staat iedereen
eerst te mompelen, maar allengs
klinkt het uit volle borst. Ik ge
neer me een beetje, maar mom
pel, klap en wieg toch mee, vast
besloten componist Murray R.
Schafer te loochenstraffen, die
de schrijvende pers niet als deel
nemers bij Ra wil hebben, omdat
die een te sceptische en afstande
lijke houding zouden hebben en
zo het ritueel zouden verstoren.
Warempel, de goden melden
zich: Geb, Seth, Nephthys, Shu,
Tefnet en Nut. Ze ontvouwen om
beurten hun waaier op de boven
ste omloop van de Burcht. Als
laatste, voorafgegaan door kron
kelende wezens en begeleid door
vuurwerk, stijgt Ra op uit de wa
terput. Gebronsd lichaam met
stierenhoofd en spiegel.
Het is inmiddels over elven»
het laatste licht van de zon ver
dwijnt. Wij worden met zang en
muziek meegevoerd naar de
Hooglandse kerk. "Zijn jullie ge
schiedenisstudenten of zo", in
formeert een toeschouwster in
het voorbijgaan.
In de kerk staat de sarcofaag
van de farao. Geopend ditmaal,
de hogepriester staat ervoor. Hij
stelt ons nog eenmaal voor de
keus: voor wie niet mee wil doen
is dit de laatste kans om rechts
omkeert te maken. De tocht zal
niet gemakkelijk zijn, zegt hij.
Maar iedereen gaat door.
Nu volgt een zeer langdradig
deel. Wij, de 75 novicen, worden
ingewijd. We leren hoe te ade
men en hoe Osiris van onze le
venskracht te vervullen. Ieder
van ons krijgt één van de 75 ge
heime namen van Ra, onontbeer
lijk om de gevaren te doorstaan.
We leren de geluiden en de geu
ren die bij ieder van de goden ho
ren. Die zullen in de loop van de
nacht terugkeren, telkens als
zo'n god zich aan ons kenbaar
maakt. We krijgen een gewaad
en hoofddoek. Dat alles neemt
zoveel tijd in beslag, dat de be
tovering helemaal verdwijnt. Ik
krijg genoeg van dat geheimzin
nige gedoe. Als we elkaar met
onze blauwe jurken zien, krijgt
menig novice de slappe lach.
Nonnen in de kring, sommigen
zelfs met damestasje of paraplu,
alsof we een bijrol speelt in een
film van Dom Camillo.
Het is inmiddels half twee. We
moeten een grote kring vormen
en nieuwe gezangen leren, dit
maal om boze goden op een af
stand te houden. Dan passeren
we één voor één dankzij onze ge
heime naam Anubis, de wachter
van de onderwereld. Er komt
vaart in de voorstelling. Hand in
hand houden we stand tegen
Bes, die ons later door een soort
spookhuis leidt, waar baardige
demonen een greep naar het
kruis van passanten doen. In een
andere hoek van de kerk ligt een
vrouw angstaanjagend te wezen
op een verhoging. Temidden van
rook en licht zingt ze een prachti
ge aria, vele malen weerkaatsend
tegen de gotische gewelven.
Stumpers kronkelen bij haar ge
zang.
Rokers
Maar we moeten verder, in het
diepst van de nacht dreigt ge
vaar. We hollen de kerk uit, terug
naar De Burcht. Wachters hou
den ons bij de poort tegen, maar
ook hier doet de heilige naam
wonderen. Dan één voor één een
gewelf in, waar in staat van ont
binding verkerende, dolende zie
len me in het gezicht krijsen.
Voorwaarts weer, naar de hal van
de mummies. Er staan er 75,
sommigen half omwonden, an
deren liggend, met hoofden van
mensen of dieren, staand, lig
gend en knielend.
Op de Burchtheuvel dan het
cruciale moment. De slang
Apophis, grote tegenstrever van
Ra, dient verslagen te worden.
Met gezang en rondedansen hel
pen we de goden een handje. Een
heksensabbath in het hartje van
Leiden. Blij dat niemand me hier
ziet rondspringen. We winnen:
het hoofd van Apophis wordt
van z'n romp gescheiden en kan
in triomf naar stichting Burcht
worden gevoerd. We hebben een
feestje verdiend. De 75 ingewij
den krijgen een glaasje water en
een bordje rijst met wat groente
en een soort vegetarische ham
burger. Binnen mag niet worden
gerookt, dus de rokers verzame
len zich giechelend en zwaar in
halerend bij de toiletten. Ik krijg
even het gevoel weer terug op de
middelbare school te zijn. Bij een
sanitaire stop blijkt zo'n gewaad
niet praktisch.
In de feestzaal is inmiddels een
dans begonnen. Twee halfnaakte
danseressen gaan elkaar als bok
ken te lijf, maar verlaten als
vriendinnen de zaal. Drie muzi
kanten spelen op Egyptische in
strumenten. Daarna zakt het
tempo weer in elkaar. We moeten
met tussenpozen de zaal verla
ten. Met zoveel mensen duurt het
wachten lang en tegenover me
zie ik geknikkebol. Waarom
wordt de wachttijd niet bekort
met meer muziek of nog een
dans?
Eindelijk, het is mijn beurt.
Wie de fakkels volgt belandt
eerst in een feëriek verlichte tuin
waar een schip staat en vervol
gens weer in de Hooglandse
kerk. Een wiegend koor zingt me
tegemoet. Voor hen een gebrons
de man. Terwijl hij zingt, om
helst hij me. Zijn trillende buik
humt tegen me aan. Een Egypti
sche vrouw doet geurende bal
sem op mijn voorhoofd en nek
en achter mijn oren. Dan moeten
we in een halve cirkel zitten. De
koning, een mannelijke alt, komt
op met zijn hart in de hand en
zingt een prachtig duet met Osi
ris. Na hem houdt Anubis, de
god met de jakhalskop, en ver
handeling over hoe in de Egypti
sche levensvisie de uitersten
vloeiend in elkaar overlopen.
O Soerabaja
Dan worden we geblinddoekt
en volgt een wonderlijke tocht.
Hand in hand gaan we de kerk
uit, de straat op. Aan het geluid
van de kramenbouwers hoor ik
dat we de markt naderen. "O
Soerabaja", zingt er één als wij
passeren. "Waar komt al dat vul
lis toch vandaan", informeert
een ander. Een vreemde erva
ring, zo'n geblinddoekte tocht.
Je hoort auto's passeren en fiet
sen rinkelen en moet blind ver
trouwen op je metgezellen. De
eerder geleerde geluiden van go
den klinken soms om ons heen,
en werken inderdaad geruststel
lend. Een zachte hand stuurt
soms wat bij, maar het meisje
naast me stoot gemeen haar knie
aan een paaltje.
Doeken af, we zitten op kus
sens voor de Taffehtempel. Ik
heb geen flauw idee hoe we gelo
pen zijn. De slotceremonie gaat
beginnen, alle goden zijn in vol
ornaat aanwezig. Het hart van de
overleden koning wordt op de
weegschaal gelegd. Op het dak
van de tempel, vleugels gespreid,
staat de godin Maat, zinnebeeld
van de kosmische orde. Tegen de
veer die haar hoofd tooit zal het
hart worden gewogen. Een jubel
zang breekt los als veer en hart in
evenwicht zijn.
Daarmee is het spektakel ten
einde. In de grote boot die we
eerder in de tuin hadden gezien,
verlaat Ra de zaal. De hogepries
ter spreekt zijn afsluitende woor
den. Zijn gewichtigdoenerij irri
teert me, mijn omhelzing is be
paald niet van harte. Ik heb er
schoon genoeg van steeds van al
les te moéten.
Polshorloge
Dan naar buiten: de stad ont
waakt en ik wil naar bed. Heeft
het Ra-ritueel me werkelijk ver
anderd? Ik geloof er niks van. En
dat is ook het hele probleem. Je
moet bereid zijn in Ra te geloven,
dat is de vereiste geestesgesteld
heid. Met een mengeling van ja
loezie en gêne heb ik sommige
van myn reisgenoten bekeken,
die vanaf het prille begin luid
keels zongen, die alle namen van
de goden leken te kunnen ont
houden en steeds vooraan ston
den by het uitspreken van de be
zweringsformules. Ik heb mee
gedaan, heb geroepen en ge
danst, heb me laten leiden en
balsemen, en was al lang blij als
ik myn eigen geheime naam kon
onthouden. Niet langer dan een
uur had ik het gevoel werkelijk
deel uit te maken van de voor
stelling: dat was op de demoni
sche tocht door het holst van de
nacht en tijdens de geblinddoek
te straatwandeling. Voor het ove
rige duren de periodes waarin
helemaal niets gebeurt bij deze
proefvoorstelling veel te lang om
de ban in stand te kunnen hou
den.
Hoe dat komt? Deels door arg
waan jegens alles wat blind ge
loofd moet worden. Ik wil bewij
zen zien, of minstens overtuigd
worden. En juist op dat punt
schiet Ra soms tekort. Als de sar
cofaag van de farao wordt aange
voerd in een boot met op de zij
kant reclame voor een Leidse
aannemer; als de priesteres die
ons de geuren van de goden
leert, zelf moeite heeft om ze uit
elkaar te houden; als ik Egypte-
naren met polshorloges om en
brillen op zie rondlopen, dan is
de betovering verbroken.
Bovendien: steeds wordt ge
suggereerd dat veel moet wor
den geleerd om de nacht goed te
doorstaan. Welnu, wie daarin ge
looft moet doodangsten uitstaan.
Want de leerstof is zo omvangrijk
en onbekend, dat ondanks het
engelengeduld van de acteurs
niet meer dan flarden te onthou
den zijn. Ra is geen inwijding,
maar slechts de suggestie van
een inwijding.
Als voorstelling is het echter
by vlagen overweldigend. Dat
geldt voor de prachtige Kopti-
sche muziek en zang in de Hoog
landse kerk, voor de indrukwek
kende slotscène voor de Taffeh
tempel, voor de kleurenpracht
van de kostuums, voor de specta
culaire effecten op de Burcht en
voor de mummiezaal bij Stich
ting Burcht. Wie bereid is zijn
mystieke gevoelens de vrije loop
te laten en niet op een dubbeltje
hoeft te kijken, kan voor 111 gul
den een ervaring rijker worden.
Concert met composities van M.
Mengelberg, G. Janssen, Hans Kox,
Theo Loevendie, Jan van Vlijmen,
Otto Ketting en Louis Andriessen
uitgevoerd door diverse ensembles
en gehoord op 16 juni in het Concert
gebouw in Amsterdam.
AMSTERDAM - De aandacht
voor de moderne Nederlandse
muziek is groeiende. Dit blijkt
uit het feit dat voor de tweede
keer de televisie in het kader van
het Holland Festival het gala van
de moderne Hollandse muziek
heeft uitgezonden. Deze tweede
avond was gewijd aan deels meer
bekende componisten en zij die
zich ook bezighouden met geïm
proviseerde muziek als Loeven
die, Janssen en Mengelberg.
Verre van nieuw was het twee
de vioolconcert van Hans Kox,
dat een uitgesproken 'ouder
wetse' opzet had voor een tradi
tioneel symphonie-orkest met
veel strijkers. Het goed uitge
voerde stuk met felle virtuose
uithalen van violist Wiktor Li-
berman is voor niet ingewijden
wat saai en onpersoonlijk. Flexio
van Theo Loevendie uit 1979
voor een uitgebreid Rotterdams
Philharmonisch Orkest gaf een
wat meer spectaculaire indruk,
maar de spanning zakte aan het
eind wat in. De oosterse motie
ven komen ook voor in de jazz
muziek van Loevendie.
Het stuk Temet van Guus
Janssen werd uitgevoerd door
het Aemstelkwartet, bestaande
uit viool, fluit, cello en harp met
een snaar, die een kwarttoon te
hoog staat. Hoewel de muziek
van het kwartet net zo klinkt,
wanneer Guus Janssen zelf zijn
improvisaties doet, is er toch wat
minder eenheid in het kwartet.
Het wat houterig aangeven van
de eerste passage en dat steeds
weer herhalend lijkt op de hit
van Winnifred Attwell uit de ja
ren vijftig, die de vlooienmars op
een ontstemde piano speelt.
Door het spel met de steeds
schijnbaar mislukkende over
gangen en de wijze waarop dit
gebeurt is het een stuk met hu
mor, waarvoor hij vorig jaar de
Matthijs-Vermeulenprijs kreeg.
Het ontroerendste stuk van de
avond bleek de compositie
Faithful van Jan van Vlijmen uit
gevoerd door de altvioliste No-
buko Imai. Na een boeiende en
virtuoze ontwikkeling van het
stuk werden de vioolstreken
naar het eind steeds trager en er
ontstonden stilten en bijna-stil-
ten, die een extra spanning in de
doodstille maar overvolle zaal
veroorzaakten.
Otto Ketting's sobere composi
tie Momentum uit 1983, door
hem zelf gedirigeerd, was een
ontspannend intermezzo. De
Stijl van Louis Andriessen ten
slotte gaf aan dat toevoeging van
theatrale effecten het genot doet
stijgen. Dit gebeurde door danse
res Beppie Blankert, die op Mon-
driaanse wijze de zaal met laser
stralen in stukken verdeelde. De
Stijl, gebaseerd op het schilderij
Compositie met 3 kleuren van
Mondriaan, is fascinerende mu
ziek, met een boogie woogie en
gebracht door de nieuwe groep
Kaalslag.
De groep bestond uit Hoketus,
een popgroep, 'De Volharding',
een blaasensemble en vier jazz
zangeressen, die een soort bege
leidingskoortje vormden. Met dit
stuk kan zeker een groter pu
bliek worden bereikt.
WILLEM WINSEMIUS
door
Ariejan Korteweg
Wij, de Ra-gangers, verzame
len ons om kwart over negen in
Stichting Burcht. Toch enigszins
gespannen, want de voorstelling
zal acht uur duren. "Beschouw
het maar als een korte vakantie",
had regisseur Thom Sokoloski
tevoren gezegd. Maar een vakan
tie die tegenvalt kun je afbreken,
en dat is hier niet mogelijk.
Ieder van ons krijgt de amulet,
die hem of haar tegen de gevaren
van de nacht moet beschermen.
Om ongeveer tien uur worden
we naar het voetgangersbrug
getje over de Oude Ryn gediri
geerd, waar we de eerste Egypte-
naren ontmoeten. Ze hebben lan
ge zwarte haren en dragen een
wit gewaad.
Over het water klinkt in de ver
te meerstemmig gezang. Heel
langzaam komt een boot onder
de ophaalbrug naderbij. Daarop
een sarcofaag met lichaam van
de farao, Egyptenaren met vaan
dels staan aan weerszijden. Pas-
Per voorstelling, die duurt van
ongeveer tien uur 's avonds tot
zes uur 's morgens, worden
slechts 75 personen toegelaten.
Zij zijn geen toeschouwer, maar
deelnemer en dienen de god bij
te staan op zijn reis door de on-
derwereld.
Ra is een Canadees-Neder
landse co-produktie en bedacht
en gecomponeerd door R. Mur
ray Schafer. Regisseur: Thom
Sokoloski; elektronische mu
ziek: Bentley Jarvis; midde-
noosterse muziek: George Sa
wa; decor: Jerrard Smith; kos
tuums: Diana Smith; produktie:
Guus van der Kraan. Hoofdrol
len: Donnie Bowes, Donald
Carr, Mare Drost, Jan Filips,
Theodore Gentry, Calla Krause,
Janet Smith, Katherine Terrell,
Maureen Webb en Ebrahim
Eleish. Daarnaast tientallen
muzikanten, dansers, zangers,
technici, adviseurs en kostuum
makers.
Uitvoeringen: van 17 t/m 22 en
van 24 Vm 29 juni.
Lucinda Childs Dance Company
'Available Light' (Childs/John Adams]
centrum, Amsterdam.
AMSTERDAM - De kostuums
voor 'Available Light' zijn
werkelijk perfect gekozen. De
dansers dragen pakken met wy-
de mouwen en pijpen, die aan de
binnenkant zijn opengewerkt.
Ze doen tegelijk denken aan een
priester en een harlekijn en
weerspiegelen iets van de dans
kunst van Lucinda Childs. Het
rechtlijnige van de geestelijke,
gepaard aan de lichtvoetigheid
van de clown.
'Available Light' (1983) is het
meest theatrale werk dat Childs
tijdens dit Holland Festival pre
senteert. Dat uit zich in de kleu
ren van de kostuums: er zijn
zwarte, rode en witte dansers.
Dansers met dezelfde kleur kos
tuum vormen niet noodzakelijk
een groep. Meestal zijn het juist
configuraties van verschillende
kleuren, die synchroon bewegen.
De achterzijde van de dans
vloer wordt in beslag genomen
door een iets meer dan mans
hoog podium, waarop telkens
twee dansers. De twee niveau's
waarop wordt gedanst, geven
een volgende gelaagdheid aan de
voorstelling. De vergelijking
dringt zich op met een wiskundi
ge formule, waaraan twee nieu-
'Mad Rush (Childs/Philip Glass) en
Gezien op 15 juni in het RAI Congres-
we variabelen zijn toegevoegd.
De muziek van John Adams laat
meer vrijheid dan de ritmisch
dwingende composities van
Glass, die Childs meestal voor
haar dansen gebruikt. Soms is de
muziek niet meer dan een modu
lerende klank, waarbij de dan
sers met hun voeten de ritmes
maken. De muziek heeft anecdo-
tische kanten; het slotaccoord is
dramatisch geladen en dat geldt
ook voor de mooie belichting.
Overigens is het een echt
Childs-ballet. Vrijwel alle patro
nen bestaan uit rechte lijnen,
waarop een grote een grote varië
teit aan sprongen en wendingen
wordt uitgevoerd, door groepen
die voortdurend van samenstel
ling wisselen. De uitvoering was
in de snelle passages niet altijd
zo nauwgezet, als je van deze
groep zou verwachten. Childs
danste soms zelf mee en deed dat
zo afgemeten dat het leek alsof ze
haar dansers losbandigheid wil
de verwijten.
Voor de pauze werd 'Mad
Rush' uitgevoerd, gemaakt voor
elf dansers, die in de korte scè
nes steeds met een wisselend
aantal op het podium staan.
In 'Available Light' van Lucim
gedanst.
Kleurwisselingen in de belich
ting bakenen de episodes af. Ook
hier een ordening van de ruimte
met verspringende en verschui
vende bewegingen.
In de dansen van Childs heb
ben de armen meestal geen ande
re rol dan het lichaam te volgen.
Bij de vele draaien waaieren ze
zodoende wijd uit. Dat sugge-
i Childs wordt op twee niveau's
(foto GPD)
reert een openheid, die de struc
tuur van de dans in feite niet
heeft; die is hermetisch en onge
naakbaar. Het werk van Childs is
zodoende eenrichtingsverkeer:
de toeschouwer wordt gehypno
tiseerd, maar wil hij op zijn beurt
in het werk doordringen, dan is
het verzet te groot.
ARIEJAN KORTEWEG
LEIDEN - 'De hiërophanie is ten
einde. Deze nacht zal U hebben
veranderd. De aarde is goddelijk,
de hemel is goddelijk, het water
is goddelijk. U hebt de goden ge
zien, omdat ook in U de goden
aanwezig zijn. Ik hoef niet te zeg
gen dat van wat U vannacht
heeft meegemaakt U niemand
iets mag vertellen; men zou U
toch niet geloven'. Vijfenzeven
tig met de ogen knipperende
Hollanders zitten aan de voeten
van een Egyptische hogepries
ter. Hij staat op een verhoging
voor de Taffehtempel op de bin
nenplaats van het museum van
Oudheden aan het Rapenburg in
Leiden. Wij, de nieuw ingewij
den, hebben blauwe gewaden
aan en een roodbruine doek op
het hoofd. Onder dat gewaad een
amulet van gebakken klei. Na
die woorden stapt de hogepries
ter de verhoging af en posteert
zich in de uitgang. Een ieder die
naar buiten gaat wordt door hem
omhelsd. 'You have passed the
test', je hebt de beproeving door
staan, fluistert hij me in het oor.
Het is kwart over zes zaterdag
morgen. Jurk uit en het zonlicht
tegemoet. Dat hebben we toch
maar mooi voor elkaar gekregen,
kan ik niet nalaten te denken. Zo
overtuigend is de zon in de afge
lopen week nog niet aan zijn
werkdag begonnen.
De officiële première van Ra is
pas vanavond. Maar vrijdag- en
zaterdagnacht waren er uitvoe
ringen voor omwonenden en ge
nodigden. Dat waren try-outs,
met alle gebreken vandien. Een
heel programma-onderdeel: het
half uurtje slaap in de mummie
zaal na het feestmaal, moest door
tijdgebrek komen te vervallen.
Ze gaven echter wel een goede
indruk van wat 'Ra' is. Daarom
nu een reisverslag van de eerste
keer dat de zon in Leiden veilig
door de onderwereld werd ge
loodst. Op het gevaar af niet ge
loofd te worden natuurlijk.