Hoe rommelden de Leidse vaderen met de centen?
Ëlmi zet nieuw complex
neer aan Rooseveltstraat
DINSDAG 11 JUNI 1985
LEIDEN
Leidse geschiedkundige doet onderzoek naar periode 1390-1477
LEIDEN - Wat zou er een tumult onder de bevolking uit
breken als burgemeester Goekoop morgen bekend maak
te dat er voortaan in Leiden extra forse accijnzen op bier
en wijn worden geheven. Toch kan de burgervader van
daag op dit idee zijn gebracht, want hedenochtend heeft
hij een kloek boekwerk ontvangen over het financiële be
leid van Leiden in de laat-Beierse en Bourgondische perio
de (ca. 1390-1477). Daarin deinzen de stadsbestuurders, die
met geldgebrek kampen, voor dit soort maatregelen niet
terug.
Menige grote stad met een oud, in
historisch opzicht belangwekkend
centrum is vandaag de dag niet
meer in staat om de noodzakelijke
voorzieningen te bekostigen met
de gebruikelijke middelen. Aan
het einde van de vijftiende eeuw
kampten Hollandse steden, waar
onder Leiden, met een vergelijk
baar probleem.
Aanvankelijk dacht de geschied
kundige J.W. Marsilje, als kenner
van de middeleeuwen (mediavist)
verbonden aan de vakgroep mid
deleeuwse geschiedenis van de
Leidse universiteit, dat de geldver
slindende regeringsperiode van
Karei de Stoute daaraan weieens
ten grondslag zou kunnen liggen.
Echter, archiefstukken toonden
aan dat pas na zyn dood (1477) de
ellende was begonnen. Interne
twisten in de stad en hoge oorlogs
kosten eisten onder het bewind
van Maximiliaan hun tol en zorg
den er voor dat de schuldenlast tot
grote hoogte opliep. Voor de pro
movendus werd toen de vraag ac
tueel: hoe rommelden de Leidse
vaderen voor die tijd met de cen
ten?
Marsilje heeft in zijn studie over
het financiële beleid van Leiden in
de laat-Beierse en Bourgondische
periode, waarop hij overigens van
daag is gepromoveerd, bekeken
welke stedelijke organen het be
leid bepaalden. Ook is hij nage-
door
Saskia Stoelinga
gaan welke rol de secretaris van de
stad én de pachters van de accijn
zen speelden bij de financiële
transacties van Leiden. Het inge
wikkelde muntstelsel in die tijd
maakte het er allemaal niet gemak
kelijker op.
Menig uur heeft hij voor de tot
standkoming van het proefschrift
in het Leids gemeentearchief door
gebracht. "Geen onplezierige be
zigheid", vindt de promovendus.
"Leiden beschikt in tegenstelling
tot Delft, Gouda en ook Haarlem
over prachtige stukken. Hier is
vroeg gearchiveerd, weinig in
vlammen opgegaan, waardoor heel
veel bewaard is gebleven. Er kan
daarom veel over deze stad worden
geschreven. En dat gebeurt ook",
constateert hij tevreden.
Het is ondoenlijk om het proef
schrift, dat tegelijkertijd met een
handelsuitgave is verschenen, in
kort bestek door te nemen. Marsil
je laat aan de vooravond van zijn
promotie, die wordt overschaduwd
door het overlijden van zijn hoog
leraar en promotor, dr. H.P.H. Jan
sen, over enkele feiten zijn gedach
ten gaan.
"De periode 1430-1465 kun je
geen onplezierige tijd noemen. De
J.W. Marsilje: "De bevolking zag
welvaart steeg en er was betrekke
lijke rust in de stad. De lakennij
verheid vertoonde een enorme
bloei en het inwonerstal in de stad
verdubbelde en steeg daarmee tot
tienduizend".
Opvallend noemt Marsilje de rol
van de secretaris van Leiden. "Een
machtig man, want hij zorgde niet
alleen voor de verpachting van
stadseigendommen, maar bepaal
de ook de hoogte van de accijnzen
op bier, wijn en koren en inde deze
gelden". Een mooi voorbeeld van
verpachting waren de ramen die de
drapeniers huurden om hun lakens
op te spannen. Steeds goed voor
zo'n 600 pond.
Een echt rechtvaardig systeem
wil hij het systeem van accijnzen
en verpachten niet noemen. "Het
werkte wel, maar het beginsel naar
draagkracht ontbrak. De accijnzen
werden geheven op primaire le
vensbehoeften. Luxe artikelen
werden niet belast".
Een begroting werd niet ge
maakt. Aan de hand van de inkom
sten en uitgaven van het vooraf
gaande jaar probeerde men waar
dat noodzakelijk was wijzigingen
aan te brengen. Een groot gedeelte
van het geld ging naar het landsbe
stuur. Natuurlijk, er was ook nog
een overheid. Hoewel het landsbe
stuur in Den Haag zich terughou
dend opstelde ten aanzien van het
financiële beleid, eiste het jaarlijks
forse beden van de gewesten.
Voorrechten
Marsilje kan zich niet aan de in
druk onttrekken dat Leiden be
voorrecht was door de geringe
overheidsbemoeienis. "Vlaande
ren, Henegouwen en Brabant had
den daar veel meer last van. Hoe
dat nu precies komt, weet ik niet.
Wel was het zo dat je bij het bepa
len van de hoogte van de beden
met het landsbestuur in discussie
kon gaan om bepaalde voorrechten
te verkrijgen. Een tijdrovend pro
ces. Ik suggereer maar wat: mis
schien dat de Leidse bestuurders
daar heel goed in waren".
"We kunnen verder gerust vast
stellen", vervolgt de historicus zijn
betoog, "dat de bevolking van al
die belastinggelden weinig terug
zag. Men was er in het algemeen
niet op uit dure voorzieningen voor
de burgerij tot stand te brengen.
De uitgaven voor onderwijs en ge-
zondsheidszorg waren minimaal;
veel.meer dan de prijs van een jaar
lijkse tabberd voor de stadsgenees
heren bedroegen ze niet".
In de tweede helft van de vijf
tiende eeuw signaleert Marsilje een
lichtpuntje. Brandpreventie ge
noot ineens hoge prioriteit. De bur
gers konden aanspraak maken op
een premie voor harde dakbedek
king. Dit betekende leien in plaats
van hout.
Waar ging het geld dan heen?
"De door de landheer gevoerde
oorlogen brachten zware lasten
met zich mee. De centrale overheid
liet de steden daaraan fors bijdra
gen. Ook voor de uitbreiding van
het landsheerlijke bestuursappa
raat moesten de steden hun geld le
veren". Verder vond Marsilje dat
aan reizen en representatiekosten,
zowel door stads- als landbestuur
ders veel werd uitgegeven. Om
maar eens wat te noemen: Op Sint-
Maartensavond en bij het afhoren
van de rekening ontvingen be
stuurders en beambten een royale
fooi. Ook op de dag vóór de kerke
lijke feestdagen werden fooien ge
geven. In het jaar 1400 maakten de
Leidse magistraten samen zo'n 232
reisdagen, waarvan de burgemees
ter er 105, de schepenen 122 en de
schout vijf voor hun rekening na-
Huishouden
Een andere post die in die tijd ve
le bladzijden in beslag nam, waren
de post rente betalingen. Voor de
overheid was dit een manier om
snel aan veel geld te komen. Als de
accijnzen onvoldoende soelaas bo
den, een gedwongen lening als on
toereikend werd getaxeerd en het
stadsbestuur een gat moest dich
ten, restte slechts de verkoop van
lijf- en erfrenten. Wie zo'n rente
kocht, had recht op een jaarlijkse
uitkering van een bepaald percen
tage van de koopsom. De rente
trekker deed dus afstand van de
hoofdsom in ruil voor een jaarlijk
se rentebetaling. De koopsom kon
de koper dan ook niet terugvorde
ren. Aiiders was dat gesteld met de
verkoper, die zich van de plicht om
rente te betalen, kon ontdoen door
de hoofdsom terug te geven.
"En dat gebeurde weieens. Lei
den heeft in de vijftiende eeuw
meer dan eens rentecontracten on
gedaan gemaakt. Ze hielden 'het
huishouden' dus goed in de hand",
meldt de promovendus ietwat
spottend. "Overigens hebben theo
logen lange tijd getwist over de
vraag of zulke transacties wel wa
ren geoorloofd. In het eerste kwart
van de vijftiende eeuw maakte de
leiding van de kerk aan alle onze
kerheid een einde: koop- en ver
koop van renten werd niet strijdig
verklaard met het kerkelijke woe-
kervërbod".
Hoe stond het met de corruptie?
Marsilje kijkt even verbaasd. "Het
spreekt vanzelf dat families die tot
de economische top in de stad ge
rekend mochten worden, ook in
politiek opzicht wat te vertellen
hadden. De vermogensbelasting,
'schot' in die tijd genaamd, kreeg
natuurlijk geen kans, omdat de rij
ken daar niets wijzer van werden".
Er is nog iets, zo blijkt uit het
proefschrift, waar we bij stil moe
ten staan: de verkoop van ambten.
De uitoefening van het ambt van
schout of schepen was lange tijd
een zaak die kapitaal vergde ter in
vestering. De graaf leende geld van
wie hij aanstelde en liet hem zo
lang in functie tot een nieuwe ge
gadigde zich aandiende met een
nog grotere som dan reeds op het
ambt stond. Hiermee betaalde hij
de aftredende bestuurder terug en
hield er zo zelf ook nog wat aan
over. Hetzelfde gold voor het
schoutambacht.
Geen kans
Toch deden de de Beierse en
Bourgondische bestuurders het in
de ogen van Marsilje niet slecht.
"Je moet oppassen dat je die tijd
niet te veel met de huidige normen
en waarden gaat vergelijken. Men
speelde het klaar om elk jaar een
niet onaantrekkelijk batig saldo
over te houden. Kortom, ook al wa
ren het voor de bestuurders geen
gemakkelijke tijden, de jam
merklachten over de hoge lasten
en de armoede op momenten dat
de landsheer om geld vroeg, waren
schromelijk overdreven".
Of burgemeester Goekoop dit
zo'n gelukkige uitspraak vindt,
valt te betwijfelen. Marsilje over
handigde het boek aan de burger
vader, omdat hij het belangrijk
vindt dat de bestuurders van de
stad weten wat er zich in het verle
den heeft afgespeeld. "De finan
ciën waren toen actueel en zijn nu
nog actueel", aldus de kenner, die
weet dat de accijnzen op alcohol
nooit door het stadsbestuur extra
kunnen worden verhoogd.
De handelseditie van het proef
schrift is te verkrijgen in de boekhan
del en bij het secretariaat van de sub
faculteit geschiedenis, Doelensteeg 16
in Leiden. Prijs: ƒ39.50.
Autobedrijf in fabriek aan Lammenschansweg
LEIDEN - De Leidse overhem-
denfabriek Elmi begint waar
schijnlijk na de bouwvakvakantie
met de bouw van een nieuw kan
toorpand annex opslag- en distri
butieruimte aan de Roosevelt
straat Dit gebouw is begin vol
gend jaar gereed, zo verwacht El-
mi-directeur H. Lens.
Het huidige onderkomen van El-
mi aan de Lammenschansweg zal,
wanneer de overhemdenfabriek
dit heeft verlaten, worden betrok
ken door het Leidse autobedrijf
Auto Heemskerk. Heemskerk wil
er een werkplaats en showroom in
onderbrengen. Naar verwachting
verhuist het autobedrijf in april
1986 naar de Lammenschansweg.
Het nieuwe pand van Elmi ver
rijst op een nu nog grotendeels
braakliggend terrein. Deze grond
is al sinds 1961 in het bezit van de
overhemdenfabriek. Volgens Lens
bestond aanvankelijk, toen er in
Nederland nog op grote schaal
overhemden en dergelijke werden
vervaardigd, het plan er een nieuw
produktiecentrum te vestigen.
Hiervan werd afgezien, vooral ook
omdat de fabricage van textiel in
de loop der jaren meer en meer ver
huisde naar landen waar de lonen
aanmerkelijk lager liggen dan in
Nederland.
Wensen
De reden van de verhuizing is
niet dat Elmi op zoek was naar een
groter gebouw, maar omdat het ou
de pand aan de Lammenschans
weg niet meer aan de wensen vol
deed. In feite gaat het bedrijf er
wat vloeroppervlakte betreft zelfs
iets op achteruit: van 3850 vierkan
te meter in het oude naar 3350 vier
kantemeter in het nieuwe gebouw.
ADVERTENTIE
Onze ervaring berust op
honderden Poggenpohl-
keukens Voor u betekent
deze Poggenpohl-dege-
lijkheid: zekerheid, even
als kwaliteit, een maxi
male montageservice,
perfekte planning en ad
vies. Verliest u deze voor
delen niet uit het oog.
Ipoggenpohll
HCüJFIFkeukens
Industrieweg 14 De Grote Polder!
Zoeterwoude-Rijndijk
Tel 071-899206
Het voordeel is echter wel dat Elmi
nu meer en vooral een praktischer
ruimte tot zijn beschikking heeft
voor opslag en distributie. Het on
derkomen aan de Lammenschans
weg is in 1953 opgezet als fabriek
terwijl tegenwoordig nog maar in
zeer geringe mate kleding in Lei
den wordt geproduceerd. De na
druk is meer komen te liggen op
het distribueren van kleding.
Als de nieuwe ruimte aan de
Rooseveltstraat gereed is, wordt
ook de bedrijfshal aan de
Lijnbaanweg in Leiderdorp geslo
ten. Ook zal het houten noodge
bouw van Elmi op het terrein aan
de Rooseveltstraat worden geslo
ten en waarschijnlijk afgebroken.
Auto Heemskerk heeft het pand
aan de Lammenschansweg inmid
dels gekocht van de overhemden
fabriek. Het autobedrijf is nu nog
gevestigd in een huurpand aan de
Herengracht. Het kampt daar met
een groot tekort aan ruimte. Bo
vendien is het moeilijk bereikbaar
en slecht vindbaar geworden, on
der meer doordat in de buurt van
dit bedrijf woningen zijn gebouwd.
Aan de Lammenschansweg heeft
Heemskerk ongeveer vijf keer zo
veel ruimte tot zijn beschikking.
De Lammenschansweg is tevens
ééri van de invalswegen naar Lei-
Rijnland moet
bezuinigen
LEIDEN - Het dagelijks bestuur
van het Hoogheemraadschap van
Rijnland wilvoorlopig wachten
met het uitvoeren van een aantal
werken die dienen om de water
kwaliteit in het gebied Rijnland te
verbeteren. Volgens het bestuur is
er slechts voldoende geld om te be
ginnen met enkele dringende
werken waarvoor het schap al fi
nanciële verplichtingen is aange
gaan. Of en wanneer de overige
voorzieningen kunnen worden ge
troffen, kan volgens het dagelijks
bestuur van het hoogheemraad
schap pas tegen 1987 worden beke
ken.
Het hoogheemraadschap zit krap
bij kas. Het bestuur heeft echter
besloten om de verontreinigings
heffing dit jaar niet hoger te laten
stijgen dan 57 gulden per vervui
lingseenheid omdat de lasten an
ders voor veel burgers te hoog zou
den worden. Door allerlei tegenval
lers is nu een tekort ontstaan van
2,4 miljoen gulden. Om dit tekort
niet verder te laten stijgen, wil het
dagelijks bestuur van het schap
voorlopig enkele investeringen -
zoals het aanleggen van transport
leidingen, gemalen en afvalwater
zuiveringsinstallaties enige tijd
voor zich uitschuiven.
De provincie Zuid-Holland is het
overigens niet eens met het hoog
heemraadschap. Het dagelijks be
stuur van de provincie vindt dat er
geen enkele aanleiding bestaat om
investeringen uit te stellen. Alle
voorgenomen maatregelen kunnen
worden uitgevoerd zonder dat de
grens van 'een maatschappelijk
aanvaardbaar tarief wordt over
schreden'. Het provinciebestuur
dringt er daarom bij het bestuur
van het hoogheemraadschap op
aan de werken onverkort uit te
den, zodat Heemkerk daar beter te
bereiken en te vinden zal zijn.
Als Heemskerk naar de Lam
menschansweg is verhuisd, wil het
zich gaan richten op activiteiten
waar nu geen plaats voor is, zoals
de verkoop van bedrijfsauto's. Zo
wel Elmi als Heemskerk heeft in
middels een bouwvergunning aan
gevraagd by de gemeente Leiden.
2 gebouw van Elmi dat na de bouwvakvakantie wordt gebouwd.
Gevelbakken
LEIDEN - Door een techni
sche onvolkomenheid is giste
ren een vervelende fout geslo
pen in het artikel over de actie
om van de Leidse binnenstad
deze zomer een 'bloemenzee' te
maken. In het bericht werd
melding gemaakt van de ver
koop van speciale gevelbakken
voor bloemen en planten die bij
een aantal Leidse bedrijven
kunnen worden besteld, tegen
gereduceerd tarief. Door het
wegvallen van het cijfer 2 werd
het tarief wat al te gereduceerd.
Er stond 9.50. Er had moeten
staan: 29.50.
Academie (1)
Na zijn opleiding aan de Konink
lijke Academie voor beeldende
kunsten in Den Haag werkte Ed
Vijsma jarenlang als tekenaar
aan de Leidse universiteit. Bij
het Rijksherbarium, om precies
te zijn. Drie jaar geleden hield hij
er mee op: hij had genoeg van
dat werk. Voelde zichzelf mis
schien ook wel een beetje een ge
droogd blad worden.
Na zijn beslissing om de uni
versiteit te verlaten, werd Vijsma
een kleine zelfstandige, dat wil
zeggen: hij is onafhankelijk kun
stenaar en daarnaast geeft hij les
aan mensen die zich willen be
kwamen in de teken- en schilder
kunst.
Sinds enige tijd is de opleiding
van Vijsma - 'Kleine Academie'
geheten - gevestigd in een pand
van de Leidsche Duinwater
Maatschappij aan de Middelste
gracht. In dat onderkomen is
momenteel een expositie van
werk van leerlingen elke dag te
bezichtigen van tien tot vijf. Re
den om eens met Vijsma te gaan
praten.
"Ik ben niet met die academie
begonnen om louter financiële
redenen. Drie jaar geleden dacht
ik bij mezelf: nu wil ik alles toe
passen wat ik heb geleerd op de
Haagse kunstacademie. Dus niet
alleen zelf produceren, etsen ma
ken, maar ook lesgeven aan men
sen. Lesgeven vind ik leuk. Je
leert namelijk niet alleen wat aan
andere mensen, maar je steekt
zelf ook het nodige op als je
voortdurend je mening zo duide
lijk mogelijk moet geven".
Wie zich wil bekwamen in te
kenen of schilderen kan bij ver
schillende instituten terecht; de
vraag is dus waarom Vijsma in
dertijd de waslijst nog langer
maakte. Hij geeft een tamelijk
zelfverzekerd antwoord: "Het
grote verschil met veel opleidin
gen is dat ik veel aandacht aan
iedere leerling besteed. Ik houd
de groepen daarom ook klein".
"Aan het begin van het seizoen
maak ik altijd een splitsing: wie
is er gevorderd en wie een begin
neling? Belangrijk is daarna om
de mensen zo te begeleiden dat
ze zich optimaal kunnen ont
plooien. Let wel: het mag geen
competitie worden. Het is geen
voetbalwedstrijd. En ik ben ook
niet op zoek naar talenten".
Academie (2)
Het opvallende van de tentoon
stelling is dat veel schilderijen en
tekeningen van talent getuigen,
maar tegelijkertijd hangt er wei
nig werk dat er echt uitspringt.
Bijna alles wat aan de muur
hangt is figuratief, niets ge
waagds te zien.
"Het meeste is inderdaad figu
ratief. Ik probeer mensen wel
verder te krijgen, hoor, maar er
zijn niet zoveel leerlingen die dat
aandurven. Erg is het ook niet
natuurlijk, want in de eerste
plaats is het toch belangrijk dat
mensen zich uitdrukken zoals ze
dat zelf willen".
Waarna Vijsma vertelt dat hij
over sommige dingen niet praat
tijdens de lessen. Over zijn fasci
natie voor geestelijk gehandicap
ten bijvoorbeeld. "Ik heb een se
rie tekeningen gemaakt over
geestelijk gehandicapten omdat
ze me fascineren. En daar heb ik
het dus tijdens de lessen niet
over, want wat gebeurt er dan?
Sommige mensen blijken dat
maar vreemd te vinden of snap
pen het niet".
"Wat ik wel probeer te doen is
mensen een ander idee van
schoonheid geven. Kijk, ik voel
me ook sterk aangetrokken tot
verval en verrotting. Nu kun je
daarmee ook niet zomaar aan ko
men zetten, dat komt hard aan
bij sommige mensen, maar wat
je wel kunt doen, is zeggen: kijk,
deze verkreukelde krant in een
modderplas, dat is ook schoon
heid".
"Dan kijken sommige mensen
je ook wel vreemd aan, maar
toch: als je het overtuigend weet
te brengen, dan zien ze vanzelf in
dat niet alleen een ondergaande
zon mooi is, maar een modderige
krant ook. Sterker nog: dat een
Ed Vijsma in de academie: "Ik besteed veel aandacht aan iedere leerling".
modderige krant eigenlijk r
Beiaard (1)
Om er in te komen, liet Frits Rey-
naert gisteren aan het eind van
de middag het lied 'Hopsa Heisa-
sa' door de binnenstad schallen.
Het tijdsmechanisme in het stad
huis werd er een uur lang voor
uitgeschakeld. In dat uur mocht
Reynaert wennen aan de Leidse
beiaard zodat hij over twee we
ken niet voor verrassingen w.ordt
geplaatst. Maandag 24 juni zullen
vier beiaardiers examen doen in
de Leidse stadhuistoren. Zij al
len zullen de komende dagen een
gewenningskuur doen aan het
Stadhuisplein.
Die generale repetitie van gis
termiddag is beslist nodig, wist
Enkhuizenaar Reynaert te vertel
len. "Elke beiaard is anders". Hij
zelf bijvoorbeeld is gewend de
beiaard van Enkhuizen te spelen.
"Die is duidelijk lichter dan de
ze. Veel ouder ook, dateert van
de zeventiende eeuw".
Reynaert hoopt zich over twee
weken het diploma Uitvoerend
Musicus waardig te tonen. Dat is
hij nu dus eigenlijk al, maar het
is een soort eretitel. "Meer voor
jezelf'. Twee andere kandidaten
ziin nog niet zover. Zij zijn 24 ju
ni in de race voor het praktijkdi
ploma als afsluiting van de oplei
ding aan de Nederlandse
Beiaardschool dat de examens
ook organiseert.
Het is voor het eerst sinds lan
ge tijd dat de Leidse beiaard
toetssteen is. Tien jaar geleden
beklommen, beiaardiers nog de
stadhuistoren om een 'Prix d'E-
xellence' in de wacht te slepen.
Een titel die inmiddels niet meer
bestaat, Uivoerend Musicus is nu
het hoogst haalbare.
Reynaert zal zeven verplichte
werken moeten uitvoeren, afge
sloten door een werk dat de exa
mencommissie hem ter plekke"
voorlegt. 'A prima vista-spel'
wordt dat genoemd. Voor die
commissie is een speciaal kamer
tje gevonden ergens hoog in het
stadhuis waar in stilte kan wor
den geëxamineerd.
Beiaard (2)
Eenmaal achter de beiaard geze
ten is Reynaert best bereid het
een en ander te vertellen. "Wat
moet ik daar nou verder overver
tellen", begint hij weliswaar aar
zelend om vervolgens echter een
verhelderende duik in de ge
schiedenis te nemen. Beiaards
zijn uniek in Europa, komen al
leen in Nederland en Vlaanderen
voor. "Dat komt met name door
de populariteit van het volkslied
in de zeventiende eeuw. Ieder
een wilde dat graag horen. Om
dat de rijkdom toen groot was,
waren de steden ook in staat
beiaards aan te schaffen".
In totaal zijn er in Nederland
zo'n honderdzestig. Begin van de
eeuw is de beiaard wel naar de
Verenigde Staten overgewaaid
en daar heeft men nu een gelijk
aantal. "Maar wel allemaal veel
groter, echt Amerika, hè", weet
Reynaert.
De organisatie van repetitie en
examen is straks in handen van
ambtenaar Hein van Woerden.
Hij heeft een schrijven op het
stadhuis doen rondgaan ('Aan de
bewoners van het stadhuis'),
waarin hij waarschuwt voor mo
gelijke overlast. "Er wordt nog
wel eens geklaagd over het caril
lon", verklaart hij. "Vandaar ook
dat het alleen in de lunchpauze
en donderdagavond wordt be
speeld". Een paar komende
werkdagen zullen echter muzi
kaal worden afgesloten op de
beiaard. "Derhalve zal met enige
overlast rekening moeten wor
den gehouden", schrijft hij aan
zijn collega's.
Niet veel later laat Reynaert
een paar ongewoon zware tonen
door de binnenstad galmen. "Zo,
hier zullen ze wel last van heb
ben", zegt hij gemeen lachend.
Hij zit veilig in zijn torentje.