Mahler magistraal vertolkt Werkcentrum Dans doet Philip Glass geen recht 'L'eroe cinese' armzalige vertoning Kagel: kwestie van keuze Onder leiding van Leonard Bernstein Weemoed om Herenleed Taiwanees wint vioolconcours MAANDAG 3 JUNI 1985 KUNST PAGINA 17 Mahler: Symfonie nr. 9 door het Con certgebouworkest o.I.v. Leonard Bernstein. Gehoord op 2 juni in het Concertgebouw. AMSTERDAM - Natuurlijk is het een en al theater wat Bern stein doet. Het opvoeren van de spanning eer de eerste maat weerklinkt, het wijdse dirigeer- gebaar bij een breed uitgemeten andante of adagio, het genoeglijk schokschouderend meedeinen op het ritme van een Landler, al les maakte onderdeel uit van de Bernstein-show, die zijn apo theose kreeg tijdens het uitbun dige slotapplaus. Eerst bleef hij lange tijd roerloos staan, schijn baar onbewust van wat zich ach ter zijn rug afspeelde (maar waar schijnlijk toch ook geëmotio neerd door het laatste deel) en toen begon er een voor Neder landse begrippen ongewoon ce remonieel, gedurende welke on geveer de helft van de orkestle den uitbundig bedankt en om helst werd. De grote verrassing was daar om dat juist dat ontheatrale vier de deel, een zich in het niets op lossend adagio, een intensiteit meekreeg die alle uitbundigheid in de voorafgaande delen naar het tweede plan verschoof. Had het met name in de sterk geac centueerde Landler wel even ontbroken aan die natuurlijke golfbeweging die alle tempóva- riaties in elkaar liet overgaan, hier leek de muziek helemaal uit zichzelf voort te vloeien en de gradeerde Bernstein zichzelf tot een instrument, dat alleen maar diende om de prachtigste klan ken en de diepste emoties aan het Concertgebouw te ontlok ken. En prachtige klanken waren het zeker, met als hoogtepunt de betoverende strijkersklanken aan het begin van het laatste ada- gissimo. Het contrast met de eerste drie delen had niet groter kunnen zijn (en dat is op zichzelf ook een theatraal element), want vanaf de eerste maten was het duidelijk, dat hier een compleet andere di rigent aan het werk was dan de introverte, overgeconcentreerde Haitink. Leonard Bernstein, uit bundig en extravert, zette met eeen in het andante de climaxen al maximaal aan en leek soms met beide handen al het beschik bare potentieel uit de orkestle den naar buiten te willen trek ken. Tijdens de Landler bleek echter al ras, dat achter deze hele aanpak een concept zat met aan dacht voor de kleinste details van de orkestrale balans, wat bij voorbeeld resulteerde in een op nemen van de soli van viool en altviool in de algehele strij kersklank, terwijl de afzonderlij ke houtblazers (en met name die schitterende solofagottist) juist sterk naar voren werden ge haald. Het derde deel, een waar röndo-burleske, vormde een ma jestueuze bekroning van deze cli max, die in het afsluitende 'piü stretto' tot een ware ontlading kwam. Al met al een grootse ope ning van het Holland Festival. PAUL KORENHOF Koningin Beatrix en prins Claus heffen met Leonard Bernstein het glas na het Mahler-concert, dat het Coyicertgebouworkest zaterdagavond ter gelegenheid van de opening van het Holland Festival in Amster dam gaf Deze magistrale uitvoering iverd gisteravond met even veel succes herhaald. (foto anpi i Dans met 'Glaswerk' (Kathy Gosschalk/Philip Glass), i.s.m. het Rotterdams Conservato rium. Muzikale leiding: Henk van der Meuten, dirigent: Arie van Beek, decor: Nadine Baylis. Gezien op 2 ju ni in de Stadsschouwburg, Amster dam. Nog te zien op 4 juni in theater Zuidplein in Rotterdam, 7 juni in de Stadsschouwburg in Haarlem en 11 juni in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. AMSTERDAM - In 'Final Alice' en 'Nailed' heeft Kathy Gos- schalk getoond de dans als krachtdadig uitdrukkingsmiddel te kunnen gebruiken. 'Glaswerk' had wat mij betreft de definitieve j bevestiging van haar choreogra fische kwaliteiten kunnen zijn. Nooit gedacht dat ze vervolgens met zo'n flodderig werkstuk aan zou komen. 'Glaswerk' is wat wel een 'luchtig' ballet wordt genoemd. Gemaakt op 'Glassworks', waar schijnlijk de meest toegankelijke compositie van Philip Glass, waarin repeterende motieven met romantiek worden aange legd. De lyrische momenten lij ken door het ensemble van het Rotterdams Conservatorium, dat de dans begeleidt, nog wat ster ker te worden aangezet dan op de plaatopname van Glass' eigen groep. De choreografie is verhalend van opzet. Er is een liefdespaar, vertolkt door Judith James en Leigh Warren, die respectievelijk bij het Nationale Ballet en het Nederlands Dans Theater heb ben gedanst. In uitgaanstenue bezoeken zij een nachtclub, waar danseressen hun show brengen. Ze drinken er champagne, dan sen met elkaar, krijgen ruzie en leggen het weer bij. Maar niet voor lang. Lieve hemel, dacht ik nog, als die in de steek gelaten man het nu maar niet - want zo zijn die kerels - met één van de danseressen gaat aanleggen. En jawel hoor..., maar het meisje trapt er niet in. Aan het slot dra gen alle vrouwen eenzelfde bal jurk, en weet de man niet meer hoe hij het heeft. Dat alles speelt zich af in een naargeestig decor, j met luchters en vensters die al leen het 'glaswerk' uit de titel be nadrukken. De scènes tussen man en vrouw hebben niets spranke- lends. Ze gedragen zich als men sen op wie de last der jaren zwaar drukt. Oorspronkelijkheid is |soms nog wel te vinden in de dansen van de acht in immens strakke velletjes gestoken 'floor- girls'. Dan weten ze uit te stijgen boven de goedkoopte die bij dit soort etablissementen hoort. Een 'groene' dans, waarbij ze als zee wier golven op de kadans van de muziek, is mooi. En nog veel be ter is de dans die drie meisjes uit voeren op het moment dat de man verlaten wordt. Al zouden ze voor het vak dat ze moeten uit beelden ongeschikt zijn, want hun bewegingen hebben weinig sensueels. Dat zijn de enige momenten waarop dans en muziek elkaar reliëf geven. Bij elkaar veel te weinig om de voorstelling te kunnen redden. De uitvoering stak bovendien pover af bij de nauwgezetheid van de composi tie van Glass. ARIEJAN KORTEWEG 'L'eroe cinese', opera seria van Jo- hann Adolf Hasse. Holland-Festival- produktie m.m.v. The Amsterdam Baroque Orchestra. Dirigent: Ton Koopman. Regie: Hans Nieuwen- huis. Gezien in het Tropeninstituut op 1 juni. Herhalingen op 4 juni (21.00 uur) en 5 juni (20.00 uur). AMSTERDAM - Aan mislukte experimenten ten bate van musi cologen en een 'happy few' heeft in de Holland Festivals van de af gelopen jaren nooit gebrek be staan. De huidige festivalleiding, die met alle geweld strijdt tegen de benaming 'elitair', heeft men name op muziekdramatisch ge bied bewust getracht elke voor stelling te vermijden die een groot publiek zou trekken en dat mogelijk ook tot enthousiasme zou bewegen. Ik ben bang dat uitvoeringen van de opera 'L'e roe cinese' van de 18de-eeuwse Duitse componist Johann Adolf Hasse (1699-1783) de zoveelste voortzetting van dit beleid mar keren. Op zichzelf is het natuur lijk wel aardig om eens een werk van Hasse te horen, maar interes sant is zijn gezapig voortkabbe lende muziek al nauwelijks en het is typerend voor zijn ongeïn spireerd conservatisme, dat hy zelfs aan het einde van zijn eigen leven al als gedateerd werd be schouwd. 'L'eroe cinese' (de Chinese held) is bovendien een typisch voorbeeld van de opera seria: ab soluut geen handeling, maar wel een aaneenschakeling van schijnbaar eindeloze da-capo- aria's. Om zulke muziek tot leven te brengen is absolute perfectie een eerste vereiste en daarvoor heeft men gespecialiseerde solis ten met een enorme vocale vir tuositeit nodig. Die ontbraken al in deze uitvoering. De countertenor David James leverde een prestatie die ver be neden de maat bleef, en twee van de drie geëngageerde dames be schikten misschien wel over fraai stemmateriaal, maar niet over de noodzakelijke techniek. De sopraan Mieke van der Sluis bewoog zich wel op een aan vaardbaar niveau, maar kon in de holle ruimte van het Tropen museum geen aansluiting vin den met het voor deze omgeving "....Nach einer Lektüre von Orwell - Hörspiel in germanischer Metaspra- che^-van Maricio Kagel. Gehoord in het Stedelijk Museum. Herhalingen tot en met 30 juni, dagelijks om 11.15,12.15 en 16.15 uur. AMSTERDAM - Over de com posities van de hedendaagse Duitse componist Mauricio Ka gel, centrale figuur in het Hol land Festival 1985, mag men den ken ho.e men wil, maar hij is ze ker niet de saaiste figuur in de huidige muziekwereld. Met de meeste van zijn composities kan men echter twee kanten uit: ze kunnen eindeloos geridiculi seerd worden, maar ze kunnen de toegewijde Kagel-adept ook stof bieden voor hoogdravende dan wel diepzinnige beschou wingen. Ook de speciaal voor dit Hol land Festival vervaardigde hoor spelversie van "...Nach einer Lektüre von Orwell" behoort tot de categorie, zoals al kan worden vermoed bij het lezen van de om schrijving: "bandweergave bege leid door 2 videobanden, 11 tele visiemonitoren en 33 uitgelichte stoelen". De oorspronkelijke ver sie, geïnspireerd door de roman "1984" van George Orwell laat enige acteurs zien, die in Or well's Ministerie van Waarheid vanaf een enorm beeldscherm hun dagelijkse portie haat krij gen toegediend. Voor dit doel ontwierp Kagel een nieuwe "me tataal" (ook wel te omschrijven als "propagandistische kretolo gie") die hij laat begeleiden door een vrijwel ononderbroken stroom van muzikale flarden en ruisgeluiden, die zoveel mogelijk zijn afgestemd op de door Orwell gesuggereerde geluidenwereld. Die acteurs zijn in het Stede lijk Museum vervangen zwaar verchroomde lege stoelen die in een bepaald ritme parallel aan de geluidsband belicht worden. De geluidsband is onontkoombaar aanwezig, maar het grote beeld scherm ontbreekt en in plaats daarvan zien we op elf monitoren achter de stoelen de gelaatsuit drukkingen van de "gehersen- spoelden". Aan de andere kant is het ook heel goed mogelijk dit hoorspel te beluisteren zonder enige ken nis van Orwell, maar dan ont staat heel snel het gevaar, dat de gehanteerde terminologie asso ciaties oproept met een wereld die niet uit een toekomstroman, maar juist uit de nachtmerrie van bijna een halve eeuw geleden af komstig is. Het veiligste is daar om misschien een ironische be nadering van de door Kagel ge schapen situatie. Ondergeteken de heeft geen keuze kunnen ma ken. PAUL KORENHOF veel te ijle, maar schitterend spe lende, Amsterdam Baroque Or chestra. (Die akoestiek speelde trouwens allen parten en een groot deel van de ongelijkheden en detonaties zal dan ook daar aan geweten moeten worden.) De enige die nog voor wat vuur werk had kunnen zorgen, was de bariton Max van Egmond, maar die moest een partij zingen die veel te hoog voor hem lag. Hij was bovendien getroffen door een ernstige keelaandoening. Het resultaat was gênant en men kan het de leiding van het Hol land Festival ernstig kwalijk ne men, dat zij onder deze omstan digheden niet getracht heeft zo veel mogelijk van zijn muziek te schrappen. De regie van dit muzikaal vol komen ondramatische gebeuren was al even ondramatisch. Solis ten liepen zonder enige reden op en neer over de trappen van het museum, die voor deze gelegen heid als een fraai (maar soms ook knullig) belicht decor dienst de den. Soms moest er van regis seur Hans Nieuwenhuis echter ook gehold worden, met name midden in een aria, zodat de ar me solist(e) na drie trappen hele maal geen adem meer had voor het da capo. Om de zaken nog meer te verlevendigen, moesten de zangers zich bovendien om de haverklap van een deel van de overdadige kostumering ont doen. Al met al een armzalige, bijna dilettantistische vertoning, die hooguit nog enigszins bleef drijven op het enthousiasme van Ton Koopman en zijn musici. PAUL KORENHOF Herenleed op reis, tekst en idee van Armando en Cherry Duyns; uitge voerd door Armando, Cherry Duyns en Johnny van Doorn; regie: Krijn ter Braak. Gezien op 1 juni in de Kleine Komedie, Amsterdam. Al daar ook op 14,15 en 16 juni. Voorts op 5 juni in theater Zuidplein, Rot terdam en op 6 juni in Diligentia, Den Haag. AMSTERDAM - Herenleed zal niet meer op het beeldscherm verschijnen. Cherry Duyns en Armando hebben na dertien jaar en 21 afleveringen besloten dat het zo genoeg is. Volgens het kijk- en luisteronderzoek werd het programma gemiddeld door 200.000 mensen bekeken. Daar was ik er meestal één van. Mits met aandacht en geduld beke ken, was Herenleed vaak tegelijk onweerstaanbaar grappig en een tikje droefgeestig, al waren de wonderlijke gesprekken niet al tijd helemaal te begrijpen. Een hele opluchting ook dat het mo gelijk was met zo'n breekbaar en oorspronkelijk programma de te levisie te halen. Herenleed wordt als gevolg van het verscheiden nu voor het eerst voor publiek gespeeld. Het programma ging in de Kleine Komedie in première, waar ook de laatste zes afleveringen wer den opgenomen. Er worden twee eenakters gespeeld: 'De dames gestalte' en 'De bediende'. Beide stukken zijn bewerkingen van ouder, op de Veluwe opgenomen Herenleed, waarin fragmenten van andere afleveringen zijn ver werkt. De toneelbewerkingis hele maal in de stijl van de serie. Een vrijwel kaal podium, dat alle aan dacht laat uitgaan naar de twee heren, hun gesprekken en hun onderlinge verhouding. Duyns verhoudt zich tot Armando als een opgeheven vinger tot een duikelaartje. De vinger geeft het duikelaartje een zet, het wankelt, maar richt zich steeds weer op. De bazige, betweterige Duyns, een rijzige heer in rokkostuum, met bolhoed en horlogeketting, ziet zich graag als een rots in de branding staan. Armando deelt hem kleine speldeprikken uit, waagt het soms voorzichtig te twijfelen aan de uitspraken van de heer en is niet karig met com plimentjes. Want voor schou derklopjes is de heer o zo gevoe lig- In de eerste eenakter is een da mesgestalte in het verschiet. De heren verdiepen zich op hun ma nier in het wezen van de vrouw: Armando: Wat is een damesge stalte eigenlijk, meneer? Duyns: Hè, hm... een damesge stalte zegt u? Nou, gewoon, iets met... met kleurtjes en eh... nou ja... Armando: Ja? Duyns: Nou eh... gewoon... op gepompt. Armando: Zijn dat niet een soort madeliefjes? Duyns: Nooit, dat zijn ze nou juist niet. Johnny van Doorn belichaamt het mysterie van het zwakke ge slacht als een papperige Mona Lisa met glazige blik en misprij zend neergetrokken mondhoe ken. 'De Bediende' speelt zich af in een bed, het huis van heer Duyns. Vanachter het hoofdein de duikt soms de hologige be diende op, andermaal gespeeld door Johnny van Doorn. Arman do tracht het fenomeen bediende te doorgronden: "Reilt en zeilt de bediende ook?", maar krijgt nietszeggende antwoorden: "Zo tussen neus en lip". Na te vertellen is het verder niet. De heren lijken langs elkaar heen te praten, maar verstaan el kaar op een manier die deels bui ten de toeschouwer om-gaat. Het is toneel van hoog niveau, met prachtige gebaartjes van Arman do, een donderende Duyns en vervreemdende tussenkomsten van Johnny van Doorn. De teksten van Herenleed zijn door de Bezige Bij onder de titel 'Wat zegt? Wat doet?' gebundeld. ARIEJAN KORTEWEG AMSTERDAM (ANP) - In aanwezigheid van ko ningin Beatrix en prins Claus is zaterdagavond in het Concertgebouw in Amsterdam het Holland Festival 1985 geopend. Dit gebeurde met de uitvoe ring van de negende symphonie van Gustav Mah ler door het Concertgebouworkest onder leiding van de Amerikaanse dirigent Leonard Bernstein. De uitvoering werd gisteravond herhaald. Het 38ste Holland Festival duurt dit jaar van 1 tot en met 30 juni. In die periode worden vooral in Amsterdam meer dan tweehonderd voorstellingen gegeven op het gebied van muziektheater, muziek, toneel, dans, film, video, traditionele kunst, maar ook tentoonstellingen van beeldende kunst, lezin gen en workshops staan op het programma. Cen traal op het festival staan Canada, Zweeds theater, traditionele kunst uit Oost-Azië en werken van de Argentijns-Duitse componist Mauricio Kagel. Van deze componist worden 39 werken uitgevoerd. Meeste Tony's voor 'Big River' NEW YORK - 'Big River', een musical-versie van het boek 'The adventures of Huckleberry Finn' van Mark Twain, heeft gisteren bij de jaarlijkse uitreiking van de Tony-theaterprijzen in zeven ca tegorieën de eerste plaats be haald. De Tony voor het beste to neelstuk was voor 'Biloxi Blues' van Neil Simon. De prijzen voor de beste acteur en actrice gingen naar Derek Ja cob! voor zijn rol in het Shakes- peare-stuk 'Much Ado about No thing' en Stockard Channing in 'Joe Egg', een zwarte cómedie van Peter Nichols. De Taiwanees Nai-Yan Hu (links) wordt na het vioolconcours in Brussel gefeliciteerd door koninging Fabiola van België en prins Hiro van Japan. (foto EPA/Belga) BRUSSEL (ANP) - De 24-jarige Taiwanees Nai Yuan Hu is winnaar geworden van het Koningin Elisa beth Concours voor violisten, dat in Brussel is gehouden. De 29-jari- ge Koreaan Ik-Hwan Bae kreeg de tweede prijs. De derde prijs ging naar de 23-jarige in Guatemala ge boren maar in België wonende Henri Raudales. De vierde prijs ging naar de Chinese violist Kun Hu (22). De vijfde en de zesde prijs gingen naar respectievelijk een violiste en en een violist uit Korea: Mi Kyug Lee en Chin Kim. Onder de twaalf violisten die mochten deelnemen aan de finale van het concours, bevonden zich zeven deelnemers uit Aziatische landen: drie uit Korea, twee uit China en twee uit Japan. Tot de fi nalisten behoorden verder twee deelnemers uit de Verenigde Sta ten, een Russische violiste, een Au stralische violist en een in Guate mala geboren violist. De zevende prijs was voor de 27- jarige Russische Tamara Smirno- va, de achtste prijs voor de Austra liër Dene Olding, de negende prijs voor de 23-jarige Amerikaanse Mi- chaela Paetsch en de tiende prijs voor de 28-jarige Peter Matzka uit de VS. De deelnemers aan de finale speelden de afgelopen zes avonden voor een jury van zeventien leden, onder wie Yehudi Menuhin, Her man Krebbers, Igor Oistrach en Henryk Szering. Het verplichte nummer was van een Belgisch componist (dit keer 'Cantilene' van Jean-Marie Simo- nis). Onder de vrije nummers viel de grote voorkeur voor vioolcon certen van Brahms op, die door maar liefst zeven van de twaalf fi nalisten waren gekozen. Fauré kwam drie keer voor, evenals Sibe lius en Beethoven twee keer. Her man Krebbers bleek vooral onder de indruk van de keuze door win naar Nai-Yan Hu van het concerto van Edward Elgar. Deze verrassen de keuze en zijn beheerste uitvoe ring van het verplichte nummer en van Fauré's eerste sonate brachten de in Amerika studerende Taiwa nees de zege en mogelijk een inter nationale carrière. Fragment uit 'L'eroe cinese' van Adolf Hasse. Fragment uit 'Glaswerk' van Werkcentrum Dans. (foto Leo van Velzen)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 17