Tien jaar Gouden Handen Brussel bruist als champagne VRIJE TIJD Creativiteitscentrum van allure in 's-Heerenberg ff mi;;jl T - 1 '\:<5 j) WC* L VRIJE TIJD Wat is Gouden Handen? Stichtingvoorzitter Leo Uit- tenbogaard veert op. „Er komt een zwaargebouwde man binnen. Aan zijn ma nier van lopen zie ik dat die man is gehandicapt. Hij is blind. Moet je zijn verhaal horen. Dertig jaar lang heeft hij gevaren. Alle oceanen en wereldzeeën heeft-ie gezien. Hij kent de wereld als zijn broekzak. Tijdens een reis krijgt hij suikerziekte. Bin nen twee dagen is hij blind. Dan hoor je hoe hij die han dicap heeft opgevangen. Een stichting heeft hem houtdraaien geleerd. Met enorme wilskracht over wint hij zijn beperkingen. De mooiste dingen leert hij maken, met die handen van hem. Als je zo'n man hoort vragen: mag ik hier mijn werk komen demonstreren, dan is het toch fantastisch dat je dat kunt doen? Moet je hem bezig zien, werkend met hout en al die mensen om hem heen. Dan zeg ik: dat is Gouden Handen". door Joh. M. Pameijer Invalide mensen kunnen meestal niet in recreatiecentra komen. Hier zijn alle voorzie ningen aanwezig. Patiënten in rolstoel kunnen hier terecht. Die kunnen het hele gebouw van kelder tot dak bekijken. Let eens op hoe die mensen ge nieten. De dag van hun leven. Op een keer kwam een ver pleeginrichting met twee pa tiënten, die niet anders dan met bed vervoerd konden worden. Ik zeg: breng ze maar mee. Ik zweer je, ze zien alles! Wat denk je? Door personeel worden ze de trappen op gedragen. Zelfs bezoekers helpen mee. Een heerlijke dag voor die mensen. Dan denk ik: dat is Gouden Handen." "Acht man personeel hebben we hier en een paar vrijwilli gers, waaronder mijn vrouw. Met elkaar overwinteren we in dit gebouw, dat zo moeilijk te verwarmen is. De afgelopen winter was een rampwinter. Te gen een vorst van 20-25 graden is niks bestand. Leidingen ge sprongen, radiatoren geknapt. We hebben gedweild, dag en nacht. Steeds hebben we ge zegd: doorgaan. Op 18 maart moeten we open. Het was op 18 maart open. Ondanks alle te genslag. Dank zij de goede geest onder de mensen. Ik be grijp nu waarom de paters pij en en baarden dragen. Het ijs stond op onze tanden. Maar we hebben doorgewerkt, doorge ploeterd, koud of niet. De zaak moest open. Iedereen deed mee. Dat is Gouden Handen". Creativiteit Kunst? Wat is kunst. Ieder een kan zien, dat de mediamiek getekende kruiswegstaties van Kim Riem vis technisch niet kloppen, maar de emotionele expressie heeft iets onvermij delijks. De vraag of de zeven tienjarige Albert Veenendaal uit het Veluwse Wezep een kunstenaar is doet niet ter zake, zo lang hij schokt en intrigeert met de getekende notities uit wat hij noemt zijn vorige incar naties. De kaarsen van Frits Spies, de een is overweldigd, de ander kijkt alsof hij een mondvol fondant moet door- Gouden Handen bestaat tien jaar. Op 18 maart gingen de deuren van het voormalige klooster vlak bij de grenspost in 's-Heerenberg voor het tiende seizoen open. Tweehonderdduizend bezoekers per jaar komen naar binnen en schuifelen door de tientallen ruimten en zalen, die volhangen met de creativiteit van honderden Nederlanders. Gouden Handen vervult een belangrijke sociale functie, doorbreekt taboes, neemt remmingen weg. j" i 1 1 - li, ..hui! ft- n de exposanten het gebouw van Gouden Handen en de omgeving slikken. De symbolische objec ten van Jan Raapis verbazen en verbijsteren, maar of het kunst is? „Wij zijn geen kunstmuseum, wij tonen creativiteit. Creativi teit staat centraal in het leven. Trek je dat consequent door dan kom je terecht bij creatief sterven. Dan zit je zo bij ster vensbegeleiding, bij Elisabeth Kubler-Ross, bij het paranor male. Op al die gebieden willen wij katalysator zijn. Je neemt taboes weg. Er zijn altijd men sen geweest, die iets boetseer den, iets schilderden of iets te kenden, zonder dat ze konden verklaren waarom. Maar ze konden er met niemand over praten. Het zou eens lachwek kend kunnen zijn. Maar hier kunnen ze terecht". „Wij hebben wel selectienor men, maar als het werk een ver haal te vertellen heeft wij het ook. Dat zien de r hier van elkaar. Nu durven ze ermee tevoorschijn te komen. Ze kunnen erover praten. Je staat versteld van wat er onder de mensen leeft, wat er tevoor schijn komt. Dat laten wij hier zien. Dat is Gouden Handen. Zo vervul je een sociale func tie". „En wat levert het op? Kijk naar Raapis, kijk naar Spies. Het is toch uniek wat die men sen maken? Hoe vaak krijgen wij hier geen buitenlanders. Stomverbaasd lopen ze rond en aan het einde van de dag ko men ze hier en roepen uit: zoiets heb je in de hele wereld niet. Dat is ook zo. Gouden Handen is wel eens de grootste hobbyhof ter wereld genoemd. Daarin is het volstrekt uniek". Beneden in de kelders opent zich de prehistorie. Boven op de derde verdieping ontsluit zich de geest. Het voorwereld lijke en het bovenzinnelijke omvatten drie verdiepingen met gangen en voormalige kloostercellen vol amateuristi sche creativiteit. Soms van ver rassende kwaliteit, soms matig, maar eerlijk recht uit het hart. Poppenexposities, stereofoto grafie, een Juliana-paviljoen met foto's van Max Koot, teke ningen van Aart van Dobben- burgh, de prijswinnaar van de Gouden Handen-onderschei ding 1985, droogbloemcollagcs, scheepsmodellen, de razende activiteiten van de Aaltense persfotograaf Henk Wester- veld, de kapel met zijn serene muziek, zijn lijkwade, zijn iko- nen, zijn geschilderde lichtba kens van een bejaardenver zorgster. Uren rondsjouwen. Een vreemde, soms opwinden de ontdekkingstocht in ruim ten, waar vroeger monniken hun gebeden prevelden. De gouden handen van een paar honderd Nederlanders. „De eerste Gouden Handen- tentoonstelling werd gehouden in 1949 in Ede. Zoveel hadden in de oorlog onderge doken gezeten, dat er zeker ve len wat met hun handen had den gedaan. Dat wilden ze laten zien op een tentoonstelling on der de naam 'Gouden Handen'. Die eerste tentoonstelling was in tenten. Er was zoveel belang stelling, dat het een droom werd om iets dergelijks in een permanente vorm te houden. Het was een Edese zakenman, die toen dit klooster in 's-Hee renberg, vlak bij de grensover gang naar Emmerik heeft ge kocht". Geen subsidie Als je praat over tien jaar Gouden Handen, dan denk je ook aan de financiële midde len. Hoe doe je zoiets. Hoe hou je het staande. Hoe breid je het uit? "Zonder een cent subsidie. ik zweer het je. Natuurlijk heb ben we moeite gedaan in het Haagse circuit. Een sub sidieaanvraag is zelfs in het in terdepartementale overleg ge weest. Maar men wees het af. Amateurkunst wordt namelijk niet gesubsidieerd. Maar als datzelfde spul naar het buiten land gaat heet het opeens volkskunst en daarvoor wordt wel subsidie gegeven." "Achteraf zijn we dolblij, dat we geen overheidsgeld krijgen. Je staat er zelf voor om die zaak overeind te houden. Je bent zo vrij als een vogel. Niemand schrijft je iets voor. Je bepaalt je eigen beleid. Stel je voor, dat ze de subsidiekraan hadden dicht gedraaid. Je bouwt daar toch je hele budget op. Je houdt er rekening mee. Wij hebben van begin af aan gewe ten, dat alles betaald moet wor den uit de entreegelden van die honderdduizenden mensen, die jaarlijks binnen komen. An dere inkomsten hebben we niet. Daar moet het van gebeu ren. Mede daarom is hier een geest van idealisme levend ge bleven". Idealisme. Leo Uittenbo- gaard en zijn staf blaken ervan. Hoe nodig is gezond idealisme in tijden van computeropmars? „Wij passen in de teneur van deze tijd. Mensen kunnen met alles omgaan, behalve met hun vrije tijd. Wij wijzen ze erop, dat er vele zinnige manieren zijn om je een vrijetijdsbeste ding te verschaffen. Hier kun nen mensen terecht om werk ten toon te stellen. En door te zien wat anderen maken wor den gezonden en zieken, ge handicapten en bejaarden ge stimuleerd om zelf de eigen ontplooiing en expressie ter hand te nemen. Naarmate je langer bezig bent met dit werk merk je dat er voor de mens geen grenzen bestaan". Het borrelt er van de plan nen. Ongekend initiatieven, die bij Gouden handen gestalte zullen krijgen. In de burelen wordt intens vooruit gedacht. Nu al bestaan afspraken voor het volgende seizoen. De plan nen om in Gouden Handen een paranormaal-alternatief cur suspakket en genezingscen trum te vestigen nemen vorm aan. „Dat ontstaat vanzelf uit het omgaan met mensen. Je ziet wat er leeft. Twee grote proble men houden de mensen in hun greep: werkloosheid, oorlogs dreiging en doemdenken naast de angst voor ziekte, handicap en dood. Honderden vragen roepen om antwoord. Dan ga je je afvragen of het mogelijk is hier antwoorden te geven". „Waarom hier bij Gouden Handen? Omdat de mensen hier zichzelf zijn. Hier aan deze tafel praten ze over zaken, waar ze elders over zwijgen. Psychia ters kunnen het niet meer aan. Waarom zullen wij niet de uit laatklep zijn voor mensen, die ergens mee zitten? Vandaar die derde etage, dat feest van de geest: helderziendheid, aura's, reincarnatie, visioenen van kli nisch doden. Wat wij willen is: de creativiteit in de mens op al- vrijmaken". Er een lang weekeind tussenuit? Dan is Brussel een ide aal reisdoel: niet te ver weg en vele mogelijkheden. door Rob van den Dobbelsteen Twee dagen lang had ik over het terrein gesjouwd, maar hoe het Atomium er nu precies uit zag - wat stangen en bollen - was me al vlug ontschoten, ter- wijl die gebrandschilderde ra men nog steeds in mijn geheu gen staan gegrift. 't Zelfde gebeurt op de Grote Markt. Midden op de klinker tjes draai ik langzaam om mijn as en kijk ik ademloos op naar de gevels van het Stadhuis, het Hertogengebouw, het Brood huis en al die andere van ste nen kant gehaakte gebouwen: een mooier plein bestaat er niet. Urinoir Wat zijn die Belgen toch zui nig op hun spulletjes. Op een middag zie ik twee huizen, ge bouwd in de Sla-olie-stijl. Art Nouveau dus. Het ene (het huis van Victor Horta in Sint Gilles) bezichtig ik op eigen initiatief - het andere (de privéwoning van monsieur en madame Louis Wittamer-De Camps aan de ele gante Avenue Louise) door tus senkomst van een goede vriend. Horta's droom van ge bogen plafonds, in goudverf ge vatte spiegels en, om nog maar iets te noemen, een inklapbaar urinoir naast zijn bed, is het be roemdst (er komen honderden bezoekers per dag) - het huis van meneer Wittamer, modeko ning, maakte me pas echt stil van bewondering. Zo leefde dus de chic van Bruxelles. Tot zelfs de traproeden zijn door de architect - in dit geval ook de nog zeer jonge Horta - apart ontworpen. "Champagne mon sieur"?, fluistert de butler, als ik eindelijk even kan wegzin ken in het pluche van een fau teuil. Champagne Waar drinken ze hier eigenlijk geen champagne? 's Avonds in de discotheek, maar ook 's och tends als het Museum voor Mo derne en Oude Kunsten na een verbouwing, die vijftien jaar in beslag heeft genomen, door de koning zelve wordt heropend. Ik ontvlucht de drukte en ont moet Hernri Pauwels, conser vator. „Het valt me op, dat de schilderijen hier zo donker zi- Ün", zeg ik. Pauwels duwt een onderlip naar voren, knijpt z'n ogen toe, kijkt schichtig om zich heen en zegt zachtjes: „In Wenen hebben ze Rubens ook schoongemaakt. Toegetakeld kun je beter zeggen. Je gaat zo vlug te ver. Je haalt zo vlug het sprankelende eruit. Als ik dat zie daar, ik zeg u, ik sta er bij te Ratjetoe Als ik genietend door al die andere zalen ben gedwaald met dat dwars door elkaar hangen de ratjetoe van Rubens, Ensor, Permeke, Bouts, Magritte en God weet wie nog allemaal meer, ben ik geneigd Pauwels gelijk te geven. Jawel, hier en daar zal je er best de bezem over willen halen, de overgan gen in stijl en tijd zijn soms zo groot dat je even staat te suize bollen en als je eindelijk bent uitgekeken op al dat mooie, ben je de eigenaar van een kan jer van een hoofdpijn. Maar die indruk blijft. Die indruk van een onbevangen, vrolijke col lectie waar ik een dag later weer naar toe wil. Net Brussel eigenlijk. Reismogelijkheden: Brussel is op alle mogelijke manieren te bereiken. Verschillende touroperators hebben de stad op hun stedenprogramma staan. Munteenheid: De Belgische franc, eind december 1984 iets meer dan 5 cent waard. Prijsniveau: De prijzen in Brussel verschillen niet veel van die in Nederland. Overnachtingsmogelijkhe den: Brussel kent een zeer ui gebreide hotellerie. Van zeer goedkoop tot uitzonderlijk duur. In de omgeving van de stad liggen verschillende cam pings. Bijzonderheden: Brussel is een uitgelezen stad voor lek kerbekken. Maar goedkoop zijn de restaurants over het al gemeen niet. Wie zelf zijn potje wil koken, kan in Brus sel ook goed terecht. Vergeet niet de vele soorten bier te proeven. Ook op het gebied van mode weet Brussel van wanten. Vooral in de omge ving van de Avenue Louise be vinden zich een paar gerenom meerde modehuizen. Inlichtingen: Dienst voor Toerisme van Brussel, Gras markt 671, B 1000 Brussel, Bel gië, tel. 09-3225138940 of het Belgisch Verkeersbureau, Leidseplein 7, Amsterdam, tel. 020-251251. Een van de straatjes die je doen watertanden: de Beenhouwerstraat. (foto gpd>. Brussel ligt me niet. Ik rij er al tijd fout, hoe goed ik mij ook prepareer. Deze keer slaagde ik er bijna in rechtstreeks door te stoten naar de Duquesnoy- straat, in het hartje van de stad. Maar vlak bij de finish gebeur de het onvermijdelijke. Maar word ik in een voor een argelo ze automobilist ook onmogelij ke stad als Hilversum bepaald opstandig, in Brussel glimlach ik vertederd. Ik schuif mijn raampjes open, roep een Brus selaar aan en hoor en zie verge noegd hoe mij omstandig wordt uitgeduid hoe ik alsnog te bestemder plaatse kan arri veren. "Ieke spgeeke nie zo koete Néderlans...". Heerlijk om een buitenlander zijn gloeiende best te zien doen mijn taal te spreken. De rollen eindelijk eens omgedraaid. Zwierig Het is een van de vele char mante kanten van de zwierigste stad, die ik ken. Parijs? Wenen? Nergens bruist het leven zo als in Brussel. Zal er zelfs in de Franse hoofdstad, "l'Archestra- te" niet uitgezonder, ook maar één restaurant bestaan als 'Le Carlton' aan de Waterloólaan? Is het in de befaamde Wiener Café's ook maar één seconde net zo gezellig en net zo roeze moezig als in de 'De Gouden Sloep' op de Grote Markt? Wat 'Le Carlton' betreft: even een ontboezeming. U mocht eens denken. Ik was geïnvi teerd en eenmaal in die om standigheid verzeild, wens ik myn geest niet te vermoeien met het doornemen van de kaart. Ik bestel wat mijn gast heer mij aanraadt - die laat zich nooit kennen, heeft de ervaring me geleerd en dat was, zeker in dit geval, maar goed ook. Had ik hriij van tevoren verge wist van de prijsstelling, geloof me, ik had nauwelijks een hap door mjjn keel kunnen krijgen. Pis Een karaktertrekje waarvan de rechtgeaarde Brusselaar geen snars begrijpt. Rondom "Manneke Pis" zijn ze niet zo benepen. Leef nu, zorg later. Het heeft er veel van weg, dat alle Brusselaars zich constant op straat bevinden. Zelfs een vette regen, die de autobanden over het asfalt doen sissen, houdt ze niet binnen. Bij 'Leo- nidas' op de Adolphe Maxlaan staan ze in de rij voor een stuke marsepein van onbestemde kleur en in de om de Grote Markt gegroepeerde straatjes en steegjes zijn zoveel paraplus opgestoken, dat je ook zonder regenscherm, geheel overdekt van het ene naar het andere winkeltje kan kuieren. Slikvingerend Wat is het daar overigens goed toeven. De namen zeggen het al: Haringstraat, Beenhou werstraat, Vlees en Brood, Bo- terstraat... Je loopt slikvinge rend langs het lokkende lek kers dat op Breugheliaanse wij ze in etalages en op kraampjes is uitgestald. Zoetwaterkreef- tjes, artisjokken, broodjes, uit heems fruit... Tot twee keer toe verman ik mezelf. Maar de der de keer wandel in een patisse rie binnen en koop twaalf prali nes. Kunststukken, opgetrok ken uit zeven soorten chocola de, vijf kleuren marsepein en een geheimzinnig geurende vulling. Ze worden me aange reikt in een doos met parmanti ge strik. "Voor thuis", zeg ik vol overtuiging tegen de pre cies op haar waar lijkende ver koopster. Maar voordat ik 's avonds in slaap val, zijn ze op. En ik heb er toch niet één weggegeven. De volgende ochtend pro beer ik mijn lichte ergernis over deze mij in België altijd weer overvallende zwakte, weg te masseren met een lange trimtocht. Ik krijg langzamer hand het gevoel, dat ik gek ben geworden. Men kijkt mij ver baasd na en ik verbeeld me zelfs dat er hier en daar tegen een voorhoofd wordt getikt, 't Zal wel een óllander wezen. Ik draai wat rondjes door een morsig park bij het Koninklijk Paleis, zigzag nog wat door de stad en sta eensklaps op de i "Grote Zavel". Nostalgie Ha! Hier was ik eerder. Op een avond - het moet aan het eind van de jaren vijftig zijn ge weest - zag ik hier hoe het war me licht door de gebrandschil derde ramen van de Zavelkerk naar buiten gloeide. Hoe oud was ik toen? Zestien, zeven tien? Ergens in het noorden van de stad woedde de Expo.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 26