Jan de Koning: 'Aruba kan tot 1996 oefenen' Veel protest tegen straf van Leonardo Boff Vraagtekens bij 'status aparte' aan vooravond van Tweede-Kamerdebat Laten sterven met voedseloverschotten is niet uit te leggen DINSDAG 21 MEI 1985 PAGINA 15 Op 2 en 3 juni behandelt de Tweede Kamer het wetsvoor stel dat het eiland Aruba een 'status aparte' moet verlenen binnen het Koninkrijk der Nederlanden. De Staten (het parlement) van de Neder landse Antillen en de Ei landsraad (het gemeentebe stuur) van Aruba zullen daar na hetzelfde moeten doen. Formeel gaat het om een wijziging van het uit 1954 da terende Statuut voor het Ko ninkrijk. Tot in 1975 Surina me het koninkrijk verliet, be stond dit uit drie 'landen'. Met ingang van 1 januari 1986 zal dat opnieuw het geval zijn. Aruba krijgt dan de af zonderlijke positie van 'land' binnen het koninkrijk. Ne derland en de vijf andere ei landen van de Nederlandse Antillen samen (Curasao, Bo naire, Sint-Maarten, Saba en Sint-Eustatius) zijn dan de twee andere 'landen'. De voorbereidingen voor de formele wijziging van het DEN HAAG Het eiland Aruba dat op nieuwjaarsdag 1986 met een 'status aparte' zijn eigen weg wil gaan, los van de overige vijf eilanden van de Nederlandse Antil len, hoeft bij Nederland niet aan te komen met pogin gen om de volledige staatkundige onafhankelijkheid tien jaar later (1 januari 1996) uit te stellen of ongedaan te maken. Minister drs. Jan de Koning (An tilliaanse Zaken) is daar weerbar stig duidelijk over: „Zoiets zal niet geaccepteerd worden en daaraan zal ik ook niet meewer ken. Want hier raken we de kern van de zaak. We hebben afge sproken dat een status aparte binnen het koninkrijk niet an ders kan zijn dan een tijdelijke regeling, die wordt afgesloten met onafhankelijkheid". Twee jaar terug, in maart 1983, schoven in Den Haag acht deel nemende partijen aan een Ronde Tafel Conferentie (RTC) om af spraken te maken over de ma nier waarop Aruba gebruik zou maken van het recht op zelfbe schikking door definitief te kie zen voor onafhankelijkheid. De Nederlandse Antillen, de zes afzonderlijke eilanden en Ne derland legden daar op papier vast wat er allemaal geregeld diende te worden met het oog op de nieuwe positie van Aruba voor een periode van tien jaar binnen het koninkrijk en de uit treding daarna. Minister De Ko ning is sindsdien verschillende malen de oceaan overgevlogen om de RTC-afspraken nader uit te werken. In Den Haag ontving hij ettelij ke Antilliaanse en Arubaanse de legaties om aan te horen welke nieuwe problemen er steeds weer rezen, hoe anders het eigen lijk zou moeten, hoe losjes de sa menwerking tussen Aruba en de Antillen-van-de-vijf maar het beste kon blijven. Van een sa menwerkingsverband tussen beide in de vorm van een unie, zoals in beginsel was overeenge komen, is geen sprake meer. Veel is ook nog steeds ongere geld. Bovendien zijn op Aruba (slui ting van de Lago-raffinaderij) en op Curasao (problemen bij de Shell) de economische omstan digheden beduidend verslech terd. Er heerst grote werkloos heid; de vooruitzichten zijn be paald niet rooskleurig. Is de defi nitieve beslissing over de status aparte van Aruba per 1 januari 1986 nog wel in alle opzichten verantwoord? Zorgelijk Minister De Koning stelt de zaak niet mooier voor dan ze is: „Aruba zit in zorgelijke omstan digheden. Men zal zich op het ei land tot het uiterste moeten in spannen om vervangende werk- door Kees van der Maas gelegenheid te vinden voor de weggevallen arbeidsplaatsen bij de Lago. Ik denk dat dit mogelijk is. Niet waarschijnlijk is dat ze daar ooit nog een bedrijf zullen vinden dat zoveel kan bijdragen aan de overheidsinkomsten". "Onvermijdelijk zal Aruba dus zijn uitgaven zodanig moeten aanpassen dat ze weer kloppen met de moeilijke financiële situa tie waarin het eiland is geraakt. Op de vraag of het wel of geen status aparte moet krijgen heb ben deze problemen geen in vloed. De extra kosten van de nieuwe positie binnen het ko ninkrijk heeft Aruba zelf in de hand. Uitstel zal dus niets oplos sen. Aan Nederlandse kant zijn er geen motieven om de status aparte voor Aruba af te blazen". - Van de afspraken, gemaakt op de RTC in 1983, is flink wat afgeknabbeld. Prof Kapteyn, voorzitter van de coördinatie commissie die moet toezien op de uitvoering van die afspraken, vindt dat er eigenlijk nieuwe af spraken moeten worden gefor muleerd voordat het Nederlandse parlement en de Staten van de Nederlandse Antillen de wijzi ging van het statuut voor het ko ninkrijk straks behandelen. Gaat u daarin mee? De Koning: „Er is inderdaad nogal wat afgedongen op de RTC-afspraken. Overeengeko men was een tamelijk vast veran kerde samenwerking tussen Aruba en de overige vijf eilan den. Er zou een gemeenschappe lijke ministerraad komen, een gemeenschappelijk parlementair orgaan. Dat is door beide partij en op de Antillen afgewezen. Aan Nederlandse kant hebben we toen overwogen dat het wei nig zin heeft mensen op te zade len met iets dat ze zelf niet wil len, want dan zal het toch niet werken". „We hebben gezegd: geef op een andere manier vorm aan die samenwerking. Op bepaalde punten is dat goed gelukt, voor de rechtspleging bijvoorbeeld. Op het gebied van de financieel- economische samenwerking is dat heel wat minder vlot verlo pen. Over de vraag welke munt op Aruba zal worden gehanteerd moeten er sluitende afspraken komen, wil men tenminste een monetair beleid kunnen voeren. Formeel zou je kunnen zeggen: de RTC-overeenkomsten van 1983 worden niet naar de letter gevolgd, we zullen er toe moeten overgaan om de conclusies te herschrijven naar het model zo als dat zich nu ontwikkelt". „In de praktijk komt het erop neer dat straks de drie belang hebbende partijen - de Staten van de Nederlandse Antillen, de Eilandsraad van Aruba en de Ne derlandse Tweede Kamer - bij de behandeling van de statuut wijziging moeten constateren of wat op tafel ligt aan regelingen voldoende is om daartoe over te gaan. En wie het onvoldoende vindt moet dan maar zeggen dat hij de voorgestelde wijziging van het koninkrijksstatuut (waarmee Aruba de status aparte krijgt) verwerpt". Datum - Er is dus de nodige soepel heid aan uw kant. Maar bepaald niet als het gaat om de definitie ve datum van staatkundige on afhankelijkheid voor Aruba op 1 januari 1996. De Eilandsraad van Aruba wil die datum nog ter discussie kunnen stellen. En Beti- co Croes, leider van de meerder heidspartij MEP op het eiland, is voor dat idee de laatste tijd een groot pleitbezorger. De Koning: „Ik denk dat er erg weinig bereidheid is om in dat opzicht andere formules te ge bruiken dan nu in de voorgestel de statuutwijziging opgenomen. We hebben vastgesteld dat er een toetsingconferentie moet wor den gehouden met in het achter hoofd de gedachte dat vóór 1996 zou kunnen worden bekeken of wellicht ook niet de andere An tillen-van-de-vijf onafhankelijk willen worden en dan als Antil- len-van-de-zes zouden kunnen verder gaan. Maar er is niet over deze toetsingsconferentie ge sproken met het oogmerk voor Aruba om te kunnen terugkrab belen". - Maar zo wordt het op Aruba wél uitgelegd. De Koning: „Jammer, maar dat kan echt niet. Voor mij staat voor honderd procent vast dat Nederland hiertoe niet bereid zal zijn. Aruba heeft nu tien jaar de tijd om aan onafhankelijkheid te wennen. En dat moet het dan maar zijn". Oefenen - Zal Aruba in tien jaar echt goed zijn voorbereid om zijn ei gen weg op eigen kracht te gaan? De Koning: „Gemeten naar de maatstaven van het Caraïbisch gebied, waarin Aruba ligt, kan het voldoende voorbereid zijn. koninkrijksstatuut en alles wat met het oog daarop moest worden geregeld zijn met horten en stoten en on der moeilijker wordende om standigheden verlopen. Vooral economisch is de si tuatie op de Nederlandse An tillen verslechterd. Er zijn de laatste tijd dan ook vraagte kens gezet bij de komende 'status aparte' voor Aruba. Aan de vooravond van de fi nale beslissingen daarover had Kees van der Maas over deze twijfels een gesprek met minister drs. Jan de Koning, de Nederlandse bewindsman die de Antilliaanse zaken be hartigt. De Koning: "Men zal zich tot het uiterste moeten inspannen', Natuurlijk, in een kleine samen leving blijft een staatkundige on afhankelijkheid altijd zekere be zwaren houden. Maar die bezwa ren zijn niet groter dan op andere eilanden in de omgeving, ook niet groter met of zonder status aparte. De Arubanen krijgen nu een uitstekende gelegenheid om te oefenen in onafhankelijkheid tot 1996. En daarbij ga ik ervan uit dat ook nadien samenwer king met Nederland mogelijk blijft en samenwerking met de andere vijf eilanden van de Antil len erg nodig zal zijn. Wij hebben vanuit Nederland op onderlinge samenwerking sterk aangedron gen. Komt die onvoldoende van de grond dan is het gevaar aan wezig dat men eikaars concur renten wordt, dat men elkaar te genwerkt in tarievenbeleid, dat men in economische wetgeving eigen wegen gaat, dat men in be- lastingpolitiek eikaars tegenpo len wordt. Dit soort dingen wil len we voorkomen". Harde onderhande laar - Het beleid van minister De Koning tegenover de Antillen wordt in het Nederlandse parle ment vrij breed gesteund. Hij staat bekend als de man die de Antillen met de neus op de feiten durft te drukken, zegt waar het op staat. Ginds heeft hij de naam van de harde onderhandelaar, de man van 'geen cent te veel'. Denkt hij die lijn straks, als er nieuwe problemen ontstaan en de eilandsbesturen opnieuw in Den Haag op de stoep staan met de vraag om méér financiële steun, te kunnen volhouden? De Koning: „Het is voor de An tillen van het grootste belang dat het beleid vanuit Nederland wordt gekenmerkt door respect voor en aanmoedigen van de au tonomie van de Antillen. Dat was in 1954 de hoofdlijn van het Sta tuut voor het Koninkrijk. En die Ujn moeten we niet verlaten. Sterker, die lijn moet scherper zichtbaar worden. We moeten vanuit Den Haag de financiële en bestuurlijke zelfstandigheid van de Antillen nastreven. Kan dat tijdelijk niet in alle opzichten, bijvoorbeeld doordat inkomsten uit olieraffinaderijen wegvallen, dan moet er een dikke streep on der dat 'tijdelijk'. Nederland moet daarom zijn bemoeizucht met bestuurlijke zaken op de An tillen intomen; aan de andere kant moeten de Antillen niet lan ger rekenen op blijvende finan ciële steun vanuit Nederland. Steun kan alleen in een over gangsfase. En die moet er weer toe leiden dat steun overbodig wordt". •Truc' - Op Curagao bestaat het ge voel dat Nederland met mede werking aan de status aparte voor Aruba de andere eilanden eigenlijk dwingt om - zelfs tegen hun zin de onafhankelijkheid op termijn te accepteren. In dat verband wordt dan gesproken over 'de grote truc van Neder land'. De Koning:, ,Dat verband be staat niet. Andere zaak is dat Ne derland - enkele jaren terug sterker dan op het ogenblik - heeft benadrukt dat het wense lijk is dat de Antillen zich voor bereiden op onafhankelijkheid. Soms is dat wel eens in ongeluk kige termen tot uitdrukking ge bracht. Ik constateer dat men op de Antillen op het ogenblik hele maal niet in de stemming is om serieus te praten over onafhan kelijkheid. We kunnen het alleen eens worden over een verdere verzelfstandiging. Daar hebben we sinds het statuut in 1954 der tig jaar aan gewerkt, via econo mische ontwikkeling. Op die weg moeten we doorgaan om de voorwaarden voor onafhanke lijkheid te scheppen". - Maar als men die nu eigen lijk niet wil? De Koning: „Er is op het ogen blik in Nederland geen neiging die eenzijdig op te leggen. Trou wens, ook op de Antillen werd er een aantal jaren geleden onbe- vangener over gesproken. Als je er tegenwoordig over spreekt word je bijna lijfelijk aangeval len. Ik zou er de voorkeur aan ge ven als die gesprekken over de voordelen en nadelen van onaf hankelijkheid hervat worden. Maar er is toenemende angst en onzekerheid. En een steeds gro tere neiging om te leunen op steun vanuit Nederland. Ik vind dat een zorgelijke zaak. Want het is nooit goed om afhankelijk te zijn van anderen". In november dwarrelen de beelden van uitgemergelde lichamen van Ethiopïers over het scherm en met sombere stem wordt Nederland ge meld dat zes tot zeven miijoen Afri kanen met de hongerdood worden bedreigd. De laaiende ruzies tus sen boeren en landbouwministers over het indammen van.de Europe se melkplas via de superheffing duren dan al weer geruime tijd. Vorige week begon een nieuwe aflevering van het drama der voed seloverschotten: de graanoogsten zijn zo overvloedig dat eind dit jaar een overschot van 45 miljoen ton graan 'dreigt'. De garantieprijs voor graan moet volgend jaar 'dus' omlaag om de boeren van een al te grote produktie te weerhouden. Volgens een recent rapport van de FAO (de VN-voedselorganisatie) is dit jaar zes tot zeven miljoen ton graan nodig om de ergste nood in Afrika te lenigen. "Dit verhaal is niet meer uit te leggen", verzuchtte minister Schoo (ontwikkelingssamenwer king) - net terug van een reis door Soedan, Ethiopië en Somalië - vori ge week tijdens een commissiever gadering in de Tweede Kamer. Ze kondigde aan in EG-verband een poging te wagen om samen met haar collega-ministers via een een malige actie in elk geval een deel van het benodigde graan uit de si lo's te halen. Dat verhaal dat Schoo 'niet meer uit te leggen' vindt, dat verhaal is eenvoudig het verhaal van het EG- landbouwbeleid. Tegen het einde van de jaren zestig besloten de EG- landen hun boeren meer bestaans zekerheid te bieden via een stelsel van garantieprijzen. Als de wereld marktprijs beneden die garantie prijs kwam, dan kocht de EG hun produkten tegen die minimum prijs op. Het bleek een premie op de door de nieuwe landbouwtech- nologie mogelijk gemaakte onge remde produktie. Vooral het zui- velaanbod groeide gigantisch. 'Eu ropa' sloeg het overschot op in koelhuizen, in de hoop het te zijner tijd tegen inkoopsprijs (de garan tieprijs) plus opslagkosten te kun nen verkopen. Daar kwam niets van terecht, en aan het einde van de houdbaarheidsperiode werd het .dan aan de meestbiedende ver kocht. Beroemd is de boter die de Russen via een Franse tussenhan delaar voor slechts een kwartje per pakje importeerden. Of de 'EG- melk' die wordt gebruikt om kalve ren te mesten. Hulp Export van de overschotten naar de Derde Wereld is nooit op gang gekomen. Daar zijn een paar prak tische redenen voor. Boterolie en melkpoeder zijn niet erg geschikt: de olie is bederfelijk en dat is in de ontwikkelingslanden, waar het vervoer door de gebrekkige infra structuur vaak erg lang duurt, een bezwaar. Aan melkpoeder kleeft het grote bezwaar dat het vaak wordt aangelengd met smerig wa ter met als gevolg een grote kinder sterfte. Maar er is nog een kant: de poli tieke. De Europese Commissie (of eigenlijk: de raad van landbouw ministers) heeft de produkten aan gekocht voor de relatief hoge garantieprijzen en daar komen de kosten voor opslag in de koelhui zen nog bij. Geeft de Commissie die overschotten weg of verkoopt ze die tegen dumpprijzen, dan gaat dat rechtstreeks ten koste van de toch al zwaar overbelaste land bouwfondsen. Omdat zuivel maar een beperkte tijd houdbaar is, moet er af en toe wel uitverkoop worden gehouden, maar om finan ciële redenen komen de ontwikke lingslanden er dan nauwelijks aan te pas. De voorraden gaan naar de meestbiedende, en dat zijn niet de armste landen. Die landen een voorkeursbehandeling geven kost geld, en de landbouwministers voelen er niets voor om op die ma nier ontwikkelingshulp te geven. Ze hebben al moeite genoeg om van het landbouwbeleid te redden wat er te redden valt. Politiek Zijn tegen de zuivel (ook) nog door Sjaak Smakman praktische bezwaren aan te v voor het Europese graanoverschot gelden die niet of veel minder. Bo vendien komt het graanoverschot wel op een politiek heel ongeluk kig moment. Net nu de FAO heeft berekend dat Afrika voor de ergste nood dit jaar zes tot zeven miljoen ton graan nodig heeft, ruziën de EG-landbOuwministers over de op lossing van het Europese 'graan- probleem' van een overschot van 45 mifjoen ton. Het is moeilijk uit te leggen dat ook dit graan net zo lang moet worden bewaard totdat het op de grens van bederf is geko men en verkocht moet worden te gen dumpprijzen, terwijl tegen die tijd waarschijnlijk miljoenen Afri kanen het leven hebben gelaten. Het is zelfs, vindt minister Schoo dus, niet meer uit te leggen. Maar het blijft voorlopig de grote vraag hoe haar poging om in EG-verband een paar miljoen ton naar Afrika door te sluizen gaat uitpakken, zo bevestigt haar woordvoerder Rac- ké. Want wie zal dat betalen? Moet uit het Europees Ontwikkelings fonds (EOF) extra geld komen of moeten de EG-landen het uit hun eigen ontwikkelingsgelden aanko pen? Of moeten de landbouwmi nisters een deel van het overschot maar gratis ter beschikking stel len? En als het gekocht moet wor den, moet dan de garantieprijs worden betaald, de wereldmarkt prijs of wellicht een 'dumpprijs'? Politieke vragen, waarvan de beantwoording garant staat voor de nodige vertraging. Want dat is uiteindelijk waarom de EG-voed- selhulp berucht is: de traagheid. De Brusselse bureaucratie staat er borg voor dat de besluitvorming log en uiterst traag verloopt en dat hulp vaak te laat of helemaal niet aankomt. Een recent rapport over de EG-hulp, dat het onderwerp van de vorige week gehouden commis sievergadering was, spreekt daar over boekdelen. De Afrikanen zul len dus nog wel even moeten wachten op hun graan. Ook al heb ben ze dat nu nodig, en ook al is dat inderdaad eigenlijk niet uit te leg gen. Schoo: niet uit te leggen, (foto gpd> De vertegenwoordiger van de paus in Brazilië, monseigneur Carlo Furno, is onverwacht naar Rome vertrokken, naar wordt aangenomern in verband met de voortdurende stroom van protes ten tegen de Vaticaanse bestraf fing van de Braziliaanse bevrij dingstheoloog pater Leonardo Boff. (Die moet een jaar naden ken over zijn - volgens het Vati- caan - aanvechtbare theologi sche opvattingen en zich in die tijd volledig stil houden). Vijftig Braziliaanse parle mentsleden van bijna alle politie ke partijen hebben de pauselijke nuntius vlak voor zijn vertrek een brief gestuurd, waarin de straf van Boff een poging wordt genoemd om het optreden van de kerk 'tegenover het sociale drama in ons continent' aan ban den te leggen. Het regent ook protesten van bisschoppen, geestelijken, basisgemeenschap pen en kerkelijke instellingen. Nuntius Furno beschouwt de straf van Boff als een interne ker kelijke aangelegenheid, die niets met politiek heeft te maken. De parlementsleden hoeven dan ook geen antwoord op hun brief te verwachten. Telefonisch ka pittelde hij de tien bisschoppen die in een gezamenlijke brief hadden geprotesteerd tegen de Vaticaanse veroordeling. De conservatieve aartsbis schop van Rio de Janeiro, kardi naal Eugenio Sales, meent, dat mensen die het met de strafmaat regel niet eens zijn de kerk eigen lijk zouden moeten verlaten. "De wil van de paus moet worden ge respecteerd", zei Sales in een tv- vraaggesprek. Als lid van vijf Va ticaanse congregaties en vier commissies van de curie in Ro me is hij een van de invloedrijk ste adviseurs van de paus. Zijn standpunt in deze zaak is voor kerkelijke kringen in Brazilië een duidelijke aanwijzing dat het Vaticaan met het offensief tegen de bevrijdingstheologie tot het uiterste wil gaan. Binnen de Braziliaanse bis schoppenconferentie is men wel geschrokken van het tumult rond Boff. In een officiële nota schrijft de secretaris van de bis schoppen, monseigneur Luciano Mendes, dat de beslissing van het Vaticaan 'een houding van respect en aanvaarding' ver dient. Ook de vooruitstrevende kardinaal Aloisio Lorscheider riep de gelovigen op, het besluit van Rome te aanvaarden, waar bij hij de houding van Boff zelf ten voorbeeld stelde. Hij noemde diens gehoorzaamheid 'in over eenstemming met zijn geloof. Maar de protesten uit de over wegend vooruitstrevende Brazi liaanse kerk houden aan. Ver wacht wordt, dat twee commis sies van de bisschoppenconfe rentie, te weten de nationale le- kenraad en de pastorale commis sie voor de arbeid, zich deze week zullen aansluiten bij het protest van de voltallige pastora le commissie voor het grondbezit tegen 'het monddood-maken van Boff. Volgens deze commissie ver wonden de maatregelen niet al leen Boff zelf, maar ook het werk "dat wij als pastoraal werkenden de afgelopen tien jaar verrichten ten behoeve van onderdrukten op het platteland". Binnen de ba sisgemeenschappen wil men een miljoen handtekeningen verza melen voor een verzoek aan de paus om de straf tegen Boff on gedaan te maken. (Het Vaticaan is tot zijn besluit gekomen omdat het de juistheid van Boffs opvattingen betwist. Die zouden op sommige punten sterk afwijken van de het rooms- katholieke geloof en de leer. Boffs theologie zou argumenten bevat ten voor een maatschappijvisie naar marxistisch model. Zelf ont kent Boff marxist te zijn. Vooral in Latijns-Amerika doet de 'bevrijdingstheologie' op geld. Daar wordt ze ervaren als een concrete, politieke vertaling van de bevrijdende boodschap van het evangelie in de dagelijk se strijd voor vrijheid en gerech tigheid Pinksteren. 'Het Zoeklicht' (stichter de evangelist Johannes de Heer) houdt van komende za terdag tot en met maandag op 'Het Brandpunt' in Doorn een pinksterconferentie met als the ma: 'Een leven vervuld met de Heilige Geest'. Sprekers zijn ds. P. J. Mietes, ds. W. Harkema en evangelist dr. J. Kits. Er zijn bij eenkomsten op zaterdag, zondag en maandag om 10 uur 's mor gens en half 8 's avonds. - Op tweede pinksterdag heeft het Leger des Heils een 'Trefdag' in de Veluwehal in Barneveld. Onder het thema 'Bouwen aan Gods Koninkrijk' worden tussen half 11 en 3 uur verscheidene sa menkomsten gehouden, waar aan het stafmuziekkorps, een groot koor van het Leger des Heils in Nederland en een go spelgroep uit Noorwegen mede werking verlenen. Zowel inter nationale als nationale leiders zullen er spreken. Tijdens de samenkomsten in de sporthal zijn er jeugdactivitei- ten in de congreszaal. In de markthal wordt een uitgebreide informatiemarkt ingericht met vele stands van Leger-afdelingen uit het hele land. Nederland-Israel. Voor de afdeling Leiden van het Genoot schap Nederland-Israel spreekt morgenavond (woensdag 22 mei) om kwart voor 8 op Rapenburg 6 dr. Robert Cohen over 'De demo grafie van het joodse volk in verleden, heden en toekomst'. Dr. Cohen - nu tijdelijk in Ne derland - is als docent geschie denis verbonden aan de universi teit van Haifa. Hervormde Kerk: beroepen te Papendrecht (deelgemeente Bethlehemkerk) J. Mansvelt Bussum, te Wijk (bij Heusden) G. S. A. de Knegt Huizen, te Oud- Vossemeer A. J. de Kieviet Oos terzee (Fr.); aangenomen naar Bussum L. Korevaar Middel burg. Gereformeerde Kerken: aan genomen naar Gerkesklooster (Fr.D. J. van Bochove Sleen. Gereformeerde Kerken Vrij gemaakt: beroepen te Apel doorn M. J. C. Blok Enschede. Christelijke Gereformeerde Kerken: aangenomen naar Gro ningen (voor werk in Israel) kan didaat H. M. van der Vegt Utrecht. Gereformeerde Gemeenten: bedankt voor Nijkerk J. Karens Opheusden, voor Hendrik Ido Ambacht J. J. van Eckeveld Zeist.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 15