De zeven-stedentocht met JP II
'Meer zangeres dan cabaretière'
'Demonen' roept vragen en ergernis op
TV-rubriek
BT** J
door
Nico Scheepmaker
Marjol Flore begint aan nieuw programma
Noorse
Bobbysocks:
een zeer
Nederlands
produkt
ZATERDAG 18 MEI 1985
RADIO-TV-KUNST
PAGINA 33
'Demonen' van Lars Norén door
Stichting Demoon. Met: Elja
Pelgrom, Adriaan OIree, Anne-
lies van der Bie en Hans Ligt-
voet. Regie: Teuntje Klinker-
berg. Gezien op 17 mei in het
LAK. Aldaar nog v^avond te
LEIDEN - Tot na twaalven duurt
deze versie van Lars Norén stuk
'Demonen': regisseur Teuntje
Klinkerberg heeft er blijkbaar al
le tijd voor wilen
loden van dit stuk op de toe
schouwers te laten drukken. Er
wordt nogal wat intermenselijke
relaties, waaronder niet in het
minst de seksualiteit, overhoop
gehaald.
Het gaat om twee echtparen.
Tussen Frank en Katrina bestaan
grote spanningen. Als Franks
broer uiteindelijk niet op bezoek
komt, worden de benedenburen
Jenna en Tomas uitgenodigd.
Dit functioneert niet als de be
doelde afleiding. De confronta
ties nemen alleen maar in alle he
vigheid toe. De toonzetting van
beide echtparen, die elkaar als
het ware tot inzicht in hun res
pectievelijke situatie dwingen,
wordt allengs ruwer en grover.
Maar hoe explosiever de span
ningen worden, des te ongrijp-
baader het inzicht in de onderlin
ge verhoudingen. Dat geldt voor
de toneelpersonages; het geldt
echter ook ten opzichte van het
stuk, dat steeds onduidelijker
wordt. Waaraan ligt dat: aan het
stuk zelf, aan het regieconcëpt,
aan het spel?
De aanvankelijk vrij alledaag
se gesprekken ontwikkelen zich
steeds meer in symbolische rich
ting. Aan het slot wordt Frank
gekruisigd en spreekt Katarina
haar liefde voor hem uit. Als het
licht uitgaat, vliegt er een bootje
(huwelijksbootje?!) in brand. Het
wordt je niet gemakkelijk ge
maakt om daarin allemaal mee te
gaan.
Voortdurend op het toneel
aanwezig is de in een plagtic zak
verpakte urn met de as van
Franks overleden moeder. In de
eindfase van hun onderlinge
strijd strooit Frank deze as over
het hoofd van zijn vrouw uit: een
schokkend en keihard gebaar -
maar heeft het ook enige beteke
nis? Zo roept de productie tal
van vragen op, die tot nadenken
aanzetten, maar voornamelijk er-
genis en irritatie opwekken.
WIJNAND ZEILSTRA.
7v vj
De reportage van de Elfstenden-
tocht, een ongekende krachttoer
voor de Nederlandse televisie in
fraai samenwerkingsverhand
duurde van 5 uur in de vroege
ochtend tot een uur of twaalf 's
nachts. Waar hebben wij. Neder
landers, het aan te danken dat
we in een en het zelfde jaar op
nieuw getuigen mogen zijn van
een dergelijke krachttoer, nu zon
der Belgische cameramannen op
de motor, maar wel met veel meer
buitenlandse persmensen, die
niet 1600 schaatsers hoeven te
volgen, maar slechts kopman,
gevolgd door een peloton van
meelopers.
Zijn de verschillen groter dan
de overeenkomsten, of omge
keerd? Eindhoven, Den Bosch,
Den Haag, Utrecht, Den Haag,
Utrecht, Maastricht.... Minder
dan elf steden, maar wel grotere
afstanden. Maakt het dat makke
lijker of moeilijker voor de televi
sie? Minder mensen langs de rou
te, maar wel meer politie- en vei
ligheidagenten: maakt het dat
moeilijker of makkelijker
werken? Weinig dramatiek van
gebroken schaatsen, gemiste con
troleposten, uitgeputte deelne
mers, maar aan de andere kant
die ondraaglijke spanning of de
paus heelhuids Luxemburg zal
bereiken, dan zij wij tenminste
van die zorg af, en van het odium
dat we de paus hebben laten ver-'
moorden. Het feit dat we bij Dal
las tegenwoordig het eerst aan
JR denken en niet aan JFK, heeft
Dallas (met koele berekening?)
aan de tv-serie te danken, terwijl
we bij Serajewo nog steeds iets
eerder aan de moordaanslag op
Aartshertog Ferdinand denken
dan aan de Olympische Winter
spelen.
Is het dankbaar werk, de paus
in beeld brengen? Ja en nee. Ja,
omdat het een fotogenieke man
is, met een innemend gezicht,
waaruit aandacht blijkt voor de
mensen en kinderen die op hem
afkomen om hem iets te vertellen
of aan te bieden, en ook voor de
mensen waar hij zelf op af stapt.
Vrijdagavond viel op de BRT in
een oud filmfragment te zien hoe
tweede bejaarde, dikbuikige
vooroorlogse rooms-katholieke
prelaten een vertrek betraden, en
met een soort parmantige onver
schilligheid de enkele personen
die zich in dat vertrek bevonden
nagenoeg negeerden.
De continue televisiereportages
van JPII's odyssee door Neder
land bieden gelegenheid te over
voor close-ups en rustige aan
dacht voor details, en wat dat be
treft komen we niets te kort. Bij
voorbeeld: het beeld van de paus,
in zijn gloednieuwe Nederlandse
gele habijt geflankeerd door in
het wit geklede kerkdienaren als
goed niet-katholiek ken ik al die
functies en titels niet), met daar
achter drie gekloonde jongeman
nen met kort haar, snor stropdas
en donker kostuum, die met de
handen op de rug achter deze
witgewade en geelgewade kerk
dienaarsstaan op te letten of de
hostie niet door hen wordt meege-
jat. Zo lijkt het. Zo is het natuur
lijk niet. Zij behoren gelijk de
mijter en de staf bij de attributen
van de paus anno 1985, alleen
zou je willen dat zij daarbij een
schutkleur aannemen, zodat ze
wat minder in en uit het oog
sprongen!
Maar ja, je moet wel heel erg
katholiek zijn (misschien zelfs
wel rooms!), om na negen uur
paus, en katholicisme, en rede
voeringen, en vooral veel gezang
en veel gebeden, niet een pril be-
ginnetje van verveling te voelen
opkomen. De interviews tussen
de bevrijden door waren dan ook
een verademing, omdat er dan
weer even op gewone toon werd
gepraat, meningen werden gege
ven en oordelen werden geveld.
Dat panel van vier, dat alle tv-
uitzendingen met en over de paus
in de studio volgt en daar een
paar keer per dag commentaar
op geeft, krijgt per keer weer iets
meer kleur, je leert ze gaandeweg
wat beter kennen, en dat werkt
wel. Misschien een ideetje om na
der uit te werken. Elke week
treedt op zaterdag een nieuw pa
nel van vier personen aan, die
een week lang alle tv-program-
ma's volgen, en daar op vaste
tijdstippen hun commentaar op
geven!
Bobbysocks: veel te danken aan Eddy Ouwens.
HILVERSUM (GPD) - De Bobby-
soeks, het Noorse meisjesduo dat
twee weken geleden het Eurovisie
songfestival heeft gewonnen en
sindsdien in Noorwegen een natio
naal symbool is geworden, kwam
naar Nederland om zijn medewer
king te geven aan het tv-gala van
de TROS en AVRO voor het Con
certgebouw.
Hoewel de Bobbysocks, behalve
Noors uiteraard, vloeiend Engels
spreken, heeft hun overwinning op
het songfestival een merkwaardig
tintje. Het duo is namelijk een zeer
Nederlands 'produkt'. Niet alleen
werden Elisabeth Andreasson en
Hanne Krogh (zoals de soeks heten)
ontdekt door de Nederlandse pro
ducer Eddy Ouwens, eveneens
werd hun presentatie op het Euro
visiesongfestival 'panklaar' ge
maakt door een Nederlander, en
wel de danser Donald Jones.
Hanne Krogh is de vrouw die het
idee van de Bobbysocks lanceerde.
Zij behoort in Noorwegen al enkele
jaren tot de best-verkopende solo
zangeres van dit land en kreeg,
toen zij bij haar platenmaatschap
pij kwam aanzetten met haar plan
een damesduo te formeren, gaan
poot aan de grond, omdat werd ge
vreesd dat Hanne op die manier
voorgoed verloren zou zijn voor de
commerciële successen die zij tot
dan toe boekte.
Aan Eddy Ouwens echter, heeft
zij het te danken dat zij haar Bob-
bysocks-ideaal kon verwezenlijken,
want deze geroutineerde platen-
vakman, ontmoette Hanne tijdens
de muziekbeurs (de Midem) in Can
nes en hij had wel oren naar Han-
ne's plan.
door
Margriet Hunfeld
Juist omdat Ouwens al eerder in
de ban was geraakt van de twee
Noorse zangeressen, van wie hij in
tussen enkele liedjes had gehoord,
besloot hij hun belangen te gaan
behartigen.
Vanaf dat moment bemoeide hij
zich met alles en dat betekende dat
de Bobbysocks onder leiding van
Ouwens de keuze lieten vallen op
het liedje 'La dat swing' dat welis
waar door een Noorse componist en
tekstschrijver is geschreven maar
bijgeschaafd werd door Eddy, en
dat het totaalpakket van de Bobby
socks eveneens werd opgediend
door Eddy.
Hanne daarover: „Ja, we hebben
erg veel aan hem te danken. Hij is
iemand die we volledig kunnen
vertrouwen en die het pad voor ons
heeft geëffend, zoals dat heet. En
dat hij met zijn manier van werken
succes boekt, tja, dat is dan nu ge
bleken. In Noorwegen zijn de men
sen door 't dolle heen geraakt, want
het is voor 't eerst in de geschiede
nis van 't songfestival dat Noorwe
gen heeft gewonnen. Wij worden in
tussen dan ook helemaal dol van
alle aanbiedingen, uitnodigingen
en verplichtingen die vastzitten
aan het winnen. Niet alleen racen
we dus van 't ene naar het andere
land, om je een voorbeeld te geven:
vanochtend waren we in Luxem
burg, gisteren in België, morgen
ochtend. moeten we in München
zijn, waarna we vervolgens direct
doorgaan naar Noorwegen, omdat
we op vrijdag een nationale feest
dag hebben en daar zijn we dus
echt voor allerlei grootste evene
menten gevraagd. Maar", lacht ze
dan, spontaan en op geen stukken
na uitgeblust, al zou je zoiets wel
verwachten bij het aanhoren van
haar programma „ik ben 't belang
rijkste vergeten, na onze overwin
ning zijn we direct uitgenodigd
door de minister-presisdent van
ons land, door wie we fantastisch
zijn ontvangen. Je begrijpt", zegt
ze vrolijk, „dat de Noren er echt he
lemaal stuk van zijn dat zoiets is
gebeurd".
Abba
Het doet me een beetje denken
aan het succes van Abba. Ook het
liedje heeft eenzelfde soort uitwer
king.
Hanne: „lk vind die vergelijking
met Abba niet prettig. Kijk, wij
doen de dingen zo goed we kunnen
en eerlijk gezegd heb ik in mijn lan
ge carrière als zangeres (ik deed
veertien jaar geleden als 's mee aan
het Eurovisiesongfestival, maar
dat is nooit iets geworden) altijd
alleen maar die dingen gedaan die
ik leuk vond. Dat is een soort prin
cipe van me geworden: nooit aan
iets te beginnen, wanneer het me
niet aanstaat. En dus beschouw ik
mezelf als iemand die gewoon haar
eigen plan trekt en die zich niet
laat beïnvloeden dooranderen,
laat staan dat ik zou kijken naar
een groep als Abba, zo van: dat ga
ik proberen te evenaren".
Maar zodra je succes hebt, zal
je zoiets toch niet stopzetten alleen
omdat je datgene wat je doet niet
meer leuk vindt?
Hanne: „Succes, dat betekent
voor mij al automatisch dat 't leuk
is. Maar tien jaar geleden, bijvoor
beeld, zong ik ook, maar op een ma
nier die niemand aansprak. V/el,
toen ben ik dus gestopt met zingen.
Een jaar lang. Ervoor in de plaats
is toen mijn schoolwerk gekomen,
want, dacht ik, dan kan ik me daar
maar beter mee bezighouden.
Sindsdien", lacht ze, „is het alle
maal weer anders gelopen dan ik
dacht, want ik ben vervolgens ge
vraagd om mee te spelen in twee
films en dat vond ik weer zo leuk
dat ik me toch weer in het showvak
ben gaan storten. Het enige waar-
,,Het derde programma dat ik
deed was met Sylvia Alberts, Door
dik en door dun, geheten en daarin
zat wel wat Nederlands, maar nog
niet veel. Pas in '75-'76 kwam 't Ne
derlands er goed in".
- Zong je toen ook al werk van
Sophy Tucker?
„Nee, of ja, toch, ik had het num
mer Mr. Segal, make it legal, met
de telefoon. Ik moest zingen ter ge
legenheid van het 25-jarig bestaan
van de staat Israël in de RAI en
Hans Boskamp was op het idee ge
komen om dit nummer te brengen.
En nu heb ik een tegenligger van
dit lied, namelijk I want my mink,
mister Fink. Het is vertaald in het
Nederlands door Wouter Stips, 't
heet nu Ik wil m'n mink, meneer
Flink. Heel knap vertaald
werkelijk, 't is heel moeilijk om hu
mor over te brengen in een andere
taal".
- Hoe is nu de verhouding Ne
derlands tot andere talen in je pro
gramma?
,,'t Grootste deel is Nederlands
met drie Engelse en drie Franse
- Zijn er ook nummers uit je eer
ste programma in opgenomen? Het
is niet onwaarschijnlijk dat je
daar nu heel anders tegenaan
kijkt.
„Na vijftien jaar breng je 't inder
daad wat gerijpter".
- Ook wat afstandelijker?
Marjol Flore, gedecideerd: „Ge-
disciplineerder. Ik heb geen enkele
afstand tot m'n repertoire. Als ik
me geef, geef ik me volledig. Ook
bijvoorbeeld in een onvertaalbaar
chanson als Six Roses. Een onver
taalbare woordspeling, je kunt die
woorden ook begrijpen als de le
ver-ziekte cirrose, die je van te veel
alcohol drinken krijgt. Maar voor
degenen die geen Frans verstaan
wordt het zodanig visueel gespeeld
en gezongen, dat het goed duide
lijk is, dat het gaat om een vrouw
die aan de drank is en niet door
heeft waarom haar vrienden haar
altijd Six Roses noemen".
Je man gaat altijd mee.
„Ja, hij is inspecient, hij gaat al
tijd 's ochtends al weg. 't is altijd
beter wanneer je door je eigen man
in 't licht wordt gezet".
Zenuwen
- Last van zenuwen?
„Vantevoren ben ik zeer gespan
nen. Maar als het eenmaal is be
gonnen, is dat over. Ik heb een zeer
uitgebalanceerd leven. Als je een
beetje mensenkennis hebt en je
kijkt zo links en rechts om je heen,
dan zie je een nogal uitgebalan
ceerde woning, vrij rustig ook wat
kleuren betreft, wat harmonie aan
gaat. Ik ben ook zeker geen fuif
nummer. We houden niet van fees
ten, we gaan nooit naar feesten, we
zijn geen uitgaanders".
- Wel blij met een avond thuis?
„Dat vinden we de fijnste manier
van uitgaan. Een paar goede vrien
den, goed tafelen, een goed ge
sprek. Lezen, filosofie".
- Waar hoor je in de filosofie
thuis?
„Jung bijvoorbeeld. Macchiavel-
li. In elke godsdienst is iets goeds.
Het Boeddhisme als denkrichting
vind ik heel dichtbij komen bij het
geen mij inspireert. Alles wat met
fanatisme, dogmatisme, intoleran
tie te maken heeft, dat verafschuw
ik. En dat heeft ook te maken met
mijn optreden. Het eerlijk zijn te
genover jezelf, tegenover een an
der, zo echt mogelijk te zijn zonder
er een toer van te maken, dat alles
heeft toch ook met mijn filosofi
sche opvattingen van doen. Ik
weet heel zeker dat ik echt ben op
het toneel. De mensen komen bij
mij niet voor een gladde show. Dat
verlangen ze niet, ze willen juist
die totale overgave zien. Maar er
zijn ook mensen die er moeite mee
hebben. Het is bij mij zwart of wit.
Er zijn mensen die me haten en er
zijn mensen die... wel kijk naar die
spiegel daar" - ze wijst op een gro
te, oude en fraaie spiegel „dat is
een geschenk van een fan. Mensen
die met zichzelf in de knoop zitten,
die wil ik door m'n optreden iets
van mezelf geven. Ik ben, mag en
oei.mezelf zijn".
OllSt
- 't Feit dat je helemaal jezelf
wilt zijn, is dat de reden datje voor
jezelf begonnen bent?
Na enig nadenken: „Hoe zal ik
dat omschrijven? Er zijn mensen
die zijn voor het koor geboren en er
zijn mensen die voor solist zijn be
stemd. Ook ik ben in eerste instan
tie een soliste, net zoals Henk van
Ulsen solist is in zijn genre. Maar ik
zou 't enig vinden om samen te
werken met bijvoorbeeld vrouwen
als Adèle Bloemendaal en Karin
Bloemen. Maar ja, dat wordt nooit
gevraagd. Alleen wanneer ik met
één persoon werk, dat draait altijd
uit op rampen wat de samenwer
king en de vriendschap aangaat.
Bijvoorbeeld wanneer de recen
senten voor de één vriendelijker
zijn dan voor de ander".
- Hoe sta je tegenover recensies?
„Ik heb bijna altijd goede recen
sies. Nou ja, je hebt uitzonderin
gen. Ik heb eens een nummer ge
bracht, De Muziekcriticus, oerko-
misch, maar ook cynisch en sarcas
tisch. Allerlei thema's uit de klas
sieke muziek zijn er in verwerkt.
Het gaat over een man die zo vrese
lijk graag de kunst in had gewild
en het uiteindelijk niet verder
heeft geschopt dan muziekcriticus.
Er zijn recensenten die gegild
hebben van het lachen, maar ook
die boos wegliepen. Een keer zaten
er ergens twee recensenten in de
zaal. Eén van hen liep boos weg na
dat ik dat nummer had gebracht en
hij schreef het hele programma de
grond in, hoewel hij 't maar voor de
helft had gezien. De andere criticus
schreef, en nu citeer ik, dat Marjol
Flore en haar pianist moesten mee
maken hoe een recensent na een
rake typering van zijn beroep woe
dend de zaal verliet, 't Was ergens
in een stad in het noorden van het
land, waar twee kranten zijn. Maar
waar 't was en wie 't nou precies
waren, ach nee, dat zeg ik maar
niet".
(foto GPD»
AMSTERDAM (GPD) -
Het eerste wat opvalt, wan
neer je bij Marjol Flore bin
nenkomt, zijn de rust, die
van de inrichting in haar
woonkamer uitgaat „er
heerst hier harmonie", zal
ze later zeggen en de vele
boekenkasten, die voor een
deel gevuld zijn met werken
over twee onderwerpen:
Rusland tijdens de Eerste
en Tweede Wereldoorlog
(haar man is Oekraiener), en
occultisme. Het laatste
meer in de filosofische rich
ting, vanavond treedt de
zangeres met haar trio in
Utrecht op, waar ze ook
proefvoorstellingen heeft
gegeven van haar program
ma, dat ze 'Ik ben er al vijf
tien jaar' heeft genoemd.
Daarna gaat ze het land in.
In het begin wil het gesprek nog
niet zo erg vlotten. Marjol Flore
niet alleen over haar vak, maar
toch ook iets over haar eigen per
soon.
Eerst dan maar iets over het pro
gramma, het vak, het verleden, de
vertrouwde onderwerpen. De
vraag of er politiek in haar pro
gramma zit, wordt door Marjol Flo
re ontkennend beantwoord.
door
Wim Henk Bakker
Hoelang ben je al bezig?
„In 1968 begon ik samen met
Ramses Shaffy, in 1973 kwam ik
met m'n eerste solo-programma,
toen de kranten bol stonden van
het talent van Flore".
Je gooit jezelf ook niet weg.
„Ik bedoel, dat ik hier even ci
teer. Dat zijn dus niet m'n eigen
woorden".
Van wie dan wel?
Dat laat ik aan u over om te
beoordelen".
Was de opleiding die je hebt ge
kregen ook op je werk gericht? Je
stemt klinkt zeer geschoold.
„Ik heb op het gymnasium geze
ten en ik heb een jaar aan de Aca
demie voor Kleinkunst gestu
deerd".
Daarvoor dus niet naar het
conservatorium?
„Welnee, ik was achttien, toen ik
op de academie kwam. Die oplei
ding duurde toen een jaar. Nu gaat
't daar allemaal heel anders.
Bekende mensen van wie je les
kreeg?
„Albert Mol gaf gastlessen. Ik
kreeg zangles van Tine van der
Laan. Wat men dan zangles noem
de".
Vanwaar die kritische noot?
- Zangeres van wat? Omschrijf
het eens nader?
„Zangeres-chansonniere, daar
mee omschrijf je het misschien het
beste. Ik heb geen echte zangscho
ling gehad, ik ben autodidact, alles
is bij mij puur natuur, 't Spijt me
dat ik het moet zeggen, maar ik
ben een natuurtalent. Ik kan van
heel hoog tot heel laag zingen".
- Welk register is het prettigst
voor je?
„Ze zijn allemaal even goed. Het
hoge register is meer door de jazz-
kant, het middenregister voor de
chanson-zijde. Maar wanneer ik
operette moet zingen en aanver
wanten, zoals ik met het salonor
kest Pluche heb gedaan, dan gaat
ook dat heel goed".
- Je eerste programma. De herin
nering is er één van een onstuimig,
wat wild optreden, niet onbeheerst,
maar een tikje ongeremd. Klopt
dat?
Marjol Flore, duidelijk: „Onne-
derlands zou ik willen zeggen".
- Je bent geen Nederlandse?
Frans, Arabisch, Italiaans, dat
zit alle drie in mij".
- Wat is de dichtstbij zijnde cul
tuur?
„Frans, ik zong veel Frans, voor
al in het begin. Engels, Duits en
ook Nederlands is later gekomen".
- Wanneer deed 't Nederlands
z'n entree in je programma's?
"Niet in dit programma. Vroeger
wel, ik zong Brecht in het vorige
programma, maar dit is toch wel
voor een wat groter publiek ge
dacht. Dit is meer een show... nou
ja, show, ik ben natuurlijk in de
eerste plaats zangeres, dan pas ca-
beretière. Ik heb een compilatie ge
maakt van de sterkste nummers
uit m'n oude programma's. Nu met
een trio, pianist, bassist, slagwer
ker - ik vind 't fantastisch - ik heb
't in geen jaren meer gehad, ook al
wegens de financiële kanten, het
werd te duur. En verder zijn er on
geveer tien nieuwe nummers aan
toegevoegd, alles bij elkaar zijn er
nu zesentwintig nummers waarvan
twee, die door het trio solo ge
speeld worden. Ik heb een pianist,
Cor Bakker, die nu 23 jaar oud is en
hier aan het conservatorium hoofd
vak lichte muziek heeft gedaan.
Met het predikaat uitmuntend, 't
hoogste cijfer dat ze kunnen geven.
Hij is een voortreffelijk componist
en begeleider, en dat is maar goed
ook want hij moet voor mijn pro
gramma nogal wat stijlen beheer
sen".
Marjol Flore: 'Op het toneel ben ik echt'.
„Omdat daar gedeeltelijk m'n
stem werd verpest. Ik werd daar
naar een hoge sopraan gedreven,
terwij k ik absoluut geen puur hoge
stem heb. Op de academie ver
wachtte ik toch iets meer dan al
leen zangoefeningen in die rich
ting. En verder dan anderhalf uur
toneel, Frans, Duits, Engels, Ne
derlands, solfege en dan vooral
dans, veel dans. O ja, van Dora
Paulsen heb ik nog even les gehad.
Dat was één van m'n lievelingslera-
- Er is zelfs een zekere stern-over
eenkomst.
„Misschien, maar Dora was toch
op de eerste plaats cabaretière en
ik ben zangeres".
Natuurtalent