'Het gaat niet alleen om de bloemetjes en de bijtjes' Elf jaar vast voor diefstal 635 Kwarteeuw Instituut voor Natuurbeschermingseducatie 'Tbr-klanten' vaak in rechteloze en uitzichtloze situatie ZATERDAG 18 MEI 1985 EXTRA PAGINA 23 Vijfentwintig jaar geleden werd het Instituut voor Natuurbeschermingseducatie (IVN) opgericht. In de afgelopen jaren heeft deze 'natuurclub' gestaag maar op de achtergrond gewerkt aan het milieubesef van de Nederlanders. Harde acties werden en worden geschuwd, maar de betiteling 'gezellige wandelvereniging' is ook niet terecht. "Wij proberen de instelling van mensen jegens de natuur te beïnvloeden". door Bert Paauw In schoorstenen klimmen of toe gangspoorten blokkeren om aan dacht te vestigen op milieuproble men is er niet bij. Dat is hun stijl niet. Bij het Instituut voor Natuur beschermingseducatie (IVN) hante ren ze een andere manier om de mensen bewust te maken van wat er 'in de natuur en het milieu omgaat. Daarbij wordt niet nadrukkelijk de publiciteit gezocht. WeUicht is dat de re den dat het deze maand 25 jaar bestaan de IVN maar een geringe ""bekendheid geniet by 'het grote publiek'. Overigens wil men daar in het kader van het jubi leum wel iets aan doen. Het hele jaar door worden er activiteiten georgani seerd in de 156 afdelingen die het onge veer 13.000 leden tellende IVN rijk is. Eén van die leden is de Leidse biologe Hanneke Mesters. Zij behoort tot het korps van vrijwilligers die veel tijd en energie steken in het uitdragen van de 'milieuboodschap'. "Het klinkt mis schien een beetje oubollig maar wij pro beren de mensen liefde voor de natuur by te brengen. Naar ons idee zijn men sen eerder geneigd die natuur te be schermen wanneer ze er een bepaald ge voel voor koesteren, die natuur mooi vinden. Natuurlijk gebeuren er ook hele negatieve dingen op milieugebied, maar ons uitgangspunt is dat je mensen niet moet overvoeren met pessimistische ge luiden. Er moet niet alleen worden ge wezen op zaken die mis gaan in de na tuur of het milieu". Laatstgenoemde opmerking is overi gens niet bedoeld als kritiek op andere groeperingen als Milieudefensie, Natuur en Milieu of Waddenvereniging. Hanne ke Mesters: "Er bestaan goede contacten met de andere milieuclubs, er is geen verdeeldheid. Ach, ieder heeft z'n eigen stijl. Wanneer iemand zich tot harde ac ties voelt aangetrokken moet ie lid wor den van zo'n actiegerichte club. Bij de leden van het IVN spreekt het principe 'educatie' over het algemeen erg aan. Het werken aan een mentaliteitsveran dering. Wij willen de zienswijzen en in stelling van mensen jegens de natuür beïnvloeden". "Dat neemt niet weg dat wij ook best onze stem laten horen als dat nodig is. Wanneer er ergens een weg wordt ge pland dwars door een waardevol natuur gebied dan geven wij natuurlijk steun aan allerlei groepen die daartegen actie voeren. Maar het initiatief ligt dan wel bij zo'n actieclub. Zo heeft elke club z'n sterke en z'n zwakke punten. Bij ons is educatie het sterke punt". Betrokkenheid Een ander sterk punt noemt Hanneke Mesters de betrokkenheid van IVN-le- den bij het educatieve werk. "Wij zijn niet gëinteresseerd in papieren leden Wanneer mensen zich als lid aanmelder worden ze geacht iets te doen, bijvoor beeld rondleidingen verzorgen of cur sussen geven. Met steun van andere vrij willigers moet men actief bezig willen zijn om andere mensen bij de natuur te betrekken". "Bij andere clubs zie je vaak een actief kader en veel leden die slechts via con tributie steun verlenen. Het IVN telt voornamelijk actieve mensen, dat is ook de kracht van de vereniging". Het landelijk bureau van het IVN is gevestigd in Amsterdam. Daar werken consulenten in vaste dienst die het werk in de afdelingen ondersteunen. Binnen het IVN zijn zo'n veertig beroepskrach ten werkzaam. Op plaatselijk niveau zijn de vrijwilligers - volgens Hanneke Mes ters gewapend met een flinke portie idealisme - actief. Zelf is ze secretaresse van de Afdeling Leiden. Ze somt een aantal activiteiten op waar IVN-leden zich regelmatig mee be zighouden. "We maken natuurwandelingen waar bij bepaalde thema's centraal staan, bij voorbeeld aandacht voor landschappen, voor insecten of voor bepaalde vogels". "Er worden allerlei cursussen gege ven, groencursussen, een duincursus, een poldercursus waar ook excursies aan vast zitten". "In natuurgebieden wordt aan actief beheer gedaan. Zo wordt er in januari en februari in het Wassenaarse landgoed De Horsten hout gehakt. Dit werk is no dig om het oorspronkelijke essenhak- hout-landschap te behouden, 's Zomers wordt er gehooid in de buurt van De Kaag". "Er worden bepaalde fietsroutes sa mengesteld die mensen op interessante plaatsen brengen". "In samenwerking met milieumede werkers van een gemeente worden wan delroutes ontworpen - zogenaamde stadspaden - en worden scholen gehol pen bij het organiseren van excursies". "Dan zijn er ook nog de tentoonstellin gen en de organisatie van markten, bij voorbeeld een bijenmarkt". Gids Af en toe vindt er een anderhalf jaar durende kadercursus voor natuurgidsen plaats. Overigens gaat de naam natuur- gids veranderen in gewoon 'gids'. Han neke Mesters: "Zo'n natuurgids had al gauw het image van wandelgids. En vaak waren die interne kadercursussen er ook op gericht om mensen te leren hoe ze anderen moesten rondleiden. Maar niet iederen wil dat of is daar ge schikt voor. Vandaar dat in de kadercursussen meer aandacht is gekomen voor andere onderdelen. Mensen zijn soms beter ge schikt om een fietsrouteboekje samen te stellen of om iets te doen met kinderen in plaats van autoritair een rondleiding te verzorgen. Vandaar de naamswijzi ging. Een gids kan de educatie op meer manieren uitdragen". Inmiddels telt het IVN ongeveer 6400 gidsen. En al valt er nog altijd een zwaar accent op natuürwandelingen en rond leidingen, Hanneke Mesters vindt de door sommigen gebruikte aanduiding van 'gezellige wandelclub' onterecht. "Het gaat echt niet alleen om de bloe metjes en de bijtjes. Er wordt wel dege lijk ook aandacht besteed aan de maat schappelijke kanten van het milieu, de bedreigingen". "In april is er volop aandacht geweest voor de zure regen. Maar de mensen moet tegelijkertijd het besef worden bij gebracht dat niet alle negatieve ontwik kelingen in de natuur op die zure regen kunnen worden afgeschoven". Volgens Hanneke Mesters is het IVN- werk een zaak van lange adem. "Educatie is een langzaam proces. Er komt zoveel op de mensen af, werkloos heid, allerlei maatschappelijke proble men. Wij zijn niet belangrijker dan pak weg een vakbond. We hebben natuurlijk wel de illusie dat we iets bereiken. Onze cursussen zitten vol, elke keer 40 men sen waarbij mensen niet dezelfde cursus mogen herhalen omdat we willen voor komen dat het theekransen worden. Ook voor de wandelingen bestaat veel animo. In het IVN zijn allerlei schoolbio- logen werkzaam waardoor we veel leer lingen bereiken. Geinteresseerden voor onze bezigheden kom je in heel verschil lende leeftijdsgroepen tegen, dat va rieert van 17-jarigen tot gepensioneer den. Het milieubesef wordt sterker bij de mensen, dat merken we toch wel". Milieufront "Het milieufront, de gezamenlijke mi lieugroepen, hebben de afgelopen jaren toch ook dingen bewerkstelligd die hoopgevend zijn. Neem de waterzuive ring, de verhoogde waakzaamheid ten opzichte van verontreinigingen, de toe genomen aandacht van de media voor milieuproblematiek. De laatste jaren wordt het wat moeilijker bij de overheid dingen voor elkaar te krijgen. Er wordt immers druk bezuinigd en het kabinets beleid is duidelijk pro-ondernemers. Nou, de belangen van ondernemers en milieubeweging gaan lang niet altijd hand in hand". Ondanks dat laatste gaat het IVN in september met groot elan een nieuw be leid in gang zetten om nog meer mensen bij de natuur te betrekken. Hanneke Mesters: "Tot nu toe is er altijd via alge mene oproepen in kranten en dergelijke geprobeerd mensen warm te maken voor het IVN-werk. Bepaalde groepen bereik je daar niet mee. We willen ge richter bepaalde doelgroepen benade ren, toestappen naar club- en buurthuis, naar jeugdgroepen, naar vrouwenwerk- groepen. We willen toch wat meer aan de weg gaan timmeren. Want al is het le dental van het IVN in de loop der jaren gestaag gegroeid, de belangstelling voor de natuur kan wat ons betréft niet groot genoeg zijn". door Pamela Hemelrijk Andries: "De tijden zijn veranderd, maar daar koop ik weinig voor". (foto ANP) Negenentwintig jaar geleden, in 1956, gapte Andries Keur, liftbediende in een Haags warenhuis, bij zijn baas 635 gulden uit de kas. Hij werd betrapt en veroordeeld tot een half jaar cel. Geen malse straf, voor een vergrijp dat nu in veel gevallen zou worden geseponeerd, maar er was toen nog geen cellengebrek en justitie tilde zwaarder aan een diefstal dan tegenwoordig. Keur had al een strafblad, (twee maal joyriding, een maal autodief stal) bovendien werd een voorwaar delijke tbr die hem boven het hoofd hing, ten uitvoer gelegd. Ter be schikking van de regering gesteld worden is geen straf maar een reme die: als een misdrijf iemand niet kan worden aangerekend, omdat hij lijdt aan „een ziekelijke stoornis van de geestvermogens", moet hij wor den behandeld in een kliniek en niet gestraft met detentie, heeft de wetgever bepaald. Keur was weliswaar geen psychopaat, maar de gerechtspsychiater meende kennelijk dat de herhaalde diefstallen hem stempelden tot een pathologisch geval. In elk geval verdween Keur in de Van der Hoevenkliniek in Utrecht. Hij was toen 29 jaar oud. Elf jaar later, op 41-jarige leeftijd, sloeg de poort eindelijk weer achter hem dicht. Elf jaar geboet voor een diefstal van 635 gulden. „Inderdaad", zegt Keur in zijn huiska mer in Beetgum (Friesland), „ik heb lan ger vastgezeten dan die Molukse trein kaper die deze maand is vrijgekomen." Hij is nu 57 jaar en arbeidsongeschikt verklaard. Na zijn vrijlating heeft hij als seizoenarbeider in de horeca gewerkt, maar op den duur. bleek hij daar niet meer tegen opgewassen. „Ik liet bierton nen uit mijn handen vallen, maakte fou ten, ik was een zenuwlijder geworden. Gaandeweg begon, steeds sterker, de wrok aan me te knagen over die elf jaar. Geen vrouw, geen gezin, leven groten deels voorbij. Dat is een hard gelag, vooral als je ziet dat iemand die vandaag de dag op een diefstal wordt betrapt, soms binnen zes uur weer op straat loopt. Ja, de tijden zijn veranderd, maar daar koop ik weinig voor". In de kliniek werkte Keur volgens ei gen zeggen vier jaar bereidwillig mee aan zijn behandeling, drie maal per week psychotherapie. Toen vond hij het welletjes. „Ik had mijn hele levensloop verteld, van voor naar achter en terug, ik was uitgepraat". Recalcitrant Maar niet meewerken aan de behande ling wordt opgevat als een "symptoom dat de patiënt volhardt in zijn ziekte beeld, en de tbr werd, op advies van de medische staf, door de rechtbank ver lengd, elke twee jaar opnieuw. Met de jaren werd hij recalcitranter, maakte ru zie met de staf, ontdook de regels, en al die dingen stijfden de medisch staf weer in de overtuiging dat hij nog altijd een gevaar vormde voor de openbare orde. Op een dag kneep hij er tijdens een weekeindverlof tussenuit, en vond werk bij een zuivelfabriek in Zaandijk. Toen, na drie maanden, de recherche hem op het spoor bleek te zijn, ging hij uit zich zelf terug, gewapend met de loonstrook- jes die tenslotte bewezen dat hij zich in de maatschappij had weten te handha ven zonder in moeilijkheden te raken. Maar ook het feit dat de zuivelfabriek bereid bleek hem - in weerwil van zijn achtergrond - in dienst te houden, maak te op de staf geen indruk. Keur kreeg twee weken afzondering, en zijn baantje werd hem ontnomen. „Boudewijn' H.", zegt Keur, „u weet wel, van de beruchte Baarnse moord. Ik heb hem in de Van der Hoevenkliniek zien komen en ik heb hem zien gaan. Ik zat zelfs in het patiën tencomité dat hem na vier jaar uitgelei de deed. Een handje: dög Boudewijn. En weg zoefde hij met z'n ouders in de auto. Hij wel." Tenslotte - de verlenging van 11 tot 13 jaar dreigde - dook Keur tijdens het „vrij wandelen" een telefooncel binnen en belde de eerste de beste advocaat die hij in de gids kon vinden. „Dat was op een zaterdag. Maandag stond die man bij de kliniek op de stoep, maar hij werd door de directie niet bij me toegelaten. Pas nadat hij bij het ministerie van justitie zijn beklag was gaan doen, kreeg ik hem te spreken". Twee maanden later werd Keur op de raadkamerzitting waar over zijn lot werd beslist voor de eerste maal sinds zijn veroordeling bijgestaan door een advocaat. En toen pas legde de rechtbank het medisch advies om de verpleging opnieuw met twee jaar te ver lengen, naast zich neer. Drie maanden later stond hij, intussen op middelbare leeftijd gekomen, op straat. Smartegeld Wat Keur is overkomen had eigenlijk niet mogen gebeuren. Het ministerie van justitie, waar zijn advocaat mr. E.J. Rotshuizen enkele jaren vruchteloos ge probeerd heeft smartegeld los te krijgen, spreekt dat althans niet tegen. Maar de gebeurtenissen, zo blijkt uit de corres pondentie die daarover tussen partijen is gevoerd, moeten worden beoordeeld in het licht van de toen heersende opvat tingen. Opvattingen die intussen verou derd zijn, zo geeft staatssecretaris Korte van Hemel van justitie in een van haar brieven grif toe. Pas in de jaren zeventig heeft zich de „proportionaliteitsgedach- te" ontwikkeld, die erop neerkomt dat de duur van de tbr in verhouding moet staan tot de ernst van het gepleegde de lict, en niet alleen mag afhangen van de vraag of de therapie succes heeft ja of De instanties (twee rechtbanken, het openbaar ministérie, het ministerie van justitie en de tbr-inrichting) die voor de oplegging en voortdurende verlenging van Keurs tbr verantwoordelijk zijn treft daarom geen blaam; zij hebben zich - al dus de staatssecretaris - indertijd laten leiden door een „binnen de grenzen van de wet passende opvatting over het be lang van de openbare orde". Een opvat ting die sindsdien een ontwikkeling heeft doorgemaakt, maar daarop mag je geen eisen baseren. „Het toekennen van een onverschuldigde vergöediïig zou - dat moge duidelijk zijn - een onaan vaardbare precedentwerking hebben naar anderen", besluit de staatssecreta ris haar afwijzing van de smartegeld-eis. „Inderdaad", licht woordvoerster G. Platteeuw van het ministerie toe. „Stel je voor dat justitie, overigens zonder daartoe verplicht te zijn, meneer Keur zijn smartegeld zou toekennen. Dan staan morgen alle artsen bij ons op de stoep die ooit wegens abortus zijn ver oordeeld". Barmhartiger In de Nederlandse wetgeving is inmid dels aanstalten gemaakt om de tbr "op een barmhartiger leest te 'schoeien, ver telt justitiewoordvoetster Gerda Plat teeuw. Een wetswijziging die daarin voorziet ligt op het ogenblik bij de Eer ste Kamer. Daarin is vastgelegd dat tbr niet langer dan vier jaar mag duren als die is opge legd voor een relatief licht vergrijp. Al leen als er sprake is van geweldsdelicten jegens personen, of als de veiligheid van personen in het geding is, mag de ver pleging worden voortgezet. Elke twee jaar beslist een rechtbank - na advies van de behandelende inrichting - over eventuele verlenging van de tbr. Zodra echter de totale duur van de verpleging de zes jaar te boven gaat, wordt die pro cedure verzwaard. Vanaf dat moment is voor elke nieuwe verlenging een contra expertise door een onafhankelijke arts verplicht, en de kosten daarvan worden door de staat betaald. Een speciale commissie onder leiding van ex-staatssecretaris Haars van justi tie buigt zich ondertussen over de vraag' hoe de interne rechten van de tbr-gestel- den kunnen worden verbeterd. In de twee rijks psychiatrischë inrichtingen die Nederland telt, is het daarmee wel redelijk gesteld. Daar géiden beklagre- gelingen en beroepsmogelijkheden die vergelijkbaar zijn met de garanties die het gevangenisreglement biedt aan ge detineerden. Maar alle overige inrichtin gen zijn particulier, en daarop heeft de overheid „wat minder greep", aldus Platteeuw. „Weet u wat het is:", zegt mr. C. Vei- haart uit Roosendaal, „gedrag dat in de maatschappij vrij normaal wordt gevon den (je bedrinken, te laat komen, ruzie maken, je niet aan je woord houden), dat wordt in zo'n kliniek vaak geïnterpre teerd als een teken dat de patiënt niet rijp is voor terugkeer in de maatschap pij". Mr. Verhaart treedt op voor een jon geman die 8 jaar geleden in een tbr-in richting belandde. Wegens tweevoudige mishandeling, dat wel. De patiënt is nu 31 jaar. Zijn moeder wil liever geen pu bliciteit, uit angst de staf van de kliniek tegen de haren in te strijken. Binnenkort moet de rechtbank immers weer beslis sen over verlenging, en het advies van de deskundigen weegt daarbij nu een maal zwaar. Hoeveel mensen er ondertussen in Ne derland rondlopen die hetzelfde lot heb ben ondergaan als Keur en de cliënt van mr. Verhaart is moeilijk te zeggen, aldus G. Platteeuw. De veronderstelling van Keurs raadsman mr. Rotshuizen, dat het er best eens een stuk of honderd zouden kunnen zijn, wil ze niet onderschrijven. „Maar we kunnen niet ontkennen dat het meer is voorgekomen dat mensen tbr kregen op basis van een licht ver grijp. Zo is er een geval bekend van ie mand die nu al 30 jaar vastzit in een in richting. Hij is nu erg gevaarlijk, heeft intussen twee moorden gepleegd. Maar het is waar: je kunt je afvragen hoe zijn leven verlopen zou zijn als hij toen geen tbr had gekregen. Wat de aanleiding was? Hij had een fiets gestolen, als ik het wel heb". Hanneke Mesters: "Wij proberen liefde voor de natuur bij te brengen. (foto Jan Holvast)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 23