Wa het Laatste Avondmaal voel je je werkelijk alleen' Tegelen een zomer lang in de ban van de Passiespelen ZATERDAG 11 MEI 1985 EXTRA PAGINA 23' In de catacomben van het theater zullen de verschillende spelers elkaar nog even ontmoeten. Daar is ook Judas, die het verrijzen van de Heer zelf moet hebben afgekeken, want zojuist hing hij nog aan een forse tak. Frans Lommen, zo heet hij in het dagelijks leven. Hij heeft het niet gemakkelijk met zijn rol. Judas, eertijds al niet de lieveling, is niet erg populair bij het volk. Frans Lommen heeft er eens een boek op nagelezen, een roman van de Franse schrijver Jean Fahriot. Lommen: „Er is over Judas helemaal niets bekend. De bijbel is er heel summier over. Hij wordt altijd afgeschilderd als de slechtste van de slechtste, maar laten we eerlijk zijn, zonder Judas kon dit hele spul niet doorgaan". Zo is het maar net. Daar in die catacomben hangen ook de zeshonderd kostuums die Tegelen voor het heilig gebeuren in voorraad heeft. Elk jaar worden ze door een naaikransje nog eens geducht nagelopen, want wie weet heeft inmiddels de razende mot wel meedogenloos toegeslagen. Dan naaien de dames de gaten weer dicht en niemand die er nog wat van ziet. In de kleedkamers zie ik ook Jozef van Arimathea, zoals de meesten heeft hij de kin in een fraaie baard gestoken. „Als 't voorbij is gaat die d'r weer af' roept hij uit. De spelers hebben onder elkaar zo hun eigen humor. Zo wordt Nicodemus, een van Jezus' leerlingen, consequent Nico de Mus genoemd en over de schouder van de regisseur wordt heel wat afgeknipoogd. Uit mij bekende gebaren begrijp ik ook dat een aantal telgen van het Tegelse joodse volk het later in de middag op een christelijk biertje zal houden. Het lijdensverhaal maakt dorstig. Judas Regisseur Pierre Driessen ensceneert de passiespelen ditmaal voor het eerst. Wel speelt hij al vanaf 1946 mee. Viermaal vertolkte hij Judas. Zijn visie op de apostel die Jezus voor dertig zilverlingen met een kus aan de Romeinse soldaten overleverde is mild. Driessen ziet het eenvoudig maar helder: „Ik heb Judas altijd gezien als een man die zich bij Christus aansloot omdat hij dacht dat die een ommekeer bij het volk teweeg zou brengen. Christus was een revolutionair, zó zag hij dat en dat zag hij wel zitten. Iedereen trouwens. De joden wilden onder het Romeinse juk vandaan. Ja toch? Judas dacht ook dat Jezus de nieuwe heerser zou worden. En bij de intocht in Jerusalem, als Christus op die ezel door iedereen bejubeld wordt, denkt Judas: nu zal-ie z'n kans wel grijpen. Zelfs de hogepriesters van het Sanhedrin zijn d'r bang voor. Maar dat gebeurt helemaal nie en dan denkt die Judas: was da nou? En dan trekt hij zich terug, hij snapt 't niet. Judas gaat Christus verraden, maar niet met de bedoeling dat die ter dood gebracht wordt! Ben je zot, welnee!" Hij roept het bijna verschrikt. Dan: „Dus als door Ko van Leeuwen Regisseur Pierre Driessen (links) geeft aanwijzingen: "Dat is 't nadeel van ons katholieken, we kennen de bijbel maar globaal". Theo Joosten te midden van een aantal potige helpers: "ledereen is even belang rijk". Om de vijfjaar is het Limburgse plaatsje Tegelen een zomer lang in de ban van de Passiespelen. Deze maand is het weer zover. Vanaf 26 mei wordt het lijden en sterven van Christus er voor de veertiende maal in een lange reeks voorstellingen dramatisch in beeld gebracht. Dat gebeurt door een groep van ruim 300 inwoners in een speciaal daarvoor gebouwd openluchttheater, De Doolhof. Ko van Leeuwen woonde op een zonnige zondagochtend de repetities bij. 'Ik wandel in het licht met Jezus, want Jezus is mijn beste vriend!' Met het zingen van deze versregel vermocht ik als adolescent menig feestje op te luisteren. Je placht daarbij dan een zingende gitarist te imiteren, tot vermaak van je vrienden, die ongeveer evenveel goedkope rode wijn gedronken hadden en het ook niet helder meer zagen. Die regels had ik eens opgepikt toen ik verdwaald was in een godsdienstige jamboree van zoiets als de Pinkstergemeente. Zo'n evangelisatiecircus dat zich in reusachtige tenten afspeelde. Daar klonk dat lied blijmoedig tussen de getuigenissen van vergeven zondaars door. Nooit vermoed dat zo'n wandeling met Jezus nog eens werkelijkheid zou worden. En toch, het is gebeurd. Op de Calvarieberg in Tegelen. Jezus heet daar van achteren Joosten en zijn vrouw, die de rol van Maria speelt, noemt hem gewoonlijk Theo. Telex Een afspraak met hoogwaardigheidsbekleders maken valt niet altijd mee, maar men was van goe den wille. Toch dreigde het mis te lopen, ook al leek alles voor een bepaalde zon dag goed geregeld. Want al gauw ratelde een telexbericht de redactie binnen. Afzender: Passievoorzitter Thijssen uit Tegelen. Letterlijke tekst: 'Het^lijkt nu dat alle hoofdrolvertolkers zondag a.s. aanwezig zijn, uitgezonderd Christus en Maria die wegens familiefeest absent zijn. Judas, Petrus, Judas' moeder, Caiphas, Annas en Pilatus zijn allen wel daar'. Een familiefeestje? Maar wil ik niet naar Tegelen om Jezus zelf te zien? Een week later dus. De regen stroomt uit de hemel als ik in alle vroegte op de dag des Heren naar Tegelen vertrek. Daar aangekomen is er een stralende zon als welkomstgroet. De repetitie van het Passiespel is in volle gang. Jezus, incognito, maar zichzelf verradend omdat hij zijn kruis torst, draagt een windjack en trimschoenen. Met het vijfendertig kilo zware kruishout zeult hij weliswaar gebukt maar vrolijk in het rond. Toch zal Jezus gedurende de maand mei in Tegelen tweeëntwintig maal opnieuw gekruisigd worden. Enige honderden figuranten trekken vandaag met de kruistocht. Maar als de voorstellingen eenmaal daar zijn, wordt het toneel van de kruisiging gevuld met zo'n driehonderd zielen. Zij zullen Het Grootste Drama Aller Tijden, zoals Tegelen zijn Passiespelen afficheert, daar weer tot leven brengen. En terwijl Jezus er dorstig aan het kruis zal zijn genageld, gaat Judas gaat zich weer vol wroeging verhangen. „De tekst van Pater Schreurs belicht vooral de tegenstelling tussen Christus en Judas" zegt Theo Thijssen, voorzitter van de Stichting Passiespelen. Hij woont de repetitie niet helemaal tot het einde bij, want hij moet nog een hockeywedstrijd fluiten. Op het toneel met zijn vaste decor van opgemetselde neoklassieke bouwwerken vol Dorische zuilen, rent regisseur Pierre Driessen zo hard als zijn korte beentjes hem dragen door de menigte. Overal moet hij tegelijk zijn met lichaam, geest en stem. Voor dat laatste heeft hij een megafoon als hulpje. 'Luistert' Hoog te paard zit een man die een Romeinse centurion moet spelen. „Géén béén zult gij hem breken" brult de regisseur hem toe en de centurion-acteur zegt hem iets luider dan bedeesd na: 'Geen been zult gij hem breken'. Maar daar springt de kleine Pierre Driessen toch rap van op. Hij roept: „Alex, luistert! Zeg niet alleen een vérs, Alex, maar roep 't zó dat héél de massa u verstaat!" Alex probeert het opnieuw en nu heeft hij de bassen inderdaad wat meer ingeschakeld. „En du kiekst niemand an, niemand!", brult de regie hem nog toe. Voorzitter Thijssen: „Hij doet 't voor het eerst. Maar hij kan reuze goed met het paard omgaan. De vorige centurion had je moeten horen. Die had een geluid als een orkaan. Maar hij kreeg last van z'n stembanden. Maar ja, die kon weer niét met 't paard omgaan. Doodsangsten stond-ie uit. Hij dacht maar dat-ie d'r afviel." De voorzitter maakt gewag van de enorme inzet van de Tegelse bevolking. Van alle spelers, van Christus tot de kleinste figurantenrol: „Ze lijken allemaal wel behekst om hier te zijn. Ze offeren er bijna de hele zomer aan op, ze gaan niet eens met vakantie. Wat mij altijd ontroert, dat zijn de laatste opvoeringen. Zo droevig als ze dan allemaal zijn." Aan ons oog trekt de kruistocht voorbij. Het monumentale kruis op de schouder van Theo Joosten. Jezus is omringd door potige jongens die hem helpen met zijn kruis. Aan de bierpomp van een drukbeklante tapperij zouden ze niet misstaan. Nu gaat het langs de omgang naar boven, de berg van Calvarie op. Eenmaal daar moet de regisseur van alles en nog wat regelen. Jezus mag het kruis even afleggen. Z'n helpers hebben ook even rust. Regisseur Pierre dribbelt klein maar dapper rond als een bokser die zeker is van de overwinning. Links en rechts zet hij het volk in beweging. Soms rent er opeens een massa van achteren het toneel op, een andere keer is alles op slag verdwenen. Dan kan het spel indrukwekkende vormen aannemen. Bijvoorbeeld als Theo, eenmaal aan het kruis genageld, het hoofd buigt en Christus de woorden 'Het is volbracht' laat zeggen, en de Romeinse soldaten met van angst vervulde stemmen roepen: 'De rotsen splijten, het dondert in de grond', dan vlucht heel de massafiguratie als in doodsangst alle kanten op. Stoplichten Hoe gaat dat nou met al die mensen, hoe weten ze precies wanneer ze als massa weer op moeten? De moderne techniek helpt een handje. Achter het toneel staan stoplichten. Daar wacht het morrend volk heel gewoon tot het rode licht op groen floept en dan stormt iedereen het toneel op.' Zo simpel ligt dat. ze hem ter dood veroordelen, nou, daar schrikt hij behoorlijk van. Daarom pleegt hij ook zelfmoord, daarom hangt hij zich op. Dat is de verklaring. Als hij niet van Jezus had gehouden, nou, dan had-ie zich ook nie verhangen. Hij deed dat verraad eigenlijk alleen om Christus een andere inzet te geven. Maar Christus wilde het alleen verstandelijk doen. In de zin van: mensen, begrijpt elkaar. Ik heb me nu met die regie het laatste jaar eens flink in de bijbel moeten verdiepen. Want dat is 't nadeel van ons katholieken, we kennen de bijbel maar globaal." Hij vertelt dat het lijdensverhaal een krachtige, harde opvoering krijgt, dat het de mensen wat te zeggen moet hebben, dat het de mensen wat mee naar huis moet geven. En de kleine Pierre zegt vol vuur: „D'r sta hier geen lieve heerke, d'r sta een revolutionair! Een méns! Een man die ook wel eens uitvalt, zie maar hoe die de tempel schoonveegt van de kooplui, dat laten wij hier zien. Nee, geen bravigheid. Ook 'ne mens die z'n angsten voelt in de Hof van Olijven." Eer Dit jaar is de oude tekst van pater Schreurs (die ook 'Dagboek van een herdershond' schreef) weer opgenomen, maar er was toch sprake van een omwenteling in het geloof tijdens de jaren zestig? Is de mens niet wat anders gaan denken, of soms niet in het land van bisschop Gijsen? Pierre resoluut: „Die oude tekst is goed. Er was aan de herziene versie zoveel vertimmerd dat 't van alles wat geworden was. En in die originele tekst komt het hele lijdensverhaal toch het beste tot uitdrukking. Je doet iets met een waarheid en als je een eigen visie maakt moetje oppassen voor alles wat niet strookt met 't verhaal. Ik wil het spel zo' zien, vooral in deze tijd, dat de mensen geloven in wat ze hier zien. We willen de mensen het geloof meegeven, maar we willen ook de toneelliefhebber laten genieten." Is Pierre een kritisch regisseur? Hij knikt vol vuur en zegt: „Ja, ik ben nie gauw tevreden. De tijd gaat dringen en er staan hier driehonderd mensen op het toneel. Ik word er af en toe een beetje Jezus als revolutionair. Ja, zo ziet Theo Joosten het ook, al blijft het bij hem vooral een zachtmoedige revolutionair. In het dagelijks leven is hij procescontroleur op de ijzergieterij, maar hier moet hij Jezus weer tot leven roepen. Een eer? Theo: „Ja, dat is werkelijk een eer, zo voel ik dat ook. Maar iedereen is natuurlijk even belangrijk. Zo'n kruis, dat is wel zwaar en je gaat er mee tegen de berg op. Ik vind het altijd weer leuk als er een man uit het volk moet komen om Christus met het kruis te helpen. Want hij mocht natuurlijk niet bezwijken voordat-ie aan het kruis hing. Nou, dan komt hier die man uit het volk en die tilt dat kruis aan de onderkant van achter op...maar dan krijg ik pas het volle gewicht te torsen. Op het moment dat hij het opneemt voel ik het zwaarder worden." Eenzaam Theo gaat behoorlijk op in zijn rol. Hij voelt zelfs de eenzaamheid van de gearresteerde Verlosser: „Eerst die jubeltocht, heel mooi, maar daarna, na het Laatste Avondmaal, dan voel je je werkelijk steeds meer alleen. De angst in de Hof van Olijven, je voelt je steeds sterker vereenzamen. En dat komt op zijn hoogtepunt als hij aan het kruis hangt en zegt: 'Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?' Ja, je ondergaat zo'n kruistocht toch..." Theo: „Ik zie Christus als een revolutionair die opkomt voor de armen, de verdrukten. Daar heeft hij wat mee willen doen. Hij schopt aan tegen het establishment, werd gezien als de verlosser, de bevrijder. In eerste instantie kreeg hij daardoor de mensen mee. En dan deed-ie wat wonderen, tja, daar is men nu eenmaal nogal gevoelig voor. Jezus staat bij ons ook in een harde confrontatie tegenover Maria, zijn moeder. Zijn wil is goed, maar zijn hand is hard, staat er in de tekst als Jezus na het laatste avondmaal met zijn moeder wordt geconfronteerd. Die tekst zeggen wij ook harder dan vroeger." Jeugd Hij legt er de nadruk op dat het in Tegelen niet om een geloofsbelijdenis gaat. Theo: „Waar wij op gokken dat is vooral ook de jeugd. En het spelen als een geloofsbelijdenis, ik geloof datje dat de jeugd niet mag aandoen. Dat bisschop Gijsen de teugels strakker aanhaalt, nee, daar wil ik liever niet over praten. Ik heb daar m'n mening over, maar wij die het Passiespel uitdragen en iedereen iets moois mee naar huis willen geven, nee, daar moeten we ons niet in mengen. Maar als je die tekst op een bepaalde manier zegt, zoals wij dat hier doen in een harde opstelling, dan laat dat aan duidelijkheid niets te wensen De Passiespelen in Tegelen worden gespeeld op 26 mei, 2,9,16,22,23,29,30 juni, 6,7,13,14,21,28 juli, 4,11,18, en 25 augustus, aanvang steeds om 14.30 uur. Avondvoorstellingen op 10,17,24 en 31 augustus, aanvang 19.30 uur. Duur van de voorstelling: ongeveer drie uur. Reservering bij het boekingsbureau Passiespelen tel. 077-36633.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 23