Koude weer en varroa-parasiet boosdoeners congresgebouw DOE MEE MET DE TEKSTWEDSTRIJD EXTRA DEN HAAG - TEL. 548000 ZATERDAG 11 MEI 1985 PAGINA 21 De imker zit in de hoek waar de klappen vallen. De strenge winter en het veel te koude voorjaarsweer hebben danig huisgehouden onder de bijenvolken. Bovendien rukt de varroa, een parasiet die op de bij leeft, angstwekkend snel op. Gevolgen heeft het wel. Voor de fruitteelt, bijvoorbeeld. De boomgaarden staan nu in bloei. Tijd voor bestuiving dus. Maar, zeggen de imkers, wij hebben niet genoeg bijenvolken om iedere kweker te kunnen helpen. De vraag overtreft het aanbod. Wat nu? T.H. Weijman: "Blijft de worden uitgeroeid". oprukken, dan zullen er nog meer bijenvolken door Jan Westerlaken bestrijden, maar aan de andere kant wordt er helemaal niets tegen ondernomen. Ga er dan maar eens aan staan zoiets voorgoed de wereld uit te helpen." Honing Weijman zei het al eerder. Als het niet lukt om de varroa met een natuurlijke vijand te bestrijden, blijft er weinig anders over dan een chemisch middel te ontwikkelen dat hetzelfde resultaat heeft. Loopt de imker dan geen gevaar dat dit middel wordt teruggevonden in de honing die de bijen produceren? Weijman licht toe dat dit zeker een punt is waar niet al te lichtvaardig over heen gestapt mag worden. "We moeten heel goed oppassen dat er geen restanten van bestrijdingsmiddelen achterblijven. Dat kunnen we beslist niet hebben. Ik kan verzekeren dat iedere imker met argusogen waakt over de kwaliteit van de honing. Zodra wij een middeltje uitproberen om te varroa uit te roeien, dan wordt onmiddellijk onderzocht welke invloed dat heeft op de honing. Er zullen maar heel weinig imkers zijn die naar chemische middelen grijpen als er iets moet worden bestreden." Maar de bijenhouder moet toch wat. Met de varroa in zijn volken kan hij niets beginnen. Resten hem twee dingen: of hij stopt met imkeren of hij doet er alles aan om van de parasiet af te komen. Wanneer dat niet zou lukken, welke gevolgen heeft dat dan voor de bijenstand? Weijman: "Blijft de varroa oprukken, dan zullen er nog meer volken dan nu al het geval is worden uitgeroeid. Het zal duidelijk zijn dat er dan veel minder bijen over zullen blijven. De bijen die overleven zullen kwalitatief een stuk minder zijn dan de bijenvolken die nooit met de varroa in aanraking zijn geweest. Voor de natuur en de economie heeft dat gevolgen. Ik wil het woord rampzalig niet in de mond nemen, maar dat dit tot ernstige gevolgen leidt staat voor mij als een paal boven water." De ether scheidt de bij en de varroa wel van elkaar, maar meer ook niet. Door al die tegenslagen houden bosjes imkers hun liobby voor gezien. Omdat ze er alleen maar ellende en geen greintje plezier meer aan beleven. Of er ooit een oplossing komt? Weijman haalt zijn schouders op: "Moeilijk te zeggen hoor. Men zoekt naar een chemisch middel, maar ook naar een biologische mogelijkheid om van die kwelgeesten af te komen. Een biologische uitroeïng - de varroa met een ander insekt bestrijden - zou de mooiste oplossing zijn. In die richting proberen we wat te vinden. Maar het valt om de drommel niet mee", laat Weijman er gelaten op volgen. Het antwoord liegt er niet om. "Ik vrees", zucht Th. Weijman, lid van het hoofdbestuur van de Vereniging tot Bevordering der Bijenteelt, "dat het tekort aan bijenvolken dit jaar wel eens extreem hoog zal kunnen uitvallen. Misschien gaat het wel om enkele duizenden volken. Voor een goede bestuiving van een boomgaard van één hectare heb je één tot vier bijenvolken nodig. Zoals de zaken er nu voorstaan kunnen wij bij lange na niet alle fruittelers op hun wenken bedienen. Heel wat bijenhouders hebben niet eens in hun kassen gekeken. Waarmee ik zeggen wil dat het tekort nog ernstiger kan zijn dan nu te overzien is." in de bloem en brengt zodoende het stuifmeel van de meeldraad op de stempel over waardoor bevruchting plaats heeft. Bevruchting die voor bijna honderd procent zeker is. En dat kan men van geen enkel ander insekt beweren. Zeker, andere insekten zuigen ook nektar uit de bloemen. Maar de kans dat het stuifmeel in dit geval ook vruchten afwerkt, is een stuk minder. Als er onvoldoende bijenvolken voorhanden blijken te zijn, wat zijn dan de konsekwenties? Bolder is er duidelijk over: "Dan moeten wij onze hoop vestigen op de wilde insekten en op windbestuiving. Het zou heel jammer zijn als dat nodig is. Wij, en daarmee bedoel ik de fruittelers, kunnen de bijen niet missen." De bezorgdheid die de imkers uitstralen, heeft nog geen paniek bij de fruittelers veroorzaakt. Echte zorgen maken zij zich niet. Zouden er te weinig bijen zijn, dan is er, wat Bolder betreft, nog geen man overboord. Waarom niet? "Kijk", merkt hij laconiek op, "als de ene kweker wel bijen in zijn boomgaard heeft en z'n buurman heeft die niet, dan* komen die bijen toch ook wel bij die buurman. Want een bij kan nu eenmaal niet zien waar de grens van zijn werkterrein ligt." overigens een rol. Het weer - zon en regen - is eveneens van belang. Krijgen we een goede zomer, dan is er lang niet zo veel behoefte aan bijenvolken als bij regenachtig weer." Bijenkenner Weijman denkt daar anders over. Volgens hem heeft de bestuiving via bijen wel degelijk haar invloed op de kwaliteit en de vorm van de vrucht. "Een heleboel mensen onderschatten nogal eens hoe belangrijk bijen voor kwekers zijn. Zelfs het ministerie van landbouw trekt die belangrijkheid zo nu en dan in twijfel. Helaas kunnen wij - de imkers - dat niet aantonen. Nog nooit is er een wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de vraag welke waarde er nu precies aan de aanwezigheid van de bij in een boomgaard moet worden toegekend. Af en toe is er wel eens een onderzoekje gedaan. Daar is het bij gebleven. We weten uit ervaring dat de bij de vruchtvorming gunstig beïnvloedt. Jammer genoeg kunnen wij dit gegeven niet met harde cijfers staven. Steeds weer worden wij daarmee geconfronteerd: men vraagt om bewijsmateriaal. Dat hebben we niet. Ik durf wel te voorspellen dat de landbouw, daarmee bedoel ik dus de fruittelers en kwekers van augurken, koolsoorten en zaden, heel gauw zal merken dat het niet goed zit met de bijenteelt. Hoe triest het ook is, maar volgens mij gaat het deze mensen geld kosten." Achterlijf vc werkbij met vat achterlijfringen. n volwassen lijt tussen de Raadselachtig De varroa is een parasiet van ruim een millimeter groot die aanvankelijk alleen in Azië voorkwam. Op raadselachtige wijze is hij in Europa terecht gekomen en is daar nu de schrik van iedere imker. Het beestje nestelt zich niet alleen op de bij zelf, maar ziet ook kans om in de pop door te dringen. Hierin vermenigvuldigt de varroa zich. Het broedsel gaat op die manier verloren. Over het in Europa terechtkomen van d€ parasiet zegt Weijman: "Hoe komen die beesten hier? Ik denk doordat imkers nogal eens reizen. Zo verspreid je ze snel. Nederland herbergt zo'n twaalfduizend georganiseeerde bijenhouders, maar er is sprake van een behoorlijk groot aantal imkers dat niet bij onze vereniging is aangesloten. Daar wringt de schoen. Onze leden krijgen voldoende informatie over de eventuele aanwezigheid van de varroa of andere besmettelijke ziekten. De niet-georganiseerde imkers kunnen niet over die gegevens beschikken. Juist bij die bijenhouders kan de bron van de varroa zitten. Hoe moetje die nou opsporen? Voor iedere imker is dat werkelijk een bijzonder groot probleem. Wij - de leden van de vereniging - proberen de parasiet op alle fronten te Pessimisme bij de imkers. De fruittelers zelf zien het wat minder somber. Luister naar A. Bolder van de Nederlandse Fruittelers Organisatie: "Wij hebben inderdaad het een en ander gehoord over een tekort aan bijenvolken. Het is niet eenvoudig om er voldoende van in huis te krijgen. En dan te bedenken dat we er echt om zitten te springen. Hpel wat fruitbomen hebben de winter niet overleefd. Dus zijn wij er bij gebaat dat wat nu in bloei staat oók werkelijk wordt bestoven." Bolder vermoedt dat alles wel op z'n pootjes terecht zal komen. Kwekers uit Noord-Holland hebben hem laten weten dat ze veel moeite moesten doen om bijen te kunnen huren van imkers. Ze zijn erin geslaagd. Maar er zijn meer gebieden waar de fruitteelt een belangrijke plaats inneemt. Hoe de situatie daar precies is. weet Bolder niet. Wilde insekten Vrouwelijke Kwaliteit Wanneer de bestuiving minder intens geschiedt, dan komen er, normaal gesp'roken, minder vruchten aan de boom. Of die geringere bestuiving ook van invloed is op de kwajiteit van de vrucht betwijfelt Bolder. Hij zegt: "Als de bestuiving niet optimaal is, zal de boom minder vruchten dragen. Dat is duidelijk. Maar de kwaliteit hoeft daar absoluut niet onder te lijden. Heeft een fruitteler bijen in zijn boomgaard, dan is hij praktisch verzekerd van een goede oogst. Die zekerheid valt weg als de kweker is aangewezen op wilde insekten en wind. Niet alleen deze faktoren spelen Werksterpop met volwassen Varroa Heeft de varroa zich eenmaal in een bijenvolk verspreid, dan verzwakt de kolonie sterk of gaat geheel ten gronde. Hoewel er naarstig wordt gezocht, is men er nog niet in geslaagd een middel te vinden waarmee de parasiet voor goed kan worden uitgeroeid. Aanvankelijk dacht men in de nicotine van tabaksrook een verdelgingsmiddel gevonden te hebben. Maar de rook was niét afdoende. Net als ether trouwens. Zijn opmerking - 'de imkers gaan een rot tijd tegemoet' - spreekt boekdelen. De winter en het slechte voorjaar hebben een ware slachting aangericht onder de bijenvolken. Er dreigt nog meer gevaar. De varroa, een parasiet die in de weke delen én in de poppen van de bij leeft, rukt op. De imkers in het westen van het land hadden tot voor kort geen last van het spinachtige beestje. Nu is het ook hier gesignaleerd. De bij, is het insekt bij uitstek dat voor een optimale bestuiving kan zorgen. Zij kruipt - om de nektar op te zuigen - diep MACHINEHANDEL BLOM B.V. O AL MEER DAN 35 JAAR in houtbewerkingsmachines zowel nieuw en gebruikt s Molenaarsweg 3, Inkoop verkoop 2401 LL Alphen aan den Rijn Tel. 01720-21418 rwwifivw AUTO Steenstraat 2, 2312 BW Leiden Tel. 071-130335. Aparte zalen voor recepties, diners, lunches, vergaderingen etc. vrijdag 17 mei - 20.15 uur Rob de NijS - pur sang 's maandags gesloten STADSGEHOORZAAL presenteert i.s.m. LEIDSCH DAGBLAD .ZIJ DOEN EVEN NIET MEE... Zondag 12 mei - Stadsgehoorzaal Toegangsprijs slechts: 2,50 p.p. Van 10.00 tot 17.00 uur. -=5|É M.m.v. de tekenaars (ffi ERICSCHEURS n HjO BERT BUS Êf/iM DICK VLOTTES ROB VAN ZANTEN M HEIN DE KORT f En verder: geschiedenis van het beeldverhaal geschiedenis van de science fiction strip gehele dag tekenfilms hoe leer ik striptekenen (cursus LOI) de allernieuwste én antieke strips (rrhm.v. de stripshop)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 21