'Maak het elkaar
niet zo moeilijk'
Nijpels: familie
is een rustpunt
Wij leven vrij... en blij?
GEZIN/GODSDIENST
LEVENSDOEL
Van de ondervraagden die Nederlands-Her
vormd zijn opgevoed zegt 63 procent het nu
nog te zijn. Zevenenzestig procent van de
Rooms-Katholiek opgevoeden hangt op dit
moment het RK-geloof nog aan. Dat bete
kent dus in beide gevallen dat bijna een
derde hun geloot de rug heeft toegekeerd.
De gereformeerden zijn hun kerk nog het
meest trouw gebleven. Van de Nederlandse
bevolking is 13 procent gereformeerd opge
voed, negen procent Is het gebleven.
De meest spectaculaire groei is te vinden
onder de humanisten. Ruim een derde van
de Nederlanders zegt geen godsdienst aan
te hangen. Ongeveer de helft van hen is ook
zonder godsdienst opgevoed.
Winst en verval van de Nederlandse
godsdienstige stromingen (in procenten)
Gereformeerd 13 9 -28
Rooms-Katholiek 32 22 -33
Nederlands-Hervormd 30 19 -37
Humanistisch l 6 +600
Overige godsdiensten 8 10 +125
Geen 16 34 +213
De helft van alle Nederlanders die in de
problemen zitten gaat bij zijn familie te
rade. Vijfentwintig procent klopt het eerst
aan bij buren en 20 procent bij vrienden.
Wat is het belangrijkste in uw leven? Bijna
54 procent van de Nederlanders aarzelt
geen moment en antwoordt: mijn gezond
heid. Tussen de 16 en 17 procent vindt dat
gezin en levenspartner boven de eigen ge
zondheid gaan. Maar als aan deze groep
wordt gevraagd wat er op de tweede plaats
komt, dan noemt ruim 20 procent toch weer
gezondheid. Werk scoort heel laag: 1 pro
cent noemt een baan als het belangrijkste
in ziin of haar leven.
„Om God en de medemens te dienen",
zegt 1 op de 4 Nederlanders
vraagd wordt naar hun levensdoel.
Aanzienlijk kleinere groepen Nederlan
ders antwoorden: „Het leven zelf is een
doel" en „Je moet er maar het beste van
zien te maken" (beide 14 procent).
Zo'n 13 procent, vooral jongeren en
werklozen, kijkt slechts naar de geneugten
des levens en zegt: „Het gaat er mij om zo
veel mogelijk te genieten".
Wie of wat houdt ons stervelingen in de
gaten, beschermt ons, straft ons? Voor bij
na de helft van de Nederlanders is God nog
springlevend. Zorgt Hij voor iedereen per
soonlijk of let hij op Zijn schepping? Daar
over zijn de meningen van de gelovigen
verdeeld.
Bijna een kwart, onder wie veel jonge
ren, zegt dat God niet bestaat of vindt het
zinloos om erover te piekeren.
Een op de drie Nederlanders (vooral de
mensen jonger dan 45 jaar) denkt dat er
'iets' is. Maar wat? Een god, meerdere op-
e niet
Bijna 2 procerit meent: 'Alleen wat ik zie
kan ik geloven'. Volgens deze kleine min
derheid bestaat er helemaal niets buiten
deze wereld, dus ook geen anonieme macht.
DE RESULTATEN VAN EEN ENQUÊTE NAAR DE VRIJHEIDSBELEVING IN NEDERLAND
iwmmÊmmmmmmm—mmmmmmmmmmmmmm—mm*
Zijn roomskatholieke
komaf zal Ed Nijpels,
leider van de Tweede
Kamer-fractie van de
WD, nooit
verloochenen. Hij
bewaart goede
herinneringen aan zijn
oude nest dat hij weigert
te bevuilen. Wèl keerde
Nijpels zich destijds af
van de eens
vanzelfsprekende
gewoonte om zijn
politieke keuze te
bepalen aan de hand van
het geloof.
Ed Nijpels had vroeger in de kerk
wel eens de neiging op te staan om
uit te leggen dat hij het met de pre
diking volstrekt niet eens was. Tot
opluchting van zijn moeder heeft
hij die neiging weten te onder
drukken totdat hij politieke bij
eenkomsten ging bezoeken.
Het duurde tot in de jaren zestig
voordat het blok van christelijke stem
mers begon af te brokkelen en de par
tij-politieke verhoudingen werkelijk
gingen verschuiven. Vooral de KVP
verloor haar greep op de massa's en zag
haar aanhang in tien jaar voor bijna de
helft weglopen.
Ed Nijpels treurt niet om die afkal
ving van de christelijke partijen. Hij
noemt het „onbestaanbaar" dat hij ooit
lid zou worden van zo'n partij, omdat
„ik geloof nooit kan zien als basis voor
politiek handelen". Daarmee wil hij
zich beslist niet afzetten tegen zijn ka
tholieke nest. Integendeel, hij onder
houdt een stevige band met zijn familie
die hij omschrijft als „een typisch ou
derwets, Brabants, katholiek gezin".
De WD-leider past goed in het beeld
dat de enquête van de GPD-bladen op
roept: meer dan vijftig procent van de
ondervraagden valt bij problemen te
rug op de eigen familie. „Deze enquête
logenstraft ook dat de samenleving wat
uit elkaar aan het vallen is, zoals dik
wijls wordt gezegd", stelt hij vast.
Hulpverlening
Na de eigen familie zijn buren en
vrienden de belangrijkste toeverlaten
bij problemen. Georganiseerde hulp
verlening speeltnumeriek een zeer on
dergeschikte rol. Nijpels vindt dat deze
uitkomst „ontnuchterend kan werken
voor het hele denken over welzijns
werk". Hij onderkent wel dat er een be
paalde groep zal overblijven die altijd
op hulp van instanties is aangewezen
maar ziet in de enquête-uitkomst toch
een bevestiging voor de opvatting „dat
we van het welzijnswerk geen over
spannen verwachtingen moeten heb
ben". Hulpverleners doen er volgens
hem goed aan zich te realiseren 'dat ze
achter in de rij staan".
Nijpels mag politiek zijn 'doorgebro
ken', hij noemt zichzelf nog steeds ka
tholiek en schaart zich daarmee bij de
67 procent van de ondervraagden dat
als katholiek werd geboren en zich nog
steeds zo wil noemen. „De ontkerkelij
king slaat in de samenleving ook min
der sterk toe dan wel eens wordt ge
dacht", stelt hij vast. Wel tekent hij
daar onmiddellijk bij aan dat binnen
die groep de opvattingen wel sterk ver
anderd kunnen zijn.
„Neem maar ons eigen gezin. Ik ben
vrij streng katholiek opgevoed en ik zie
dat allerlei normen daar vrij sterk ver
anderen, zelfs bij mijn ouders. Om een
voorbeeld te noemen: ik zou het tot en
met de middelbare school wel uit mijn
hoofd hebben gelaten om 's zondags
"niet naar de kerk te gaan. Mijn ouders
zouden dat nooit geaccepteerd hebben.
Nu gebeurt dat niet meer en mijn ou
ders accepteren dat ook. Ik denk dat
het allerbelangrijkste is, maar dan
spreek ik erg persoonlijk, dat het stren
ge dogmatische karakter van het ge
loof sterk is afgenomen. Katholieken
waren vroeger zeer volgzaam en zijn nu
veel kritischer geworden, ook over hoe
het geloof beleefd moet worden. Ze
willen niet meer in de dwingelandij
van allerlei regels. Geloven is in feite
toch een puur individuele zaak".
Welvaart
De verklaring voor het feit dat de ka
tholieke kiezers pas in de jaren zestig
gingen schuiven zoekt hij in de wel
vaart die we toen zo ongeveer bereik
ten. „Na de Tweede Wereldoorlog zijn
we in een periode van herstel terecht
gekomen. Nederland was terug bij af.
Alles moest weer van de grond af wor
den opgebouwd en dat gebeurde in
grote harmonie. Op het moment dat er
een zeker welvaartsniveau werd be
reikt en mensen weer eens in de stoel
achterover konden leunen om na te
denken, zag je sociale veranderingen.
Ik geloof dat je dat in iedere samenle
ving kunt zien. Welvaart leidt tot eman
door Rimmer Mulder en Erik van Venetië
cipatie van de burger en dat leidt per
definitie tot deconfessionalisering".
Werklozen
Dat 'soort' nog altijd 'soort zoekt'
blijkt ook uit het enquête-resultaat dat
mensen met een baan naar verhouding
veel minder contact hebben met werk
lozen dan mensen zonder een baan.
Die uitkomst lijkt Nijpels logisch maar
hij wijst er wel op dat je niet mag zeg
gen dat werkenden 'absoluut geen'
werklozen of arbeidsongeschikten in
hun omgeving hébben. Dat geldt ook
voor politici. Hij vertelt dat zijn eigen
vrouw een tijdje zonder baan heeft ge
zeten. „Ik heb dus aan den lijve erva
ren hoe moeilijk het is om aan de slag
te komen. Daarbij bleek ze ook nog een
extra handicap te hebben, namelijk dat
ze met mij getrouwd was".
Hij onderkent het wel als 'een groot
gevaar' dat langdurig werklozen in een
maatschappelijk isolement terecht ko
men door te weinig contacten buiten
de eigen groep. „Dan krijg je getto-vor
ming zoals je in Amerika sterk ziet.
Daar moet je erg voor oppassen; ook
dat die mensen een soort gelatenheid
over zich krijgen. Zo van „ik ben voor
een dubbeltje geboren en zal nooit een
kwartje worden'. Dat is ook heel erg
strijdig met wat ik als één van de ker
nen van het liberalisme zie, de vrijheid
Die vrijheid is natuurlijk loos als men
sen zich niet kunnen ontplooien. Dat is
in mijn ogen één van de ernstigste be
dreigingen van die vrijheid. Als ie
mand zich niet meer kan ontplooien
door zijn afkomst of doordat hij in een
groep zit die niet meer die kansen
krijgt dan betekent dat toch dat hij niet
dat ideaal van ons, die zelfbeschikking,
zal bereiken".
De vrees voor dat isolement van die
langdurig werklozen loopt bij Nijpels
niet meteen uit'in speciale program
ma's van overheidswege. Werkgele
genheid scheppen is volgens hem het
belangrijkste wat de overheid kan
doen. „Voor mij is arbeid nooit een
doel op zichzelf. Het is een middel om
je te kunnen ontplooien. Het allerbe
langrijkste wat je kunt doen is zorgen
dat er ook voor die mensen, en met na
me de jongeren, want die isoleren zich
helemaal, weer uitzicht komt op werk.
Ik ben er heilig van overtuigd dat het
overgrote deel van de werklozen in Ne
derland het vreselijk vindt geen baan
te hebben. Dat wordt een soort kanker
gezwel in gezinnen en buurten. Ik vind
het van essentieel belang dat mensen
zich kunnen ontplooien en daarom
werk hebben".
Gezin
Zelfontplooiing, zelfbeschikking, in
dividuele vrijheid, het zijn trefwoorden
die regelmatig opduiken in Nijpels ant
woorden. Het onderstrepen van die in
dividuele vrijheid en verantwoorde
lijkheid mag niet worden gezien als
een afkeer van het gezin. „Het blijkt
dat voor heel veel mensen dat gezin
toch heel belangrijk is. Dat is prima.
Waar het om gaat is dat zelfbeschik
kingsrecht. Je kiest zelf voor een sa
menlevingsvorm en dat is voor veel
mensen nog het gezin. Voor liberalen
geldt per definitie een hele sterke
drang naar zelf beslissingen nemen.
Dat verdraagt zich niet met verplichte
organisaties en met allerlei regeltjes
binnen clubs waaraan je je moet con
formeren".
Of Ed Nijpels als prediker van de in
dividuele vrijheid nu zelf sterk heeft
bijgedragen aan het verval van het ou
de christelijke blok in de politiek, of
dat hij alleen maar heeft geprofiteerd
van die afbrokkeling laat hij liever
in het midden. „Het is een beetje de
vraag van de kip en het ei. Het is een
feit dat de WD en de PvdA ervan pro
fiteren. Aan de andere kant hebben we,
door in enkele campagnes zoveel na
druk te leggen op het individu, ook ons
steentje er aan bijgedragen dat mensen
zich ervan bewust werden, van die
keuzevrijheid".
Op die manier bestaat er wel een di
rect verband tussen Nijpels' optreden
en de verdere terugdringing van de rol
van de christelijke partijen. Die ziet hij
zelf ook wel. Als we daaruit maar niet
aflezen dat hij zich wil afzetten tegen
zijn vroegere nest. „Ik heb er goede
herinneringen aan. Ook wel een paar
slechte en dan kom ik weer op dat dog
matische, dat strenge. Maar je ziet wel
veel dat mensen die streng katholiek of
streng gereformeerd zijn opgevoed la
ter de behoefte hebben zich daar
enorm tegen af te zetten. Die heb ik to
taal niet".
Het doel van het leven?
Wim Neijman hoeft er
niet lang over na te
denken. "Genieten van
het leven. Ja, dat spreekt
mij wel aan. Plezierig
omgaan met elkaar, een
beetje aardig zijn en niet
overal een drama van
maken. Laten we het hier
nou niet beroerder
maken dan het al is".
Wim Neijman (50) is al 26 jaar
werkzaam bij de omroep als regis
seur, samensteller van documen
taires en tv-presentator. Vooral in
laatstgenoemde hoedanigheid
raakte hij de afgelopen jaren be
kend dank zij (IKON-televisie)
praatprogramma's als 'Jouw
Beurt', 'Ik spreek jou nog wel',
'Geloof, Hoop en Liefde show',
'Geld en geluk show', 'Albumbla
den' en recentelijk 'Lasten en Lus
ten'.
In meer dan honderd programma's
liet hij kinderen, jongeren en ouderen
praten over wat zij in hun leven doen,
zoeken en verwachten. Neijman: "Je
moet dat niet te zwaar zien. Er zit na
tuurlijk wel enig idealisme achter zo'n
programma, maar er wordt ook naar de
praktische uitvoerbaarheid van een on
derwerp gekeken. Is er een interessan
te tv-show van te maken? Het thema
bij al die shows is wel: Hoe ga je met
elkaar om? Waarom op die manier? En
kan het beter?"
Vragen die te maken hebben met het
doel van het leven. Dat in de GPD-en-
quête het levensdoel 'God en de Mede
mens' het hoogst scoort, verbaast Neij
man niet, de christelijke traditie van
dit volk in ogenschouw nemend. "In
het christendom is sinds jaar en dag
verkondigd dat de aarde een tranendal
is, een wachtkamer, een periode waar
je even doorheen moet om uiteindelijk
voor de poort bij Petrus te staan waar
na het eeuwige, heerlijke leven een
aanvang neemt".
Bijbelteksten
Hoewel zelf hervormd en werkend
voor een omroep die de zendtijd van de
kerken vult, heeft Neijman het niet zo
op bijbelteksten. "Die teksten zijn zo
ruim te interpreteren. Het CDA is niet
voor niets zo'n draaikonterige partij. Je
moet het zoveel mensen met verschil
lende interpretaties naar de zin maken.
Bij de IKON merk ik al dat dat ge
woon niet kan. Als je een psalm uit
zendt krijg je gegarandeerd herrie over
het ritme, laat staan over de inhoud.
Mensen zijn vaak zo vreselijk star. Al
leen hun manier van geloven is de juis
te. Dat noem ik geestelijke armoede.
Overigens blijkt uit de enquête dat
de vaak gesignaleerde afkalving van
het christendom wel meevalt. Veel
mensen voelen zich nog altijd verwant
met godsdienstige zaken. Neijman:
"Het percentage op zich zegt niets over
de mate van meelevendheid. Ik ben
zelf christen, maar ik kom bijvoorbeeld
nooit in de kerk. Je moet kijken hoe
actief iemand is binnen een geloofsge
meenschap. Ik denk dan dat de afkal
ving groter zal blijken te zijn dan de
cijfers nu aangeven".
"Het is natuurlijk ook best deftig om
ergens bij te horen. Mensen zeggen
niet zo gauw: streep mij maar door. Als
je een streepje laat zetten in officiële
stukken achter de vraag welke gods
dienst men belijdt, dan geef je toch
min of meer toe dat je niet gelooft in
een leven na de dood. Mensen kunnen
je dan makkelijk aanzien voor een cy
nisch of fatalistisch persoon. Zo van:
dood is dood, op is op. Nou, dat willen
de meeste mensen dus niet. Dan willen
ze er toch maar liever bijhoren en daar
hebben ze nog wel een tientje kerkelij
ke bijdrage per jaar voor over ook".
Neijman benadrukt enkele malen in
het gesprek dat zijn reacties op de en
quête niet moeten worden beschouwd
als die van een deskundige. Waarmee
hij overigens niet wil beweren dat de
opmerkingen van deskundigen zalig
makend zijn. Neijman: "Voor de ru
briek Kenmerk heb ik jaren geleden
veel hoogwaardigheidsbekleders geïn
terviewd. Daarna eigenlijk nooit meer.
In m'n programma's van de laaste tien
jaar heb ik alleen nog maar met gewo
ne mensen gepraat. Ach, de beste des
kundigen zijn de mensen zelf. Ze kun
nen hun eigen situatie toch het beste
inschatten".
Orthodox
Het vinden van geschikte mensen
voor de praatprogramma's noemt Neij
man een vak apart. "Dat gaat soms heel
Wim Neijman: volgens het christendom is de aarde een tranendal. <fot° gpdj
door Bert Paauw
orthodox. Er zijn wel eens twee meis
jes uit de tram geplukt die druk over
een onderwerp zaten te praten dat wij
in ons programma aan de orde wilden
stellen. Vaak lopen de contacten via or
ganisaties. Als je het over astma wil
hebben, kom je al gauw bij de astma
vereniging terecht. Daar hoor je dan:
die en die kan goed over dat onder
werp praten. Zo rolt dat balletje".
"Mensen zijn tegenwoordig niet
meer zo happig om mee te werken aan
praatprogramma's. Vroeger was dat
anders. Waar de huidige terughou
dendheid aan ligt weet ik niet maar ik
vermoed dat het iets te maken heeft
met angst om een baan te verliezen.
Een baas die z'n werknemer op tv iets
hoort beweren zou eens kunnen zeg
gen: nooit geweten dat jij zo links of zo
rechts bent of er zo'n rare hobby op na
houdt. Ga er maar uit".
"Ik heb het overigens nog nooit mee
gemaakt dat mensen nadeel van een
optreden hebben ondervonden. Ook
niet dat ze er achteraf spijt van hadden.
In veel gevallen werkt een optreden
voor de mensen therapeutisch. Ze heb
ben zich eens kunnen uiten, dat geeft
een zekere opluchting. Bovendien
blijkt hun probleem helemaal niet
uniek te zijn. Een optreden ontlokt
vaak hele leuke brieven en invitaties.
Dat is voor de mensen dan een extra
oppepper".
"In de Geloof, Hoop en Liefde show
kwamen twee vrouwen en een man,
die gedrieën samenwoonden en intie
me relaties met elkaar onderhielden,
aan het woord. Dat heeft enorm veel
reacties losgemaakt, merendeels posi
tieve. Die drie zijn daarna als een soort
reizende ambassadeurs door het land
getrokken om nog eens precies te ver
tellen hoe zij dat deden. Veel andere
mensen waren jaloers, wilden het ook
zo doen, maar zaten met hun emoties
en dergelijke in de knel".
Verwijt
Neijman krijgt nog wel eens het ver
wijt naar het hoofd dat hij de deelne
mers opmerkingen over privézaken
ontlokt waar de kijker eigenlijk niets
mee te maken heeft. "Het gevaar dat
mensen iets overkomt dat ze niet heb
ben kunnen voorzien, daar geloof ik
niet zo in. Van tevoren wordt alles wel
drie, vier en soms zeven keer met ze
doorgesproken. Ze zijn zich er echt wel
van bewust wat ze doen, nemen er een
vrije dag voor, gaan nog eens extra
naar de kapper. Bovendien zitten ze in
een studio met wel honderd lampen en
een stuk of vier camera's om zich
heen".
"Daarnaast trek ik zelf mijn ethische
grenzen. Ik ga ver in mijn vraagstel
ling, maar trek wel een lijn. Ik zal bij
voorbeeld nooit vragen: hoe vaak doen
jullie het met elkaar? Tenzij ze het zelf
vertellen en dan knippen we het er la
ter eventueel nog uit. Het is natuurlijk
wel zo dat mensen na tien minuten pra
ten de camera's en andere apparatuur
vergeten. Het gesprek wordt dan spon
taan en de kans bestaat dan dat ze er
dingen uitflappen die ze eigenlijk niet
hadden willen zeggen. Na afloop mo
gen ze altijd aangeven of ze bepaalde
opmerkingen er alsnog uitgeknipt wil
len zien. Als dat zo is, dan gaat het er
ook uit. Daar zijn we absoluut be
trouwbaar in, ook al vinden we het
soms zelf jammer omdat het een leuk
stukje voor het programma was".
"Collega's zeggen wel eens tegen me:
die zeggenschap moet je de mensen
niet geven, dan geef je je macht als pro
grammamaker uit handen. Maar ik heb
nog nooit gemerkt dat mensen die mo
gelijkheid misbruiken. Het gebeurt zel
den dat mensen er achteraf iets uitge
haald willen hebben. En als het al eens
gebeurt dan gaat het meestal over een
spontane vloek of iets ander, onbe
langrijks".
Het succes van dè praatprogramma's
is door Neijman snel verklaard. "Men
sen kijken graag naar mensen. Ze ho
ren anderen praten over dingen waar
ze zelf ook mee zitten. Iemand probeert
al drie jaar tevergeefs met z'n vrouw
over een bepaald onderwerp aan de
praat te komen en hoort dan op de tv
hoe anderen dat doen. Als mensen an
deren horen praten over problemen die
ze herkennen dan helpt dat misschien
een beetje bij de oplossing ervan".
"Wij proberen in onze programma's
iets van menswaardigheid, sociale
rechtvaardigheid en begrip voor elkaar
uit te dragen. En dan kom ik eigenlijk
vanzelf weer uit bij die vraag naar het
doel van het leven. Ik zou zeggen: ge
niet er toch van en maak het elkaar niet
zo moeilijk".
Ed Nijpels: enquête ontnuchterend voor welzijnswerk. (foto anp»