Arbeidsmarkt voor velen een loterij met 'nieten' Wij leven vrij... en blij? WERK Ondanks de vele onderwijshervormingen blijven zo'n vier van de tien Nederlanders ontevreden met hun opleidingsniveau. Een rondgang langs vier deskundigen leert dat voor talloze groepen de kans op een baan naar wens verkeken is. De arbeidsmarkt dreigt voor hen een loterij te worden met uitsluitend 'nieten'. Ondertussen worden honderdduizenden kanslozen door de arbeidsbureaus afgeschreven. Ruim de helft van de werklozen die nog nooit hebben gewerkt, zien er geen gat meer in. Hoe voorkomen we dat de samenleving in tweeën splijt? En wie is eigenlijk nog kansrijk? Het schoolgebouw aan de rand van Den Haag liep door het dalen de leerlingenaantal de laatste jaren leeg. Van de drie verdiepingen stonden er twee leeg. Een handje vol kinderen vermaakte zich tij dens het speelkwartier op het veel te grote schoolplein. Het gemeentebestuur dreigde door fusie de school op te heffen, maar zag daar op het laatste moment van af. On der de twintigers, de vijftigers en zesti gers, onder mannen en vrouwen groeit de behoefte om weer naar school te gaan. Nu bruist de school weer van ac tiviteit. Op de plaatsen waar vroeger hun kinderen de tafel van drie op dreunden, volgen de volwassenen nu een Mavo-, Havo- of Heao-opleiding. Het succes van het tweede kans on derwijs in dit willekeurige schoolge bouw wordt bevestigd door de uitkom sten van de GPD-enquête. Ruim vier van de tien Nederlanders zijn ontevre den met de gevolgde opleiding en had den eigenlijk willen doorstuderen. Luttele kilometers verderop, aan de rand van de duinen in Wassenaar, ligt een voormalig landhuis: het NIAS, een oord waar talentvolle wetenschappers zich kunnen terugtrekken om te stude ren. De schoonheid van de omgeving, de rust en de stilte staan in schril con trast met het kille schoolgebouw waar de horden lager opgeleiden hun kan sen op een redelijke baan trachten te vergroten. In een van de kamertjes vinden we de jonge Rotterdamse hoogleraar prof. dr. J.M.M. Ritzen. Hij geniet landelijke bekendheid als PvdA-econoom en me de-ontwerper van het werkgelegen heidsplan van oud-premier Den Uyl. Ritzen ziet een duidelijk verband tussen kansarmoede en opleiding: „Mensen die hun eigen kansen niet kunnen vergroten, noem je kansarm. Mensen blijken vaak te denken dat de opleiding die ze hebben gehad onvol doende kansen biedt hogerop te ko men. Die kansarmoede heeft twee ele menten: ten eerste hebben ze het ge voel dat ze niet kunnen meepraten over allerlei zaken en ten tweede en dat is het belangrijkste - denken ze dat ze niet of nauwelijks in staat zijn hun eigen financiële positie te beinvloe- den", aldus Ritzen. Kansarmoede is een ruim begrip. Terwijl Ritzen vanuit zijn achtergrond als onderwijskundige op de onderwij sachterstand wijst, richten anderen de blik veeleer op de werklozen die hun kansen op de arbeidsmarkt hebben zien slinken. „Van de 800.000 inge schreven werklozen, kan de helft als kansarm worden gerekend", aldus Mr. F.A.H.M. Kruse, directeur-generaal voor de arbeidsvoorziening op het mi nisterie van sociale zaken en werkgele genheid. In die functie bepaalt hij het vacaturebeleid van alle arbeidsbu- Onderste laag Kruse: „Er bestaan grote verschillen tussen groepen mensen als het gaat om de kans op een baan. Of men heeft een vooroordeeel tegen je of of er spelen objectieve gronden waardoor je weinig kans maakt een carrière op te bouwen. Kansarmoede is trouwens een merk waardig begrip. Er blijft altijd een on derste laag in de samenleving. Vroeger waren dat de zogenaamde a-socialen, tegenwoordig zijn dat de buitenlandse werknemers waarop de mensen neer kijken". Kansarm ben je volgens Kruse als je beantwoordt aan een van de volgende kenmerken: ouder dan 40 jaar, gehan dicapt, langer dan 2 jaar werkloos en geen verdere opleiding genoten dan la gere school. „Voldoe je aan twee van deze factoren, dan kun je het verder op de arbeidsmarkt wel vergeten, dan ben je volstrekt kansloos", aldus Kruse. Een rondgang langs de deskundigen leert dat tal van groepen onder het be grip kansarmoede vallen, de ene groep is er beroerder aan toe dan de andere. Elke groep heeft zijn eigen problemen. De eerste groep wordt gevormd door de jongeren, waarvan er per jaar dertig- tot veertigduizend het onderwijs verla ten zonder dat ze een diploma op zak hebben. Zes jaar lagere school en een paar jaar lager beroepsonderwijs of Mavo is alles wat ze aan opleiding heb ben gehad. Ritzen: „Die groep groeit elk jaar aan. Over tien jaar zijn het er 400.000, over twintig jaar 800.000. Moet je je eens voorstellen wat een enorme pro blemen dat gaat geven. Het zijn men sen die het grotendeels aan zichzelf te wijten hebben dat ze weinig kansen zullen krijgen. Maar nu al, zo blijkt uit de GPD-enquête, zijn veel van die jon geren ontevreden met hun opleidings niveau. En toch gaan ze niet meer naar school". De situatie van de schoolverlaters is niet voor allemaal even treurig. Twee derde van de groep jongeren dat het afgelopen jaar de middelbare school heeft afgemaakt, is voor tweederde aan de bak gekomen. Wim Kok, voorzitter van de FNV: „De meest 'vers' opgelei den komen nu relatief gemakkelijk aan een baan, onder meer omdat ze nog ge motiveerd zijn om te solliciteren en te werken". Hij maakt zich aanzienlijk meer zorgen over de jongeren die in de jaren 1981 tot 1983 hun diploma heb ben behaald. „Dat zijn de 75.000 jonge ren die nu tussen de 20 en 24 jaar zijn en langer dan twee jaar zonder werk. Ik zie het verschil tussen die langdurig werkloze jongeren en de 'vers' opgelei de jongeren steeds groter worden", al dus Kok. In vroeger jaren lag de toekomst van de twintiger zo ongeveer vast. Trou wen, man met full-time baan en vrouw die voor de kinderen zorgt. Dat vaste stramien is voor velen nu niet meer zo vanzelfsprekend. Echter, die keuzevrij heid bij het inrichten van het leven plaatst het bedrijfsleven voor proble men, aldus mr. A. Vaandrager, direc teur personeelsformatie (de hoogste personeelschef) bij Philips. Inflexibelen „Die vrijheid schept een nieuwe groep kansarmen: de bewust inflexibe len. Dat zijn de mensen die een ver bouwd boerderijtje hebben gekocht en samen met hun vrouw principiële be slissingen hebben genomen over het inrichten van hun leven, waarin bij voorbeeld wordt afgesproken dat de man alleen tussen 9 en 5 uur werkt of man en vrouw allebei een deeltijdbaan nemen. Die mensen komen steeds on handiger te staan bij het zoeken naar werk. Zeker nu de arbeidsmarkt een grote menukaart is geworden met een keuzemogelijkheid uit part-time, full time, weekendwerk, avondwerk, werken in het binnenland en werken in het buitenland. De inflexibelen ma noeuvreren zichzelf in een kansarme positie", zo zegt de Philips-topman. Kruse is het daar niet mee eens: „Het bedrijfsleven heeft het op de arbeids markt voor het zeggen. Zij bepalen welke mensen er kunnen werken, waar, hoe lang en op welke tijden. Naar mijn mening stellen de bedrijven te ho ge eisen. Ze verwachten een te hoge flexibileit van de werknemers", aldus Kruse. Ook Wim Kok kan maar weinig mee voelen met Vaandrager. Kok: „Je mag natuurlijk van werkgever en werkne mer enige inschikkelijkheid en mobili teit verwachten tijdens de sollicitatie gesprekken. Maar meneer Vaandrager verkeert nu in de positie dat hij de bes te krenten uit de pap kan trekken. Hoe ver mag een werkgever gaan in het kneden van een toekomstige werkne mer naar de wensen van de onderne ming? De vakbeweging is er voor om dat enigszins binnen de perken te hou den. Maar, begrijp me goed, wij zijn niet tegen een flexibele opstelling van de sollicitant". Minderheden en ouderen Buitenlandse werknemers kunnen het volgens Kruse van sociale zaken bij het vinden van een baan in Nederland wel 'schudden'. „Vooral de eerste ge neratie buitenlanders hebben met enorme handicaps te kampen. Zij heb ben moeite met de taal en hebben geen degelijk onderwijs van thuis meege kregen. Die obstakels zijn echter te overwinnen". „Veel moeilijker is het vechten tegen het discriminerende gedrag tegen de gastarbeider in de bedrijven. Discrimi natie vindt niet plaats tijdens de sollici tatiegesprekken, maar op de werk vloer. Ik kan het niet bewijzen, maar ik ben ervan overtuigd dat aan de basis de buitenlanders weggepest worden", aldus Kruse. In het rijtje kansarmen sluit verder de groep ouderen aan. Ritzen: „Men sen die met een lts- of lbo-opleiding het bedrijfsleven zijn binnengestapt en de eerste jaren uitstekend functioneer den, terwijl de werkgever ze op hun staart trapte om ze flink te laten produ ceren. Misschien trapte hij wel harder dan gezond voor ze was. Velen van hen zitten nu in dure regelingen, de WAO bijvoorbeeld. Uit onderzoek is geble ken dat ziekte of arbeidsongeschikt heid niet de hoofdreden is van het feit dat die mensen in de WAO zitten. Het is meer de behoefte zich los te maken van de werkplek zonder vooruitzich ten". In de technologische revolutie dreigt één groep definitief buiten de boot te vallen: de mensen die gebukt gaan on der de diktatuur van de wiskunde. Vaandrager (Philips): „Voor steeds meer functies heb je tegenwoordig wis kunde nodig. Niet alleen in de indus trie, ook daarbuiten. Economen tellen nu ook al niet meer mee als ze zich niet wiskundig specialiseren. Maar ook de minister-president kan niet meer zon der. Van Agt zou wel eens de laatste premier zonder exacte kennis kunnen zijn geweest. De regeringsleider moet nu op gelijk niveau kunnen meepraten met de rekenmeesters van het Centraal Planbureau en de Nederlandse Bank", aldus Vaandrager. De vrouwen worden volgens de Phi lips-topman het grootste slachtoffer van de wiskunde-diktatuur. Hij ziet bij sollicitaties 'een geweldig klein aanbod van vrouwen met wiskunde-kennis'. „Op school kiezen jongens veel vake/ wiskunde in het pakket dan meisjes. Komt dat door hun opvoeding of heb ben vrouwen geen wiskunde-knobbel? De geleerden zijn er nog niet uit. Ik wou dat ik het wist". Oplossingen Wanneer tijdens het rondje langs de kansarmoede-deskundigen de vraag wordt voorgelegd wat er moet gebeu ren om uitbreiding van het leger kan sarmen tegen te gaan, blijken er grof weg twee oplossingen te bestaan. Vaandrager zegt: „Kansarmoede? We moeten ervoor waken dat we er te fatalistisch over gaan denken. Als je minder kansen hebt dan je buurman of je collega, dan moet je je daar niet bij neerleggen. Iedereen kan zijn of haar kansen verbeteren door te vechten!" De tweede oplossing ziet men in over heidsingrijpen. Maar ook daarover blij ken de meningen verdeeld. Ritzen en Kruse zien veel heil in het veranderen van het onderwijsbeleid. Ritzen gelooft dat de school voor jon geren veel te schools is. Hij wil verster king van het leerlingenwezen, waarin jongeren worden opgeleid tot vakman door en binnen het bedrijf. „Daar is de laatste jaren veel te weinig aandacht aan besteed. Ik verwijt dat vooral over heid en vakbonden. De ondernemers hebben hun bedrijfsopleidingen laten liggen, omdat de overheid taken over nam en omdat het voor de bedrijven te duur werd", aldus de hoogleraar. „Het kort middelbaar beroepsonder wijs, dat nu door de overheid wordt op gezet, is onvoldoende. Ten eerste moe ten de leerlingen stageplaatsen vinden in bedrijven. Die zijn er te weinig. Ten tweede moeten ze weer van alles bijle ren als ze eenmaal op de werkvloer zijn. Een sterke uitbreiding van het leerlingenwezen is de beste oplossing voor het probleem van jongeren die wel willen werken, maar het op school niet zien zitten". Wetenschapper Ritzen en top-ambte- naar Kruse vallen elkaar bij in het laten bijscholen van ouderen. Ritzen: „Ei genlijk zou een werkgever iemand die de eerste tekenen van slijtage gaat ver tonen, een opleiding moeten laten vol gen. Daarmee hou je het talent binnen het bedrijf en verder is het belangrijk ouderen te hebben als mentor voor de jongeren." Kruse zal nooit tegen een 48-jarige werkloze bouwvakker zeggen dat hij de moed beter kan opgeven. „Zo beze ten als ik ben van volwasseneneduca tie, zal ik hem altijd vragen: kun je nog iets bijscholen? Studeer wat, investeer in jezelf. Ook al kun je het niet meteen aanwenden voor een baan, je gevoel van eigenwaarde groeit in elk geval", zo zegt Kruse. Overigens is Kruse niet ten aanzien van alle kansarmen even optimistisch. Wanneer werklozen voldoen aan twee van de door het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid gestelde criteria, stopt het arbeidsbureau met actief zoeken naar een baan. Zo wor den bijvoorbeeld oudere langdurig werklozen en gehandicapten met een lage opleiding stilletjes van de lijst af gevoerd. Kruse als baas van alle ar beidsbureaus: „Voor deze mensen doen wij geen moeite meer. De kansrij keren geven we voorrang. Het heeft immers geen zin spullen in je etalage te zetten die toch niet gekocht worden". Tweedeling Wim Kok keurt dit beleid fel af. De vakbondsleider: „Als Kruse zegt dat 400.000 werklozen niet meer actief ge holpen worden, dan heb ik daar funda menteel bezwaar tegen. Je mag die mensen niet afschrijven. Ik vind dat je toch alles op alles moet zetten om die kansarmoede te verminderen. Kruses beleid speelt alleen de bedrijven in de kaart, die de beste mensen eruit kun nen pikken". Kok waarschuwt voor een tweede ling in de maatschappij. Een kansrijke groep en een steeds grotere groep die er geen gat meer in ziet. De cijfers van de GPD-enquête lijken dit beeld te be vestigen. Zo'n zes van de tien werklo zen die nog nooit gewerkt hebben, den ken niet meer aan de slag te komen. Kok: „Tweedeling in de maatschap pij veroorzaakt apathie, onverschillig heid. De structurele werkloosheid wordt steeds bedreigender voor de sa menhang in de samenleving, zeker als de vaste kern van de werklozen steeds groter wordt. De samenleving gaat in grijpend van karakter veranderen als steeds grotere groepen verstoken blij ven van werk en alle voorzieningen die daarbij horen als je er naast komt te staan. Het kabinet is nu ook nog bezig die sociale voorzieningen te onttake len. Werklozen vallen met een beetje pech al gauw terug op het sociale mini mum. Daardoor vallen die mensen in de loterij dubbel in de nieten: geen kans en geen geld". Kok pleit voor het bevorderen van de werkgelegenheid door het scheppen van werk en het verdelen ervan. „Ver der moet de overheid specifiek beleid ontwikkelen voor de mensen die te ver van de arbeidsmarkt zijn afgedreven. Beleid dat bestaat uit versterking van de opleidingen en dat de motivatie moet verbeteren. Door de snelle veran deringen in de techniek moet je men sen extra opleiden. Ook werklozen die hun vaardigheden snel zien verminde- Kansrijk? Onderwijs voor de herkansers, bin nen en buiten de bedrijven. En, niet te vergeten: flexibiliteit voor de ouderen. Dat lijken de toverwoorden voor de ko mende jaren. De Nederlander is dan wel ontevreden met zijn opleidingsni veau, grote groepen laten het er niet bij zitten. Het tweede kans onderwijs flo reert als nooit tevoren. Terwijl bijna twee miljoen Nederlan ders de ogen richten op de leraar, het schoolbord of thuis op de boeken, rijst de vraag wie er in Nederland eigenlijk nog kansrijk is. Die elite lijkt gevormd te worden door de jonge, hoog en exact opgelei de, flexibele, blanke mannen uit een goed milieu. Eén van de deskundigen kan een wrang lachje niet onderdruk ken: „Het lijkt wel een uitstervende soort, waarvoor je subsidie moet aan vragen!" Ruim 44 procent van de Nederlanders is on tevreden met de gevolgde opleiding. De ontevredenheid is het grootst bij de 60-plussers. Van hen had de helft willen doorleren. Van de mensen jonger dan 25 is iets meer dan eenderde ontevreden over het huidige opleidingsniveau. Onder vrou wen is de ontevredenheid iets'groter dan onder mannen. Bent u tevreden over het opleidingsni veau dat u hebt? gem. tot 25 25-45 45-60 60+ ja 56 pet 66 59 52 48 nee 44 pet 34 41 47 52 gem. man vrouw Ja 56 pet 57 54 nee 44 pct 43 46 Aan de ontevredenen werd gevraagd waar om ze niet hun opleiding hebben voortge zet. De meesten (39 procent) antwoordden: „Ik vond dat niet nodig". „Er was geen geld voor", zei 19 procent. Bijna 13 procent moest meeverdienen. Zo'n 5 procent zei be lemmerd te worden door de oorlog. Bij de motivering voor het niet doorleren ant woordden mannen en vrouwen ongeveer gelijk. Denkt u dat u nog vooruit kunt komen in Ja, zeker 24 Ja, een beetje 34 Nee, helemaal niet 42 „Verwacht u binnen een vinden?" jaar» eer werk te werkloos: gem. 2jr Vt jr.-2 jr. Zeer waarschijnlijk: 12 5 12 Waarschijnlijk: 25 18 17 Niet waarschijnlijk: 17 16 24 Zeer onwaarschijnlijk: 17 16 24 Ik krijg nooit meer e en baan: 29 45 23 Werkloos: Zeer waarschijnlijk: 18 d 33 nooW ge*- 0 Waarschijnlijk: 39 44 15 Niet waarschijnlijk: 12 18 8 Zeer onwaarschijnlijk: 13 5 20 Ik krijg nooit meer een baan: 18 0 37 Twee miljoen Nederlanders volgen een stu die in het 'tweede kans onderwijs' of de 'volwasseneneducatie': mensen die een op leiding volgen op een leeftijd waarop ze dat eigenlijk al hadden kunnen (of moeten) doen. Onderstaande lijst geeft een over zicht van de leerlingenaantallen: tweede kans onderwijssoort aantal leerlingen mavo 75.000 bbo, kmbo enz. 110.000 vormingswerk jonge volwassenen 15.000 lager beroepsonderwijs 10.000 vwo, havo 40.000 cursorisch middenstandsonderwijs 25.000 middelbaar beroepsonderwijs 43.000 hoger beroepsonderwijs 80.000 universiteit, mo 7.000 rijksopleidingsinstituut voor ambtenaren 2.700 bestuursscholen 6.000 gezondheidszorg 5.300 buitenschools mondeling onderwijs (vnl. particulier) 85.000 korte cursussen 20.000 erkend schriftelijk onderwijs 180.000 alfabetisering 22.000 educatie culturele minderheden 20.000 open school 4.000 teleac 141.000 huish.en consumentenonderwijs 20.000 niet erkend schrift, onderwijs 200.000 (geschat) bedrijfsopleidingen 350.000 (geschat) algemene vorming 400.000 (geschat) radio volksuniversiteit en niet ingeschreven teleac'ers: 100.000 (geschat) totaal: 1.961.000 (bron: CBS) door Ben Rogmans en Erik van Venetië Pfrori WELK RAFTORTCIJFERSEEFT DE NEDERLANDER MN ZIJN WERKSITUATIE £&flt<M 2% üZ/i reoen 8% WlCltAt 30%, wi zeem 33% cm uó 16% rnivip 6% cm vwt 3% cm deta 1 cm twee 1 mi een 0% cm neut 0% Zoeken ....ïéSt naar een baan op het arbeidsbureau, voor velen een ontmoedigende ervaring. DE RESULTATEN VAN EEN ENQUÊTE NAAR DE VRIJHEIDSBELEVING IN NEDERLAND

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 31