In Schonenburg leeft ieder op z'n eigen eilandje Wij leven vrij... en blij? ZOMAAR EEN NIEUWBOUWWIJK Een nieuwe woonwijk, ergens in het midden van het land. Gebouwd met alle verworvenheden van de moderne welvaartsstaat. Verslaggevers Rian van Kuppenveld en Rob Hirdes tekenen het portret van die samenleving. Hoe blij leven wij eigenlijk. door Rob Hirdes en Rian van Kuppenveld r Schonenburg heeft gekozen voor de fiets. Waar je mét de auto stuk voor moet omrijdenkun je met de fiets overal komen. Houten lag vroeger tussen de wei landen en boomgaarden en haalde amper de 3500 inwoners. Nu is het hard op weg naar de 25.000 en mis schien worden het er nog wel meer. In 1980 werd het dorp offi cieel gebombardeerd tot groei kern. In het stroomgebied van de Kromme Rijn moest een nieuwe stad verrijzen. Maar Houten wei gert stad te worden. Niet alleen omdat dat ten koste zou gaan van het omringende landschap. De 6000 nieuwe huizen, verdeeld over vijf wijken, zijn ook zo neergezet dat het geheel wat dorps aan doet. De wijk Schonenburg is een van de laatst gereedgekomen wijken. Er staan ruim 1000 huizen. Witte huisjes met schuine daken, met of zonder grote dakramen. Bakstenen woningen mét erkers en zonder. Woningen met een rood profiel in het zwarte pannendak. Huizen met een extra puist vol kamer tjes op het dak. Alles staat kriskras door elkaar. En daartussen veel groen. Speelweides waar de bordjes 'verbo den voor honden' geen overbodige lu xe zijn. Want die zijn er meer dan hui zen. De wijk wordt ontsierd door de kwistig en kwispelend gedeponeerde uitwerpselen. Maar verder is hij schoon, héél schoon zelfs. Geen biljet ten voor de ramen. Geen leuzen op de muren. De speelweides en de straten zijn leeg. Nauwelijks spelende kinderen. Hier en daar een fietsende huisvrouw met een boodschappentas aan het stuur. De man met de hond wandelt in volstrekte eenzaamheid. Alleen in het weekeinde is het levendig in de wijk. Op mooie dagen genieten de bewoners naar hartelust van het groen en het wa ter. Maar doordeweeks is het er stil. Verstikkend bijna. Fiets Houten heeft gekozen voor de fiets. Talloze straten zijn afgesloten met paaltjes, een exclusief domein van de fietser die ook overal voorrang heeft. De meeste mensen genieten ervan. Al leen bij het doen van boodschappen is het soms moeilijk. Inkopen moeten ge daan worden in het sinds één jaar ge opende winkelcentrum Het Rond. Ge noemd naar het plein waaromheen de winkels gedrapeerd liggen. Het plein is een beetje uit zijn krachten gegroeid. Zelfs als het kermis is, heb je nog niet het idee dat er iets op staat. En ook als het windstil is, tocht je er weg. De bewoners, zo blijkt uit een onder zoek, hebben het nu allemaal naar hun zin. Dat was het eerste jaar dat ze er woonden wel anders. Iedereen kent die perioden van eenzaamheid, het tegen de muren opvliegen. Je ziet geen mens, dat werkt vervreemdend. Kontakten heb je nog niet. Dat is het lot van een nieuwbouwwijk, sowieso van een groeikern. De wijk is erop gebouwd om mensen met elkaar te laten omgaan. De tuinen grenzen aan elkaar en zijn in principe open. Het is geen uitzondering dat de bal van een kind drie huizen verderop terechtkomt. Na een tijdje ontstaan dan ook de eerste irritaties en worden er schuttingen gebouwd. De een wat hoger dan de ander. Sommige bewo ners ommuren hun erf. Maar daar heeft de buurt geen goed woord voor over. Paardenkoraal is nog de vriendelijkste benaming. De bewoners van Schonenburg ko men uit alle windstreken en je hebt ze in alle maten en soorten. De meeste mensen in de wijk willen best praten over wat ze beweegt. Een enkeling ver trouwt het niet en stuurt de politie op je dak. Maar het merendeel noodt je binnen. Ze stellen wel voorwaarden: geen achternamen in de krant en niet op de foto. Privacy blijkt voor iedereen een groot goed. Daarom gaan de gordij nen ook 's avonds dicht. Iedereen wil op zijn eigen eilandje blijven, maar staat in zijn mening niet alleen. Wat meneer Jansen vertelt is heel vaak ook de mening van mevrouw Pietersen. Een dwarsdoorsnee van de Nederland se samenleving in een nieuwbouwwijk in een groeikern. Middenin de wijk staat een klein huis je. Alleen het feit dat het alleen staat duidt erop dat er iets mee aan de hand is. Het blijkt een sociaal-cultureel cen trum te zijn. Geen nieuwbouwwijk zonder zachte-sectorvoorziening. Plak- platen op de ramen geven aan dat je er je kinderen kunt stallen. Raambiljetten informeren over een naturistenavond en een vrijwilligersvacaturebank. De deur is open. Beneden hangen jassen. Om zo mee te nemen. Er is geen kip. Van boven klinkt geroezemoes. Jenny is helemaal niet verbaasd als we binnenkomen. Ze is 62. Grijze krul letjes, een bril, een glad wat tijdloos ge zicht. Jaren werkte ze als verkoopster bij Vroom Dreesmann, tot ze er vijf jaar geleden bij een eenmalige ver vroegde uittreding van 57-jarigen uit moest. Sinds die tijd zijn haar dagen leeg. Ze probeert ze te vullen met vrij willigerswerk, het lidmaatschap van clubs. De fietsclub, de handenarbeid- club. Het is dinsdagmiddag. In het boven zaaltje van het sociaal-cultureel cen trum De Meerkoet zitten zo'n zestien bejaarden te kaarten. Bridge, klaveijas. Af en toe verdrinkt alle geluid in een nauwelijks verhulde krachtterm. Bij het bieden is wat fout gegaan of de partner speelt een domme kaart uit. Jenny doet met een oudere dame een potje yatzee. Het tweetal 'draait' de kaartmiddag. Voornamelijk komt dat neer op koffie en thee zetten. Jenny woont nu ruim twee jaar in Houten. In een huis voor alleenstaan den. Echt gelukkig is ze er niet. "In de straat wonen alleen maar gescheiden mannen, die zie je nooit". Gelukkig heeft ze wat contact gekregen met een jong gezin. Ze past wel eens op de kin deren en ze drinkt er wel eens koffie. Maar toch. Ze moest weg Jenny kwam naar Houten toen haar broer ging trouwen en bij zijn ouders ging inwonen. Jenny, die altijd thuis was gebleven, vond dat ze weg moest. En werd voor het eerst écht geconfron teerd met het feit dat ze ongetrouwd is. Dus alleen. Ze heeft zich laten inschrijven voor een andere woning 'waar de mensen meer contact met elkaar hebben. Waar je wat voor elkaar kunt betekenen'. Ze bedoelt een woning met een gemeen schappelijk portaal. De directe aanlei ding is een inbraak in haar huis. Achterom waren ze binnengekomen. Niemand had iets gehoord of gezien. Sieraden die ze nog van haar moeder had, alles was weg. Jenny voelt zich dan ook, als een van de weinigen, niet écht veilig in Houten. Als ze 's avonds bij een vriendin op be zoek gaat, die aan de andere kant van het dorp woont, bellen ze elkaar na thuiskomst op. Ook deze keer is de overtocht weer veilig verlopen. Ze ver haalt van het verdwijnen van fietsen bij het station. En hoe de politie regel matig in het dorp patrouilleert. Dat is wel nodig ook, zegt ze, die jeugd van tegenwoordig. Echt hard maken kan ze het niet, maar je hoort zo het een en ander. Jenny's gevoel van onveiligheid lijkt, los nog even van de inbraak, vooral te maken te hebben met haar eenzaam heid. Ze is heel erg alleen. Dat blijkt uit alles. Ze probeert er wel wat aan te doen. Maar soms vliegt het haar ineens aan. Dan is ze blij als het weer weekein de wordt en ze bij haar familie terecht kan. Betaalt dan voor de maaltijden. Gekochte gezelligheid. Ook in de huidige maatschappij kan Jenny niet echt haar draai vinden. Al les mag maar tegenwoordig. Iedereen doet maar wat hjj wil. Meisjes duiken gewoon in het ouderlijk huis met hun vriendje het bed in. Abortus, euthana sie, zwart werken met een uitkering. Het zal haar tijd wel duren. Maar echt begrijpen doet ze het niet. Puinruimer Van 'De Meerkoet' naar Alberts wo ning kun je het beste lopen. Amper een minuut of drie. Door wat smalle straatjes die alleen toegankelijk zijn voor fietsers. Aan weerszijden witte huisjes. Dan ineens een immense speelwei. Een schommel, maar geen kinderen. Bakstenen eengezinswonin gen. Bij elkaar naar binnen kijken kun je niet. Daarvoor is de afstand te groot Toch gaan 's avonds de gordijnen dicht. Sinds de 31-jarige marinier zijn vriendin Joke heeft leren kennen, ge looft hij weer in het leven. En in hun anderhalf jaar geleden betrokken wo ning bouwen zij aan een nieuwe toe komst. Voor Albert zijn de vette jaren nu aangebroken, waarbij hij het heilige getal zeven weglaat. Omdat hem dat te begrensd is. Nadat zijn huwelijk was stuk gelo pen, heeft hij er een paar jaar op los geleefd. Er een financiële puinhoop van gemaakt. Geld is nu dan ook vrij belangrijk. Al is het alleen maar om nog tal van plooien uit het verleden glad te strijken. Als hij straks zover is dat hij wat kan overhouden, wil hij voor zijn twee kinderen uit zijn vroege re huwelijk een soort spaarpotje vor- Albert heeft een tijdlang flink in de problemen gezeten. Maar in Houten is nu duidelijk de victorie begonnen. Dank zij het feit dat zijn drie jaar jonge re vriendin ook hele dagen werkt, red den ze het. Voor hen is Houten vooral een slaap stad. Toch zijn ze dik tevreden met hun woning, waarvoor per maand 470 gul den moet worden neergeteld. Vooral met de tuin zijn ze in hun nopjes. Albert karakteriseert Schonenburg dan ook als een echte tuinenwijk. Ze hebben duidelijk een sociale functie. Op die manier ontmoeten de mensen elkaar. Hoewel hij het niet bepaald heeft getroffen met zijn buren. Aan de linkerkant hebben ze zich achter een immense schutting verschanst. Ter rechter zijde houden ze twee fors uit de kluiten gewassen honden. Het aanhou dende geblaf van die voervoeters leid de na verloop van tijd tot een stevige aanvaring. Toen de honden Alberts tuin begonnen om te ploegen, vond hij een afdoende oplossing: een paar han den vol peper strooien in zijn tuin. Jong geluk Tussen de woning van Albert en die van Martina liggen slechts vijf huizen. Hetzelfde type, dezelfde rij. Toch is er een wereld van verschil. Is Alberts in richting licht en zakelijk, bij Martina is het donker en rommelig. Er wordt heel duidelijk geleefd. Ze noemt het zelf 'oude troep'. Daar zullen ze nog wel een tijdje in moeten zitten. Want ver nieuwing kan bruin nog niet trekken. Eén korte wand wordt in beslag geno men door een met Ludlum en Konsalik volgestouwde boekenkast. Boeken kom je maar in weinig Schonenburgse woonkamers tegen. Martina is 23. Man Piet, gezondheid en een hele schaar kinderen zijn voor haar het belangrijkst. Drie jaar ge trouwd en al heel geslaagd in het leven. Eigenlijk heeft ze al alles bereikt wat ze wilde. Ze is gelukkig en heeft een huis. Die kinderen zijn er nog niet, maar dat die komen staat buiten kijf. Drie of vier. Martina wil er vier, Piet drie. Maar daar komen ze samen wel uit. Martina blijkt tot onze verbazing in Duitsland geboren te zijn. Haar Gro nings accent, opgedaan in de tijd dat ze met Piet daar woonde, deed anders vermoeden. Martina is pas vier jaar in Nederland en geniet hier van de onge kende vrijheid. Het is hier een paradijs je. Als ze zegt dat hier voor ieder pro bleem een stichting of een clubje be staat, is het niet helemaal duidelijk of ze dat positief bedoelt. Maar dat je op de televisie nog nietje mond open kunt doen of er is wel een actiegroep tegen, zint haar duidelijk niet. Martina is tevreden. Dat is in het be gin van haar verblijf in Houten wel an ders geweest. Utrechters zijn geen aar dige mensen. Als je bij iemand op een terras aan een tafeltje gaat zitten, kij ken ze je weg. Een praatje maken is er al helemaal niet bij. En dan zo'n nieuw bouwwijk. In het begin woonden er op het rijtje alleen maar ouderen. Wat moet je daar als jong stel tussen. Maar gelukkig verhuisden de buren al snel en nu hebben ze goed contact. Vechten Maar de eerste tijd. Martina vloog te gen de muren omhoog. Ze had nog geen baan, geen aanloop en zat maar wat te verzuren. Ook Piet kon moeilijk wennen, maar ja, hij was naar Houten gekomen omdat hij in het noorden geen baan kon krijgen. En hij heeft ten slotte niet voor niets jaren gestudeerd. Samen zijn ze toen tegen hun eigen on vrede gaan vechten. En ze hebben het gered. Ze vinden het leuk nu, ja er is natuurlijk weinig te beleven, daarvoor moetje naar Utrecht. Maar daar wonen zou ze niet willen. In Houten durft ze tenminste 's avonds gewoon over straat. Ze vergeet ook wel eens haar fiets op slot te zetten, of laat de deur open. Veilig ja, dat is het hier. Maar ieder een gaat zijn eigen gangetje. Er wonen nogal wat gezinnen met kinderen. Als je die nog niet hebt, hoor je er toch niet echt bij. Ze gaan wel iedere dag om met de buurman, een alleenstaande jongen van 25. En verder zijn ze veel weg of ontvangen ze bezoek. Boven dien werken ze nu allebei. Ja, dat zou nog een wens zijn: zolang mogelijk haar baantje behouden. Want werkloos in Houten... Maija woont schuin achter Martina. Aan een klein betonnen pleintje. Je komt er via wat tuinpaden en een grijs, zandstenen poortje. Maija woont te genover De Meerkoet, maar is er nog nooit geweest. Volgens Maija ligt in Houten het le ven stil. Overdag zie je alleen vrouwen met kinderen. Maar als vrijgezel hoor je daar toch niet echt bij. Het lijkt zelf of ze een beetje beducht voor je zijn. Maar ze heeft het prima naar haar zin, hoor. Als je maar goed in je vel 4it, dat is het belangijkste. Het ware geluk. Voorrang Maija is 29 en werkt als personeels functionaris in Utrecht. Ze was het wo nen op kamers in de stad zat. Het alter natief was een woning in Houten. Ze geniet van de voorrang die je hier als fietser hebt. Dat vindt ze nu zó leuk dat auto's hier kilometers moeten omrij den, terwijl zij op de fiets overal bij komt. Maija woont in een woning voor al leenstaanden. Ze zijn gebouwd op de kop van een rij eensgezinswoningen. Ze woont bepaald niet ruim. De kamer is krap bemeten. Een zwarte piano do mineert het hele vertrek. Gekocht van het geld dat ze overhield door de lagere huur in Houten. In een klein boeken kastje staan antroposofische werken en een vegetarisch kookboek. Er is een piepklein tuintje bij het huis, omgeven door een meer dan manshoge muur. Een heel contrast met de tuinen achter de eensgezinswoningen, die zo open zijn datje beter geen ruzie met je buren kunt hebben. Maar bij de aanleg van de alleenstaanden-woningen heeft de bouwer kennelijk gedacht: je bent al leen en dat zal je weten ook. Maija woont er al anderhalf jaar, maar die muur was haar nog nooit zo opgevallen. Ze is nogal op zichzelf, 's Avonds doet ze de gordijnen dicht. Een beetje privacy mag je toch wel hebben. Zeker na die keer dat een stuk of vijf jongetjes van een jaar of dertien, veer tien voor haar raam allerlei vunzighe den stonden uit te kramen, gaat de zaak 's avonds potdicht. Maar verder is het lekker veilig. Ze laat ook vaak ge woon de voordeur aanstaan. Ze zit nog vol idealen en is bezig met een opleiding aan de sociale academie. Met haar middelbare schoolopleiding is ze helemaal niet tevreden, dat was een echte leerfabriek. Maar de acade mie is een bevrijding, daar wordt je tenminste de gelegenheid geboden te „ervaren", je sociale vaardigheden te ontwikkelen. Ze wil later voor zichzelf beginnen. Maar of dat lukt? Nederland is toch juist op het gebied van regeltjes heel benauwend. Eigen initiatief wordt ge dood. Maar het échte doel is toch jezelf helemaal leren kennen. Geslaagd Debby woont aan het water. De auto kan niet voor de deur, wat bij duurdere koopwoningen overigens wel het geval is. Een voordeel.is dat de kinderen on gestoord buiten kunnen spelen. Aan het water zijn ze gewend. Geld speelt in het leven van Debby en haar man Johnny - beiden 26 - een belangijke rol. Zo niet de belangrijkste. Op de vraag wat haar liefste wens is, antwoordt ze zonder aarzelen: „Het winnen van een ton. Dat wil iedereen toch". Dat geld zou ze voor een deel spenderen aan hun koopwoning, die twee jaar geleden voor 148.000 gulen is aangeschaft. Als ze eraan wordt herin nerd dat gezondheid voor geen geld te koop is, wordt het evenljes stil. Debby en haar man zijn van Utrecht naar Houten verhuisd. Onder meer was het motief dat de kinderen - de jong ste van de twee is negen maanden - er veel veiliger zouden zijn. Overigens viel de nieuwe woonom geving Debby in het begin fors tegen. Ze voelde zich in haar eigen huis opge sloten en is na een poosje weer gaan werken. Om wat onder de mensen te komen, terwijl haar zuster op de kinde ren paste. Zoetjesaan is ze echter ge wend en zou er nou niet meer weg wil len. Ook nu ze het werken eraan heeft gegeven. Financieel hebben Debby en Johnny een dubbel inkomen trouwens niet direct nodig. Het huis is op één sa laris gekocht. Ze is vijfjaar getrouwd en voelt zich - een man met een vaste baan, koop huis, kinderen, leren bankstel en een papegaai - vooralsnog geslaagd in het leven. Het stelsel van sociale voorzieni- gen en uitkeringen noemt de jonge moeder te gemakkelijk. „Mensen gaan niet meer werken, omdat ze toch een uitkering krijgen". (lees verder op de volgende pagi na) DE RESULTATEN VAN EEN ENQUÊTE NAAR DE VRIJHEIDSBELEVING IN NEDERLAND

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 26