Voor SIRE rolt men de loper uit
ALS IEMAND U DIT KAARTJE
LAAT ZIEN, KUNT U BETER
UW MOND NIET BEDEKKEN.
kardinaalworaem
Jazeker,alsie
maar niet protestantis.
c a -vs.
Epilepsie is niet zo gek als 't er soms uitziet.
ZATERDAG 13 APRIL 1985
PAGINA 23
Als iemand u laat weten dat hij of zij doof is, zorg
dan dat uw gezicht goed zichtbaar is, spreek langzaam en
dui-de-lijk en herhaal zonodig dingen of schrijf ze op.
Zo bevordert u het contact En dat is belangrijk.
Want dove mensen horen er bij. SIRE
Leuk dat we in Nederland niet allemaal hetzelfde zijn.
ttl dn StttMuuj fówRv Re-:
rT.J V
i 1VJ1 11U II1VI- Vl/lJVl
Epilepsie is bepaald geen vorm van 'gekte' zoals
veel mensen denken, maar niks anders dan een korte
storing van de hersenaktiviteit. Teveel signalen ineens.
De meesten hebben er weinig last van.
Met epilepsie valt dus best te leven...als de om
geving maar niet paniekerig reageert.
Ónze brochure "Epilepsie is niet zo pek als 't er
soms even uitziet" helpt daarbij. U krijgt m thuis ge
stuurd als u Sire belt, 020 - 4247 06 (9-12 uur). SIRE
Als hét gezicht van SIRE voelt
Henk Postma zich de koning te rijk,
zodra hij in één van zijn lijfbladen
een advertentie van zijn stichting
ziet geplaatst. Een gevoel van
dankbaarheid overvalt hem dan,
door de bank genomen speelt de
gemiddelde dagbladuitgever
immers niet graag het goede heertje
dat grootmoedig leurt met gratis
aanbiedingen van plaatsruimte op
commerciële pagina's.
Trouwens, ook STER-directeur
Smeekes zal niet licht overgaan tot het
verlenen van gratis toegang tot de
televisiereclame; wie het volk met
behulp van een dikwijls al te
indringende 'tv-spot'
voorwasvriendelijke wasmiddelen, hart
en bloedvaatverruimende margarine of
'pitamientjes' wil aansmeren, zal daar
behoorlijk voor moeten dokken. Maar
SIRE, dat staat voor Stichting Ideële
Reclame, is bij de media al bijna 18 jaar
koning klant zonder daar ook maar één
cent voor te hoeven uitgeven.
Ofschoon al twaalf jaar belangeloos
actief voor het enige Nederlandse
reclamebureau waar idealisme
prevaleert, verbaast Postma zich nog
dagelijks over de genereuze gebaren die
dagbladondernemers en STER maken
ten opzichte van „algemeen belang
dienende" advertentiecampagnes.
„Eigenlijk is het ongelooflijk dat we
zoveel medewerking krijgen. Neem nou
maar het resultaat van vorige maand. In
totaal hebben de dagbladen ons
plaatsruimte gegund voor een bedrag
van tweeëneenhalve ton. En dan te
bedenken dat er een tijd is geweest dat
geen uitgever er aan wilde een gratis
advertentie in.de krant te zetten".
Constant mee bezig
Thuis in Amsterdam of op zijn
buitenverblijf in het Friese Holwerd
houdt de opmerkelijk vieve zeventiger
nauwgezet bij of Het Parool, Volkskrant,
Algemeen Dagblad en Leeuwarder
Courant temidden van de betaalde 'pak
mee-mededelingen' ook een plaatsje
hebben vrijgehouden voor onbetaalde
mededelingen waar iedereen wat van
'kan meenemen. Waarin er onder meer
voor wordt geijverd mensen die last
hebben van epilepsie uit de taboesfeer te
halen („Kan iemand met epilepsie
Wimbledon winnen? Jazeker, als ze de
bal maar niet te vaak in het net slaat"),
waarin begrip wordt gevraagd voor het
Nederlands oneigen leefpatroon van
culturele minderheden. Waarin
eenzamen worden opgewekt uit het
isolement van de buitensteedse
doorzonwoning of flat te stappen,
waarin ouderen worden geactiveerd tot
een zinvolle vrije tijdsbesteding na een
werkzaam bestaan („Straks met
pensioen? Leef er naar toe"), waarin
kortom wordt geattendeerd op
allerhande praktische problemen die
zich in de samenleving kunnen
voordoen.
„Het eerste dat ik doe als ik de krant
opsla, is de advertentiepagina's
nakijken. Of ik nu thuis ben of in
Friesland, ik wil altijd weten of er nog
iets van ons in staat. Dat kan ik nou
eenmaal niet laten, geestelijk ben ik er
constant mee bezig. Maar een werkelijk
overzicht van hetgeen er wordt
geplaatst, krijgen we elke maand van het
BBC, het Bureau Budget Controle. De
mensen van dat bureau houden de
kranten in de gaten. Ze meten aan de
hand van de geldende tarieven de
advertenties na om na te gaan wat het
SIRE allemaal zou hebben gekost, als de
dagbladondernemingen niet zo'n
coulante houding hadden aangenomen.
Alleen al met betrekking tot onze
campagne 'Pensioenvoorbereiding' is er
voor ruim twee miljoen gulden aan
advertenties geplaatst. Maar de
campagne 'Kindermishandeling' heeft
bijna net zo hoog gescoord. Is dat niet
geweldig?"
Op z'n minst mag het opmerkelijk
heten dat in een maatschappij waarin als
regel het geklink van harde munten
wordt gevraagd als antwoord op een
geleverde dienst, door de wol geverfde
mediabazen en reclamejongens als het
In de media- en reclamewereld laat creativiteit zich slechts kopen. Vandaar dat
ondernemend Nederland het reclamebudget fors dient aan te spreken, zodra een
produkt met bphulp van een pakkende tv-spot of lekkermakende advertentie onder
de aandacht van Koning Klant moet gebracht. Tijd en geld zijn begrippen die in die
beroepstakken in de hoogste versnelling worden uitgesproken. Maar niets gaat op
zonder een uitzondering. De harde zakelijke aanpak wordt afgelegd, zodra de
Stichting Ideële Reclame aan de bel hangt. Voor SIRE rollen reclamemakers,
dagblad- en tijdschriftondernemers en de STER gratis en voor niets de loper uit.
Secretaris Henk Postma: „We zijn altijd weer dankbaar als er van ons een advertentie
in de krant wordt geplaatst of een tv-spot op de buis verschijnt".
ware de loper uitïollen voor de in
Amsterdam kantoor houdende SIRE.
„Wie ik er ook over spreek, niemand die
begrijpt dat alles gratis en voor niks voor
ons wordt gedaan. Maar of je nu de
kranten neemt, de STER, de
reclamebureau's, de fotografen, de
ontwerpers en zetters van onze folders,
het BBC dat onze advertenties in de
dagbladen nameet, niemand die ons
geld vraagt. Het enige dat wij ze voor het
werk geven, is een oorkonde".
Giften
Veel geld heeft SIRE dan ook niet
nodig om zichzelf te bedruipen. De huur
van het kantoor aan de Amsterdamse
Prinses Irenestraat wordt bekostigd uit
giften. Af en toe krijgt de dagelijks van
negen tot twaalf achter zijn bureau
zittende Postma de hulp van een
assistente, die per uur wordt betaald.
„Voor de huur, de kosten van telefoon,
porti en dat meisje bedelen we. Per jaar
hebben hebben we rond 50.000 gulden
nodig. De kantoorinventaris is
bekostigd uit de opbrengst van
zomerzegels. Zelf declareer ik geen
gulden. Ik ben altijd blij geweest dat ik
na mijn pensionering dank zij SIRE
mijn oude vak kon blijven uitoefenen."
Naar een Amerikaans idee richtten vij (J
doorgewinterde reclamemakers (Baylé,
Van Haastrecht, Mertz, Roomer en
Janssen) op 30 augustus 1967 SIRE op,
bijna 26 jaar nadat een gezamenlijke
'brain wave' van Amerikaanse
reclameboys, vertegenwoordigers van
media en adverteerders had geleid tot de
uitvinding van de zogeheten War
Advertising Council. Na voorbereidende
besprekingen toch al 'in' voor het voeren
van ideële reclamecampagnes, besloten
de heren hun contacten na de Japanse
aanval op Pearl Harbor te ontdoen van
het predikaat 'plannenmakerij'. Mede
ook op aandrang van de regering
bundelde de Amerikaanse
reclamewereld al het aanwezige
creatieve talent om het volk te bedelven
onder pamfletten, folders en"
advertenties die bovenal verpleegsters
aanspoorden tot dienstverrichtingen
voor het Rode Kruis.
De War Advertising Council werd na
de Tweede Wereldoorlog omgedoopt in
Advertising Council of America. De
eerste ervaringen met georganiseerde
reclame zonder winstoogmerk werden
gebruikt om propaganda-acties te
voeren voor verkeersveiligheid, voor
brandpreventie in bossen, terwijl er ook
driftig werd gepleit voor gelijke
burgerrechten.
„Met name Henny Janssen, de man
die in Nederland vooral bekend is
geworden door zijn slagzin „Het bier is
weer best", is degene geweest die het
hier heeft doorgezet", vertelt SIRE's
onbezoldigde secretaris Henk Postma.
„Destijds vroegen die reclamejongens
zich af of ze hun kennis, die ze hadden
opgedaan bij het maken van reclame
voor produkten, niet konden inbrengen
in een campagne voor een goed doel.
Dat is gelukt, al ging het er in het begin
allemaal wat moeizaam aan toe. Het
heeft vijfjaar geduurd voordat de
kranten een advertenties van SIRE
wilden plaatsen".
Niets te klagen
Even afgezien van de
krantenopmakers van het
Reformatorisch Dagblad (Postma: „Hele
vriendelijke mensen zijn dat. Desnoods
zijn ze bereid een paginagroot verhaal
over ons werk te schrijven, maar om
principiële redenen plaatsen ze geen
advertenties") aarzelt thans geen lay-out
man 'een stukje wit' op een
door Gerard van Putten
advertentie-pagina op te vullen met een
'SIRE-stopper'.
,We hebben niets te klagen",
benadrukt Postma nogmaals, „ook al
omdat we niets te eisen hebben. SIRE
kan geen plaatsruimte claimen, zoals het
Rode Kruis, Postbus 51 of het Bureau
Veilig Verkeer. Die betalen wel voor hun
campagnes. Maar toch gaan onze leden
en oud-leden binnenkort de dagbladen
langs. Niet alleen om ze te
complimenteren, maar ook om te vragen
of de oude advertenties niet uit de
vakken kunnen worden gehaald. Want
het is voor ons wel van belang dat de
juiste worden geplaatst. Nu komt het
nog geregeld voor dat er reclame wordt
gemaakt voor campagnes die voor SIRE
afgesloten hoofdstukken zijn. Of dat er
advertenties worden geplaatst waarin
oude telefoonnummers van instanties
staan vermeld. De hoofden exploitatie
aanschrijven werkt niet, heeft de
ervaring geleerd, dat komt kennelijk
niet over. Vandaar dat we nu de kranten
met een bezoek gaan
SIRE laat zich overigens niet met elk
goed doel in. De stichting zal een
bepaalde campagne niet eerder op
lezend en kijkend Nederland loslaten,
nadat de aangever van „het onderwerp"
en „het onderwerp" zelf uitgebreid zijn
doorgelicht.
Als voormalig reclameadviseur van
Philips zeeft Postma de stroom
aanvragen met kennis van zaken, geen
brief van welke instantie of
belangengroep dan ook passeert zijn
bureau zonder toetsing aan de pittig
aandoende SIRE-normen. Volgens de
stichtingstatuten mag de secretaris een
verzoek pas in serieuze overweging
nemen als wordt voldaan aan de
volgende „toetsingscriteria":
- Het onderwerp moet van algemeen
belang zijn.
- Het onderwerp moet actueel zijn.
- Het onderwerp moet geschikt zijn
voor massacommunicatie.
- Het mag geen directe ledenwerfactie
zijn.
- Bij de aanvraag moet de doelstelling
zo duidelijk mogelijk worden
geformuleerd.
Bovendien, benadrukt Postma,
mogen door SIRE geleide
advertentie-campagnes geen politiek
karakter dragen en mogen ze onder geen
beding de kranten abonnees
kosten. Aanvragen worden trouwens
ook afgewezen, als de aanvragers zelf
over geld beschikken of daaraan kunnen
komen. „Een brief die bij eerste
oogopslag serieus kan worden genomen,
leg ik voor aan de vergadering".
Ontleden
Tot op de punten en komma's plegen
de bijkans alle stromingen van de
mediawereld vertegenwoordigende
SIRE-bestuursleden („De
zittingsperiode duurt driejaar, waarna
nog uiterlijk voor een jaar mag worden
bijgetekend") de door Postma
voorwaardelijk goedgekeurde brieven te
ontleden. „Die mensen weten waarover
ze praten. Het bestuur herbergt mensen
als Hoogland, het hoofd reclame van de
KLM en Jaap Ubbens, de chef reclame
van de Nederlandse Spoorwegen. Er
zitten ook twee reclamebureau-mensen
in, iemand uit de tijdschriftensector, een
directeur van een krant, iemand uit de
audio-visuele wereld en Koos Postema
als afgevaardigde van de radio en tv.
Koos treedt per 1 januari af, jammer is
dat, want het is een fijne kerel. We
zoeken nu iemand met net zo veel
invloed in Hilversum. Het zal niet zo
eenvoudig zijn die te vinden, niet
iedereen blijkt even sociaal bewogen".
De snelle reclameboy, zegt Postma, de
zogenaamde geklofte jongen zal nooit
voor een bestuursfunctie worden
gevraagd. „In dit reclamegenre mag er
niet overhaast te werken worden
gegaan. Dat doen de dames en heren
dan ook niet. Pas als iedereen („Elk
bestuurslid heeft het vetorecht") zich
met de strekking van een brief kan
verenigen, wordt besloten tot een
nadere kennismaking met degene die in
de mening verkeert dat een
maatschappelijk probleem hoognodig in
het brandpunt van de belangstelling
dient geplaatst.
„Zegt onze onderzoeker na het gesprek
met de betrokkene 'ja' tegen het
onderwerp, dan wijzen wij twee
projectleiders aan. Die zoeken voor de
campagne een reclamebureau uit.
Samen met Jaap Ubbens ben ik
projectleider geweest van de
epilepsiecampagne. We hebben gepraat
met mensen die last hebben van
epilepsie, met de ouders ook. De teksten
van de reclamebureaus hebben we
voorgelegd aan diverse dokters en
professoren, maar ook aan ons
controle-orgaan, het College van
toezicht en advies. Geef je die inspraak
niet, dan kan een reclamecampagne
tegen je gaan werken. Nu gebeurt het
dat reclameteksten zodanig worden
gekuist, dat iedereen er vrede mee kan
hebben. Het hele behandelingsproces
kan soms vijfjaar duren. En dan nog
sijpelen er weieens onderwerpen door,
waarvan ik zeg dat er meer onderzoek
naar had moeten worden gepleegd. Met
enige spijt denk ik terug aan de
Eurotransplantatie-campagne. In die
advertenties over huiddonatie werd
gesproken over gave huid. Een
professor is toen gevallen over het
woordje gaaf. Je moet geen
verwachtingen wekken, was zijn reactie.
Elke campagne roept trouwens kritiek
op en daar gaan
Bijdrage
De tien leden v
SIRE („Dat zijn de overlezen.
bestuursleden, dat is alles") hebben
overigens niet de illusie dat zich in de
samenleving voordoende moeilijkheden
worden opgelost, zodra zij zich er
intensief mee gaan bemoeien. „Wel
kunnen wij een bijdrage leveren door
mensen via onze advertenties te wijzen
op de telefoonnummers van instanties
die zich met hun problemen
bezighouden. Er zijn 350.000 folders
uitgereikt over het drugsprobleem. Eén
keer, in onze campagne over epilepsie,
hebben we in de advertenties ons
nummer vermeld om te meten hoeveel
reacties SIRE-advertenties oproepen.
Nou, persoonlijk heb ik 3000
telefoontjes over epilepsie behandeld".
Maar ook op grond van andere
ervaringen kan Postma met recht stellen
dat de zonder enige overheidsubsidie
draaiende SIRE naambekendheid in
Nederland geniet. Een louche drukker
uit Almere poogde uit naam van het
reclamebureau zonder commerciële
doeleinden zijn zakken extra te vullen,
maar een telefoontje van twee uitgevers
(„Zeg Postma, sinds wanneer heb jij een
drukkerij in Almere?") was voldoende
om de politie op het spoor van de
oplichter te zetten.
„Ik was bij Sonja Barend in het kader
van de campagne 'Drank, makkelijk
teveel, moeilijk terug'. Naar aanleiding
van die uitzending zijn er 350.000
boekjes verzonden. Laatst had ik een
radiopraatje voor Hilversum II. Wie
luistert daar nu naar, dacht ik nog. Maar
de volgende dag kreeg ik tweehonderd
telefoontjes. Ik was ook eens in het
programma van Dick Passchier van de
NCRV. Die wilde me een beetje plagen
door de eerste de beste mevrouw in de
zaal te vragen of ze wist wat SIRE was.
Ze wist het, ik stond me daar te
glunderen".
Hij noemt de naam van acteur Willem
Nijholt. Die laat zich nooit in met de
commercie, zegt de SIRE-secretaris, die
weigert categorisch zich te laten
strikken voor welke reclamespot dan
ook. „Maar voor ons heeft-ie wel de spot
'Ik ben doof gedaan. Willem ging voor
die camera staan, in twee keer stond het
er allemaal op, wat een vakman".
Eerste prijs
Trots verhaalt hij ook van een
bijeenkomst van de ADCN, de club van
art directors, niet zo lang geléden
gehouden in het Amsterdamse
Beursgebouw. Eens per jaar keuren de
reclamebonzen van Nederland de beste
spots en advertenties. „Op de eerste
nominaties volgde een klaterend
applaus, toen kwam onze dovenspot aan
de beurt. Die van Willem Nijholt. Er
kwam geen klapje, niemand in de zaal
die de handen er voor op elkaar bracht.
Tot mijn verbazing kregen we de eerste
prijs. Waarom heeft er dan niemand
geapplaudiseerd, vroeg ik nog. Omdat,
werd er gezegd, voor zo'n aangrijpende
spot niet geklapt wordt".
Het terrein dat SIRE in de
mediawereld bestrijkt is groot, maar het
kan Postma niet groot genoeg zijn. Waar
de dagbladen geregeld advertenties
plaatsen, de televisie-reclame „vooral in
de zomer als het niet al te druk is"
geregeld wordt doorspekt met een
ideële reclameboodschap, daar klinkt de
stem van SIRE niet door tot de
radioreclame. Postma kan
STER-directeur Smeekes in geen
wandelgang tegenkomen of hij probeert
hem enige zendtijd af te smeken. „De
reclameblokken zitten vol, maar we
blijven het proberen".
Zelf doet-ie dat tot 1 januari, dan
wordt Postma opgevolgd door PTT'er
Lou de Haar. Na twaalf jaar werk voor
SIRE noemt hij zijn voorgenomen
uittreding een „ramp". „Want ik er ben
er nog niet aan toe elke dag samen met
mijn vrouw boodschappen te gaan doen.
Maar eens moetje stoppen met werken,
anders word je een instituut. Dan loopje
de kans dat men gaat zeggen: ach, dat
doet Henk wel. Ik heb me geestelijk toch
goed voorbereid op de dag dat ik niet
meer hoef te werken, maar ik weet zeker
dat er een leegte in mijn dagindeling zal
vallen".
In de komende maanden zal het
gezicht van SIRE de folder „Straks met
pensioen? Leef er naar toe"
vermoedelijk nog heel wat keertjes
SIRE-secretaris Henk Postma: "Wij hebben niets te klagen, ook al omdat we niets te
isen hebben". (foto pr).