'We zullen ze nooit tot
Europeanen ombouwen'
Vrouw in Eritrea
is pas bevrijd
in een vrij land
Catharina Halkes verwerpt compromis met Simonis
Gepensioneerde managers helpen in Derde Wereld
VRIJDAG 12 APRIL 1985
NCW-secretaris Zuidhof, tarweveredelaar Zeeman, architect Polak en PUM-medewerkster Koppenol. In zes jaar tijd van vier
uitzendingen naar zestig. foto roland de Bniin/GPD)
ka. Ik vind het een prachtig
continent".
Polak heeft van de twee de
meeste tropenervaring. Hij is
door Ontwikkelingssamenwer
king in totaal vijf jaar uitgezon
den geweest naar onder meer
Nigeria en Opper-Volta (tegen
woordig Bourldna Fasso) om te
helpen met de bouw van rege
ringsgebouwen en een school.
Als PUM'er ging hij vorig jaar
naar Botswana om daar arbei
derswoningen te ontwerpen
voor nieuw te bouwen 'perso-
neelsdorpen' op twee giganti
sche boerderijen.
Zeeman hielp tot twee maan
den op een 3500 hectare groot
landbouwbedrijf met zaadver
meerdering, de bedrijfstak
waarin hij 43 jaar heeft ge
werkt. Hun motivatie is ge
mengd: beiden wilden ook na
hun pensionering actief blij
ven, maar de keuze voor ont
wikkelingswerk is tegelijker
tijd heel bewust. Zeeman
maakte al eerder kennis met
het ontwikkelingswerk in Ke
nia, bij een bezoek aan een
zoon die ontwikkelingswerker
was. "En zoiets heeft me toch
altijd wel aangetrokken". En
Polak: "Wanneer je in zo'n land
werkt probeer je dat op zo'n
manier te doen dat de mensen
het op een bepaald moment
zelf kunnen doen. Het hele doel
van ontwikkelingssamenwer
king is die landen zo ver te
brengen dat ze ons niet meer
nodig hebben. Dat was voor
mij het allerbelangrijkste".
Werken in een ontwikke
lingsland vergt veel aanpas
sing. Het arbeidstempo ligt la
ger, de 'westerse dynamiek' zo
als Polak het uitdrukt - ont
breekt. Polak: "Je moet niet
verwachten dat alles wat je
doet ook direct resultaat heeft.
Ik heb ate architect bijvoor
beeld altijd vrij zelfstandig
kunnen werken, maar je krijgt
bijvoorbeeld wel met slechte
onderaannemers te maken.
Dan moet je toch wel je tanden
op elkaar zetten om wat voor el
kaar te krijgen".
En van zijn eerste kennisma
king met Afrika - in 1973 in Ni
geria - herinnert hij zich: "We
kwamen om vijf uur aan. Er
stond een heel oud rammelend
busje klaar. Ik zag mensen
rond grote houtvuren, ik zag
kamelen. In het hotel was het
net of ik op een andere planeet
was. Net of je in de middeleeu
wen terug was, maar wel heel
anders".
Tempo
Een andere herinnering uit
Nigeria: "Toen ik daar pas
kwam had ik mijn eigen werk
tempo, hoewel ik er al van alle
kanten voor was gewaar
schuwd dat ze daar gewoon
niet aan mee doen. Je moet al
les heel rustig doen. We moes
ten bijvoorbeeld officieel om
half acht op kantoor zijn, maar
de meesten kwamen pas om
kwart over acht. Om half tien
werd er dan ontbeten en om elf
uur ging men dan weer aan het
werk. Wat je ook wilde doen,,
het duurde uiteindelijk alle
maal veel langer dan je je had
voorgesteld".
Maar, voegt hij eraan toe,
hem is tijdens het werk in Nige
ria, Bourkina Fasso en Botswa
na wel opgevallen dat de om
standigheden per land sterk
vrschillen. In Nigeria, waar hij
juist was toen de oliedollars
niet leken op te kunnen, ging
het heel anders dan in het
straatarme Bourkina Fasso.
Opmerkelijk genoeg werd daar
veel harder gewerkt, zegt hij.
En Botswana is hem opgeval
len als een 'goed georganiseerd
land'. "Ze hebben er bijvoor
beeld ook een parlementaire
democratie met meer partijen,
een regering en een parlement.
Het wordt daarom ook wel een
land van de toekomst ge
noemd".
Zeeman is in Zambia vooral
het veel lagere werktempo op
gevallen, zegt hij. "En dat niet
alleen. Ik heb ook de indruk
dat oordeelkundig werken ont
breekt. Daar zouden ze les in
moeten krijgen: hoe ze het
werk efficiënt kunnen organi
seren. Want werk verdelen
kunnen ze nog niet. De toplei
ding (vijf Europeanen erigens,
red.) had daar weinig oog voor.
Er waren wel 'supervisors' en
die hadden er wel kijk op, maar
het stond allemaal nog in de
kinderschoenen. Maar toch, op
den duur leren ze het wel, denk
ik. Al zullen we ze nooit om
bouwen tot Europeanen".
Hij heeft zich niet echt gëer-
gerd aan het lage tempo. "Als
ik 25 jaar was geweest, dan had
ik er meer moeite mee gehad.
Ik ben in mijn loopbaan wel
meer mensen tegengekomen
die niet zo hard liepen. En ik
wist dan ook wel: als ik een be
paald iets gedaan wil hebben
moet ik dfe ervoor spannen en
niet die ander".
Cultuur
Opvallend vinden beiden ook
de verafgoding van de westerse
cultuur, vooral in zuidelijk
Afrika. Daar hebben T-shirt en
spijkerbroek de oude cultuur
verdrongen. Polak: "De tradi
tionele cultuur is verdwenen.
In westelijk Afrika is die veel
meer bewaard gebleven en ik
heb wel eens gedacht: het was
voor de Afrikanen eigenlijk be
ter geweest als ze ons nooit
hadden gezien. Maar het was
natuurlijk onontkoombaar - als
de Westeuropeanen niet de vo
rige eeuw Afrika waren binnen
gedrongen, dan was dat deze
eeuw wel gebeurd. Maar voor
de cultuur is het heel jammer,
wij hebben ons daar als cul-
tuurverwoesters gedragen".
Zeeman merkt op: "Ze willen
ook helemaal westers zijn. Zo
als de blanken erbij lopen, zo
willen zij er ook bij lopen. Wat
wij hebben, dat willen zij ook
hebben". Verwonderlijk vindt
Polak dat overigens niet, want
ze komen vooral in contact met
de mooie kanten van de wester
se cultuur, zoals produktieve
landbouwmethoden en goede
hygiëne en geneeskunde.
Afrika is hen beiden uitste
kend bevallen. Al heeft Polak
dan nooit de druk van de jonge
ren gevoeld, de concurrentie in
het architectenvak is met de ja
ren wel steeds harder gewor
den. "Ik zou er zo weer naar te
rug willen", zegt hij. En Zee
man: "Ik heb ook toen ik ouder
werd nog op een plezierige ma
nier meegedraaid. Maar daar
krijg je, als je ouder bent, meer
respect. Zo zijn ze daar opge
voed en dat is gewoon prettig".
Zeeman gaat dit jaar in elk ge
val terug. Direct toen hij terug
was in Nederland heeft hij on
geveer dertig zaadveredelings-
bedrijven aangeschreven en
heeft 130 monsters gekregen.
Die worden nu uitgezaaid en
hij gaat over een paar maanden
kijken hoe ze het doen.
Wat - tenslotte - hebben Po
lak en Zeeman van de Afrika
nen geleerd? Polak: "Ik heb
een grote waardering gekregen
voor de Afrikaan in het alge
meen. Er is een groot verschil
tussen Afrikanen en Europea
nen in gemeenschapszin. In
Afrika spreken ze al gauw over
anderen als hun broer of zus.
Mensen uit een dorp kennen el
kaar allemaal en zullen elkaar
onder alle omstandigheden bij
staan. In hun dorp blijft hun ei
gen kamer altijd voor ze vrij, ze
kunnen er terugkomen wan
neer ze maar willen. Dat vind ik
een heel bijzondere eigen
schap, en ik heb die in heel
Afrika teruggevonden".
En Zeeman: "Nou, ik heb in
de eerste plaats geleerd wat ge
duld is. Dat je niet alles op een
dag kunt doen maar dat je er
gewoon de tijd voor moet ne
men. Ik geloof dat de Afrika
nen op den duur in staat zullen
zijn om een behoorlijk draaien
de maatschappij in te richten.
Maar je moet niet denken dat
het er zo een wórdt als in Euro
pa. Het wordt een andere vorm.
Wel een met veel Europese
trekjes, maar zeker - denk ik -
ook een heel stuk gemoedelij
ker".
Zes jaar geleden begon
de commissie Ontwikke
lingslanden van het Ver
bond van Nederlandse
ondernemingen (VNO)
en het Nederlands
christelijk werkgevers
verbond (NCW) ermee
als een voorzichtig expe
riment. Anno 1985 heeft
de uitzending van gepen
sioneerde managers uit
het Nederlandse be
drijfsleven naar ontwik
kelingslanden vaste
grond onder de voeten
gekregen. In het kader
van het Programma Uit
zending Managers
(PUM) gaan dit jaar zes
tig gepensioneerden
richting Derde Wereld en
in 1986 wordt dat aantal
opgevoerd tot tachtig.
door
Sjaak Smakman
De kerngedachte achter het
project is dat ook gepensio
neerde managers een dosis
kennis in huis hebben die de
moeite waard is om door te ge
ven. Want al worden vijftig
plussers in Nederland vaak be
keken met iets van 'hoepelt-ie
nou nog niet op', zegt NCW-se-
cretaris en programmacoördi
nator Zuidhof, in de Derde We
reld zijn ze meer dan welkom.
Gebrek aan geschoold leiding
gevend personeel is in ontwik
kelingslanden meer regel dan
uitzondering. Bovendien kun
nen ouderen vaak beter over
weg met de werkomstandighe
den daar dan jongeren: in hun
jeugd hebben ze vaak nog ge
werkt met de technieken en
machines die nu in de Derde
Wereld worden gebruikt.
In nauwelijks zes jaar tijd
heeft het PUM-project als 'be
middelaar' tussen ontwikke
lingslanden en gepensioneerde
managers zijn bestaansrecht
bewezen. Vier uitzendingen in
1979, tachtig in 1986. Een 'boo
ming project' dus, oordeelt
Zuidhof. Een project overigens
waarvan het ministerie voor
ontwikkelingssamenwerklhg
het leeuWedeel betaalt. De
werkgeversorganisateis beta
len alleen de helft van de secre-
tariaatskosten.
Het aantal aanvragen uit de
veertien uitgekozen ontwikke
lingslanden - in vooral Afrika
en Zuid-Oost Azië - overtreft
ruimschoots de mogelijkhe
den. De tien landen kunnen in
principe 'uitzendkrachten' vra
gen voor kleinere en middel
grote bedrijven die geen doch
terbedrijven van grote maat
schappijen zijn. Die kunnen via
hun moederbedrijven aan de
nodige deskundigheid komen,
is de redenering. Ook het aan
bod is groot: in de kaartenbak
op het NCW-secretariaat aan de
Scheveningseweg staan meer
dan vierhonderd gepensioneer
de managers uit allerlei secto
ren ingeschreven. Want, zegt
Zuidhof, ook voor hen is zo'n
uitzending van een paar maan
den aantrekkelijk. "In ontwik
kelingslanden is veel meer
waardering voor ouderen. Hier
worden ze gezien als mensen
die de stoelen van de jongeren
bezet houden, daar ziet men ze
als leraren. Het is voor ouderen
heel verfrissend om eens een
tijdje in zo'n samenleving te
zijn".
Keuze
De Amsterdamse architect in
ruste Polak (71) en de Bidding-
huizense oud-afdelingschef tar-
weveredeling bij het Hoofdorp-
se bedrijf Cebeco Zeeman (64)
zijn twee van die 'managers'.
Polak is nu een paar maanden
terug uit Botswana, Zeeman uit
Zambia. Beiden is het werk in
Afrika uitstekend bevallen en
ze willen zo weer terug, vertel
len ze. Polak: "Ik ben een
beetje geobsedeerd door Afri
De feministische theologe Ca
tharina Halkes gaat niet akkoord
met het compromis dat de Unie
van Katholieke Vrouwenorgani
saties vorige week heeft bereikt
met aartsbisschop Simonis. Die
had - uit vrees voor verscher
ping van tegenstellingen - ge
weigerd om mevrouw Halkes
spreekster te laten zijn bij de
paus volgende maand in Utrecht.
Het compromis hield in, me
vrouw Halkes alsnog zou mogen
spreken als er iemand van de (be
houdende) vereniging 'Vrouwen
in de Rooms-Katholieke Kerk'
als spreekster bij zou komen.
Mevrouw Halkes zegt in haar
verklaring, dat zij begin dit jaar
niet zonder aarzeling en voorbe
houd gevolg heeft gegeven aan
het unanieme verzoek van de
Unie (waarbij vijf katholieke
vrouwenorganisaties zijn aange
sloten) om de paus toe te spre
ken. "Als ik op het nu voorgestel
de compromis zou ingaan, zou
dat in het conflict tussen de
aartsbisschop en de vrouwenor
ganisaties niets oplossen. Het
zou eerder versluierend werken.
Het houdt ook geen rehabilitatie
in, nadat ik als persoon en als
theologe in het openbaar door de
aartsbisschop ben miskend.
Even zwaar weegt voor mij het
gebrek aan vertrouwen bij de
bisschop in de zelfstandige oor
deelsvorming van het Uniebe-
stuur".
Wat mevrouw Halkes nog het
meest bevreemdt is, dat Simonis
haar in het geheel niet heeft be
naderd, schriftelijk, telefonisch
en mondeling niet. Door het
compromis af te wijzen meent
zij, dat de verantwoordelijkhe
den komen te liggen waar ze ho
ren. "De polarisatie is nu niet het
gevolg van mijn deelneming aan'
het gesprek maar van een veto
van de aartsbisschop over mijn
persoon. Het argument van de
pluriformiteit, waarop mgr. Si
monis zich nu beroept, zou al
leen van kracht zijn als het van
het begin af bij de opzet van het
programma gehanteerd zou
zijn". Mevrouw Halkes kan niet
meewerken ten koste van haar
integriteit en geloofwaardigheid
als feministisch theologe. "Beide
staan op het spel".
De vereniging 'Vrouwen in de
Rooms-Katholieke Kerk' wil wel
meewerken aan het compromis.
"Wij delen het standpunt van de
bisschop dat polarisatie moet
worden vermeden", zegt de ver
eniging in een verklaring. Wel
zou de vereniging onder de gege
ven omstandigheden liever geen
enkele vrouw aan het woord
zien, "omdat ook het compromis
polarisatie zou kunnen oproe
pen".
Teleurgesteld
De Unie reageerde teleurge
steld. Zij zag in het gesprek met
Simonis een mogelijkheid. Het
Vrouwengilde blijft voorlopig bij
zijn besluit om niet naar de paus
te gaan. De andere zoeken nog
naar een 'constructieve bijdrage'
aan dit bezoek. Maar de Unie als
zodanig zal straks in Utrecht ont
breken.
De werkgroep die het samen
komen van paus en maatschap
pelijke organisaties (12 mei)
voorbereidt ziet geen reden haar
opdracht terug te geven, nu mgr.
Simonis het spreekverbod voor
mevrouw Halkes heeft opgehe
ven. Deze ontmoeting gaat defi
nitief door, zo deelde dr. P. A.
van Gennip, secretaris van de
Katholieke Raad voor Kerk en
Samenleving, gisteren in Den
Bosch mee.
- De bondsraad van de Indus
triebond FNV vindt - in tegen
stelling tot het hoofdbestuur -,
dat de FNV niet naar de paus
moet gaan. "De discriminerende
opvattingen van Rome en van
vele bisschoppen over homose-
xualiteit, ongehuwd samenwo
nen, gescheiden mensen, recht
op abortus en andere zaken kren
ken vele leden van de FNV, ook
katholieke", zegt het hoogste or
gaan van de bond in een motie,
die werd aangenomen met 27
stemmen voor, 23 tegen en 20
onthoudingen.
Het bestuur van de Industrie
bond, dat de rtiotie had ontraden,
heeft deze doorgestuurd naar de
FNV, die het definitieve besluit
om naar Utrecht te gaan nog
moet nemen. De FNV wil er eerst
zeker van zijn, dat bij dit bezoek
bezwaren kunnen worden geuit
tegen opvattingen van rooms-ka-
tholieke gezagsdragers.
- Perschef Palstra van het
Rooms-Katholiek Kerkgenoot
schap in Nederland deelde gis
teravond voor een gezelschap re
clamemensen in Rotterdam mee,
dat de kerkelijke kosten van het
pausbezoek f. 5,1 miljoen gulden
zullen bedragen. De gelovigen
hebben daarvan inmiddels f. 4,2
miljoen bijeengebracht.
Ongeveer 1000 journalisten uit
binnen- en buitenland zullen het
bezoek verslaan. Op drie etages
in het Utrechtse Congrescen
trum kunnen zy hun werk doen.
"Eigenlijk hoeven ze geen meter
AMSTERDAM - Ze zijn beiden 32
jaar en ongetrouwd. Al elf jaar zijn
ze actief in het Volksbevrijdings
front voor Eritrea, het EPLF. De
strijd voor een onafhankelijke
staat, los van Ethiopië, bepaalt hun
leven. In het begin deden Askalu
Menkereios en Senait Bahta mee
aan de gewapende strijd. Nu is As
kalu veldcoördinatrice bij het Eri-
treese Hulpfonds. Senait werkt bij
de Associatie van Eritreese Vrou
wen en houdt zich vooral bezig met
het onderzoek naar de positie van
de vrouw in Eritrea en welke ver
anderingen daarin optreden.
„Als je een keus maakt, zoals wij
die gedaan hebben, moet je heel
vastbesloten zijn", zegt Askalu. „Je
hebt natuurlijk je idealen en daar
wil je je voor inzetten. Maar je moet
heel goed weten wat je doet. Je
moet je realiseren wat er kan ge
beuren. Je zult ontzettend veel pro
blemen krijgen, je zult misschien
honger lijden en je kunt sneuvelen.
Alleen als je dat allemaal beseft en
je kiest hier dan toch voor, dan
houd je het vol. Voor ons is trou
wen en kinderen krijgen er dus
niet bij".
De Ethiopische provincie Eritrea
vecht al sinds 1962 voor haar onaf
hankelijkheid. De toenmalige kei
zer Haile Selaissie maakte toen
met geweld een eind aan de auto
nome status van de voormalige Ita
liaanse kolonie. Nu wordt de be
vrijdingsbeweging vanuit de
Ethiopische hoofdstad Addis Abe-
door
Rian van Kuppenveld
ba bestreden door een kolonel met
socialistische idealen. Maar dat
maakt voor Eritrea niet zo veel uit.
Hooguit is de onderdrukking sinds
de socialistische kolonelscoup nog
sterker geworden.
De vrijheidsstrijd heeft diepe
sporen achtergelaten. Veel Eri-
treeërs sneuvelden in de gevech
ten. Dorpen werden gebombar
deerd of plat gebrand, de oogst
werd verwoest en voedselvoorra
den werden in brand gestoken.
Maar naast alle ellende heeft het
gevecht voor de onafhankelijkheid
ook positieve gevolgen gehad. De
belangrijkste daarvan is de veran
dering van de positie van de vrouw
in Eritrea. „Dramatisch", durven
Askalu en Senait die veranderin
gen rustig te noemen.
Het begon eigenlijk in 1970. Toen
scheidde het Volksbevrijdings
front voor Eritrea (EPLF) zich af
van het Bevrijdingsfront voor Eri
trea (ELF). De voornaamste reden
was een ideologische. Het EPLF is
van mening dat je voor de bevrij
ding van een land ook een maat
schappij-verandering nodig hebt.
In de praktijk was het belangrijk
ste meningsverschil met het ELF
de deelname van vrouwen aan de
gewapende strijd.
Feodaal
Askalu: „Je kunt niet strijden
voor de bevrijding van je volk, ter-
wijl de helft van dat volk, de vrou
wen, onderdrukt worden". Senait:
„Ons volk moet onafhankelijk wor
den en omdat wij vijftig procent
van dat volk uitmaken moeten wij
ook mee strijden. Maar wij vrou
wen moeten ook meevechten, om
onszelf te kunnen bevrijden. Een
vrouw kan niet emanciperen als ze
niet leeft in een vrij en democra
tisch land, zonder feodale structu-
Het is geen eenvoudige zaak,
vrouwenemancipatie in een land
waar de vrouw traditioneel een
tweederangs burger is. Askalu:
„De vrouwen zelf zijn ook opge
voed in het idee dat zij anders zijn,
inferieur zelfs. En door hun opvoe
ding accepteerden de vrouwen het
ook. Het is dan ook niet zo makke
lijk om je zelf te bevrijden, om te
geloven dat je gelijk bent aan de
man. Het is moeilijk om, als je to
taal anders bent opgevoed, te
emanciperen, je een eigen positie
te verwerven, zelfvertrouwen te
krijgen en je nieuw verworven sta
achter de paus aan te lopen", zei
Palstra. "Zijn hele verblijf en op
treden is daar op een groot
scherm te zien. Met een pilsje in
de ene en een borrelnootje in de
andere hand kunnen ze alles
nauwkeurig volgen".
Palstra besloot met de ver
zuchting: "'Een volgend bezoek
zal over 100 jaar zijn. Dan ben ik
er gelukkig niet meer". De orga
nisatoren staan deze weken on
der grote druH- "Over vijf weken
is-ie alweer weg, zeggen we te
gen elkaar in de wandelgangen".
Weg uit IKON - De 48 ge
meenten die lid zijn van de Bond
van Vrije Evangelische Gemeen
ten hebben besloten uit de ker
kelijke omroep. IKON te treden
en zich aan te sluiten bij de groep
kerken en geloofsgemeenschap
pen die onder de titel 'Zendtijd
voor de kerken' zelf hun zendtijd
verzorgen.
Volgens deze gemeenten (11.000
leden) wordt vooral in de opinie
programma's van de IKON geen
tus vast te houden. De strijd gaat er
dan ook voornamelijk om om de
vrouwen zélf te veranderen, te la
ten geloven dat ze dingen kunnen
wijzigen, dat hun man zich moet
aanpassen. In Eritrea is het een
strijd voor de beide seksen, niet
slechts voor één. Het is moeilijk
voor mannen te accepteren dat
vrouwen hun gelijke zijn. Maar
voor de vrouwen is het niet een
voudig die nieuwe positie te heb
ben".
In amper vijftien jaar tijd veran
derde er een heleboel in Eritrea.
Vrouwen mogen nu eigen land be
zitten, vrouwen hebben zitting in
het dorpsbestuur, zijn werkzaam
in regionale en centrale organisa
ties, in de gezondheidszorg, in het
onderwijs, werken in de produktie-
sector, in garages.
Het is nog geen generatie gele
den dat in de Eritreese hooglanden
de vrouw enkel mocht wieden, hel
pen bij de oogst en verder het huis
houden kon doen. De man bewerk
te het land en was eigenaar van al
het vee, de werktuigen en het land.
In de laagvlakten, waar vooral de
nomaden wonen, mocht de vrouw
alleen het huishouden doen. Aska
lu: „Als je de vrouw écht wilt
emanciperen, moet je haar econo
misch onafhankelijk maken van de
Respect
Het EPLF heeft volgens Askalu
en Senait in de praktijk gebracht,
wat zo vaak met de mond wordt
beleden, de bevrijding van de
vrouw. Askalu: „In de feodale op
vattingen over de positie van de
vrouw werd vaak gezegd dat de
manier waarop de vrouw werd be
handeld, voortkwam uit respect.
Ook de vrouwen zelf geloofden
dat. Ze zeiden: onze mannen res
pecteren ons, ze willen niet dat we
werken en dat we uitgaan, omdat
ze willen dat we veilig zijn".
„Maar het EPLF is van mening
dat de vrouwen niet op deze ma
nier voor de gek gehouden moeten
worden, dat ze niet op deze manier
'beschermd' hoeven te worden. De
vrouwen moeten de realiteit onder
ogen zien en deelnemen aan de re
volutie. Want échte emancipatie
bereikt je alleen door deelname.
Emanciperen van de vrouwen be
tekent hen inschakelen op alle ter
reinen die vroeger alleen voor
mannen toegankelijk waren".
Senait vult aan dat je ziet dat het
werkt. „In het begin stonden voor
al oudere vrouwen nogal negatief
tegenover de emancipatie, zij had
den natuurlijk een veel groter
verleden mee te torsen. Maar nu
fcijn er oudere vrouwen actief in de
dorpsraden, in coöperaties, ze
doen mee aan politieke discussies.
Een andere belangrijke verande
ring is dat vrouwen nu ook onder
wijs krijgen. In het verleden leerde
eigenlijk maar een handjevol vrou
wen lezen en schrijven. Ook na de
komst van het socialistische kolo
nelsregime in Ethiopië veranderde
er aan deze situatie niets, ondanks
alle fraaie leuzen. Askalu: „In de
door het EPLF bevrijde gebieden
heeft iedereen recht op onderwijs
jong of oud, man of vrouw. Eigen
lijk moet iedereen lezen en schrij
ven leren. We zijn twee jaar gele
den gestart met een grote alfabeti
seringscampagne. Die wordt uitge-
voerd door leerlingen van de revo
lutionaire scholen die nu in de zes
de of zevende klas zitten. Om men
sen te leren lezen en schrijven, heb
je geen leraren nodig, alleen men
sen die dat al kunnen".
De houding van de Ethiopische
regering tegenover het hongerpro-
bleem in Eritrea sterkt Askalu en
Senait nog meer in hun stijd voor
een vrij en onafhankelijk land. En
daar is de bijdrage van de vrouwen
essentieel. „Een vrouw kan zich al
leen emanciperen in een land dat
democratisch is, waar vrede heerst
en dat ontwikkeld is. Daarom is de
vrouwenstrijd in Eritrea ook geen
op zichzelf staande strijd, daarvoor
moeten we ons land bevrijden", al
dus Senait.
aandacht geschonken aan wat de
bijbel over een bepaald vraag
stuk heeft te zeggen. Ook vinden
zij het taalgebruik in bepaalde
programma's stuitend én de ma
nier waarop de sexualiteit soms
aan de orde komt. Kritiek van
buiten heeft bij de IKON nog
nooit tot verandering geleid, zeg
gen de vrye evangelische ge
meenten.
Het besluit gaat in tegen het
advies van het bestuur van de
bond. Dat wilde wel bij de IKON
blijven omdat deze omroep aan
dacht heeft voor minderheids
groepen en slechts een klein deel
van de programma's voor de
evangelischen 'niet herkenbaar'