De groene vingers van Jaap Bol Tien voorjaarstips van de vakman Hazerswoudse tuinexpert gaat liefdevol lente te lijf ZATERDAG 30 MAART 1985 PAGINA 21 Terwijl de bomen zich nog in een diepe slaap lijken te bevinden, verschijnen overal de eerste tekenen van een nieuw seizoen. De lente is begonnen. Langzamerhand wordt het weer tijd voor allerlei activiteiten in de natuur. De tuin hoort daar natuurlijk ook bij. Hovenier Jaap Bol uit Hazerswoude is al druk bezig. Na wekenlang aan de tekentafel en de warme kachel gekluisterd te zijn geweest, staat de man met de groene vingers weer middenin de natuur. "Daar ben ik een koning in mijn eigen rijk", zo noemt hij het zelf. Het planten en verzorgen van alles wat groeit en bloeit, is voor hem geen vak, maar een liefde. Een kijkje in de groene keuken van een vakman. door Martin Ruesink Jer buiten Hazerswoude is de naam /an Jaap Bol bekend. De hovenier rijdt dagelijks met zijn donkerblauwe Opel door heel ^uid-Holland. Overal zitten zijn idanten. "Ik adverteer nooit, maar de mensen weten me toch te vinden. Mondreclame. Als een klant van my verhuist, moet ik vaak mee om zijn nieuwe tuin aan te leggen en te onderhouden. Ik geef dan een soort abonnement uit. De eerste paar jaar kom ik dan nog een keer of wat langs. Dan kijk ik of alles er nog goed bij staat. Ik snoei de bomen en vervang de dode planten door nieuwe. Dat is een service aan de klant". Die service aan de klant is één van de pijlers van Bols filosofie over het vak. "Liefde voor het vak, creativiteit en een vertrouwensrelatie. Dat laatste vind ik heel belangrijk. Ik heb respect voor iemands privéleven. Daar kom ik niet aan. Een beetje tact is daarom nooit weg. Zo'n vertrouwensrelatie opbouwen duurt heel lang. Maar als ik die heb, kan ik goed en zelfstandig werken. Die macht mag ik natuurlijk niet misbruiken. Stilzwijgen hoort ook bij het respect voor de klant. Bol heeft nogal wat tuinen van beroemde Nederlanders te verzorgen. Met geen woord rept hij over die mensen. "Als ze bij mij van Privé komen, ben ik niet thuis". Bol denkt even na en vervolgt. "Dan ben ik echt niet thuis, hoor. Die vertrouwensrelatie zou anders gewoon kapot gaan." Snoeien Voorjaar betekent voor Jaap bol snoeien. "Een typisch karwei voor de vakman. Ik heb het in de Hortus Botanicus in Utrecht geleerd. Toen stond de hele boomchirurgie nog in de kinderschoenen. Elke boom is weer andersDaarom moetje echt wel eten watje doet als je gaat snoeien of restaureren". Restauratie van bomen, betekent opereren. Als er een ziek is, bekijkt Bol eerst of het de moeite waard is om de boom te redden. "Ik hou ontzettend veel van bomen, maar als er een al zo beschadigd is dat ie toch niet lang meer te leven heeft, dan moet ie gewoon weg. Gewoon kappen, anders is het alleen maar een gevaar. Er hoeft maar een klein windje te komen, of zo'n joekel waait omver. Dan kunnen er doden vallen. Een grote boom weegt tonnen. Tonnen. Met de storm van '72 was een eik op de wagen van een pastoor gevallen. De man zat er gelukkig niet in. Het dak zat op de achteras". Als dokter Bol de patiënt wil genezen, komen zaag, beitel en hamer er aan te pas. Dode takken worden tot in het levende hout er afgezaagd. Rotte plekken krijgen met de beitel te maken. Bol hakt een mooi gootje en smeert de plek in met een conserveermiddel. "Dat gootje is nodig voor de regen. Vergeet je dat, dan blijft het water in de boom en dat zorgt weer voor nieuwe rot. Als de bast al voor meer dan de helft van de omtrek kapot is, begin ik er niet meer aan. Je kunt dan beter een nieuwe planten. Alles heeft z'n tijd. Ik ben blij dat er tegenwoordig veel mensen begaan zijn met het lot van de bomen, maar je moet ze niet laten staan als ze toch dood gaan of gevaar opleveren". Dubbeltje "Of mijn vak gevaarlijk is? Nou en of. Als je bijvoorbeeld bij het neerhalen van een boom niet precies weet watje doet, speel je met je leven. Er mag geen zuchtje wind staan en je moet de knaap met een kabel op de juiste plaats neerlegen. Steekt er opeens een wind op, dan kan er van alles gebeuren. Heb je pech, dan ben je zo plat als een dubbeltje. Geloof maar dat m'n verzekeringspremie niet mis is. Jongen, onverantwoord met bomen omgaan is levensgevaarlijk". Ik kwam een keer in de tuin van een klant, een chirurg. Die had aan een hemelboom een schommel hangen. Voor zijn kinderen. De tak waar de touwen aan vast zaten was wel zes meter hoog. Je kon zo heel hoog uitzwaaien. Ik stond echt te beven. Van zoiets krijg ik het ijskoud. Ik zeg tegen de man: weetje dat die tak er elk moment afkan vallen? Bij een hemelboom hoor je 'm niet kraken als ie slecht is. Dan is het in één keer van paf. We zaagden het ding eraf. Ik was nog geen centimeter in het hout of de tak viel al...". In de kantine van een Leids bankgebouw ("zeg alsjeblieft niet welke, veiligheidsvoorschriften, weetje...") drinkt Bol een kopje koffie. Hij onderhoudt de tuin van de bank. Naast hem zit de chauffeur van het kantoor. "Suiker, Bolletje? Zeg, weet jij waarom ze overal als gekken langs de weg aan het kappen zijn?". Jaap Bol heeft direkt een antwoord klaar. "Iepziekte. Is vorig jaar hier gekomen. Rijkswaterstaat wil nu de goeie bomen beschermen tegen besmetting. Elk verdacht exemplaar gaat eruit. Moet wel, anders hou je niks meer over". De chauffeur is niet tevreden. "Nouhet zijn echt niet alleen maar iepen. Er sneuvelen ook ontzettend veel Canadese populieren". Bol heeft weer direkt zijn antwoord klaar. "Canadese populieren worden niet ouder dan 25 jaar. Die moetje dus op tijd vervangen voor nieuwe". De chauffeur lijkt niet echt overtuigd. "Volgens mij azen die jongens alleen op hout voor hun open haard". Jaap Bol lacht. "Ja, bij mij zeuren ze ook al de kop gek voor dat spul". Oneindig Het snoeien van bomen is dezer dagen de belangrijkste bezigheid van de Hazerswoudese hovenier. Hij wil het karwei afhebben voordat de bomen weer uit hun winterslaap ontwaken. Dan is het snoeiseizoen voorbij. Maar ook de andere karweitjes moeten worden gedaan. Het schoonmaken van perkjes, bijvoorbeeld. Blad oprapen, oud onkruid verwijderen en de boel los schoffelen. "Heel belangrijk. Niet altijd even leuk, maar het moet worden gedaan. Haal je dat blad niet weg, dan kan de boel niet zo best groeien en krijg je straks het onkruid niet meer weg. Je moet het dode materiaal heel voorzichtig oprapen. Niet harken, wat dan verniel je een hoop plantjes en bollen. Ook de vaste planten vragen nu aandacht. "Takken die afgelopen jaar hebben gebloeid, moeten er nu af. Als je snoeit, hou je de plant jong en kan die weer gaan bloeien. Rozenstruiken tot ongeveer drie ogendat is tien centimeter, boven de grond afsnoeien". Vervelend werk? "Ach nee, je moet wel een beetje je blik op oneindig zetten. Maar als je zo de hele dag in je eentje bezig bent, heb je de tijd om over alles na te denken. Ik kan dan ook al mijn plannen voor een tuin op een rijtje zetten. Nee, vervelend vind ik het niet. Gras maaien, daar ben ik niet zo gek op. Dat is zo eentonig, weetje. Ik doe het natuurlijk wel, als het moet, maar ik ben liever creatief bezig. Ontwerpen bijvoorbeeld". Ontwerpen kan Jaap Bol. Hij houdt een grote kaart voor zich vaneen oud landgoed. Hij moet beslissen welke bomen kunnen blijven staan, wat er weg moet en welke nieuwe planten voor deze omgeving geschikt zijn. Een beetje historisch inzicht is wel vereist. "Je moet een sfeer scheppen. Het is belangrijk dat de begroeiing bij het hele gebouwencomplex past. De beplanting moet ook kloppen met de stijl waarin het pand is opgetrokken. Je moet ongeveer weten wat voor planten wanneer en waar voorkwamen. Als je zoiets mag doen, heb je eer van je werk. De bomen blijven nog eeuwen staan. Je leeft eigenlijk zelf voort in het werk. Dit is echt een reuze karwei. Krijg ik nooit weer. Eigenlijk heb ik de opdracht ook nog niet. Ik maak alleen een offerte. Zeg dus alsjeblieft niet waar het is, anders krijg ik de concurrentie op m'n dak. Onberispelijk "Ontwerpen is 80 procent constructie en 20 procent creativiteit. Een straattegel is nu eenmaal 30 bij 30 centimeter. Daar heb ik me aan te houden. Ik ga altijd eerst met de klant praten. Wat ze met de tuin willen gaan doen. Bij een bankgebouw moet het er onberispelijk uitzien. Representatief noemen ze dat. Een gezin met j onge kinderen vereist ook weer een eigen aanpak. Ik vraag altijd welke planten en materialen de klant aanspreken. In overleg maak ik dan een schets en een offerte. De klant kan dan altijd nog beslissen of hij met me in zee wil of niet". Eenmaal aan de slag, kunnen de gekste dingen gebeuren. "Ik moest een keer in Alphen aan den Rijn een tuin aanleggen. Achter een pand in een winkelstraat. Je kon er alleen via een heel smal steegje bij komen. Aan de achterkant grensde de tuin aan de Rijn. Nou, ik proberen of ik het zand voor de tuin met een kruiwagen door de steeg kon krijgen. Lukte niet, er zaten twee haakse bochten in. Ben ik naar de brugwachter gelopen. Ik vroeg of ie een bootje met een kraan wist. Twee weken later ging alles met het schuitje "Lemmie" de tuin in. Prachtig". Bol heeft het verhaal nauwelijks verteld of er schiet hem nog iets mooiers te binnen. "Mijn oom was ook hovenier. Moest-ie een keer een boom vellen. Een kanjer van een ding. Stond op een piepklein binnenplaatsje achter een huis. Van geen kant bij te komen. Hij zaagt de boom van boven af kapot. Elk stukje hout moest weer via een ladder naar boven worden gebracht. De slaapkamer in. Door het raam, over het bed, door het huis, trap af en de straat op. Hij is weken bezig geweest". Bol ziet rood van het lachen. Hij gaat nog even door. "Ik moest een keer een tuin aanleggen. De eigenaar had pas een huis gekocht achter de dijk. Vroeger had er een vuilnisbelt gelegen. Precies onder de plaats van de tuin. Er lag een flinke laag zand overheen. Maar mooi dat er niks wilde groeien op die rotzooi. Weet je hoe die familie van dat huis heette? Rat!" Goochelen De natuur bepaalt alles in het leven van een hovenier. "Ik ben vorig jaar helemaal niet met vakantie geweest. Was het gewoon veel te mooi weer voor. Elke dag druk. Ik moet wel eens oppassen dat ik het niet te gek maak. Dat wreekt zich de volgende dag. Je kunt de natuur gewoon niet dwingen. Die is keihard. Ik kan wel wat sturen, maar niet geem levensritmes breken. Als een boom ten dode is opgeschreven moetje hem kappen. Zo gaat dat". Een beetje met de natuur goochelen is af en toe wel mogelijk. Achter een klein, duister steegje in Leiden, staat een jonge leilinde. Bol buigt heel voorzichtig de takken van het boompje tegen bamboestokken aan. Op deze manier worden de takken gedwongen horizontaal te groeien. Het geheel lijkt een beetje op de mast van een schip. "Hier kan het. Het duurt een paar jaar voordat het boompje echt mooi is gaan groeien. Het past hier ook bij de oude huizen. Het opbinden van de Leilinde is typisch oud-Hollands. Het tekent de sfeer en is bovendien functioneel. Je kunt niet meer zo gemakkelijk de tuin in kijken. "Mijn collega's bij de gemeentelijke plantsoenendienst, die moeten gewoon met vakantie. Dat wordt gepland. Dat kan eigenlijk niet als je met de natuur werkt. Die heeft zijn eigen ritme. Als ik met vakantie wil, kan ik dat hoogstens een dag van tevoren plannen. Ik ben ook net zo lief in de natuur." Niet alleen Jaap Bol is graag in de natuur. "Ik ken een directeur die de hele wereld rondreist. Als hij vakantie heeft, zit ie gewoon in z'n eigen tuintje. Dan is ie dolgelukkig. Waar moet ie ook heen? Hij heeft toch alles al gezien. En die houding kom je steeds meer tegen. Mensen blijven net zo lief in hun eigen tuintje als dat ze op vakantie zijn. Ik merk ook dat de meesten mijn beroep ook meer waarderen dan vroeger. Bij een opdracht probeer ik de mensen iets te geven waarin ze zich thuis voelen. Dat geeft voldoening". Petje af Verschil tussen een vakman en een leek is er soms niet. "Ik ken mensen die als hobby planten kweken. Ik neem echt m'n petje er voor af hoe ze dat doen. Daar tip ik als vakman dan niet aan. Ik heb respect voor die mensen. Ik kwam eens bij een man die al dertien keer was verhuisd. Elke keer had hij zijn rozenperk meegenomen. Dat kon je ook zien, de planten zagen er niet meer optimaal uit. Ik vroeg hem of hij niet beter nieuwe kon nemen. Toen hoorde ik dat die rozen de enige herinnering aan zijn overleden vader waren. Wat bewonder ik zo'n liefde". Niet iedereen heeft even veel verstand van tuin en bloemen. De ware vloedgolf van boeken over tuinieren, lijken soms een oplossing. Of niet? "Die boeken gaan vaak zo oppervlakkig op de zaak in. Er komt vaak heel wat meer bij kijken dan in die paar bladzijden beschreven staat. De vraag is, of de gebruiker ook de vaardigheid heeft om dat wat beschreven staat uit te voeren. Ik sprak een keer de boekeninkoper van een groot warenhuis. Vroeg hem: waar kijk je nou naar als je een boek inkoopt? Of er veel plaatjes in staan, zei hij...". 1. Snoeien Voor het snoeien van allerhande planten, bomen en heesters kan niet één vuistregel worden gegeven, maar over het algemeen geldt dat men pas dient te knippen als de knoppen uitko men. Dan is tevens goed te zien wat dood of levend is (vorst vernietigt vaak stukken stengel). Snoeien tot 'net in 't leven'. Struikrozen ongeveer 30 centi meter boven de grond afknippen, te vens het dode hout verwijderen. Aan heggen kan weinig stuk; terugknippen 'tot het leven' en uiteraard tot de ge wenste hoogte of omvang. Afblijven van de toverhazelaar en de magnolia (bij te diep knippen bloedt de sap stroom dood). Ook bij kortwieken van rododendron een deskundige raadple gen (bnieuw blad pleegt in het zonlicht te verbranden). Bij vaste planten (bij voorbeeld margriet of chrysant) in het voorjaar het dode loof er met de hand afplukken. 2. Gazon bemesten Nodig als er mos in groeit, wat weer het gevolg is van een te lage zuurgraad en het ontbreken van wind. Behandel het gazon in februari/maart met kalk- meststof, waardoor de zuurgraad stijgt en het mos minder levenskansen heeft Gazon ook bemesten als de kleur van het gras vaal wordt en als er 'gaten' val len. Behandel het gras in dit geval met gedroogde koemest (maart/april) dat gedurende het bloeiseizoen gelijkma tig oplost. Kunstmest werkt te snel uit en is meer geschikt als 'oppepper'. 3. Gras maaien Over het algemeen zijn de grasmaai ers te kort afgesteld. Dat lijkt slim, maar is het niet, want zo verdwijnt het hart uit de graspollen waardoor er weer eerder gaten in het gazon ontstaan. Het gemaaide gras verwijderen? Niet als het heel kort en dun is. Laten liggen, het verteert en fungeert als voedings stofvoor het onderliggende gras. Is het gemaaide gras dik en lang, dan verwij deren ter voorkoming van gele plek ken in het gazon. Een zogeheten verti- culeerhark ter verwijdering van dode punten in het gazon is nuttig op bij voorbeeld een voetbalveld, waar een tractor de zaak opentrekt waarna op nieuw kan worden ingezaaid. In een gewone tuin is het effect aanzienlijk minder. Trouwens: dode punten gaan er bij het maaien wel uit. 4. Zoden of zaaien? Graszoden worden gekweekt op spe ciale graskwekerijen. Het probleem zit 'm hierin dat er heel veel soorten gras bestaan die maar toevallig moeten aan sluiten bij de tuin waarin ze zich bevin den. Meestal is dit niet zo, en ontstaan er al na enkele jaren gaten die opnieuw moetep worden ingezaaid. Zaaien is dus altijd beter, al is daar meer geduld voor nodig. Vraag de vakman naar de meest geschikte grassoort. Wat verder nodig is zijn zon en wind (ook voor zo den). Het ontbreken van beide elemen ten kan worden gecompenseerd met mest, compost en....nauwkeurig onder houd. 5. Kappen Kapverordeningen zijn een gemeen telijke aangelegenheid en ze kunnen dus onderling verschillen. Meestal wordt een kapvergunning verleend door de plantsoenendienst, nadat deze de zaak heeft verkend en beoordeeld. In een enkel geval (bijvoorbeeld bij dreigend gevaar) kan ook de gemeente aansprakelijk worden gesteld, nadat een deskundige rapport heeft opge maakt. Meestal wordt er dan snel ge handeld. Bomen vellen is overigens een vak apart. Weinigen hebben een goed besef van welk een gewicht er naar beneden komt zetten. Verveelt een boom gewoon, dan kan men trach ten het ding met kluit en al aan de ge meente te schenken, die er altijd wel een plaatsje voor heeft. Enige betaling wil in zo'n geval nog wel eens achter wege blijven. Overigens spreken we hier pas van een boom als de stam één meter boven de grond een doorsnee van 20 centimeter heeft. In tijden van droogte snakt de tuin naar water. Maar: liever eenmaal per week een flinke plons dan elke dag een scheutje (dat maakt de gewassen lui en doet ze niet diep genoeg wortel schie ten). Water geven bij voorkeur 's avonds of 's morgens vroeg, dan is er het minst sprake van verdamping, in geval van planten of heesters poten, de grond een halve dag van tevoren nat maken en de desbetreffende gewassen vóór het in de grond stoppen nog even onderdompelen. 7. Moestuin Voor een beetje behoorlijke produk- tie is vaak meer opervlak nodig dan men zou vermoeden. Bij weinig opper vlak moet men zich beperken tot wei nig soorten. Niet alle grondsoorten zijn overigens geschikt voor een moestuin; het vochtgehalte is vaak een probleem (te droog of juist te nat). Houdt de moestuin een beetje uit de wind en uit het zicht (gaas en stokken zijn nu een maal niet zo fraai) door er een hegje omheen te plaatsen. Kruidentuintjes zijn leuk, maar tuinkruiden kunnen ook in een bloempot in de keuken wor den gekweekt (een stuk makkelijker). Hoe dan ook: in februari binnen zaaien en in mei uitpoten, al blijft het handi ger om plantjes te kopen. 8. Vruchtbomen Appel- en perebomen vragen veel ruimte (plantafstand zeker 4 meter). Bepaalde bomen moeten elkaar bestui ven (bijvoorbeeld de cox orange en de goudreinet) om vruchten te krijgen, dus met één boom zijn we er niet. Bloeien doen ze wèl in eenzaamheid, mits er voldoende zonlicht is. Zo kan bijvoorbeeld een oude pereboom (op stam en met kroon) heel mooi bloeien. 9. De heg Bijna altijd liguster, maar er zijn tal van variaties mogelijk, zoals de winter groene venijnboom (een langzaam groeiende conifeer), de goedkope Spaanse aak (kan goed tegen schaduw) en de ouderwetse haagbeuk (kan al leen klein geplant worden, maar groeit snel). Zeer in op dit moment zijn palm- heggetjes: klein, wintergroen en vrij wel geen onderhoud. 10 Zon en schaduw In tegenstelling tot wat zeer velen denken is een 'schaduwtuin' op het noorden zeer goed mogelijk. Uitgele zen planten en heesters voor zo'n tuin zijn de rododendron, de bosbes, de pri mula en de maagdenpalm. Rozen en vruchtbomen daarentegen, doen niets zonder zon. Een tip tot slot: bij schut tingen, prieeltjes en pergola's altijd werken met hardhout (geen vuren uit een dompelbadje) en roestvrij hang- en sluitwerk, anders rot de zaak gegaran- deerdweg. JAAP BOL Jaap Bol: koning in zijn eigen rijk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 19