De ontmaskering van Halley' ZATERDAG 16 MAART 1985 Bij voorkeur laten sterrenkijkers het kijken in de toekomst over aan sterrenwichelaars, volgens hen heeft het heelal nu eenmaal weinig van een glazen bol met een vooruit ziende blik. Horoscopen woeden door de beoefenaars van de sterren kunde al evenzeer meewarig beke ken. Dierenriemen als regelaars van karakters, ze geloven er eenvoudig niet in. Maar voor de verandering tuurt thans ook menig astronoom over het heden heen, vol spanning wachtend op het moment dat een staartster met een eigen karakter aan het firmament verschijnt. In de tweede week van december moet dat gebeuren, als alle wetenschap pelijke berekeningen tenminste klop pen. En waarom zou dat niet, de komeet van Halley heeft er in z'n lange bestaan een gewoonte van gemaakt zich eens in de ruim 75 jaar aan het aardvolk te pre senteren. „Een keer uitgezonderd werd er in Ja panse en Chinese geschriften al gespro ken over de verschijning van de komeet, steeds om de 76 jaar. De eerste waarne ming dateert al van 467 voor Christus", vertelt de Leidse sterrenkundige Mare Oort. .Als een van de weinige kometen is Halley met het blote oog te zien, dat maakt 'm zo bijzonder". Aan de hand van een door wis- en na tuurkundige Newton aangegeven bere keningsmethode becijferde de Engelse sterrenkundige Edmund Halley (1656-1742) de banen van 24 kometen. De resultaten van die berekeningen pu bliceerde Halley in het in 1705 versche nen boek 'a Synopsis of the astronomy of planets'. Hierin legde hij vast dat de komeetwaarnemingen, gedaan in de ja ren 1456.1531, 1607 en 1682, van een en dezelfde waren. Halley voorspelde, op grond van de telkens tussenliggende pe rioden van ruim 75 jaar, dat de komeet in 1758 weer van z'n aanwezigheid blijk zou geven. Edmund Halley kreeg gelijk; sindsdien draagt de staartster zijn naam. Reputatie In het verleden Snelde zijn kwalijke re putatie telkens de verschijning vooruit. Zeker in de middeleeuwen werd z'n komst met angst en vreze afgewacht 'Hy van Halley' werd beschouwd als een onheilsprofeet een rampenaanzegger, als de verkondiger van het einde van de wereld. Typerend genoeg lag de oor sprong van het woord desastreus in het verlengde van dat bijgeloof; het Engelse woord disaster, dat staat voor ramp, be tekent letterlijk slechte ster. Volgens de overlevering had de ko meet 12 jaar voor Christus met zijn ver schijning boven Rome de dood van de Romeinse staatsman Mare Vipsanius Agrippa aangekondigd, in 66 na Chris tus de vernietiging van de stad Jeruza lem. Bovendien zou hij in 451 ten koste van Attila de Hun de Romeinse generaal Aetilus de zege van de slag bij Chalons hebben gegund en werd hem in 1066 ook de nederlaag van de legers van koning Harold in de slag bij Hastings toege schreven. De komeet, zo heette het, had partij gekozen voor Willem de Verover- Maar in 1910 werd 'Halley' al t door menigeen begroet als een ongeno de gast. Gevreesd werd vooral voor de nacht van 18 op 19 mei, waarop de ko meet het perihelium (de kortste afstand tussen zon en een in banen daaromheen draaiend hemellichaam) moest passe ren. Een greep uit binnen -en buiten landse dagbladen van die tijd: Het Leidsch Dagblad van woensdag 10 ai den 1 „O. r regeeringswege populaire geschriftjes rondgedeeld, waarin duidelijk wordt ge maakt dat de komeet niemand vrees be hoeft aan te jagen, maar integendeel ie der zal onthalen op een mooi schouwspel aan den hemel. Dat de plattelandsbevol king in Dalmatië nog in dat bijgelooj verstrikt is, laat zich begrijpen. Maar wat te denken van de ouders van jonge dames die op pensionaten gaan in Fransch Zwitserland en die volgens een bericht in een West-Zwitsersen blad aan de directrice hebben meegedeeld dat hun dochters niet bij den aanvang van het schooljaar, maar eerst einde Mei op school zullen komen, daar men de le den van het gezin den lSden Mei liever bij elkaar heeft!". De Nieuwe Courant van diezelfde da tum constateerde dat huismoeders in vergelijking met andere jaren maar erg traag vorderden met de grote schoon maak. Een journalist van deze krant had „van de week juffrouw Piet tot juffrouw Naatje" horen zeggen: „Niet dat ik bang ben dat de wereld zal vergaan, maar ik wacht maar met schoonmaken tot die 18de Mei voorbij is. Je kunt nooit weten of zoo'n komeet mis schien geen vuilen boel geeft"... Het Franse boulevardblad 'le Matin' wees in de editie van 21 mei op de maca bere invloed van de komeet, wiens naam door een gelukkige vader uit Enschede overigens werd geleend ten bate van zijn pas geboren dochter: „Te Konstantinopel was de bevolking buitengewoon onder den indruk van de verwachte verschijning, de angst was op vele gezichten te lezen en toen nu Woens dagavond een hevig onweder losbarstte, meende men niets anders dan dat het einde van de wereld was gekomen. Eeni- ge cypressen op het kerkhof te Skoetarie woeien om en dat maakte de zenuwach tige bevolking nog opgewondener. Men vertelde dat de dooden waren opgerezen uit hun graven. Een bewoner van Kon stantinopel bracht in zijn waanzinnige angst vrouw en kinderen om het leven". Mark Oort: 'Alle indianenverhalen rond komeet zijn ongefundeerd'. (foto Holvast) De Maasbode van 23 mei 1910, tenslot te, meldde het volgende voorval uit Heusden: „De komeet van Halley heeft hier velen in de war gebracht. Er waren warempel menschen die geloofden dat de wereld zou vergaan en daarom maakten zij de boel maar op. Een was er die zooveelen taartjes en lekkernij had gegeten dat hij ernstig ongesteld is geworden. Weer een ander verkocht zijn antieke staande klok, een waarde vertegenwoordigende van 700 gulden, nu maar gauw voor 50 gulden. Of hij nu spijt heeft!" Ongefundeerd De wetenschapsman spreekt in Mare Oort, als hij zegt dat alle indianenverha len over de komeet van Halley „geheel ongefundeerd" zijn. De Deense astro noom Tycho Brahe toonde in 1577 al aan dat kometen ten minste vier keer zo ver van de aarde zijn verwijderd dan de maan. „Voor astronomen is één tot tien miljoen kilometer dichtbij. Maar gezien die afstand is er geen enkele aanleiding om bang te zijn voor een botsing van een komeet met de aarde. Sterrenkundigen hebben uitgerekend dat zoiets eens in de 250.000 jaar gebeurt. Naar alle waar schijnlijkheid is door een komeetinslag de Barringerkrater in Arizona ontstaan. Er bestaat ook een theorie dat de dino saurussen zijn uitgestorven, nadat een komeet in de zee is gestort. Dat moet een gigantische explosie hebben gegeven, compleet met waterdamp in de atmo sfeer waardoor de zon tien tot twintig jaar niet zichtbaar is geweest". Van kometen in het algemeen en de komeet van Halley in het bijzonder is feitelijk even veel bekend als weinig. Lichtelijk besmuikt laten ook weten schappers te pas en te onpas woorden als „vermoedelijk" en „waarschijnlijk" vallen, als ze praten over het ontstaan en de samenstelling van kometen en hun vermeende invloed op het aardse be staan. In feite ontleent de wetenschap haar kennis over kometen aan indirecte onderzoeken van meteorieten geheten overblijfselen, alsmede aan gedane waarnemingen met kijkers, radiotele scopen of andere geavanceerde appara tuur. Een uit vijf ruimtesondes bestaan de 'Halley-expeditie' zal volgend jaar al le in de loop der tijden ontwikkelde theoriën op hun waarheden moeten toet- „Hypothesen zijn er te over", geeft Oort toe, „vrijwel niets is bewezen". Zijn grootvader Jan Hendrik maakte zich in 1950 op slag wereldberoemd met z'n al gemeen geaccepteerde theorie dat naar schatting honderd miljard kometen in een uitgestrekte wolk rond de zon zitten 'verpakt' op een afstand van 50.000 astronomische eenheden (1 astronomi sche eenheid is de gemiddelde afstand van de aarde tot de zon: 150 miljoen kilo meter); astronomen gaven aan die kome- tenwolk de naam 'Oort-cloud'. Aangeno men wordt dat die kometen vijf miljard jaar geleden tegelijk met het zonnestel sel zijn ontstaan. „Maar ook het bestaan van die wolk is helemaal niet zeker", re lativeert kleinzoon Mare de' theorie van zijn grootvader. „Op grond van de waar nemingen van kometen die eerder nog niet waren gezien, heeft ie bedacht dat er een kometenwolk moest bestaan". Storingen Het zou overigens gaan om een wolk die vrij stabiel in een langgerekte baan rond de zon draait. Maar in de uiterste regionen van het zonnestelsel willen door Gerard van Putten weieens storingen in het zwaartekracht veld optreden, waardoor elk jaar rond 100 kometen uit de wolk worden gesto ten. „Normaal gesproken", zegt Mare Oort, „ontwikkelt een komeet voldoen de snelheid om in zijn eigen baan te blij ven. Er hoeft maar een afwijking op te treden en de komeet wordt met een schok uit de wolk gestoten. Onherroepe lijk wordt-ie dan aangetrokken door de zon. Van de kracht van die schok hangt het af of een komeet voorgoed verdwijnt dan wel een periodiek karakter krijgt., De meeste krijgen een te zwakke schok mee, de andere een te krachtige. Die zie je na één keer nooit meer terug. Je kunt dus spreken van een toevalstreffer als een komeet door zo'n schok in een baan rond zon en aarde wordt gebracht, zodat hij hier periodiek valt waar te nemen". Tot nu toe zijn er ongeveer duizend verschillende kometen geregistreerd; elk jaar dienen zich vijf tot tien nieuwe aan. Naar gelang hun omlooptijd wor den ze onderverdeeld in langperiodieke (omlooptijd meer dan 200 jaar) en kort- periodieke kometen (omlooptijd 3-200 jaar). 'Halley' valt onder de laatste cate gorie. Vuile ijsbal De Amerikaanse astronoom Fred Whipple lanceerde in 1951 de door al zijn collega's aangehangen hypothese dat de vaste kern van een komeet moet bestaan uit een mengsel van gruis, stof, rotsblok ken en ijs, waarvan waterstof, methaan, ammoniak en koolzuur de meest essen tiële bestanddelen vormen. Oort: „Ver gelijk het maar met een vuile ijsbal met een doorsnede van 3 tot 10 kilometer". Op grote afstand van de zon ondergaat die kern door de extreem lage tempera turen hoegenaamd geen gedaantever wisseling. Maar zodra de komeet de zon nadert, dat wil zeggen tweemaal de af stand van de aarde tot de zon, verdampt de buitenlaag van het ijs door de extre me stijging van de temperatuur. Water en koolzuur gaan vanuit bevroren toe stand onmiddellijk over in gas; voorna melijk aan de zonzijde ontsnapt dat ver gezeld van stof uit de komeet. Door dat proces ontstaat rond de kern een dampkring, door astronomen en an dere wetenschappers steevast aange duid als 'coma'. Door de straling van het zonlicht, maar vooral door de zonne wind (Mare Oort: „Een stroom van voor namelijk elektronen") worden uit de dampkring gasmoleculen en stofdeeltjes weggeblazen; op die manier krijgt de ko meetstaart vorm. Als regel keert de staart, die soms een lengte van 100.000 kilometer kan bereiken, zich van de zon af. De lucht binnen de komeetstaart is ijler dan het beste 'vacuüm' dat in labo ratoria met behulp van hoogwaardige luchtpompen kan worden gecreeërd. Door de uitzaaiing van gruis sterft de komeet bij elke passage langs de zon ge deeltelijk af; per omloop trekt-ie een gruisspoor. Ook 'Halley' heeft in de loop van z'n bestaan een meteoorzwerm ach tergelaten in de dampkring; de aarde moet zich daar in mei en oktober telkens een weg door banen. Ofschoon onderhe vig aan gewichtsverlies heeft 'Halley' voorlopig nog heel wat elliptische banen rond zon en Neptunus tegoed. „Wij bestuderen de kometen, omdat ze ons wellicht informatie kunnen ver schaffen over het ontstaan van ons zon nestelsel", verklaart professor J. Mayo Greenberg, sinds 1975 verbonden aan het Huygenslaboratorium van de Leidse universiteit. „Vermoedelijk zal de sa menstelling van kometen een goede af spiegeling vormen van de compositie van de gas- en stofwolk waaruit de zon en planeten zijn ontstaan". Aan de hand van proeven met deeltjes van gruis en stof („Yellow stuff') heeft de Amerikaanse hoogleraar zich op het Astrofysisch Laboratorium van 'Huy- gens' een aannemelijk beeld kunnen vormen van een komeetkern. Maar rechtgeaard wetenschapper als hij is, neemt Greenberg geen genoegen met surrogaat. „In de nabije toekomst zal het na de terugkeer van een ruimtesonde wellicht mogelijk worden een stukje van een komeetkern in handen te krijgen. Dan pas kan er op aarde werkelijk on derzoek worden gedaan. Dan pas zullen we echt in staat zijn iets te vertellen over het ontstaan van ons zonnestelsel en ook over de stofdeeltjes, die zich tussen de sterren bevinden". Giotto Een met vijf ruimteschepen geëqui peerde 'Halley-expeditie' zal over een jaar het geheim van het heelal moeten ontsluieren. Eind vorig jaar zijn twee on bemande Russische Vega-sondes rich ting 'Halley' gestuurd, de lancering van de Japanse MS-T5 volgde in januari. La ter dit jaar worden de Japanse Planet-A en de Europese 'Giotto' afgevuurd. De hele missie is in nauwe samenwerking op touw gezet. Volgens de laatste planning zal de naar een Italiaanse komeetschilder ge noemde 'Giotto' op 2 juli worden gelan ceerd. Het gehele project kost om en na bij 385 miljoen gulden. Het Nederlandse aandeel in de onderneming wordt voor het overgrote deel verzorgd door Fokker met de fabricage van het thermisch sub systeem, dat garant moet staan voor de temperatuurbeheersing in het ruimte vaartuig. Van alle ruimtesondes zal de 'Giotto' de komeet van Halley het dichtst bena deren: op 500 kilometer afstand. Als me dewerker van de Europese Ruimtevaart Organisatie ESA is de Vlaming Guido Coupé ten naüwste betrokken bij Giot to's vlucht naar Halley. „De verschijning van Halley biedt voor het eerst de gele genheid de situatie ter plaatse met be hulp van onbemande ruimtevaartuigen te onderzoeken", meldt Coupé, in Noord wijk werkzaam bij de Nederland se vestiging van ESA. „'Giotto' zal infor matie moeten verschaffen over de struc tuur van de komeet, over de samenstel ling van de coma en over de fysische en chemische processen in de komeetatmo sfeer. Verder moet-ie waarnemingen doen naar de samenstelling van het ko- meetstof en de productie daarvan. Hij zal ook opheldering moeten geven over de wisselwerking tussen gasdeeltjes, af komstig uit de komeet, en de zonne wind". Veel tijd krijgt 'Giotto' daar op 13 maart 1986 niet voor. Becijferd is dat de ontmoeting van 'Giotto' met 'Halley' met een snelheid van 69 kilometer per seconde zal geschieden, zodat er hooguit gedurende vier uur intensieve waarne mingen kunnen worden verricht. Niet voor niets is de komeet van Hal ley uitgekozen als proefterrein voor ruimtelijk onderzoek. Tegenover het na deel dat hy zich in een tegendraadse richting van de aarde beweegt, staan louter voordelen. Niet alleen laat zowel de baan die hij beschrijft als zijn ver schijningstijdstip zich goed voorspellen, ook is er relatief weinig energie voor no dig om 'Halley' met ruimtevaartuigen te bereiken. Daarbij komt nog dat deze ou de komeet zich in vergelijking met 'ge? neratiegenoten' opmerkelijk actief ge draagt. Stofschild merkt Coupé op. „Dat moet de instrumenten beschermen tegen de inslag van stofdeeltjes die zich in de nabijheid van de komeet ophou den. Het is niet denkbeeldig dat de ruim tesonde door een zwaardere inslag van gruis geheel uit het lood slaat, waardoor het radiocontact met de aarde definitièf verbroken zal zijn. Maar er bestaat, voor 95 procent kans dat de verbinding tot aan de komeetpassage in stand kan blij ven. Zoals het ook zo goed als zeker is dat 'Giotto' de ontmoeting met 'Halley' uiteindelijk niet zal overleven". Tussen alle vermoedens en aan zeker heid grenzende waarschijnlijkheden ligt de zekerheid dat er rond de aanstaande jaarwisseling geen anti-komeetpillen zullen worden geslikt, zoals destijds in 1910. Het is evenmin denkbaar dat de komeet van Halley zich net als 76 jaar geleden met een open brief tot het volk zal richten. In het Leidsch Dagblad van 24 mei 1910 'schreef hij: „Zóó ben ik nu nog nooit ontvangen! 't Is eenvoudig schandelijk, zoo weinig res pect men tegenwoordig voor kometen heeft. Hoor eens, ik moetje eerlijk verklaren dat het plezier er voor mij eigenlijk al af is. Ik zou van ergernis in stukjes kunnen springen, zooals een van mijn collega's heeft gedaan, maar ik gun het mensche- lijk geslacht zelfs den regen van vallende sterren niet meer, een gratis vuurwerk, dat er na onzen dood van ons wordt af gestoken. Wat was dat allemaal anders in de middeleeuwen. Toen werd je behoorlijk gerespecteerd als komeet zijnde. In vree zen en beven keken de menschen naar je op en iedereen was er van onder den in druk. Toen ik voor eenige maanden werd aangekondigd, dacht ik, dat ik er nu ook mijn plezier wel van hebben zou. Want men meende te merken, dat ik cyaankali in mijn staart had. Daar werd een oog- enblik druk over geschreven. Maar na tuurlijk rustten de astronomen niet, voor ze bewezen hadden dat mijn staart zoo onschuldig was als een pasgeboren kind. Nou laat ik 'm niet meer zien ook! Denk je dat het zoo plezierig is, als ze maar met reuzen-telescopen naar je staart zitten te kijken. Ze willen het naadje van de kous weten. Maar het meest erger ik me aan de on beschaamde™, die er een grap van ma ken. Ze organiseerden nachtelijke pic nics en tapten moppen op mijn staart, die daar toch heusch te goed voor is. Nu hij toch geen indruk meer maakt, ben ik maar weer begonnen hem in te trekken. Daar zal ik nog wel een enkel daagje aan kwijt zijn, want de lengte is vrij onhandig. En te denken, dat ik al die moeite voor niemendal gedaan heb. Je hoeft er ook niet op te rekenen, dat ik in de eerste zeventig jaren terugkom. Mis- schien is het dan levende geslacht ernsti ger aangelegd". KOMEET Tja, dat laatste zal 'm tegenvallen. In elk geval hoeven sterrenwichelaars niet naar de sterren te kijken om te kunnen voorspellen dat de komeet van Halley in 2061 van alle mystiek zal zijn ontdaan. Ruimte-onderzoekers zullen de eens zo geheimzinnige paniekzaaier dan allang hebben ontmaskerd als een ijskouwe ijs klomp die door de eeuwen heen een hoop kouwe drukte heeft veroorzaakt... De komeetstaart kan soms een lengte van 100.000 kilometer bereiken. (foto Sterrewacht Leiden) De satelliet Giotto, die op 13 maart 1986 de komeet Halley op 500 km zal zijn genaderd. (fotoESA) In 1910 was het al heel wat als professionele sterrenkijkers zich de luxe konden permitteren om in een ballon te stappen, teneinde de komeet van Halley van iets dichterbij te bekijken. Driekwart eeuw later rukt een complete ruimtevloot uit om de eens in de 76 jaar aan het firmament verschijnende staartster aan een nader onderzoek te onderwerken. Een verhaal over een paniekzaaier, die binnenkort nog slechts zal worden bekeken als zomaar een hemellichaam. Open belet «1« Komeet, Zót ten ik no? nooit onlvMgenl 'tls kenvoudig schandelijk, toe sfeinig respect tnen tegenwoordig voor kometen hoeft. Hoor eens, ik moot Je eerlijk verklaren, .«at het pleiner er voor mij eigenlijk al fcf is. Ik sou van ergernis in stukjes kon- tien springen, zooals een van mijn collega# heeft gedaan, maar Ik gun het- mcnschclijk fccelacht self# den regen van vallende ster- gen niet meer, een gratia vuurwerk, dat er fea onzen dood van ons wo-dt afgestoken. Wat vu dat allemaal anders in de mid- fdrlceuweo. Toen wérd je behoorlijk geres pecteerd als komeet zijnde. In vreezen en heven keken de menschen naar je op én ioderocn was er van onder 'len indruk. Toen ik voor eenigo maande i werd aange kondigd, dacht ik, dat ik er nu ook mijn plezier wel van hebb?n zou. Want men fcnoende te merken, dat ik cyankali in mijn Staart had. Daar werd een oogonblik druk bvcr. geschreven. Maar natuurlijk rustten Ho astronomen niot, voor xe l»cwezen haa lden, dat mijn staart xoo onschuldig was *ds een pasgeboren kind. Non laat ik 'm niet meer kien ook 1 Denk dat "het zoo plezinrig i#, als ze maar na.tr je Etaart zitten het -naadje van de erger ik me aande on er ccn grap van maken, nachtelijke picnics on lap- op mijn staart, dio daar toch goed voor is. t toch gocn indruk meer -naakt, bft-.l maar weer begonnen hem in lo trekken. wol een onkel raAgje mee de lengte ia vrij onhandig, dat ik «1 dio moeite voor heb. niot op te Tekenen, dat eerste zeventig jaren lerugkora. is hot dan levoude gnalocht ern- aangelegd. i KOMEET. i dinsdag 24

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 27