)t spijkerbroek /IDSCH DAGBLAD PAGINA 19 i)0. Hoepelrokken met middellijnen van aerschijnsel. Voordat we ons mochten vndaag, is er op modegebied heel wat reven daarvan een schets. tl der Hoeven aiw ziet er in haar Charleston-jurk ïi soort pijp die losjes op het lichaam iggt) of misschien nog meer in haar JMring-costuum uit als een meisjes- 'dtige jongen. De pantalon, tot voor )D exclusief voor mannen, heeft zich h definitieve plaats in de dames-mode t®verd. In dit nieuwe silhouet is na- Ltflijk geen plaats voor het corset, de Verkleding wordt teruggebracht tot iiminimum en is er vooral op gericht itfiguur zo plat mogelijk te maken, ik de jaren twintig krijgt men oog voor laiène, gezondheid en draagcomfort ite vrouw die aan dat besef een grote ijrage levert is Coco Chanel. jiriëlle Bonheur Chanel wordt in 1883 toren in Saumur. Haar vader, een rskramer, laat haar na de dood van jr moeder achter in een klooster. Als tjen jaar of 20 is krijgt ze werk in een yelzaak. Ze heeft echter hele andere Jities en probeert een carrière als %eres op te bouwen. Het enige dat die Jing haar oplevert is de naam waaron- wereldberoemd zal worden: Coco, el van een liedje dat ze zingt, t financiële hulp van haar rijke Boy Capel richt ze in Deauville hoedensalon in. Het succes van haar oudige ontwerpen blijft niet lang In 1912 verschijnen haar hoeden in ebladen. En als Chanel in 1914 een pullover en een marineblouse gt, zijn dat kledingstukken die al een plaatsje in haar salon krygen. In opent zij haar zaak in Parijs. mfortabel ontpopt zich als een belangrijk pro- ndiste van de garconne-mode: djurken, mannelijke tailleurs en pot en. Omdat ze haar kleding niet op r maar op een model maakt, zijn kleren altijd comfortabel. Zij kt met de traditie van overdadig- Eenvoud is haar kenmerk en zal ltijd blijven. Tot op de dag van van daag is het Chanel-pak een begrip: gladde of geplooide rok van wollen of gemailleerde stof met een jasje vap het zelfde materiaal, vaak afgezet met con trastband en als versiering een speld. Zij is de eerste die gebruik maakt van immitatie-juwelen en de lange halssnoe ren kennen we dan ook nog altijd onder de naam Chanel-kettingen. Aan haar danken we ook de bruin-cultus. Als zij in 1922 met een gezonde bruine tint van een bootreis terugkomt, is het opeens af gelopen met parasols tegen de zon. Wie in wil zijn is bruin. Met haar parfum Chanel 5 rangeert ze de viooltjes- en lavendelgeur die dan po pulaire is, in één klap uit. Chanel 5 is een bloemenparfum waarin jasmijn de bo ventoon voert, maar waaraan ook amber en muskus is toegevoegd. Het huis Chanel wordt in 1939 geslo ten, maar in 1954 besluit Coco Chanel weer te gaan ontwerpen. En weer met evenveel succes want haar uitspraak alles moet praktisch zijn in de mode, zonder onnodige opsmuk", is nog altijd vele vrouwen uit het hart gegrepen. Co- co Chanel creëert dan ook geen mode maar een stijl. Een stijl die zowel Marlè- ne Dietrich als Marie Lafóret aan spreekt, terwijl Marylin Monroe zich hult in Chanel 5. Na de woelige jaren twintig komt de mode in de daarop volgende jaren enig zins tot rust. Het silhouet van de kleding volgt vrijwel steeds de lijn van het li chaam. De filmwereld krijgt in deze tijd een grote invloed op de mode. Greta Garbo met haar pagekopje en haar Garbo-hoed is een van de trendsetters, maar ook Joan Crawford superslank in haar avondjurk van I<etty Lyton met grote mouwen die uit allemaal strookjes bestaan en Jean Harlow in haar sluike halterlijn satijnen avondjurk, dragen hun steentje bij. Van de mode-ontwerpers uit deze tijd is Chanel nu nog de beroemdste, maar Schiaparelli is op dat moment eigenlijk even befaamd. Zij is de ontwerpster van het avondpak, liefst in zwart. Dit bestaat uit een sluike jurk met daar overheen een rijkelijk geborduurde jas. Is Chanel vooral elegant, Schiaparelli was vooral amusant. Wespetaille In de Tweede Wereldoorlog is er geen tijd voor mode, concludeert Coco Cha nel en ze sluit haar huis. Het is Christian Dior die zich met de lancering van zijn New Look (1947) meteen een vooraan staande plaats in de modewereld ver overt. Een plaats die hij zal blijven be houden tol zijn dood in 1957. Hij is ver antwoordelijk voor onze voortdurende zorg de taille-omvang beperkt te hou den, want hij is de "uitvinder" van de wespetaille. Een heel dun middeltje en een wijde vrij lang hangende rok, soms maar 24 cm van de grond. De schouder lijn is zacht. Een ware revolutie ontke tent hij met zijn strapless-avondjapon. Als prinses Margaret van Engeland in zo'n Dior-creatie in het openbaar ver schijnt, levert haar dat een berisping op. Aan de jurk worden ijlings zeer dunne bandjes gezet. Maar dit zeer vrouwelijke silhouet heeft ook nadelen. Vrouwen snoeren zich weer in om een dunne taille te krijgen, en collega's van Dior zoals Fath, Balmain en Patou om er maar een paar te noemen, maken het er niet beter op met hun zeer nauw sluitende kleding. Pas in 1957 maakt Balenciaga daaraan een einde met zijn "zakjurk". Toonaangevende modecentra in de ja ren vijftig zijn Parijs, Londen en Floren ce, terwijl Amerika vooral zakelijk met deze hoofdsteden van de mode is ver bonden. En door de snellere communi catie worden ontwerpers meer beïn vloed door hetgeen er aan de overzijde van de oceaan gebeurt. Vooral de ont wikkeling van synthetische produkten komt uit Amerika. Met de komst van ny lon verandert bijvoorbeeld het beenmo debeeld totaal. Maar ook in de confec- tiekleding vindt nylon gretig aftrek. Het haar is in de jaren vijftig weer lang maar dan wel opgestoken en op de plaats ge houden door de zojuist uitgevonden haarlak. In de schoenenmode, bij uitstek het terrein van de Italianen, zien we de naaldhak. Een uitvinding die velen verfoeien, vooral de bezitters van parket of kostbare tapijten, maar het meest nog de artsen, die te maken krijgen met voet en rugklachten. De jeugd, die veelal de oorlog niet be wust heeft meegemaakt, werkt in de ja ren vijftig aan een eigen stijl; met spij kerbroek, slobbertrui, petticoat (en weer konden ze niet door de deur) zet ze zich af tegen de oudere generatie, voor wie Saint Laurent met zijn trapeziumlijn voor een nieuwtje zorgt. Het is echter de Britse Mary Quant die een steen in de vijver gooit met haar mi ni-rok. Maar toch is zij niet de eerste die de schaar in de rok zet. Die eer komt toe aan André Courrèges, die in 1964 de rok boven de knie laat dragen. Zijn meet kundig aandoende ontwerpen en vaak futuristische materialen bezorgen hem wereldfaam. Beatgeneratie Mary Quant, die al in 1955 een boetiek in Londen opent waar de beatgeneratie kind aan huis is, ziet wel iets in het idee van de Fransman en maakt de rokken nog korter. Zo kort dat je er nauwelijks in kunt zitten, laat staan bukken. Met de komst van de mini-rok wordt ook de panty een veel gevraagd artikel. Want onder die korte rokken kunnen natuur lijk geen kousen met jarretels worden gedragen. Londen is in die jaren zestig overigens het centrum voor de jonge mode. Carna- by Street, Kings Road en Biba worden plaatsen voor modepelgrims. Dit zijn ook de jaren van een gigantische verwar ring rond de roklengten mini, midi en maxi. De pantalon brengt uitkomst en dan is er opeens de unisex mode Broe ken voor haar en voor hem, terwijl hij er zich niet voor schaamt in een soort jurk rond te bapjeren. Ook het haar is lang en vooral als de Beatles hun manen laten groeien is er geen zichzelf respecterend jongmens meer dan z'n oren durft te la ten zien. Ontwerpers zoeken naar steeds weer nieuwe bronnen van inspiratie. Courrè ges laat zich inspireren door de ruimte vaart (astronauten-look) en ook films als Dokter Zhivago of Bonnie and Clyde le veren mode op. Yves Saint Laurent, in middels een eigen modehuis begonnen na een mislukte collectie voor het Huis Dior, komt met zijn Mondriaan-look. Daarnaast vinden we ook alle soorten van folklore-kleding. Die inspiratie opdoen uit folklore-kle ding gaat in de jaren zeventig door. We hebben nog even de hotpants, maar dan moeten de draagsters van korte rokken het echt voor gezien houden. Wie na 1973 nog wil meetellen moet een spijker broek - in het begin uitsluitend Levi s - in de de kast hebben hangen. Denim is na die tijd niet meer uit de kleding-in- dustrie weg te denken. Opvallend is ook dat in deze jaren de mannenmode weer opleeft. De jonge ge neratie voelt er niets voor in hetzelfde pak als dat van opa te lopen. Men eist een eigen comfortabele mode en krijgt die dan ook. Vooral in de vrijetijdskle- ding kan men zich helemaal uitleven. De mode van de jaren tachtig brengt kleur in de mannenmode en daarvan was tien tallen jaren geen sprake geweest. Voor veel nieuwe ideeën op modege bied zorgen de laatste tien jaar vooral de Japanse mode-ontwerpers waarvan Kenzo en Yamamoto wel de bekendsten zijn. Maar mode is in onze tijd een we tenschap geworden. Het is ondenkbaar dat een vrouw of man echt helemaal al leen een revolutie op modegebied zou veroorzaken. Daarvoor houden te veel styling-experts, stoffenontwerpers kle dingontwerpers en sociologen zich er mee bezig. Natuurlijk zijn er popsterren, gebeurtenissen en jonge ontwerpers die voor een uitschieter kunnen zorgen; een rage noemen we dat. Maar de grote lijn ligt al vast voordat wij nog maar aan het nieuwe seizoen gaan dénkenEn boven dien zijn we er niet meer van gediend ons de wet te laten voorschrijven. We willen kunnen dragen wat bij onze per soonlijkheid past. Daarom is het straat beeld - wat de jeugd draagt - vaak inspi ratiebron voor ontwerpers. En dat daar bij toch nog vaak onbewust weer een heel oud idee van stal wordt gehaald, aangepast aan de eisen van vandaag, ge bruik makend van de technieken waar over we kunnen beschikken zoals bij voorbeeld laser, geeft aan dat ook op modegebied de de geschiedenis zich herhaalt, herhaalt en herhaalt. 20th Century Fashion, A scrapbook 1900-to Today (Eyre Methuen Ltd London); Acht eeu wen kostuum, Prof. F.W.S. Thiemen (uitgeve rij Den Haan Hilversum); en diverse uitga ven in de Bibliotheek van het Kostuum Mu- In 1958 komt Yves Saint Lau rent, die dan nog voor het huis Dior werkt met zijn trape ziumlijn. jé De New Look van Dior is een schot in de roos. Twee jaar na de lancering in 1947 maakte Hary Amies deze New Look- mantel. Verre landen hebben ont werpers altijd al geïnspi reerd. Ook de invloed van Japan in de mode is niet nieuw. In 1957 vinden we al kimonomouwen in de collectie van Lanvin. Nostalgie overheerste de mode in de jaren zeventig. Folklore is een toverwoord. Laura Ash ley verdient kapitalen met haar jurken in grootmoeders stijl en zij wordt driftig geïmiteerd. De jurken op deze foto komen uit een Amsterdamse boetiek, die allang verdwenen is. De mini veroorzaakt in de jaren zestig een re volutie op modegebied. De André Courrèges lanceert het als onder- Een fel konstrast deel van zijn astronau- met de Ashley- tenlook in Parijs. Mary romantiek is de op- Quant, de Londense ont- komst van de hot- werpster, zorgt ervoor pants, een trend die dat mini de wereld ver- geen lang leven was overde. beschoren. De mode van de afgelo pen zomer grijpt soms te rug naar de jaren vijftig, maar met duidelijk eigen tijdse accenten. nieuws niet zo uitge breid is, begrijp ik. Mijn belangstelling gaat ook in de eerste plaats uit naar de regionale ver halen. De rest zie je wel op de televisie". De heer Strietman, Boekweitkamp 43, Lei derdorp: "Over het algemeen ben ik over het LD wel tevreden. Wat nog beter kan? Het is misschien in dit leven niet het aller belangrijkste, maar de sport vind ik wel een beetje te veel gericht op de regio. Enerzijds is dat wel begrijpelijk, maar als ik dan grote interviews zie van voet ballers of korfballers die nog niet eens de hoogste clubs in de regio verte genwoordigen, dan denk ik dat lang niet ie dereen daarin geinte- resseerd zal zijn. Maar verder heb ik niet echt kritiek. Het hoofdredactionele com mentaar lees ik altijd even, dat zit aardig op mijn lijn. En verder na tuurlijk Scheepmaker en nog'een paar andere columns als Vrij-Uit en Steeds. Extra komt meestal pas na het weekeinde aan bod, maar da's toch ook heel redelijk. U ziet, ik ben gewoon een tevreden le- Farailie Bosscher, Buys Ballotstraat 6, Leiden Mevrouw: "Een gezelli ge krant. We beginnen voorin en we eindigen achterin, m'n man en ik. Laat ik m'n man trou wens maar eens even roepen. Die kan het vertellen dan ik". Meneer: "Het Leidsch Dagblad, daar kan ik niks aan af doen, dat is een goeie krant. Vooral die sportverhalen hè. Want ik ben als het wa re een echte sportman. Een echte Ajax-man ook. Die rubriek van Ruud Paauw lees ik ook graag. Hoe heet-ie ook al weer? Vrij naar huis- ...nee...Vrij-Uit. De ver slagen van de raadsver gaderingen en zo laat ik altijd ongelezen. Daar val ik bij in slaap. Zo'n gedoe allemaal, daar in die gemeenteraad". Mevrouw Wurzer, Burggravenlaan 183, Leiden: "Columns leee ik niet. Als je nou die meneer Scheepmaker leest, dan denk je toch al gauw: wat missen we de stuk jes van Simon Carmig- gelt toch hè. Die schreef dan wel niet in het LD, maar die Carmiggelt schreef toch zo mooi ver geleken bij Scheepma ker, die tenslotte ook een columnist is. Ik lees de krant overigens graiag. Ik ben ook iemand die alles goed in zich pro beert op te nemen. En ik ben trouwens al lang abonnee. Als je dan vraagt: in welke opzich ten is het LD verandert, dan antwoord ik: nou ja, op dezelfde manier als het leven is veran derd in de loop der tij den. Ik bedoel, de krant dat is toch zoiets als het leven. Maar zoals ik al zei: ik probeer de din gen goed te volgen. Dat betekent bijvoorbeeld dat ik alle stukken over de paus lees. De stukken waarin staat dat het goed is dat hij komt, maar ook de artikelen tegen hem. En niet te vergeten: de ingezonden brieven die over de hele kwestie gaan. Zo kun je toch, dank zij de krant, een aardig beeld krij gen als je je maar even inspant".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 45