SY
VRIJDAG 1 MAART 1985
JUBILEUMNUMMER LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 5
A Dit alfabet begint terecht met
onze abonnees, die, generatie
op generatie, trouw zijn aan
hun eigen krant. Dank zij die trouw
door de jaren heen kan de krant iedere
dag weer verschijnen. Door deze aan
hankelijkheid houden zij tegelijk druk
op de journalistieke ketel, want als hun
aandacht voor het produkt zou verflau
wen, houdt alles op. Dan zou de krant
zijn bestaansrecht verliezen.
De zekerheid dat dag in dag uit, jaar in
jaar uit, tienduizenden lezers in de be
slotenheid van de huiselijke kring hun
Leidsch Dagblad lezen en kennelijk
weten te waarderen, is voor de adver
teerders reden genoeg om in onze
krant de aandacht van diezelfde lezers
te vragen voor hun produkten en dien
sten. En gelukkig maar, want zonder
onze adverteerders bleven we ook ner
gens.
B Journalisten willen nog wel eens
klagen over de druk van het da
gelijkse werk, over het eeuwige
gehaast en gejakker. Maar wat vroeg
mijn zoon, nog geen zes jaar oud, toen
ik hem had uitgelegd wat ik zoal uit
voerde op de krant: "En stop je die
krant ook zelf in de bus?". Nee, zomer
en winter, in weer en wind, bij sneeuw
en ijs, bij mist en in slagregens, is dat
een dagelijks terugkerende klus voor
onze bezorgers. Het is natuurlijk niet
altijd hondeweer, maar ook op die stra
lende zomermiddag doen zij hun wijk,
terwijl half Nederland vakantie viert,
in het buitenland, aan het strand of in
de eigen tuin. Daarom: hulde voor die
dagelijkse zwerm jongens en meisjes
met hun blauw-gele tassen.
C Check! Check! Double Check!.
Die gulden regel moet een jour
nalist altijd in ere houden. Te
vaak denk je iets zeker te weten. Je zet
het vlug op papier, en je blijkt je ver
schrikkelijk te hebben vergist. Dan
staat er ineens, al te vlug vertaald uit de
buitenlandse telex, een bericht in de
krant afkomstig uit de Franse stad Co
logne, in plaats van uit het Duitse Keu
len. Of er blijkt een schip gezonken in
de Danube. Denkt de onschuldige le
zer dan meteen aan de Donau? Hoe
verder weg, hoe geringer overigens de
kans op ontdekking van dergelijke
missers. Maar waar blijf je als Leidse
krant, indien je een bekende winkel
per ongeluk situeert in de verkeerde
straat? Dan schudt de lezer vermoeid
het hoofd en vraagt zich vertwijfeld af:
hoe is dat nu mogelijk? Daarom geldt
altijd: CCDC.
DNul- en minlijnen zetten de ex
ploitatie van een krant fors on
der druk. Economisch zwaar
weer leidt tot minder advertenties voor
huizen, auto's, reizen en personeel.
Maar ook menige abonnee voelt de
pijn: hij of zij ziet zich met spijt ge
dwongen het abonnement op te zeg
gen, uit financiële nood en niet omdat
de krant is gaan vervelen. In zulke ge
vallen bieden buren of familie uit
komst, men wordt een zogenaamde
dubbellezer. Het is te hopen voor die
lezers, en voor de krant als geheel, dat
ook zij op afzienbare termijn de hun zo
vertrouwde krant weer zullen kunnen
bekostigen. Want je eigen krant, dat is
in onze informatiemaatschappij toch
wel het minste. Niet dan?
E Eerzucht is voor een journalist
onmisbaar, mits het binnen de
perken blijft. Het geeft echt een
goed gevoel om een mooi verhaal of
een opzienbarend nieuwsbericht ge
drukt te zien onder je eigen naam. Dat
menselijke trekje kan geen kwaad, als
de schrijver maar op tijd beseft dat hij
uiteindelijk dienstbaar moet zijn,
dienstbaar aan zijn lezers die gewoon
recht hebben op een goede krant en die
echt geen boodschap hebben aan de
egotrip van een journalist.
F De concurrentie van de televisie,
die grote pretfabriek, dwingt de
krantenmakers tot extra aan
dacht voor het uiterlijk van de krant,
voor de opmaak en de foto's. We weten
niet precies hoe belangrijk goede en
scherpe foto's zijn, maar een moderne
krant kan niet zonder. Het moet waar
schijnlijk nog veel beter.
Het krantenbedrijf, die merkwaardige drieëenheid van redactie, commercie en
techniek, is voor buitenstaanders vaak moeilijk te doorgronden. Het produktieproces
van een dagblad is dan ook geen sinecure, en op elk moment van de dag is er op het
Leidsch Dagblad wel iemand te vinden die zijn of haar steentje daaraan bijdraagt.
Bijgaand ABC poogt enigszins aan te geven wat er allemaal komt kijken bij het
maken van een krant.
door J.W.E. Metselaar
GDe "GPD, de Gemeenschappelij
ke Pers Dienst, verbindt het
Leidsch Dagblad met een grote
combinatie van provinciale dagbladen,
waardoor wij ons de luxe kunnen ver
oorloven van eigen correspondenten
•over de hele wereld: in Beiroet, Was
hington, in Bonn en Brussel, enz. Ook
in Den Haag zijn GPD-mensen voor
ons aan het werk, maar Leiden kan ook
wel eens iets terugdoen. Het komt ge
lukkig heel vaak voor, dat fraaie verha
len uit onze krant de kolommen halen
van bij de GPD aangesloten bladen. Er
gebeurt hier immers genoeg, dat ook
de moeite waard is voor lezers in, pak
weg, Utrecht of Groningen.
(Al De eindrapportage van de
yi RSV-enquètecommissie is
in meer dan één opzicht
won monumentaal werkstuk gewor
den dat als een belangrijk leerstuk
kan dienen voor de toekomst. Zij
geeft, zelfs na de onthullende televi
sie-uitzendingen en de vorige maand
uitgelekte conclusies, een onthut-
i send beeld van een gedenkwaardige
\tragedie in de grote scheepsbouw
ar<^?r arbeidsplaatsen en
|f~> gemeen-
HHet hoofdartikel, op pagina 1 in
de rechter kolom en notabene
getooid met het stadswapen in
rood, is een dagelijks punt van zorg en
aandacht. Het moet altijd actueel zijn
en dient derhalve op zeer korte termijn
te worden geschreven. Dat is soms
knap lastig, maar het is ook een uitda
ging. Het commentaar kan hard en
scherp uitvallen, maar een krant zon
der een eigen mening is als zouteloze
pap. Eerste leidraad bij de oordeelsvor
ming is overigens een oude spreuk die
past binnen de traditie van de stad Lei
den: Haec ergo libertatis. (Dit omwille
van de vrijheid).
I Ingezonden mededeling. Die tekst
kan de lezer aantreffen boven ad
vertenties die op een redactionele
pagina staan. Naar het schijnt zijn der
gelijke advertenties duurder dan de an
nonces op een advertentiepagina. De
redactie zou dergelijke ingèzonden me
dedelingen dus eigenlijk van harte
moeten toejuichen, omdat de economi
sche kracht van de krant er wel bij
vaart. Maar in de praktijk ligt dat soms
wat moeilijker. Op de plaats van zo'n
ingezonden mededeling kan immers
niets anders staan, nieuws bijvoor
beeld. En dat is altijd spijtig.
J Zoals er generaties abonnees zijn,
zo zijn er ook generaties journa
listen. Sinds 1 maart 1860 liggen
er heel wat voetstappen van onze voor
gangers, mensen van vlees en bloed die
ieder op hun eigen manier druk in de
weer waren om hun lezers te informe
ren. Het is eigenlijk een wonder dat ze
steeds weer opduiken, dat aparte slag
mensen: nieuwsgierig, snel, en mede
deelzaam op het ziekelijke af.
KDe hoge vlucht van de techniek
heeft ons de kleurentelevisie
gebracht en de film en een
vloed aan prachtige full-color tijd
schriften. Daar kan de krant niet aan
tippen, de krant is iets anders, iets ei
gensoortigs. Maar dat betekent niet,
dat er niet meer kleuren in de krant
gebruikt zouden moeten worden. Inte
gendeel. De adverteerder vraagt er om
en de journalisten zien hierin een kans
om hun dagelijkse produkt aanzienlijk
te verfraaien. Of dat allemaal wel kan,
is een vraag van technische (onmoge
lijkheden en van kostbare investerin
gen. Maar de kleur in de krant rukt op,
dat staat vast. Vergelijk het Leidsch
Dagblad van vandaag maar eens met.
een krant uit de vijftiger jaren.
L Lezers schrijven. Onder die vlag
biedt de krant dagelijks een po
dium voor de lezers die iets op
hun lever hebben. Kritiek op mensen
en toestanden, het kan bijna altijd en
soms moet het in elk geval. Bij de
beoordeling van de brieven van lezers
probeert de redactie zo ruimhartig mo
gelijk te zijn, slechts in een enkel geval
is het nodig om een ontmoedigingsbe
leid te voeren.
der ure over, maar die nieuweling ver
geet een abonnee. Dan komt de nabe-
zorging in actie. Als bijna iedereen al
het pand aan de Witte Singel heeft ver
laten, wordt aan de balie nog geduldig
en met de nodige tact het boze tele
foontje van de teleurgestelde abonnee
beantwoord. Het komt dan meestal al
lemaal nog op zijn pootjes terecht.
DSCH A DA<
MMet vijftig vaste redacteuren
kan heel veel kopij worden
geschreven en verwerkt. Zon
der medewerkers en correspondenten
evenwel zou de krant niet kunnen ver
schijnen in zijn huidige omvang en
veelzijdigheid. Voor dammen en jazz,
voor het handballen en het kruiswoor
draadsel, voor al die zaken, grote en
kleine, moet gezorgd worden. Sommi
ge medewerkers gaan stug door, jaar in
jaar uit, andere werken aan speciale
projecten die bijvoorbeeld een jaar lo
pen, denk daarbij bijvoorbeeld aan een
eenmalige serie over De natuur als
buur.
N Hebben we bij de letter B al met
de nodige waardering geschre
ven over onze bezorgers, het kan
altijd gebeuren dat er bij die bezorging
toch iets mis gaat. Iemand is ziek ge
worden, een invaller neemt het te elf
ODe opening van de krant is het
grootste en belangrijkste be
richt op de voorpagina. Waar
mee je de krant moet openen ligt soms
voor de hand, maar vaker is het een las
tig probleem. Dan speelt er ook zoiets
ongrijpbaars als 'journalistieke intui-
tie'. Het mooiste is natuurlijk als die
opening een primeur is (zie de volgen
de letter). En het ergste als die opening
niet deugt, als je die de volgende dag
zou moeten herroepen. Het eerste, hoe
wel betrekkelijk zeldzaam, komt ge
lukkig heel wat vaker voor dan het
laatste.
PDe primeur is niet alleen de eer
ste aarbei of asperge op de vei
ling, het is ook de droom van ie
dere rechtgeaarde nieuwsjager. Het
nieuws als eerste te hebben en te bren
gen, dat is mooi. Maar dan moet het
verhaal wel kloppen. Er is weinig zo
frustrerend als een goede primeur die
je 'niet rond kan krijgen'. Je denkt het
zeker te weten, maar je kan het nieuws
niet bevestigd krijgen. Dan moet de be
slissing zijn dat het niet wordt gepubli
ceerd.
QDe querulant is niet als zodanig
geboren. Hij of zij is dat pas ge
worden na een schier eindeloze
serie schermutselingen. Wie eenmaal
tot de rangen der querulanten is toege
treden, blijkt niet meer voor rede vat
baar. Communicatie is heel moeilijk,
zo niet onmogelijk geworden. Het ver
dient daarom verre de voorkeur iedere
neiging tot querulantie zo tijdig moge
lijk te bestrijden. Een beetje geduld,
een helder antwoord, een vriendelijk
briefje, het kan iemand behoeden voor
zijn verval in de ongelukkige staat van
de querulantie.
RDe rechtzetting of rectificatie
lijkt op het eerste gezicht een
teken van zwakte. Er is een fout
gemaakt die nu zwart op wit moet wor
den hersteld. Het zij zo. Maar het is nog
altijd beter om een fout ruiterlijk te er
kennen en de lezers alsnog correct in te
lichten dan domweg te doen of je neus
bloedt. Overigens eist een enkele lezer
al een rectificatie als hij gewoon een
andere mening is toegedaan. Maar dan
is een ingezonden brief de aangewezen
weg.
S Schenkt het werk van journalist/
hoofdredacteur doorgaans veel
vreugde en voldoening, bijzon
der verdrietig zijn de ervaringen met
sollicitanten. Het maatschappelijke
kwaad van de enorme werkloosheid,
vooral ook onder jongeren, blijkt
steeds weer opnieuw wanneer getalen
teerde en zeer degelijk geschoolde
journalisten om een baantje komen be
delen. Maar de vacatures zijn dun ge
zaaid, en bijna altijd moet je die jonge
mensen wegsturen. Even gloorde bij
hen nog de hoop, maar het enige watje
ze doorgaans kunt bieden is een troos
tend woord.
snel daarna toegepast. De hardloper
naar Marathon werd gevolgd door tele
foon, telex en telegraaf, en sinds kort
door datanet. Wanneer straks ook nog
glasvezelkabels worden aangelegd, zal
het nieuws over de aarde ijlen met de
snelheid van het licht. In Los Angeles,
vorig jaar zomer bij de Olympische
Spelen, zat een van onze sportredac
teuren met een draagbare 'schrijfcom-
puter' op schoot in het zwemstadion.
Via de telefoon en een satelliet 'prikte'
hij zijn verslag door naar Witte Singel
nummer 1 in Leiden. Zo doen we dat
tegenwoordig.
UIs het Leidsch Dagblad met zijn
125 jaar al aardig op weg een
Leids instituut te worden, het
haalt het uiteraard niet bij de universi
teit van 410 jaar. Altijd goed voor
nieuws, soms voor een rel. Hooglera
ren, studenten en laboratoriumperso-
neel, tientallen instituten en bibliothe
ken: de Universiteit is dagelijks na
drukkelijk aanwezig, en de nieuwe
Universiteitsbibliotheek ligt pal naast
de burelen van de redactie. Je moet
wel veel van de journalistiek houden
om de verlokkingen aldaar opgeslagen
te kunnen weerstaan.
VDe vrouw in de journalistiek is
niet nieuw, maar nog wel sterk
ondervertegenwoordigd. Op on
ze redactie van vijftig 'man' werken per
1 maart 1985 acht leden van het zwakke
geslacht die hun mannetje staan. De
eerste vrouw op de redactie verscheen
in, let wel, 1967!. Dat was Ada Goud
smit op de stadsredactie. Acht is meer
dan één, maar we zijn er nog lang niet.
W Sommige onpraktische en we
reldvreemde idealisten be
schouwen winst nog altijd als
iets dat eigenlijk maar vies en voos is.
Maar zonder Winst zijn noodzakelijke
vernieuwingen onmogelijk. Zonder
winst gaat een plaatselijke krant tenon-
der in de concurrentieslag met de grote
landelijke kranten. Zonder winst zou
niet alleen een nog betrekkelijk jong,
Leids instituut ten dode zijn opge
schreven, ook de werkgelegenheid van
ten minste 150 mensen zou verdwij
nen. Om nog maar te zwijgen over het
verlies dat de Leidse gemeenschap zou
lijden.
X Laten we onder X denken aan
die onbekende, die anonieme
stad- of streekgenoten die nog
geen abonnee zijn, maar die dat al zo
lang wilden worden. Hij én zij zijn van
harte welkom. Samen met al onze an
dere lezers kunnen zij de basis van on
ze krant versterken. Een mooier jubi
leumgeschenk dan een nieuwe abon
nee is niet mogelijk.
UDe ijlbode zagen we al naar
Marathon snellen. De bode
van onze dagen springt achter
het stuur van zijn auto, behalve wan
neer hij ergens in de binnenstad moet
zijn. Dan kan hij beter zijn fiets pakken
of gewoon even te voet het nieuws
gaan halen.
TDe techniek is de redding voor
een krant als de onze. De grafi
sche industrie heeft dikwijls
vooropgelopen bij het invoeren van
vernieuwingen en dat moet ook zo blij
ven. Nieuwe mogelijkheden van data
transmissie zijn uitgeprobeerd en heel
ZDe zaktijd geeft het moment aan
dat er geen nieuws meer in de
krant kan. De zetterij heeft er
een punt achter gezet, er kan geen syl
labe meer bij. De zetduivel, die akelige
en storende fout in de tekst, zal pas aan
het licht komen wanneer de krant vers
van de pers is gerold. Maar dan is het te
laat. Er is dan één troost: morgen is er
weer een dag.
Om de lezers op te wekken toch maar
vooral iedere dag hun krant te lezen, is
er sinds jaar en dag een merkwaardige,
en ook onjuiste, slogan in zwang. Deze
luidt: De krant kunt u niet missen!
Geen dag! Maar op zondag verschijnen
er helemaal geen kranten. Om die
krantloze dag toch door te komen, heb
ben we daar iets op verzonnen: op za
terdag maken we gewoon een extra
dikke krant, die langer dan één dag
meegaat. Het zaterdagse bijvoegsel Ex
tra kan mooi terzijde worden gelegd
voor een rustig moment op zondag. Die
rust is niet weggelegd voor de voltalli
ge sportredactie en hun vele medewer
kers die de hele zondag druk in touw
zijn met voetbal en tennis, met zaalhoc
key en zwemmen. Want na de zondag
komt de maandag, en dan hebben de
lezers recht op zo en zoveel pagina's
met sport. De werkweek bij de krant
begint dus al op zondagmiddag en ein
digt op....nee, het gaat eigenlijk altijd
door. En we zijn nog lang njet moe.
Famile Flandrijn,
Van der Waalsstraat
29, Leiden:
Mevrouw: "Goh, wat
leuk dat u mij nou op
belt, want weet u: we
hadden al een briefje
klaar liggen om het
Leidsch dagblad te feli
citeren met het 125-jarig
bestaan. Ik heb dus ge
schreven dat mijn man
en ik al 48 jaar ge
trouwd zijn en dat we al
die tijd de krant lezen.
Onze ouders lazen het
LD ook al, wat zegt u
daarvan?- M'n man had
de krant vroeger vooral
nodig om de groente-
prijzen te controleren.
Ik ben meer geïnteres
seerd in de familiebe
richten en zo. Ik vind
het trouwens wel een
beetje jammer dat er te
genwoordig niet meer
zoveel trouwerijen in de
krant staan. Vroeger
stonden zelfs de verlo
vingen in het LD. Dat
het feuilleton terug is
vind ik mooi, want
zoiets miste ik toch wel
in de krant. Wilt u m'n
man ook nog even heb
ben?"
Meneer: "Ik puzzel 'm
helemaal uit elkaar, die
krant van u. Alleen het
sportnieuws kan me ge
stolen worden, maar
dat is dan ook het enige.
Laat ik trouwens maar
eens een aardigheidje
vertellen. Ik ben dus ge
boren op de Zuidsingel,
nou, als vroeger de jon
gen met de krant in de
straat kwam, dan lagen
er voor mij achttien cen
ten klaar om het LD te
betalen. Achttien cen
ten, zoveel kostte de
krant de hele week!"
Mevrouw Bavelaar,
Ambrosiadal 13, Lei
den:
"Ik las vroeger thuis
ook altijd het LD al, en
zelf heb ik 'm alweer
vijftien jaar. De opzet is
prettig en niet zo ver
warrend. Je hebt kran
ten waarin alles door el
kaar staat. De inhoud is
niet overdreven, nuch
ter en zakelijk. Ik lees 'm
dagelijks van voren
naar achteren, ook de
bijlage in het weekend,
daar ben je en tijdje
zoet mee maar dat geeft
niet".
Mw. de Haas, Sper
werhorst 74, Leiden:
„Wat ik van het
Leidsch Dagblad vind?
Een heerlijke krant, ik
kan 'm niet missen. Het
regionieuws, de berich
ten over Leiden en om
geving, het is allemaal
fijn om te lezen. Twee
jaar hebben wij geen
krant gehad, omdat-ie
nogal duur werd. Maar
je verlangt er toch naar
om iets te lezen, daarom
heb ik me maar weer
geabonneerd. Ik zit op
een school. Uit de krant
pik ik dikwijls onder
werpen voor spreek
beurten. Over Marokko
of zo. De bijlage vind ik
leuk en interessant, zo
als eigenlijk de hele
krant. Alleen de sport
lees ik niet, daar ben ik
niet in geïnteresseerd.
Maar ik zeg er bij dat
sport voor andere men
sen wel belangrijk is, zo
dat sport dus in een
krant moet. Nogmaals,
het LD is een prima
krant, alleen zou-ie wel
iets goedkoper kunnen".
Moment van genoegdoening in het dagelijkse ritueel van een krant maken: de eerste exemplaren rollen van de persen.
(foto's Wim Dijkman)
LEZERS
OVER DE
KRANT