De onstuitbare
opmars van cider
Een Japanse vrouw krijgt altijd de schuld
ZATERDAG 2 FEBRUARI 1985
EXTRA
FAÜINA 21
Binnenkort zal een Britse alcoholische traditie, waaraan twee
eeuwen geleden een eind kwam, in ere hersteld zijn. Echter cider,
zoals die in het grijze verleden werd gemaakt, hoeft dan niet
langer uit Normandië te worden geïmporteerd. Hij ligt al in
mammoetvaten te rijpen.
door Henk Dam
In een door de Britse douane verze
gelde ruimte in het stadje Hereford,
op de grens tussen Wales en Enge
land, wordt momenteel de kiem ge
legd voor wat een van de zeldzaam
ste drankjes ter wereld belooft te
worden: Britse cider.
In 1987 moet het zover zijn. De drank
die nu met behulp van een 8Q jaar oude
distilleerketel wordt gestookt, zal dan
gerijpt genoeg zijn om - zij het in kleine
hoeveelheden - verkocht te worden. Een
alcoholische traditie, waaraan twee eeu
wen geleden een eind kwam, zal daar
mee in ere zijn hersteld.
Want in de 17e en 18e eeuw werd cal
vados, zoiets als cognac maar dan ge
stookt van cider (appelwijn) in plaats
van wijn, in grote hoeveelheden in Enge
land gemaakt. Hoge belastingen maak
ten daaraan een einde, en sindsdien
wordt het zeer pittige drankje alleen nog
in dat andere ciderparadijs, Normandië,
vervaardigd.
Uit Normandië is ook de distilleerke
tel afkomstig die voor het Britse experi
ment gebruikt wordt. Toepasselijk ge
noeg vindt het stoken van de archaische
drank in een museum plaats: het „Mu
seum of cider", de enige plaats waar de
calvados (of hoe men het distillaat ook
gaat noemen) straks te koop zal zijn.
Het is geen toeval dat het museum in
Hereford staat, want daar is het hart van
de Britse cider-industrie. Het platteland
in de omliggende regio Herefordshire is
volgeplant met appelbomen, en in de
stad zelf bevindt zich de grootste cider-
fabriek ter' wereld, H.P. Bulmer Ltd.
De fabricage van cider is voor Enge
land een industrie van formaat, en een
snelgroeiende bovendien: in tien jaar
hebben de Britse cidermakers hun pro-
duktie zien verdubbelen. Ze maken nu
met z'n allen 300 miljoen liter per jaar. In
geld uitgedrukt is dat 1,5 miljard gulden
aan cider!
Appelgod mm^mm
Cider en wat thans Groot-Brittannië
heet horen al sinds vele eeuwen bij el
kaar. In de Keltische tijd werd van in het
wild groeiende bittere appels al een
drank gemaakt die kennelijk zo in de
smaak viel dat de Kelten de appel heilig
verklaarden, en er zelfs een appelgod op
na hielden.
Met aanzienlijke tegenzin moeten de
Britten toegeven dat het aan de Fransen
te danken was, dat cider echt een volks
drank werd. De Normandiër Willem de
Veroveraar die in 1066 bij Hastings de
Britse troepen onder leiding van koning
Harold zo gedecideerd versloeg, nam uit
zyn vaderland ook ciderappels mee.
In de 14e eeuw waren in het hele
zuiden van Engeland bomen met cide
rappels te vinden. Cider raakte zo verwe
ven met het Britse volksleven dat de
priester William of Shoreham op een ge
geven moment de oekaze moest uitvaar
digen dat kinderen niet langer met cider
mochten worden gedoopt.
En de zwak-alcoholische drank werd
ook op andere Wijze oneigenlijk ge
bruikt. In 1664 schreef de medicus John
Evelyn: „In het algemeen geldt voor alle
soorten aangename cider dat het de
maag stimuleert en reinigt, de eetlust
opwekt, en de nieren en gal vrijhoudt
van stenen".
Vrachtwagens voeren tonnen appels
pels.
Na het 'kneuzen' van de appels wordt de pulp in lappen uitgespreid.
Cider werd in de 18e en 19e eeuw met
name op het platteland uitermate popu
lair, zozeer" zelfs dat het de gewoonte was
landarbeiders voor een deel in deze ap
pelwijn uit te betalen. Twee liter cider
per dag, tijdens de warme dagen van de
hooitijd uitgroeiend tot 4 liter, was heel
gewoon.
Tot het eind van de 19e eeuw was de
fabricage van cider uitsluitend een, zoals
dat in Engeland heet cottage industry,
een kleinschalige industrie dus die voor
al op boerderijen te vinden was. Geleide
lijk aan werd cider steeds meer uitslui
tend in het zuidwesten van het land ver
vaardigd, omdat grondsoort en klimaat
daar ideaal werden (en worden) geacht
voor het soort bittere appels dat in cider
Cider werd volgens een simpel proces
gemaakt. Appels werden eerst ge
kneusd, met behulp van een door een
paard rondgesleept soort molensteen.
De appelpulp werd vervolgens in paar-
deharen dekens gestort, die werden
dichtgevouwen. Een stapeltje van die
dekens werden daarna onder een pers
gelegd.
Dan was het een kwestie van de pers
aandraaien. Het opgevangen sap werd in
tonnen opgeslagen, en daarna was het
de bedoeling dat het natuurlijke gist in
de appels het sap zou omzetten in cider.
Was het de bedoeling, want het ging lang
niet altijd goed. Dat lag vooral aan de
wilde gist, die niet altijd deed wat-ie
moest doen. Uitermate onsmakelijk
ogende en stinkende brouwsels waren
daarvan menigmaal het resultaat.
Charles Bulmer, een priester die in de
19e eeuw de zorg had over het welzijn
van de zielen in Credenhill, een dorpje in
de buurt van Hereford, moet het daar
mee niet al te druk hebben gehad. Hij
had in ieder geval meer dan voldoende
tijd over voor zijn hobby: cider maken.
Bulmer was met een verstandige
vrouw getrouwd. Zij was het, die haar
ziekelijke en daardoor onvoldoende ge
schoolde zoon Percy aanraadde van ci
der zijn beroep; te maken. „Eten en drin
ken raken nooit uit de mode", zei ze, en
dat was de theoretische fundering voor
wat nu 's werelds grootste ciderfabriek
Dat Bulmer van cider maken een in
dustrie maakte, was te danken aan een
proces waardoor hij steeds over een
voorspelbaar reagerende pure cidergist-
krijgen. Prettig voor de ciderindustrie is
verder dat in die pubs juist de laatste ja
ren, met name onder jeugdige drinkers,
er een trend is van zware naar lichte
drankjes.
Zo verloor in de biersector het tradi
tioneel wat zwaardere bitter en stout het
van het lichte (naar Nederlandse smaak
zelfs erg slappe) lager-bier. Gedistilleerd
verloor terrein, terwijl wijn opkwam. In
die trend past cider. Een derde deel van
de totale consumptie van cider komt nu
voor rekening van de 18- tot 24-jarige
drinkers.
Ten slotte is ook de terug-naar-de-na-
tuur-beweging die de voedsel- en drank-
industrie de laatste jaren getroffen heeft
en die onder meer voor de opkomst van
het scharrelei, dito kip en karbonaadje
en (in Engeland) de „real ale" (zonder
hulp van chemicaliën gebrouwen bier)
heeft gezorgd, goed geweest voor de ver
koop van cider.
Want cider is een natuurprodukt, en
wordt in grote trekken nog precies zo ge
maakt als eertijds op de vele boerderijen
in het zuidwesten van Engeland. Alleen
de schaal van de produktie is natuurlijk
heel anders. In een bedrijf als Bulmer,
goed voor 150 miljoen liter cider 's jaars,
begint het seizoen eind september, als
vrachtwagens tonnen en tonnen appels
aanvoeren (voor elke liter cider heb je
twee kilo appels nodig), deels afkomstig
uit de eigen boomgaarden, deels van in
dividuele boeren.
Die worden met behulp van een helse
machine gekneusd, waarna de pulp door
in dit werk gespecialiseerde Ierse arbei
ders die al generaties lang speciaal voor
de oogst overkomen, in lappen wordt
uitgespreid, die worden dichtgevouwen.
Dan gaat de pers erop, en wordt het sap
opgevangen.
Dat verdwijnt in buitengewoon grote
eikenhouten vaten waarin ruim 250.000
liter kan, gist erbij, een paar weken
wachten, en hopla: cider. Die cider
wordt (het is tenslotte maar één keer per
jaar oogsttijd, en er moet wel het hele
jaar verkocht worden) in nog grotere
tanks opgeslagen - op het terrein van
Bulmer staat de grootste dranktank ter
wereld, goed voor ruim 7 miljoen liter
cider.
Droog
soort kon beschikken. Vanaf dat mo
ment kon hij, daarin gevolgd door ande
re ondernemers, zoveel cider maken als
de markt maar wilde.
En die wil vooral de laatste jaren nog
al. Terwijl tussen 1978 en 1983 de bier-
verkoop in Engeland met acht procent
daalde, steeg de consumptie van cider
met 50 procent. Zelfs de cidermakers
zelf begrijpen niet helemaal goed waar
aan die groei te danken is.
Voor een deel is het zeker een kwestie
van reclame geweest. De drie grootste
ciderfabrikanten, Bulmer, Taunton en
Coates Gaymer (samen goed voor 96
procent van de markt), hebben de afge
lopen jaren tientallen miljoenen guldens
gespendeerd aan campagnes die erop
gericht waren het traditionele image van
cider als een drankje voor plattelandsbe
woners te veranderen.
Uit de pomp^mm
Een andere belangrijke ontwikkeling
is de introductie van cider uit de pomp
geweest. Twintig jaar geleden was dat
onbekend, nu is cider in meer dan de
helft van de Britse pubs uit de pomp te
Er is cider en cider. Sommige soorten
zijn zoet, andere droger, zelfs zo droog
dat ze met succes in plaats van wijn bij
bijvoorbeeld vis kunnen worden ge
dronken. Er zijn soorten cider zonder,
met weinig en met veel bubbeltjes. Er is
cider die speciaal voor gebruik in de
keuken bestemd is.
Al die in de fabriek gemaakte soorten
cider zijn chemicalie-vrij. Sommige
puur-natuur-fanaten gaat dat niet ver ge
noeg. Zij zeggen dat de fabriekscider zo
is gefilterd, gepasteurizeerd en van kool
zuur voorzien, dat het nog maar een
schaduw is van het traditionele produkt.
Dat verklaart de opkomst van de real
cider beweging die op alle mogelijke
manieren het werk van kleine ciderboe-
ren, waarvan er met name in de regio's
Herefordshire en Somerset nog verheu
gend veel zijn, stimuleert. Een echte be
dreiging voor de gevestigde ciderfabrie-
ken vormt dit niet, maar het heeft wel
geleid tot een toegenomen interesse van
de Britse consument in produkten die,
buiten de regio van oorsprong, goed
deels onbekend waren.
In Nederland zijn de flessen van deze
kleine producenten al helemaal onvind
baar. Fabrieksmatig gemaakte Britse ci
der trouwens ook, al is daarin verande
ring aan het komen. Bulmer heeft twee
jaar geleden toestemming gekregen om
cider uit de pomp te verkopen, en expor
teert sinds augustus vorig jaar ook fles
sen naar ons land.
„Het was alsof er twee mannen on
der een dak leefden". Na haar huwe
lijk met een populaire zanger wilde
actrice Reiko Ohara niet ophouden
met werken. Voor haar echtgenoot
was dat reden om te scheiden, en
voor de 37-jarige Reiko zelf een
van Japans beste actrices was het
voldoende reden zich op een pers
conferentie te verontschuldigen
voor haar onvrouwelijke gedrags
wijze.
Heel langzaam worden Japanse vrou
wen zich bewust van de respectloze be
handeling die zij van de andere helft der
Japanners moeten accepteren. Nog al
tijd bijt de meerderheid door de zure ap
pel heen. Gaman heet dat in Japan, en
het wordt meisjes van jongsaf aan inge
pompt: lijdzaam, meegaand en vooral
geen eigen mening. Het logische eind
punt van de opvoeding is een huwelijk
waarin de vrouw de .schaduw van haar
man' is, ofwel een .bijgerecht'.
Vrouwen lopen niet langer drie meter
achter hun echtgenoot, zoals voor de
oorlog nog gebruikelijk was. Maar in het
doorsnee gezin krijgt vader altijd als eer
ste opgediend, en gaat hij het eerst in het
hete bad dat Japanners elke avond ne
men. De zonen (vooral de oudste) leren
zich al vroeg te gedragen als een pasja.
De dochters helpen-moeder om het de
heren aangenaam te maken.
Elke ruzie bij de familie Suzuki ein
digt met het excuus van mevrouw Suzu
ki, ook al vindt iedereen inclusief
manlief dat zij het gelijk aan haar kant
heeft. Dit zeer tot ongenoegen van hun
26-jarige dochter Yoko, die het egoisme
van haar vader niet kan uitstaan. Haar
moeder heeft zich erbij neergelegd, je
moet nu eenmaal gaman. In zo'n huwe
lijk wil Yoko nooit terechtkomen. Maar
eerlijk gezegd maakt zij zich grote zor
gen of zij erin zal slagen op die manier
aan een man te komen.
Tien
Honderd jaar geleden was echtschei
ding een dóódsimpele zaak. De echtge
noot schreef een briefje van drieëneen
halve regel, met de mededeling dat op
haar aanwezigheid niet langer prijs werd
gesteld. Na de oorlog is aan die rechte
loosheid van de vrouw een einde ge
maakt door de Amerikaanse bezettings
autoriteiten. Het aantal echtscheidingen
daalde drastisch, maar sinds enkele ja
ren neemt dat weer sterk toe. Nu komt
het cijfer al aardig in de buurt van de
gemiddelden in Westeuropese landen.
Belangrijk verschil met vroeger: nu
neemt bijna altijd de vrouw het initiatief
om uit elkaar te gaan. Volgens Kimiko
Iidaka, hoofdredactrice van een tijd
schrift over huwelijk en echtscheiding,
is dat momenteel in acht van de tien ke
ren het geval. „Het zijn nu de vrouwen
die zich beginnen af te vragen wat zij ei
genlijk nog in het huwelijk vinden", zegt
Yasuhiko Yazawa, een expert op het ge
bied van gezinsrelaties.
Een recent onderzoek bevestigt dat de
man-vrouw-relatie in het huwelijk door
gaans uitblinkt door oppervlakkigheid.
Zo vindt bijna de helft van de mannen
het volgens eigen opgave lastig wanneer
hun vrouw ergens over wil praten.
De Japanse man zoekt vervulling in
zijn werk en niet thuis. Slechts een der
de van de vrouwen ziet hun man gemid
deld een uur of meer per dag. Een op de
acht gevallen komt nog niet aan tien mi
nuten dagelijks contact. Sinds Ryoko
Oda twee jaar geleden besloot te schei
den, veranderde er niet zoveel in haar le
ven of dat van haar twee dochters van elf
en dertien. Ze heeft het ze niet eens ver
teld. Is dat niet wat vreemd? „Ach waar
om", zegt ze, „ze hebben er echt niet veel
van gemerkt. Hoogstens komt hun va
der nu nog iets minder vaak over de
Kimiko Iidaka: "In de regel ziet een
vader na de scheiding zijn kinderen
nooit meer terug". (foto gpdj
vloer". Zo'n soort huwelijk kun je overal
wel vinden, maar in Japan is het eerder
regel dan uitzondering.
Je begint je af te vragen waarom Ja
panse vrouwen niet en masse uit het hu
welijksbootje stappen, of waarom ze er
überhaupt aan beginnen. Het zijn de
voor de hand liggende redenen: ze kun
nen het financieel alleen niet rooien, en
het werd tot voor kort door de omgeving
niet geaccepteerd. Verlies van vrienden
en werk. Een vrouw die niet weet hoe zij
moet gaman is geen knip voor de neus
waard. Dat beeld is echter al aan erosie
onderhevig.
Geld blijft probleem nummer één. Ge
scheiden vrouwen moeten in staat zijn
fmancieel de eigen boontjes te doppen.
Een echtscheiding op zijn Japans is een
echte scheiding. Volgens Kimiko Iidaka
van het tijdschrift 'Start' zijn er maar
heel weinig voorbeelden waarbij man en
vrouw na de scheiding nog echt contact
met elkaar houden. In de regel ziet de
vader zijn kinderen in geval die bij de
moeder blijven nooit meer terug. Aan
de andere kant krijgt driekwart van de
gescheiden vrouwen geen geld van hun
ex, ook niet voor de kinderen. Hoog
stens een bedrag ineens bij de scheiding,
van enkele tienduizenden guldens.
Een baan is het eerste vereiste om te
kunnen overleven. Naar de bijstand
stappen is in Japan niet zo gemakkelijk,
en als je al een uitkering krijgt is die erg
laag en word je voortdurend achter de
broek gezeten om werk te vinden, pas
send of niet. Werk is er altijd wel te vin
den, maar .passend' betekent voor de Ja
panse vrouw kennelijk nog altijd slecht
betaald werk zonder uitzicht op promo
tie. Geen rozegeur en maneschijn, niet in
het huwelijk, maar ook niet erna.
Reden voor het tijdschrift 'Start', dat
zich vooral bezighoudt met problemen
van gescheiden vrouwen, om te waar
schuwen tegen overhaaste stappen.
„Scheiden is een ingrijpend besluit, dat
je goed moet overdenken. Vooral finan
cieel brengt het veel problemen met zich
mee, en sommige vrouwen denken net
zo romantisch over scheiden als ze eer
der over het huwelijk dachten", zegt
hoofdredactrice Iidaka, zelf al vele jaren
gescheiden en een van de zeldzame suc
cesvolle carrièrevrouwen in Japan.
Achteraf
De laatste vijf jaar is het erg in de mo
de voor huisvrouwen om de verveling te
doden meWiuttige' cursussen in de cul
turele centra die overal vooral in de
slaapsteden rond de grote steden als
paddestoelen uit de grond schieten. Ii
daka is er niet direct enthousiast over:
.Weggegooid geld'. Hun hoofden wor
den al maar groter". Maar de vrouwen
kunnen niks doen met de kennis die zij
in die eilandjes opsteken over de ge
schiedenis van Japan, de Engelse taal of
nutteloze huisvlijt, zoals het nu erg po
pulaire „aankleden" van stukjes zeep
met reepjes stof in babykleurtjes. Het
cultuurcentrum is een tijdelijke uit
laatklep voor spanningen, die echter op
den duur alleen maar duidelijk maakt
hoe slecht de positie van de vrouw in Ja
pan is.
Slechts een minderheid van de ge
scheiden vrouwen trouwt opnieuw, en
ondanks alle problemen zegt 74 procent
achteraf blij te zijn met hun besluit om
te scheiden. Een groeiende groep (oude
re) vrouwen bereidt zich in het geheim
voor op de scheiding. Een 51-jarige
vrouw verliet haar verbouwereerde man
op de dag van zijn pensionering. Tien
jaar lang had zij zonder dat haar man
ook maar iets vermoedde geld opzij
gelegd.
Mevrouw Saito had er schoon genoeg
van „voortdurend te worden genegeerd"
door haar echtgenoot. „Als zijn houding
tegenover vrouwen een beetje is veran
derd door de scheiding, dan heeft het al
lemaal nog nut gehad. Hij had totaal
geen respect voor vrouwen". Zij conclu
deert: „Tenzij er meer echtscheidingen
komen, zullen Japanse mannen nooit
veranderen!".
Onder de huidige omstandigheden is
dat nog een optimistische gedachte. Een
steekproef liet onlangs zien dat een
tweederde meerderheid van de echtge
noten in spe niets moet hebben van een
vrouw die een carrière wil. Liefst 66 pro
cent van de mannelijke studenten in To
kio meent dat geluk van de vrouw uit
sluitend bestaat uit het huishouden en
het opvoeden van kinderen.
RUUD KREUTZER
Het sap verdwijnt in buitengewoon
grote eikehouten vaten van ruim 250.000
liter.