Herman Bleich: een strijdbaar journalist Sjoukje en de Showbizzquiz TV-rubriek 'Vaticaan moet schuld bekennen en de staat Israël erkennen' 1 Maatschappij Discordia: gebrek aan vakmanschap Leidse politie geeft onderhoudend concert ZATERDAG 26 JANUARI 1985 RADIO-TV-KUNST PAGINA 33 U hebt misschien ook gekeken naar dat spelletjesprogramma waarin de twee overgebleven ste wardessen tenslotte een karre- vracht aan prijzen konden win nen als zij de stem binnen afzien bare tijd herkenden van een be kende figuur uit de showbusi ness. Terwijl er steeds meer lampjes uitflitsten op het rad van avontuur waardoor steeds meer prijzen aan hun neus voorbij gin gen, probeerden de beide 'win naressen' vergeefs de ene acteur of komediant na de andere, en zelfs nadat hun arbeidsterrein beperkt was tot 'Zes 'ns AAA', slaagden ze er niet in de juiste mannestem te determineren. Het was de stem van een vrouw, en wel van de gelief de actrice Sjoukje Hooymaayer! Ook wij thuis, die kinderlijk ge noeg zijn om met zulke raadspel- letjes mee te spelen, zaten in de verkeerde helft van de wereldbe volking: Robert Paul?, Albert Mol?, in elk geval een mannes- tem, maar toch wat in de hogere registers. Zelfs toen de stewar dessen voorgezegd kregen dat het om ene Sjoukje ging, die in 'Zes 'ns AAA' speelde, waren ze zo verstrikt geraakt in de biologi sche zekerheid dat het om de stem van een man ging, dat zij hun hersens vergeefs afpijnig den naar de naam van de zoon. Hans Cornelissen, nadat ze ook al een keer John Leddy hadden geprobeerd, en Manfred de Graaf natuurlijk. Hier was dus duidelijk sprake van 'misleiding'. Niet alleen 'live' in de zaal, maar ook thuis voor de buis heeft blijkbaar menigeen zoniet iedereen gedacht dat het om een mannestem ging. Vol gens mij sprak Sjoukje Hooy maayer langzamer dan we van haar gewend zijn, en had ze haar stem ook een beetje 'verdon kerd', wellicht in de overtuiging dat zij zo wereldberoemd was dat het anders geen kunst zou ziin haar stem te raden, en dat het daarom zaak was de opdracht iets moeilijker te maken: „Het is geel, het heeft één pootje, en het vliegt over het dak". „Ik geef het op". „Een musje!" „Maar een mus heeft toch twee pootjes en is toch niet geel?" „Nee, maar dat was om het moeilijker te maken!" Nu kun je natuurlijk DE Dood doener van deze Verlichte Eeuw op TV-quizgebied er bij halen en zeggen: 't Is maar een spelletje tenslotte!, maar het is allang geen spelletje meer als je gloed nieuwe auto's met caravan of soortgelijke geldprijzen tot be dragen van tienduizenden gul dens kunt winnen. Dan dient met de grootst mogelijke zorg vuldigheid te worden omge sprongen met de winst- en ver- lieskansen van de deelnemers, want verliezen is op zichzelf al 'sneu', maar verliezen door een onvolkomen of foutieve vraag stelling (dit was immers niet de stem van Sjoukje Hooymaayer zoals we haar kennen, en het was die AAA-stem die we raden moesten!), is onvergeeflijk. En omdat ik mij afvroeg of de be treffende omroep veel veront waardigde reacties uit het kij kersvolk had gekregen, belde ik de KRO op en vroeg naar de af deling van de 1,2,3-show. In feite had Ted de Braak ook al lont ge roken, tijdens de show, want hij had de beide stewardessen uit de geweest was? Was het niet Wil- deaus gegeven. Terwijl ik wacht te op verbinding, vroeg ik mij op eens af of het Ted de Braak wel lem Ruis, in dat programma met dat Brechtiaanse treinverhaal als displaced person waar ik zo van de in war was geraakt? Want is dat nu smakeloos, om zoiets (po litiek, gevangenen, marcherende soldaten) in een tot vrolijkheid oproepend showprogramma te brengen, of is dat juist geënga- geerd en een mooi voorbeeld hoe je je als omroep ook in een amu sementsprogramma nog kan 'profileren'? 'Die Dreigroscheo- per' van Bertolt Brecht is tenslot te ook een mixture van amuse ment en bloedige ernst! Ik probeerde de presentator die de stewardessen zo partijdig had aangemoedigd op mijn net vlies terug te krijgen, maar ik kreeg beurtelings Ted de Braak en Willem Ruis doorgezonden, zocht de omroepgids op, zag dat ik bij de IJssalon zat tijdens de laatste 1,2,3 en ontdekte toen op eens dat Willem Ruis voorafge gaan was door de Showbizzquiz door Nico Scheepmaker van Ron Brandsteder! DIE WAS HET! Opeens wist ik het weer, ik vond trouwens dat hij het, van de Grote Drie In Hetzelfde Genre, nog het minst opgefokt, en met de meeste humor deed. RON BRANDSTEDER! Die was het geweest! Toch kenmerkend, dat je Ted, Ron en Willem op den duur niet meer uit elkaar weet te houden, althans hun gelijkgeaar- de shows niet! Jawel, vertelde de persdienst van de TROS me, er was die za terdagavond 'een vnj groot aan tal reacties' gekomen op die 'stemtest'. Vermoedelijk ook om dat het contrast met de vorige keer zo groot was, toen de stem van André van Duin in enkele se conden door een brandweerman geraden was. Maar ja, zei hij, it's all in the game. J^ja! Maar wie niet AAA maar EEE zegt moet ook BBB zeggen! Ik vind dat die stewardessen èn het Nederland se volk een herkansing verdie- Herman Bleich, meer dan 65 jaar geleden gebo ren in Polen, is journalist. Hij is correspondent voor een aantal Zwitserse, Amerikaanse en Is raëlische dagbladen. Hij is zeven jaar voorzit ter geweest van de buitenlandse persvereni ging. Na de oorlog nam hij de Nederlandse identiteit aan. Herman Bleich groeide op in Berlijn, ging daar naar het gymnasium maar trok, toen het Duizendjarige Rijk van Adolf Hitler er begon aan te komen via Wenen naar Praag. Studeer de aan de Duitstalige universiteit economie en stapte daarna in de journalistiek. Omdat ook Praag geen veilige plek meer bleek te zijn voor joden, kwam Bleich in 1938 naar ons land, ging in Den Haag wonen en werd correspondent voor een aantal Zwitserse bladen. In maart 1942 vluchtte de joodse journalist weer voor de klauwen van de nazi's, eerst naar België, daarna verder naar het 'onbezette' Vi- chy-Frankrijk, waar hij in Lyon werd gearres teerd en in een interneringskamp opgesloten. Door bemiddeling van een Zwitsere collega, toen voorzitter van de buitenlandse persver eniging in Vichy-Frankrijk, kwam Bleich vrij en onder zeer moeilijke omstandigheden kwam hij tenslotte in Zwitserland, om daar als vluchteling de bevrijding van ons land af te wachten. Na '45 kwam Bleich, getrouwd met een Weense vrouw, weer naar ons land, vestig de zich weer in Den Haag als correspondent. Herman Bleich en zijn vrouw hebben een dochter, die in de voetsporen van haar vader in de journalistiek terecht is gekomen en ge trouwd is met ook weer een vakgenoot. Het werk en commentaar van Bleich is altijd getekend door een sterke linkse betrokken heid, die hem niet altijd in dank is afgenomen, maar hem aan de andere kant ook een duidelij ke plaats in de Nederlandse journalistiek heeft gegeven. Herman Bleich is en blijft een vech ter voor zijn ideeën en idealen, hetgeen, vooral na zijn publicaties rond het bezoek van de paus aan ons land veel reacties opriep. HILVERSUM (GPD) - „Tijdens de oorlog zat ik als vluchteling in Zwitserland en mocht daar niets doen, vluchtelingen die werkten werden zwaar bestraft. Aanvanke lijk zat ik eerst in een kamp, later in een klein dorpje in het oostelijke deel van Zwitserland. Die plaats mochten we niet verlaten, ik heb daar mijn tijd doorgebracht met veel lezen en schrijven en wachten op betere tijden. Maar ik had ook contacten met de Nederlandse am bassade in Bern en via de persatta ché kreeg ik geregeld materiaal over de toestand in Nederland on der de Duitse bezetting. Uitgaande van die informatie heb ik toen verhalen geschreven voor de Zwitserse pers over hoe het was om onder nazi's te moeten leven en wat de hongerwinter voor iets vreselijks was. Ondanks het feit dat ik niet mocht werken, zijn die artikelen toch verschenen, want collega's die ik kende uit de tijd dat ik in Nederland correspon dent was, wilden die verhalen maar wat graag in hun bladen heb ben. Ik was een vluchteling, een sta tenloze, de Nederlandse nationali teit heb ik pas na de oorlog verwor ven. Na de bevrijding ben ik weer naar Den Haag gegaan om daar te werken". - De laatste maanden bent u in het nieuws gekomen door uw arti kelen over de komst van de paus naar ons land en een eventuele ont moeting met Nederlandse joden. „Dat is een ontwikkeling die mij zelf verrast heeft en ik ben ijdel ge noeg om te zeggen dat me dat aan genaam verrast heeft. Ik heb in het Nieuw Israëlisch Weekblad een ar tikel laten verschijnen, waarin ik me sterk keer tegen een ontmoe ting tussen Nederlandse joden en de paus. Waarom heb ik dat ge daan, ik heb het bezoek van de paus aan Zwitserland gevolgd en ik vond het een onwaardige verto ning hoe daar joodse vertegen woordigers deze paus tegemoet zijn getreden. Het was voor mij on aanvaardbaar te moeten constate ren hoe die joodse vertegenwoordi gers zich onderdanig opstelden. Met commentaar als: we hopen dat er een dag zal komen dat de relatie tussen Israël en het Vaticaan ge normaliseerd zal worden. Daarop gaf de paus als antwoord: op al mijn reizen probeer ik altijd mijn geliefde joodse broeders te ont moeten. Ik vind dat zoiets zich hier in ons land niet mag gaan voordoen en daarom heb ik dat artikel geschre- Als de Nederlandse joodse ge meenschap naar de paus wil, dan zal die paus in de eerste plaats moeten beginnen met de staat Is raël te erkennen en een schuldbe kentenis moeten afleggen uit naam van de katholieke kerk ten opzich te van het joodse volk. Daarbij met nadruk genoemd het afschuwelij ke feit dat vanaf 1933, toen Hitier aan de macht kwam, onmiddellijk een concordaat tussen het Vati caan en Duitsland werd gesloten "The Circle" van W. Somerset Maug ham door Maatschappij Discordia. Vertaling: Annet Kouwenhoven en Gerrit Bons. Regie: Jan Joris La- mers. Gezien in het LAK Theater op 25 januari. Herhaling op 26 januari* LEIDEN - Op de speelvloer lig gen een paar oude gordijnen en staan een paar opvallende stoelen schots en scheef door elkaar. Een oude werktafel met daaronder af geleefd kinderspeelgoed en met daarnaast een kartonnen doos (ser viesgoed?) staat tegen een soort ka merscherm. Een juffrouw die een speelster lijkt, maar de souffleuse blijkt, komt aanwandelen en gaat tussen het publiek zitten. Persona ges komen op en beginnen op stun telige wijze een dialoog over fami lierelaties, onderbroken door de souffleuse, die vanaf haar zitplaats ook een rol voor haar rekening mag nemen. Spelers kijken bij voorkeur niet degene aan tegen wie ze spre ken en doen bij voorkeur niet wat van hen verwacht wordt of wat de tekst suggereert. De teksten worden gezegd alsof geen van de medewerkenden weet wat ze betekenen; de intonatie is door Hein Kropman en dat de toenmalige paus Pius XII niet één keer zijn stem in het open baar heeft verheven bij de massa moord op zes miljoen joden en dat na de oorlog nazi-misdadigers, zo als Eichmann en Barbi vanuit het Vaticaan zijn geholpen te vluchten. Laat de paus als die komt eerst maar eens een basis scheppen voor vertrouwen, voor een dialoog en niet voor die poppenkast zoals het - Het is natuurlijk niet onlogisch dat er op zo'n polemiek gereageerd wordt. „Natuurlijk niet, maar in die ma te had ik het niet verwacht, men sen belden me op, schreven brie ven, reageerden via radio en tv, grote stukken in weekbladen. Maar de hele joodse gemeenschap in ons land is, met mijn verhaal als uitgangspunt, in rep en roer ge raakt. Er werd een enorme discus sie op gang gebracht en op een ver gadering van gekozen vertegen woordigers van de joodse gemeen schap in ons land, werd een motie aangenomen waarin exact datgene werd gesteld als ik had geschre ven. Ontmoeting met de paus, ja, Ik vind dat de Nederlandse jo den zeer wel recht van spreken hebben, met name omdat van de 140.000 joden die hier voor de oor log woonden, er meer dan 100.000 zijn vermoord in de gaskamers en concentratiekampen en hiervoor is het Vaticaan op zijn minst moreel mede-verantwoordelijk!" Bent u erg betrokken bij uw jood-zijn? „Ja, en ook zeer betrokken bij de staat Israël, niet als zionist, maar als jood. De staat Israël betekent voor mij veel meer dan alleen iets voor een groep zionisten. Het is een troostrijke verworvenheid voor alle joden na de gebeurtenis sen tijdens de Tweede Wereldoor log. Ik heb het allergrootste deel van mijn familie en vrienden verlo ren. Mijn moeder, vader, zusters, uiteraard ben ik diep betrokken met niet alleen die gebeurtenissen van toen, maar ook wat daar de ge volgen van zijn. Wat mij vooral met Israël ver bindt, is dat in dat land mensen le ven met Auschwitznummers, die dilettantistisch (twee uitzonderin gen daargelaten), de timing lijkt nergens op en zowel uitspraak als verstaanbaarheid liggen op het ni veau van schooltoneel. Natuurlijk mogen Jan Joris Lamers en Dis cordia hun eigen spel spelen met een degelijke oude society-kome- die vol dubbele bodems en natuur lijk mogen zij zich daarbij lekker afzetten tegen de speelstijl van de Haagse Comedie of het Publiek- stheater. Natuurlijk moeten er mensen lachen als spelers conse quent het tegenovergestelde doen van wat in de logica of het ver wachtingspatroon ligt opgesloten, of als een man een vrouwenrol speelt, of als een emotionele reactie toonloos wordt "weggelegd", of als een puberaal gespeelde heer plot seling in falset heel boos gaat staan doen. Dergelijke komische effec- .■*- zijn daar naar toe gevlucht. Ik heb best mijn kritiek op de po litiek van sommige Israëlische re geringen, maar ik vind dat in dat land de mensen die er wonen het volste recht hebben in vrede en veiligheid te leven. Daarom ook vind ik het ongehoord dat het Vati caan dat land nog steeds denkt te kunnen negeren. In 1933 een con cordaat met Hitier, geen woord van protest tijdens het vermoorden van zes miljoen joden, oorlogsmisdadi gers helpen te vluchten, maar 37 jaar na de oprichting van de staat Israël die staat nog steeds niet wil len erkennen". ten behoren echter we! tot een schuifdeurenhumor die dicht in de buurt van de onderbroekenlol komt. Met het stuk van Maugham, dat zelfs als leestekst vele malen leu ker én navranter is, heeft het alle maal niets meer te maken Met geen enkel stuk trouwens. Bij een voorstelling die zo helemaal draait om de voorstelling en verder niets te zeggen heeft, maakt het niets uit wat voor teksten er gebruikt wor den; het telefoonboek zou zelfs een beter resultaat hebben opgeleverd. Als een dergelijk gebrek aan vi sie, gebrek aan zelfkritiek, moge lijk ook gebrek aan talent, maar bo venal gebrek aan vakmanschap het toneel van de toekomst moet ople veren, mogen we blij zijn met de kabeltelevisie. PAUL KORENHOF - Bent u ook betrokken bij de joodse godsdienst? „Nee, ik kom uit een streng or thodox gezin, er waren in mijn fa milie minstens acht generaties ach ter elkaar rabbijnen. Dat heeft mijn jeugd erg gekenmerkt, maar ik heb me uit die sfeer en uit dat joods be leven volkomen losgemaakt. Ik heb mijn eigen opvattingen over een ander maatschappij-stelsel en daar past die strenge joods-ortho doxe sfeer niet meer in. Ik ben niet meer gelovig en ik moet dat keer op keer weer zeggen, ik ben zeker niet meer gelovig na alles wat er in de concentratiekampen van de na zi's is gebeurd. Ik kan niet aanvaar den dat er een god in de hemel troont, met alle macht die men hem toedenkt, die accepteert en to lereert en toelaat, dat er zes miljoen joden z-ijn vermoord tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ziet u de Twee van Breda als duidelijke oorlogsmisdadigers of zijn het meer de symbolen van de nazi-gruwelen geworden? „Ik zie die gewoon als misdadi gers, rechtstreeks verantwoorde lijk voor de deportatie en het ver gassen van joden. Het wegvoeren van geesteszieken uit het Apel- doornse Bos, dat was Aus der Fun- ten, die had daar de leiding. En dan hoor je opmerkingen van laat ze maar vrij, het is allemaal zo lang geleden, maar als je nog dagelijks met al dat leed geconfronteerd wordt, dan is het allemaal niet zo lang geleden. Zelfs als zou je zeggen, het zijn wrakken, laat ze maar vrij, dan zou door die vrijlating bij heel veel mensen weer wonden worden opengescheurd, wonden direct aangebracht door die twee. Ik vind het ook misselijk dat de Duitsers er voortdurend op hame ren dat die twee eindelijk eens vrij moeten komen. De Duitsers die daar om vragen zouden de eersten moeten zijn om zich volledig te dis tantiëren van die mensen, maar dat doen ze niet". - Helaas heeft u zelf ook met neo- fascistische uitingen te maken ge had. „Dat gebeurde in verband met mijn publicatie rond de paus. Het Algemeen Nederlands Persbureau had grote stukken van mijn ver haal verspreid en de pers heeft in veel gevallen mijn standpunten ge publiceerd. Een week nadat mijn verhaal in het NIW was versche nen, ging ik naar beneden naar de hal van mijn flat om de post op te halen. Ik zie de hal beklad met ro de verf, met anti-semitische leu zen, in het Duits nota bene, Juden Raus, Lügner, Sieg Heil, Verrater, hakenkruisen, SS-tekens, de hele hal volgekalkt. Met die verf, om duidelijk te maken dat het om mij ging, mijn naam op de brievenbus omcirkeld. Het was een verschrik kelijke ervaring, ik dacht waar leef ik nu opeens in. Maar de reacties van mijn mede bewoners waren hartverwarmend, ik werd gebeld met een opmerking als schrik maar niet als je beneden komt (maar ik was al in de hal ge weest), dat gaat zo weg. Iedereen is komen helpen met schoonmaken. Een vrouw van ver boven de ze ventig in peignoir, met een sponsje die verf weghalen. Binnen twintig minuten was alles schoon en dat was een uitdrukking van solidari teit, die mijn hart heel erg ver warmd heeft. Meteen natuurlijk ook de politie gebeld, die de zaak heel serieus heeft opgenomen. Het was jammer dat we de hal zo snel hadden schoongemaakt, nu kon men niet meer zoeken naar vinge rafdrukken". „Je bent misschien wel wat ge hard na al die ervaringen, maar het blijft een moeilijk te verwerken zaak. Ik zie het dan ook in het ka der van opkomend racisme, de Centrum Partij is daar ook zeker een voorbeeld van. Alles houdt verband met de internationale po litieke en economische ontwikke lingen, maar je moet zeker niet apatisch worden. Integendeel, je moet alleen maar nog meer strijd baar worden, dat is voor mij het antwoord, het is jammer maar het moet". „Ook al ben ik nu de 65 gepas seerd, de neiging om het wat min der te doen heb ik niet. Ik ben heel gelukkig in een land als Nederland te kunnen wonen, het is een goed land, maar toch ook zie je hier ver schijnselen die verontrustend zijn. Het ligt niet in mijn aard het rusti ger aan te doen, ik moet als journa list op mijn manier tegen die ver schijnselen vechten. Als ik zie hoe men omgaat met mensen van een ander ras dan kan ik niet stilzwij gend zitten toekijken. „Mijn rol als journalist is dat ik mijn lezers niet alleen droog hoef te informeren over de ontwikkelin gen op politiek of maatschappelijk gebied, maar mijn positie is in die mate aantrekkelijk dat ik ook van uit mijn visie achtergronden kan beschrijven. In een gezonde demo cratie hebben de media een contro lerende taak, die ze met kracht moeten vervullen". 'Wat is er met Melvin': toneelstuk met inhoud Wat is er met Melvin? (The prisoner of Second Avenue) van Neil Simon. Met Ton van Duinhoven (tevens ver taling), Sjoukje Hooymayer, Manon Alving, Louise Ruys en Ab Abspoel. Regie: Jo Dua. Gezien op 25 januari in de Leidse schouwburg. Aldaar nog vanavond te zien. LEIDEN - Een bijna uitver kochte schouwburg keek gister avond naar Sjoukje Zeg eens AAA - Hooymayer en Ton van Duinhoven, die in dit stuk de rol van het echtpaar Melvin en Edna speelden. Niemand zal zich 'be kocht' hebben gevoeld, want Neil Simon levert met deze tragi komedie het materiaal voor een vrije produktie in het betere gen re. 'Wat is er met Melvin' mag er namelijk in elk opzicht zijn. Het decor toont een passende ambiance zonder overbodige poespas: een appartement op de veertiende verdieping in New York. De aankleding is verzorgd, en niet al te opvallend als een verkapte modeshow opgezet, wat nogal eens het geval wil zijn. Deze Melvin en Edna zijn ge loofwaardige figuren, die voor Nederlands publiek herkenbaar zijn, ook al speelt het stuk dan in Amerika. Op de vraag, die de ti tel stelt, kan je populair antwoor den: Melvin ziet het niet meer zi- ten. Het komt dan ook tot een ze nuwinstorting, als hij op 52-jari- ge leeftijd ontslagen wordt en zijn huis is leeggeroofd. Buren gerucht en een gewijzigd rollen patroon (zijn vrouw heeft nu-een baan) doen daar nog een schepje bovenop. Melvin leert de waarden van de consumptiemaatschappij te rela tiveren zonder ze echt op te ge ven. Daardoor kan hij het weer redden; met de hulp van Edna, zonder de hulp van een broer en zusters. Van Duinhoven maakt van Melvin geen Amerikaans ty pe met een grote-stad-neurose, maar een man, wiens problemen dicht bij ons staan en ons dus wel moeten raken. Edna onder gaat een soortgelijke ontwikke ling. Sjoukje Hooymayer speelt haar met zichtbare sympathie: deze vrouw probeert met haar man solidair te blijven. Een reëel stuk is 'Wat is er met Melvin?': het is amusement met inhoud zonder een alles oplossend hap py ending. WIJNAND ZEILSTRA. Concert door het Leidsch Politie Mu ziek Gezelschap. De Brassband staat o.l.v. Cees Brugman en de Tamboers slaan o.l.v. Roel Paling. Instructie: Wil Hanno. Aan dit programma werkte mee het Folkloristisch Dan sensemble "Achalay". Gehoord: 25 januari in de Stadsgehoorzaal, Lei den. Het Leidsch Politie Muziek Ge zelschap bracht gisteravond in de Stadsgehoorzaal een zeer afwisse lend en onderhoudend program ma: meegesleept, van een mars naar een gospel, van een statige dans, de Pavane, naar een Blue, van een Toccata naar het thema "Pink Panther", van "Finlandia" (Sibelius) naar een klompendans Tóch onstonden er geen irriterende of schrille tegenstellingen; louter ontspannend luistergenot. Als opening van het concert het volkslied, prachtig gespeeld door de blazers. De "Rhapsodic Ameri can Gospelsongs" van Eric Ball, een geliefd nummer tijdens de con coursen haalde voor mij niet de eerste prijs; het geheel was wat rommelig en de solerende instru menten kwamen niet altijd even zuiver over. De solo op cornet van Johan Breetvelt in "Carnaval de Venice" was ronduit goed te noe men: alert en muzikaal speelde hij verschillende variaties op een Hol lands liedje (kennelijk ook bekend in Venetie): "Ik wou dat ik van was was en jij van terpentijn" Magistraal werd "Finlandia" van Sibelius neergezet, dit werk ge componeerd als zinnebeeld voor het gevoel van Vrijheid. Na de pau ze gingen de tamboers aan de slag; vrolijk en gediciplineerd trommel den zij er op los m "Slagvaardig" van Joh. Kazen en in "Drummers in stereo" van Nico de Jeu. Inder daad werd de ruimte klaterend drie-dimensionaal gevuld! Het dansensemble "Achalay" zorgde voor een kleurig en verrassend in termezzo. Voor de groep kwam de échte jool pas tijdens "De Kippenselec- tie" gearrangeerd door de dirigent Cees Brugman, waar men op geen enkele manier zgn Hollandse af komst hoefde te verloochenen. Jammer van die "Balkangilletjes" er tussen door, ik zou zeggen laat naar je fluiten! Van wie "de dochter" Brugman toch die lenigheid en die swingen de bewegingen had, die ze met haar vriendin ten tonele bracht tij dens "Pink Panther's" thema werd duidelijk toen vader Brugman het laatste werk van het programma begeleidde, "Sint Louis Blues March" van Handy: een inspireren de, ritmisch dansende, meeslepend dirigerende persoonlijkheid n zijn orkest én de zaal mee tot de vrolijkste hoogten Een welver diende staande ovatie als slot deze avond Een toegift van de be roemde Strauss hoefde op geen e kele manier meer iets goed te»rr LIDY VAN DER SPEK. Kinderen „En zelfs al spreek ik niet over de volwassenen, maar anderhalf mil joen kinderen, onschuldige kinde ren, losgerukt van de moederborst, waarmee de meest gruwelijke din gen zijn uitgevoerd. Het heeft geen nut dat allemaal nog eens te herha len, maar zo'n god, als die al be staat, die zou naar mjjn idee ook gezien in het licht van de medeve rantwoordelijkheid van het Vati caan, zo'n god, die dat toelaat, zou als oorlogsmisdadiger moeten wor den aangeklaagd!" „Nu kom ik evenwel toch weer in een paradoxale houding terecht, want ik ga een, twee keer per jaar naar de synagoge. Niet uit religieu ze overtuiging, want die heb ik niet, maar omdat ik daar een stukje van mijn ouderlijk huis terug kan vinden en vooral omdat ik weet dat het voor mijn ouders zeker iets van betekenis heeft als zij wisten dat ik naar de synagoge ga, dat is voor mij het dodengebed voor mijn ou ders en andere naaste familieleden. We houden ook elk jaar het joods paasfeest, alle kinderen zijn dan hier, dat is de band die je dan met elkaar hebt, maar voor mij heeft dat niets met geloof te maken". „Er is onder de joden een grote verbondenheid, gegroeid op grond van een gemeenschappelijke zwa re beproeving. Dat schept een band en verder is er ook de catego rie traditie, die heel sterk onder de joden leeft. Wat is het eigenlijk, een volk? Een religie? Het is alles, maar ik stel dat het een traditiege meenschap is die gekenmerkt wordt door een grote lotsverbon denheid. Jongeren begrijpen dat niet meer zo. maar de mensen die de oorlog hebben meegemaakt, die vervolgingen, die raken dat nooit meer kwijt. Je hoort hier af en toe van die barmhartige verhalen, daar word ik kotsmisselijk van, zoals het ge val met de Twee van Breda, die zouden vrij moeten, dat zijn alleen maar oude wrakken. Maar ik zeg wie in ieder geval tot levenslang leed is veroordeeld, dat zijn de jo den die het allemaal hebben mee gemaakt, die het verhes van al hun dierbaren nog dagelijks met zich meedragen, dat kun je nooit meer kwijtraken". Herman Bleich: als jood sterk betrokken bij de staat Israël.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 33